NL8600009A - Draaitafel voor een microgolfoven. - Google Patents

Description

* £ Λ VO 7511

Titel: Draaitafel voor een microgolfoven.

De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op een draagbare draaitafel en meer in het bijzonder op een draaitafel ten gebruike bij een microgolfoven.

De gebruikelijke microgolfovens omvatten meer in het bijzonder een 5 hoogfrequentiegolfgenerator, welke microgolfenergie aan het inwendige van een verhittingsholte toevoert. Voedsel, dat in de holte wordt opgesteld en aan de microgolfenergie wordt blootgesteld, wordt daardoor gekookt. Een probleem, dat zich evenwel bij het koken van voedsel in de microöven voordoet is, dat de microgolfenergie niet op een uniforme 10 wijze in de verhittingsholte wordt gedispergeerd. Het staande-microgolf-patroon veroorzaakt koude plaatsen, welke veroorzaken, dat het voedsel op ongelijkmatige wijze wordt verhit.

In de industrie vindt men in responsie op het probleem twee belangrijke benaderingen tot een oplossing hiervoor. De eerste bestaat 15 daarin, dat de microgolfenergiebron wordt verbeterd door modesvariatie of dergelijke teneinde de energie in de ovenholte op een meer gelijkmatige wijze te verdelen. Deze pogingen zijn tot op heden niet geheel succesvol geweest.

De tweede benadering in de industrie bestaat daarin, dat een 20 roteerbare draaitafel ten gebruike in de ovenholte is ontwikkeld. De draaitafel ondersteunt voedsel en beweegt dit voedsel volgens een cirkelvormige baan teneinde de invloed van koude staande-golfplaatsen te compenseren.

Het Amerikaanse octrooischrift 4.504.715 beschrijft een draai-25 tafel ten gebruike bij een microgolfoven, voorzien van een draaitafel-plateau, dat op een stationaire voet is gemonteerd. Een motor, welke stationair op de centrale as van de draaitafel is gemonteerd, en in een metalen huis is ondergebracht, drijft een centrale as aan teneinde daardoor het plateau te roteren.

30 Het Amerikaanse octrooischrift 4.430.696 beschrijft een op een andere wijze uitgevoerde draaitafel voorzien van een motor, die stationair instelbaar is bij het draaitafelplateau. De motor drijft weer voor rotatie een van buiten af toegankelijke tandwielring aan,

λ - T

. J

. ï- * - 2 - welke het draaitafelplateau aan de omtrek omgeeft.

Ofschoon de bovengenoemde verkrijgbare draaitafels goed werken en op een gunstige wijze op de markt zijn ontvangen, beletten bepaalde tekortkomingen daarvan, dat deze een volledige oplossing voor de vraag 5 in de industrie geven. In de eerste plaats zijn de verkrijgbare draaitafels betrekkelijk complex, waardoor het lastig is deze te monteren en duur is deze te vervaardigen. Voorts zijn dergelijke bestaande draaitafels betrekkelijk groot en kunnen zij lastig in kleine ovens worden ondergebracht. Het opstellen van de motor buiten de omtrek van de draai-10 tafel, als aangegeven in het Amerikaanse octrooischrift 4.330.696 maakt de draaitafel minder ruimteëfficient. Tenslotte dienen de bestaande draaitafels slechts om de invloed van koude plaatsen in de microgolfoven-holte tot een minimum terug te brengen en richten zij zich niet op de oorzaak van het probleem.

15 De uitvinding heeft betrekking op een draaitafel voor een micro golfoven van het algemene bovenbeschreven type. De draaitafel omvat een voet, een plateau, dat roteerbaar daarop is gemonteerd, en een motor-stelsel om het plateau om een vertikale centrale as te roteren. Het motor-stelsel is aan de onderzijde van het roteerbare plateau gemonteerd en 20 strekt zich naar beneden in de centrale holte van de voeteenheid uit.

In de voet van de draaitafel is een naar binnen gerichte omtrekstand-wielring gevormd. De motor is voorzien van een naar buiten gericht aandrijf tandwiel, dat met de voettandwielring in ingrijping is. In de bedrijfsmodes beweegt de motor zich om de tandwielring, en roteert als 25 één geheel met de draaitafel.

Wanneer de aandrijfmotor op deze wijze is opgesteld, bevindt deze motor zich geheel binnen de omtrek van de voeteenheid, hetgeen leidt tot een in zijn totaal compacte draaitafèlconfiguratie.

Een verder aspect van de uitvinding is, dat de motor is onderge-30 bracht in een metalen buitenste huis. De beweging van de motor tijdens de werking van de draaitafel heeft derhalve de functie van een secundaire modesvariatieinrichting. Het metalen huis van de motor reflecteert de microgolfstraling en verbreekt het staande-golfpatroon in de microgolf-holte. Een gedispergeer.de en derhalve meer uniforme verdeling van 35 microgolfenergie leidt tot een gelijkmatige verhitting van het voedsel - 3 -

Jr k in de oven. Verder zijn aan de onderzijde van de roteerbare draaitafel diametraal tegenover het motorstelsel snelheidsreductieorganen aangebracht. Het snelheidsreductiestelsel dient om de snelheid waarmede de draaitafel roteert, te regelen.

5 Derhalve beoogt de uitvinding te voorzien in een draaitafel voor een microgolfoven met een in zijn totaal compact profiel.

Een verder doel is het verschaffen van een draaitafel met modes-variatieorganen.

Weer een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een 10 draaitafel met een betrekkelijk gering aantal onderdelen.

Een verder oogmerk van de uitvinding is het verschaffen van een draaitafel met een afgeschermd motorstelsel.

Een ander doel is het verschaffen van een draaitafel met een motorstelsel dan binnen de begrenzingen van de omtrek van de voet is gelegen.

15 Een ander oogmerk is het verschaffen van een draaitafel, die op een economische en gemakkelijke wijze kan worden vervaardigd en die op een eenvoudige wijze kan worden gemonteerd. ,

De uitvinding zal onderstaand nader worden toegelicht onder verwijzing naar de tekening. Daarbij toont: 20 fig. 1 een uiteengenomen perspectivisch aanzicht van de draai tafel volgens de uitvinding, waarbij het tandwielreductiestelsel en de motor in gemonteerde toestand zijn aangegeven; fig. 2 een uiteengenomen perspectivisch aanzicht van het tandwielreductiestelsel ; 25 fig. 3 een uiteengenomen perspectivisch aanzicht van het motor stelsel; fig. 4 een bovenaanzicht van de draaitafel in gemonteerde toestand; fig. 5 een dwarsdoorsnede over de lijn V-V van fig. 4; 30 fig. 6 een dwarsdoorsnede over de lijn VI-VI van fig. 4, waarbij “ het tandwielreductiestelsel in de gemonteerde toestand is aangegeven; en fig. 7 een bovenaanzicht van de gemonteerde draaitafel overeenkomende met fig. 4 doch in linkse richting geroteerd.

Wanneer eerst wordt verwezen naar fig. 1 is in deze figuur de 35 draaitafel volgens de uitvinding weergegeven in een uiteengenomen pers-

* ♦* 'V

- 4 - pectivisch aanzicht en omvat deze de volgende onderdelen: een roteerbaar schijfvormig plateau 2, een stationaire voetcomponent 4, een motorstel-sel 6, een snelheidsreductiestelsel 8 én een schakelstelsel 10. Het plateau 2 en de stationaire voet 4 worden vervaardigd uit een geschikt 5 dielektrisch kunststofmateriaal bijvoorbeeld met glas gevulde polyester. Het plateau en de voet zijn verder zodanig gedimensioneerd, dat zij op een geschikte wijze in de kookholte van de microgolfoven passen. De voet heeft bijvoorbeeld een diameter van 22,86 cm.

Zoals aangegeven kan het roteerbare plateau 2 concentrisch boven 10 de stationaire voeteenheid 4 worden gemonteerd en kan dit plateau daarop roteren. Er is een legervasthoudringstelsel 12 aanwezig, dat in een ringvormig omtrekskanaal 14, dat in de voeteenheid 4 is-gevormd, kan passen. Het kanaal 14 wordt bepaald door vertikale zijwanden 16, die zich evenwijdig om de omtrek van de voeteenheid 4 uitstrekken en door 15 een bodemkanaalvlak 18 zijn gescheiden. De voeteenheid 4 heeft verder een zodanige configuratie, dat een centraal gelegen naaf 22 aanwezig is, welke zich op een ondervoetvlak 20 bevindt en waarin een doorgaande axiale opening.24 aanwezig is. De naaf 22 verschaft de vertikale rotatie-as voor het roteerbare plateau 2.

20 Binnen het ringvormige kanaal 14 bevindt zich een horizontale ringvormige rand 26. In de rand 26 is een concentrische ring van tand-wieltanden 28 gevormd, die naar de centrale naaf 22 zijn gekeerd en wel in de nabijheid van het grondvoetvlak 2Q. De tandwielring 28 strekt zich derhalve concentrisch om de centrale naaf 22, in het algemeen bij 25 het ondervlak 20 van de voet uit.

Een rechthoekige schakelondersteuningsarm 30 is als een integraal zijverlengstuk van de voeteenheid 4 aanwezig. De rechthoekige arm 30 bezit een scharniertand 32, welke in een onderzijde daarvan aansluitende op een serpentinevormige grendeltand 34 is gevormd. De steunarm 30 dient 30 om het schakelstelsel 10 op een later meer gedetailleerd te beschrijven wijze te ondersteunen.

Nog steeds verwijzende naar fig. 1 en 5 heeft het roteerbare plateau 2 in het algemeen een zodanige configuratie, dat wordt voorzien in een planair bovenvlak 36 voor het ondersteunen van te koken voedsel 35 in een microgolfoven. Een naar beneden gerichte rand 38 vormt een ver- *- % - 5 - lengstuk van de omtrek van het vlak 36. Een ringvormige tandwielring 40 is concentrisch in de naar beneden gerichte rand 38 opgesteld en wel zodanig, dat deze naar binnen naar de centrale vertikalé rotatieas is gericht.

Er is een ömtrekskanaal 42 aanwezig, dat een verlengstuk vormt van de 5 omtrek van een onderzijvlak van het roteerbare plateau 2, bepaald door de naar beneden gerichte randflens 38 en een ringvormige inwendige flens 44. Het kanaal 42 is zodanig gelegen en zodanig gedimensioneerd, dat dit over het bovenbeschreven complementaire kanaal 14 van de voet 4 past.

Een naar beneden gerichte motorstelselmontagestijl 46 is aan het onder-10 vlak van het draaitafelplateau 2 verschoven ten opzichte van de rotatieas gevormd. Een centraal opgestelde huls 48 strekt zich vanuit de onderzijde van het plateau 2 naar beneden uit en is voorzien van een centrale axiale boring 50 voor montagedoeleinden.

Nog steeds verwijzende naar fig. 1 en 5 omvat het legervasthoud-15 ringstelsel 12 een vasthoudring 52, welke is vervaardigd uit een geschikt kunststofmateriaal zoals polycarbonaat. Op regelmatig gescheiden intervallen om de vasthoudring 52 bevinden zich vastjioudkragen 54, waarvan de afmetingen zodanig zijn, dat zij sferische legerkogels 56 vasthouden.

De kogels 56 bestaan bij voorkeur uit staal of glas en hebben een dia-20 meter van bij benadering 0,635 cm. De legervasthoudring 12 rust in het voetkanaal 14 en is door de zijwand 44 en de buitenste vertikale zijwand 16 van de voet 4 omgeven. Het is duidelijk, dat de sferische kogel 56 van het legervasthoudringstelsel 12 het roteerbare plateau 2 zodanig ondersteunen, dat het plateau vrij daarop om de centrale vertikale as 25 van de draaitafel kan roteren. Een centerpen 58 steekt naar boven door de axiale opening 24 van de naaf van de voet 4 en in de centerhuls 48 van het draaitafelplateau 2. De centerpen 56 verenigt derhalve de voeten de plateaucomponenten met elkaar, terwijl een vrije rotatie van het draaitafelplateau om de centrale vertikale as van de voet wordt toe-30 gestaan.

Nog steeds verwijzende naar de fig. 1 en 5 omvat het schakel-stelsel 10 in wezen een tuimellichaam 60 met een in het algemeen W-vormig profiel. Het tuimellichaam 60 is bestemd om te worden gemonteerd in de rechthoekige schakelsteunarm 30 van de draaitafelvoet 4.

35 Het tuimellichaam 60 bezit naar buiten uitstekende scharnierpennen 62, , r % - 6 - welke zich vanuit tegenover elkaar gelegen zijden uitstrekken om in de scharniertand 32 van de ondersteuningsarm 30 te rusten. Het schakel-tuimellichaam 60 bezit voorts twee tandpennen 64, welke zich uit tegenover elkaar gelegen zijden bij het voorste uiteinde van het tuimellichaam 5 uitstrekken. Wanneer het tuimellichaam op deze wijze is opgesteld, kan het vrij om de scharnierpennen 62 naar voren en naar achteren scharnieren. De scharnierbeweging van het tuimellichaam 60 veroorzaakt, dat de pennen 64 zich over het serpentineprofiel van de grendeltanden 34 in van holten voorziene "in"- en "uit"-gedeelten van de tanden 34 bewegen. Aan de 10 voorzijde steekt uit het tuimellichaam 60 een omgekeerde L-vormige grendelvinger 66. De grendelvinger-66 strekt zich horizontaal naar voren naar een op een afstand gelegen vertikaal vinger segment 68' uit. Het vertikale segment 68' van de grendelvinger 66 heeft in doorsnede een wigvorm en is naar het tuimellichaam 60 gericht.

15 Er is een rechthoekige grendelplaats 70 met een naar boven gerichte montagestijl 72 aan tegenover elkaar gelegen uiteinden aanwezig. Het is duidelijk, dat de grendelplaat 70 het tuimellichaam 60 tegen de ondersteuningsarm 30 invangt wanneer de stijlen 72 onder druk in overeenkomstige openingen in een ondervlak van de ondersteuningsarm 30 (niet weer-20 gegeven) passen en zich daarin hechten.

Pig. 5 toont de schakelaar in de gemonteerde "uit"-toestand. De naar voren uitstekende vinger 66 strekt zich onder de neerwaartse rand-flens 38 van het draaitafelplateau 2 uit. Door een scharnierbeweging van het tuimellichaam 60 scharniert het grendelvingergedeelte 68 naar 25 en vanaf de omtrekstandwielring 40, die integraal in de naar beneden gerichte randflens 38 is gevormd. Wanneer het grendelvingergedeelte 68 naar en in samenwerking met de tandwielring 40 wordt bewogen, wordt een rotatiebeweging van het draaitafelplateau 2 belet. Wanneer daarentegen het tuimellichaam 60 naar voren in de "in"-positie wordt bewogen, schar-30 niert het grendelvingergedeelte 68 van de tandwielring 40 weg en geeft daardoor de draaitafel voor een rotatie vrij.

Wanneer hierna wordt verwezen naar de fig. 2 en 6, omvat het snelheidsbesturingsstelsel 8 een bodemhuisplaat 74 en een bovenhuisplaat 76 met een in het algemeen rechthoekige configuratie, voorzien 35 van naar buiten gerichte ondersteuningsflenzen 78 die uit tegenover 4 t* - 7 - elkaar gelegen zijden uitsteken. De ondersteuningsflenzen 78 bezitten een doorgaande opening 80 om het snelheidsreductiestelsel 8 aan een bodemvlak van het draaitafelplateau 2 te monteren, zoals later meer gedetailleerd zal worden beschreven. Vier montagestijlen 82 strekken 5 zich in vertikale richting naar boven uit de onderste huisplaat 74 en via vier overeenkomstige openingen 82' in de bovenste huisplaat 76 uit.

In de bodem- en bovenhuisplaten 74 respectievelijk 76 zijn overeenkomstige paren openingen 84, 84'; 86, 86'; 88, 88' en een paar echappement-openingen 90,90' aanwezig. In de bovenplaat 76 bevindt zich een opening 92.

10 Tussen een bovenste en onderste huisplaat 74, 76 is een snelheids- reductietandwielstelsel ondergebracht. Het tandwielstelsel omvat een inwendig aandrijftandwiel 94 met een naar beneden gerichte· centrale as 96, en een naar boven gericht getrapt assegment 98. Een uitwendig aandrijf rondsel 100 is met de naar beneden gerichte centrale as 96 van het 15 inwendige aandrijftandwiel 94 gekoppeld. Het uitwendige aandrijfrondsel 100 is derhalve voorzien van een axiale montageopening 102, waarin de naar beneden gerichte centrale as 96 onder druk,past. Bij een dergelijke montage roteren het aandrijfrondsel 100 en het aandrijftandwiel 94 synchroon.

20 Een echappementtandwiel 104 is in ingrijping met het aandrijftand wiel 94 bij een naar beneden gericht secundair tandwielgedeelte 106.

Een naar boven gericht getrapt assegment 108 en een naar beneden gericht assegment van het naar beneden gerichte secundaire tandwiel 106 (niet weergegeven) steken in de respectieve echappementopeningen 90,90'. De 25 echappementopeningen 90, 90' hebben een elliptische vorm en maken een laterale beweging van de echappementtandwielassegmenten daarin mogelijk. Derhalve kan het echappementtandwiel op de gebruikelijke wijze lateraal in de echappementgleuven 90, 90' bewegen, waardoor het tandwiel in en buiten samenwerking met een sterwiel 110 beweegt.

30 Het sterwiel 110 is bij een secundair tandwielgedeelte 112 met het echappementtandwiel 104 gekoppeld. Een naar beneden gericht assegment 114 en een naar boven gericht assegment 116 strekken zich vanuit het tandwiel 110 in de respectieve montageopeningen 86, 86' uit. Er is een halve-maan vormige horizontale oscillatorplaat 118 aanwezig, welke 35 is voorzien van een aan de bovenzijde gemonteerde U-vormige bedienings- I. ,· - 8 - flens 120, welke daarop zodanig is aangebracht, dat deze naar het sterwiel 110 is gekeerd. De bedieningsflens 120 bevindt zich in de nabijheid van het sterwiel 110 en werkt daarmede samen. Een naar boven gericht assegment 122 en een naar beneden gericht assegment (niet weerge-5 geven) strekken zich vanuit de oscillatorplaat 118 uit en passen in de montageopeningen 84, 84'.

Fig. 6 toont het snelheidsredüctiestelsel 8 wanneer dit aan het ondervlak van het draaitafelplateau 2 is gemonteerd. Een naar beneden gerichte stijl 124 is aan het ondervlak van het plateau 2 aanwezig en 10 werkt samen met de opening 92 in de bovenste huisplaat 76. Het snelheids-reductiestelsel 8 is gedecentreerd ten opzichte van de centrale as van de draaitafel opgesteld en wel zodanig, dat het naar beneden gerichte aandrijf rondsel 100 in ingrijping is met de ringvormige tandwielring 28 van de voet 4. Waar. het snelheidsredüctiestelsel 8 stationair aan de 15 onderzijde van het plateau 2 is bevestigd, roteert dit stelsel 8 als één geheel daarmede wanneer het aandrijfrondsel 100 langs de tandwielring 28 roteert, waardoor het tandwielstelsel wordt aangedreven. De resulterende oscillatie van de plaat 118 dissipeert energie en dient daardoor voor het regelen van de snelheid waarmede de draaitafel kan bewegen. Derhalve 20 dient het snelheidsredüctiestelsel 8 als een snelheidsregelaar om het aantal omwentelingen per minuut van het draaitafelplateau 2 tot een voorgeschreven waarde te begrenzen.

Fig. 7 toont de beweging van het snelheidsredüctiestelsel 8 om de voettandwielring 28 wanneer het plateau 2 wordt geroteerd.

25 Naar zowel fig. 3 als fig. 5 verwijzende, blijkt het motorstelsel 6 te zijn voorzien van een onderste huisbus 126 en een bovenste huisplaat 128, bestaande uit een geschikt microgolfreflecterend materiaal zoals naadloze aluminium.'De bus 126 is voorzien van een naar buiten omgezette bovenrand 130 met daarin openingen 132 om het motorstelsel 6 30 aan de onderzijde van het draaitafelplateau 2 te bevestigen. In de bus 126 strekt zich een centrale verdieping 134 naar beneden uit. Een anti-wrijvingsschijf 136, bestaande uit een geschikt materiaal zoals poly-propeen, bevindt zich op de bodem van de centrale verdieping 134 van de bus 126. Centrale openingen 138 strekken zich door de bus 126 respec-35 tievelijk de plaat 128 uit. De bus 126 is verder voorzien van een van -*r « - 9 - een gleuf voorziene lip 140 in de zijwand, welke de verdieping 134 bepaalt.

Voortgaande is een motorspil 142 met getrapt profiel vertikaal tussen de bus 126 en de plaat 128 aangebracht. Dè spil 142 bezit een 5 vertikale gleuf 144, welke zich vanaf de bovenzijde naar beneden uitstrekt. Een naar beneden gerichte schacht 146 van de spil steekt door de opening 138 van de bus 126. Er is een uitwendig aandrijfrondsel 148 aanwezig, bij voorkeur met een spoeddiameter van 5,08 cm, welk rondsel is voorzien van een centrale opening 150 waarin het naar beneden ge-10 richte schachtelement 146 van de spil 142 onder druk wordt ingebracht en gehecht. Op deze wijze gemonteerd roteert de spil 142 als· een geheel met het aandrijfrondsel 148. ‘

Er is een schroefveer 152 aanwezig, die zich in de centrale verdieping 134 van de bus 126 bevindt. De schroefveer 152 is om de centrale 15 spil 142 opgewikkeld en bezit een binnenste uiteinde 154, dat in de vertikale gleuf 144 van de spil wordt vastgehouden. Een (niet weergegeven) buitenste uiteinde van de schroefveer 152 is op een gebruikelijke wijze in de vertikale lip 140 ingevangen. Bij een dergel'ijke montage wordt de schroefveer in een opgewikkelde toestand gebracht wanneer de spil 142 20 door het aandrijfrondsel 148 wordt geroteerd en wikkelt de spoel af om de spil in tegengestelde richting aan te drijven wanneer deze wordt vrijgegeven.

Fig. 5 toont het motorstelsel 6, dat aan de onderzijde van het draaitafelplateau 2 is bevestigd. De stijl 46 van het motorstelsel aan 25 de onderzijde van hèt draaitafelplateau 2 steekt naar beneden door de opening 138 van de bus 126 en er zijn (niet weergegeven) eindkappen aanwezig, welke de bus aan het draaitafelplateau bevestigen onder gebruik van een geschikt hechtmiddel. Het motorstelsel 6 is gedecentreerd ten opzichte van de centrale as van het draaitafelplateau 2 en wel zodanig 30 opgesteld, dat het naar beneden gerichte aandrijfrondsel 148 in ingrij-ping is met de tandring 28 van de draaitafelvoet 4. De schroefveer 152 wordt daardoor aandrijvend via het aandrijfrondsel 148 met de tandwiel-ring 28 gekoppeld.

Uit de fig. 1 en 7 blijkt, dat het motorstelsel 6 en het snel-35 heidsreductiestelsel 8 stationair diametraal tegenover elkaar aan de , -C 5 - 10 - onderzijde van het draaitafelplateau 2 zijn bevestigd. De beide stelsels 6 en 8 zijn verschoven ten opzichte van de centrale as van de draaitafel en zijn in ingrijping met de tandwielring 28 van de voet 4.

Onder verwijzing naar fig. 2 en 4 drijft een rechtse rotatie van 5 het draaitafelplateau 2 het echappement tandwiel 104 buiten ingrijping met het sterwiel 110, aangezien de as 108 in de gleuven 90 en 90' verschuift.. Het tandwielreductiestelsel 8 wordt daardoor ontkoppeld teneinde een vrije rotatie van het draaitafelplateau 2 in rechtse richting mogelijk te maken. Door een dergelijke rotatie wordt de schroefveer 152 10 van het motorstelsel, zoals het best blijkt uit fig. 1, om de spil 142 van het motorstelsel opgewikkeld. Daarna wikkelt bij het vrijgeven van het draaitafelplateau 2 de schroefveer 152 zich af en beweegt het aan-drijfrondsel 148 in linkse richting.

Door de aandrijvende verbinding tussen het aandrijfrondsel 148 15 en de tandwielring 28 roteert het draaitafelplateau 2 in linkse richting. Het motorstelsel en het snelheidsreductiestelsel 8, welke stationair aan het draaitafelplateau 2 zijn bevestigd, bewegen zich synchroon daarmee. het is duidelijk, dat bij een dergelijke linkse rotatie de tandwielen 104 en 110 van het tandwielreductiestelsel opnieuw met elkaar 20 samenwerken, welke daarop dienen om de draaitafelrotatiesnelheid te regelen.

Het is verder duidelijk, dat het metalen huis, dat het motorstelsel omgeeft, dient om microgolfenergie in de ovenholte te reflecteren. Derhalve onderbreekt een beweging van het motorstelsel 6 om de tandwiel-25 ring 28 het staande-golfpatroon van de microgolfenergie in de ovenholte en dient voor het verder diffunderen van de energie in de verhittings-holte. Hierdoor verkrijgt men een meer uniforme verhittingsatmosfeer voor het koken van voedsel, dat zich op het draaitafelplateau 2 bevindt.

. Verder wordt opgemerkt, dat de plaatsing van het motorstelsel 6 tegen de 30 onderzijde van het draaitafelplateau 2 het mogelijk maakt, dat het motorstelsel zich geheel binnen de omtrek van de draaitafeleenheid bevindt. Hierdoor worden de afmetingen van de draaitafel tot een minimum teruggebracht en kan de draaitafel worden gebruikt in betrekkelijk kleine ovenholten. Tenslotte wordt opgemerkt, dat de draaitafel volgens de 35 uitvinding een betrekkelijk gering aantal onderdelen omvat. Het motor- -V 4 *\ . I /· - 11 - stelsel en de snelheidsreductieëenheid kunnen onafhankelijk van elkaar worden ondergemonteerd, hetgeen leidt tot een verhoogd vervaardigings-rendement.

Ofschoon boven een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding 5 is beschreven is de uitvinding hiertoe niet beperkt. Zo kan men terwijl bij de voorkeursuitvoeringsvorm gebruik wordt gemaakt van een stationaire montage van het motorstelsel aan de onderzijde van het draaitafelplateau 2, ook andere montageconfiguraties gebruiken. Het motorstelsel 6 kan ook op een afzonderlijke schijf worden gemonteerd, welke onafhankelijk 10 van het draaitafelplateau 2 roteert. De aandrijfsamenwerking tussen het motorstelsel 6 en het plateau 2 kan dan tot stand worden gebracht via . een secundaire tandwielring, welke integraal aan de onderzijde van het draaitafelplateau is bevestigd. Derhalve zal het aandrijfrondsel van het motorstelsel gelijktijdig samenwerken met de tandwielring 28 en de 15 secundaire draai taf el tandwielring teneinde tussen het plateau 2 en de voet 4 een rotatiekoppel tot stand te brengen. Verder is het duidelijk, dat onder gebruik van de bovenbeschreven alternatieve montage, het \ motorstelsel 6 nog steeds beweegt en continu van plaats ten opzichte van de verwarmingsholte tijdens de bedrijfsperiode daarvan verandert.

20 Derhalve blijft het motorstelsel dienen als een secundaire modusvariatie-inrichting.

Claims (23)

1. Draaitafel voorzien van een stationaire voet, een plateau, dat zodanig is gemonteerd, dat dit om een centrale vertikale as van de voet kan roteren, en een motor stelsel om het plateau te bewegen met het kenmerk, dat het motorstelsel zodanig is gemonteerd, dat het om de centrale 5 as van de voet roteert.

2. Draaitafel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het motorstelsel synchroon met het draaitafelplateau roteert.

3. Draaitafel volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat het motorstelsel verschoven ten opzichte van de centrale as van en onder het 10 draaitafelplateau is opgesteld.

4. Draaitafel volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat het motorstelsel stationair aan de onderzijde van het draaitafelplateau is bevestigd.

5. Draaitafel volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de voet van 15 de draaitafel is voorzien van een tandwielring,1 welke concentrisch is met de vertikale as, en het motorstelsel is voorzien van een roteerbaar aandrijfrondsel, dat bestemd is om met de tandwielring samen te werken wanneer het rondsel zich erlangs beweegt.

6. Draaitafel volgens conclusie 5 met het kenmerk, dat het aandrijf-20 rondsel is opgesteld tussen de centrale as en de tandwielring.

7. Draaitafel volgens conclusie 5 met het kenmerk, dat het motorstelsel stationair aan de onderzijde van het draaitafelplateau is bevestigd.

'8. Draaitafel volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de draaitafel 25 verder is voorzien van snelheidsregelorganen om de rotatiesnelheid van het draaitafelplateau te regelen.

9. Draaitafel volgens conclusie 8 met het kenmerk, dat de snelheidsregelorganen om de centrale as van de voet roteren.

10. Draaitafel volgens conclusie 9 met het kenmerk, dat de snelheids-30 regelorganen diametraal tegenover het motorstelsel om de centrale as van de voet roteren.

11. Draaitafel volgens conclusie 10 met het kenmerk, dat de snelheidsregelorganen en het motorstelsel aan de onderzijde van het draaitafel- .-13- & « plateau zijn bevestigd.

12. Draaitafel volgens conclusie 11 met het kenmerk, dat de voet is voorzien van een tandwielring, welke concentrisch is met de centrale as, en de snelheidsregelorganen en het motorstelsel elk zijn voorzien van 5 een uitgangsrondsel, dat met de tandwielring kan samenwerken wanneer zij zich daarlangs bewegen.

13. Draaitafel volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat het motorstelsel is voorzien van een uitwendig huis bestaande uit microgolven reflecterend materiaal.

14. Roteerbare draaitafel voor een microgolfoven of dergelijke geken merkt door een voet met een centrale vertikale as en een zich daaromheen uitstrekkende concentrische tandwielring, een plateau, dat roteerbaar op de voet is gemonteerd om om de centrale as te roteren, en een motorstelsel om het draaitafelplateau aan te drijven, welk motorstelsel is 15 voorzien van een energiebron en een planetair uitgangsrondsel, dat langs de tandwielring van de basis roteert en daarmede samenwerkt, waardoor het motorstelsel om de centrale as van de voet roteert.

15. Draaitafel volgens conclusie 14 met het kenmerk, dat het rondsel van het motorstelsel zich tussen de tandwielring en de centrale as van 20 de voet bevindt.

16. Draaitafel volgens conclusie 14 met het kenmerk, dat het motorstelsel is voorzien van een uitwendig huis bestaande uit voor microgolven reflecterend materiaal.

17. Draaitafel volgens conclusie 14 met het kenmerk, dat het motor-25 stelsel aan cfe onderzijde van het draaitafelplateau is bevestigd.

18. Draaitafel volgens conclusie 14 met het kenmerk, dat de draaitafel verder is voorzien van snelheidsregelorganen om de snelheid waarmede het draaitafelplateau roteert te regelen.

19. Draaitafel volgens conclusie 18 met het kenmerk, dat de snelheids-, 30 regelorganen zijn voorzien van een uitgangsplaneettandwiel, dat roteerbaar langs de tandwielring van de voet kan bewegen.

20. Draaitafel volgens conclusie 18 met het kenmerk, dat de snelheidsregelorganen en het motorstelsel aan de onderzijde van het draaitafei-plateau zijn bevestigd. * i ^ - 14 -

21. Roteerbare draaitafel voor een microgolfovenholte of dergelijke ' gekenmerkt door een voet met een centrale vertikale as en een zich daaromheen uitstrekkende concentrische tandwielring, een plateau dat roteerbaar op de voet is gemonteerd teneinde om de centrale as te roteren, 5 motorstelselorganen om het draaitafelplateau aan te drijven, welke motorstel selorganen zijn voorzien van een uitwendig huis, bestaande uit voor microgolven reflecterend materiaal, bestemd om tijdens de rotatie van het microgolfplateau te bewegen teneinde daardoor staande-raicrogolf-patronen in de ovenholte te verbreken. 10

22, Draaitafel volgens conclusie 21 met het kenmerk, dat het motor- stelselhuis in synchronisme met het draaitafelplateau beweegt.

23. Draaitafel volgens conclusie 21 met het kenmerk, dat het motor-stelsel zich onder het draaitafelplateau verschoven ten opzichte van de centrale as van de voet bevindt en het motorstelsel is voorzien van naar 15 buiten gerichte aandrijfrondselorganen, welke samenwerken met de tandwielring van de voet van de draaitafel. \ „ * J