NL8503489A - Zak voor het opnemen van afscheidingsprodukten. - Google Patents

Description

* .....-·: -1-

Zak voor het opnemen van afscheidingsprodukten.

De uitvinding heeft betrekking op een zak voor het opnemen van afscheidingsprodukten voor door middel van een deksel sluitbare onder-druk-afscheidings-afzuigvaten, waarin uit het lichaam of van een operatie-5 gebied afgezogen vloeistoffen worden verzameld, die door een toevoerleiding worden gevoerd naar het vat-r

Dergelijke afscheidingsopvangapparaten worden bij operaties of in het ziekenhuis gebruikt om van het lichaam afgezonderde afscheidingsprodukten, bloed 10 enz. op te vangen. Voor dit doel is het bekend dergelijke vaten op een zuigpomp aan te sluiten en daardoor in hen een onderdruk op te wekken. Een in de regel door het deksel in het vat uitmondende toevoerleiding kan het verzamelde afscheidingsprodukt op de opvangplaats aanzuigen en 15 geleiden naar het opvangvat voor afscheidingsprodukten.

Het ledigen en afvoeren van een gevuld vat is een onaangename bezigheid, hetzelfde geldt voor de reiniging van een dergelijk vat.

Aan de uitvinding ligt daarom het probleem 20 ten grondslag een zak voor te stellen, die in een dergelijk vat kan worden gezet en zodanig is uitgevoerd, dat hij een eenvoudige en schone verwijdering van het afscheidingsprodukt uit het opvangvat mogelijk maakt.

Dit probleem wordt bij een zak van de 25 in de aanhef beschreven soort volgens de uitvinding opgelost, doordat de zak een bovenste houdelement heeft, waardoor de zak in het vat tegenover de toevoerleiding geopend vastzetbaar is, de zak in zijn wand in zijn bovenste gebied openingen heeft, die een drukvereffening tussen het inwen-30 dige van de zak en het inwendige van het vat mogelijk maken, en de zak over een sluiting beschikt, die is aangebracht onder de drukvereffeningsopeningen.

Een dergelijke zak kan door middel van een houdelement in geopende toestand in een afscheidingsafzuig-35 vat worden gezet, waarbij het houdelement de zak tegenover de toevoerleiding voor de te verzamelen vloeistof open houdt. De drukvereffeningsopeningen zorgen ervoor, dat de onderdruk, die in het inwendige van de zak moet heersen, ‘‘ ΐ Ü’ ··. ~· Γ V 't' * * -2- om de afscheidingsprodukten aan te zuigen, niet tot een sluiten van de zak leidt. Door de drukvereffeningsopeningen wordt de onderdruk overgebracht op het gehele vat, zodat de zak ook bij de heersende onderdruk geopend blijft.

5 De sluiting, die is aangebracht onder deze drukvereffeningsopeningen, maakt het tenslotte mogelijk na het vullen van de zak deze volledig dicht af te sluiten, zodat bij het wegnemen ook door de drukvereffeningsopeningen en door de bovenste·inlaatopening het in de zak opgevangen 10 afscheidingsprodukt niet kan ontwijken. Daardoor is een bijzondere schone en snelle verwijdering van de afscheidings-zak uit het vat mogelijk, zonder dat daarbij het vat wordt verontreinigd.

Bij een de voorkeur verdienende uitvoerings-15 'vorm is er in voorzien, dat het houdelement een ring is, die op de rand van het vat oplegbaar is en door het deksel tegen de rand kan worden gedrukt. Een dergelijke ring houdt de zak aan de inlaatzijde op betrouwbare wijze open, bovendien kan deze ring zonder extra constructieve maat-20 regelen tussen het deksel en de vatrand worden geklemd, zodat de ring en daarmede de zak tijdens het bedrijf nauwkeurig zijn vastgezet.

Het is gunstig, wanneer, de ring naar omlaag stekende stroken draagt, waaraan de bovenrand van de zak 25 is bevestigd. Wanneer de ring en de stroken uit kunststof bestaan, kan de zak voordelig met de stroken door plakken of lassen zijn verbonden.

Bijzonder voordelig is het, wanneer de ring twee diametraal tegenover elkaar liggende inkepingen draagt, 30 die een klapscharnier vormen, zodat twee helften van de ring tegen elkaar geklapt en vlak tegen elkaar gelegd kunnen worden. Op deze wijze kunnen de beide helften van de ring na het samenklappen als draaggreep worden gebruikt, waaraan de zak uit het vat kan worden genomen en verwijderd. Daarbij 35 is het bijzonder gunstig, wanneer de helften van de ring aan de zijden, die bij het samenklappen naar elkaar zijn gekeerd, zelf-klevend zijn uitgevoerd, zodat bij het samenklappen de beide helften tot een eenheid worden verbonden. Daardoor wordt tevens gewaarborgd, dat de persoon, die de 40 zak wegneemt, niet met de binnenzijde van de zak in aanraking s ·-· ί- > _'> -j *·-} .· '·· ^ -3- komt en zich niet kan vuil maken.

Bij de uitvoering met een samenklapbare ring is het gunstig, wanneer de drukvereffeningsopeningen door uitsnijdingen in de zak in het gebied van de klapscharnieren 5 van de ring zijn gevormd; bij voorkeur zijn deze uitsnijdingen ongeveer driehoekig, waarbij de punt van de uitsnijding onder de klap scharnierend naar omlaag wijst.

Bij opgeklapte ring dienen deze driehoekige uitsnijdingen voor de drukvereffening, bij samengeklapte ringhelften 10 echter komen de scharnieren te liggen tegen de rand van de driehoekige uitsnijding, zodat de wand van de zak in hoofdzaak over de gehele lengte van de beide ringhelften tegen dezen ligt.

De sluiting is bij voorkeur een rondlopende 15 kleef- of klitsluitstrook aan de binnenzijde van de zak, deze sluiting kan op eenvoudige wijze gesloten worden, doordat de tegenover elkaar liggende zijden van de zak tegen elkaar worden gedrukt. Het is ook mogelijk, dat de sluiting een in de zak gevormde ingrijplijstsluiting is, zoals hij 20 bij zakken van plastic op zichzelf bekend is. Bij deze ingrijplijstsluitingen wordt een verdikking aan een zijde van de zak elastisch gedrukt in een C-vormige of nagenoeg C-vormige ingrijprail van de andere zijde van de zak.

Bij een de voorkeur verdienend uitvoerings-25 voorbeeld van de uitvinding is erin voorzien, dat de zak tenminste zo lang is uitgevoerd, dat bij het trekken van de zak uit het vat de sluiting reeds uit het vat naar buiten treedt voordat de bodem van de zak wordt geheven van de bodem van het vat. Het is daardoor mogelijk de zak zover 30 uit het vat te trekken, dat de sluiting kan worden gesloten, voordat de verder op de bodem van het vat steunende vloeistof uit het vat wordt geheven. Daardoor wordt de zak bij het sluiten niet vastgezet en de bedienende persoon moet nog niet het gewicht van de vloeistof dragen, wanneer 35 de zak wordt gesloten.

De onderstaande beschrijving van de voorkeur verdienende uitvoeringsvormen van de uitvinding dient in samenhang met de tekening voor nadere toelichting. Daarin tonen: 40 fig. 1 een aanzicht op langsdoorsnede van een C ü v i · -4- afscheidingsopvangvat met ingezette zak; fig. 2 een aanzicht op doorsnede volgens de lijn 2-2 in fig. 1; fig. 3 een aanzicht op doorsnede volgens de 5 lijn 3-3 in fig. 2 en fig. 4 een aanzicht op doorsnede volgens de lijn 4-4 in fig. 2.

In fig. 1 is een Potvormig afzuigvat 1 van glas weergegeven, waarvan de bovenrand 2 flensvormig naar 10 buiten is gebogen. Op deze rand is een deksel 3 gezet, die onder de rand grijpt op een wijze, die niet in de tekening zichtbaar is. Aan het deksel 3 is een draaggreep 4 gevormd, waarin zich een excentriek 5 bevindt, met behulp waarvan een drukstang 6 tegen een drukplaat 7 kan worden 15 gedrukt, die is gelegerd in het inwendige van het deksel 3.

Wanneer de drukstang 6 de drukplaat 7 drukt tegen de rand 2 van het afzuigvat 1, wordt het deksel daardoor op de rand van het afzuigvat gefixeerd. Door het verdraaien van de excentriek en het opheffen van de drukstang alsmede van de 20 drukplaat kan het deksel zijdelings van de rand afschuiven.

In het deksel leidt zijdeling een zuigbuis 8, die via een opening 9 met het inwendige van de houder in verbinding staat. Op deze zuigbuis 8 kan een in de tekening niet weergegeven zuigslang worden aangesloten, die de 25 zuigbuis verbindt met een vacuumbron, bijvoorbeeld eem pomp.

Door het deksel heen leidt verder een toevoerbuis 10, die loodrecht naar omlaag steekt in het afzuigvat 1. Op deze toevoerbuis 10 kan een in de tekening niet weergegeven slang worden aangesloten, die onder de invloed 30 van de onderdruk, die in het vat heerst, een vloeistof aanzuigt , bijvoorbeeld uit een operatiegebied.

In het afzuigvat 1 is een zak 11 gezet, die aan zijn bovenrand aan naar omlaag gebogen stroken 12 van een houdring 13 is bevestigd, bijvoorbeeld door lassen of 35 plakken. De houdring 13 ligt op de rand 2 van het afzuigvat 1 en wordt door het deksel 3 en de drukplaat 7 stevig tegen de rand 2 van het afzuigvat gedrukt, zodat de houdring 13 en daarmede de zak 11 bij gesloten vat in nauwkeurig bepaalde stand in het vat zijn gehouden. Door de houdring 13 wordt 40 daarbij de zak geopend, zodat de toevoerbuis 10 in het 3 '1 1 \ Ί 3 v g - J ·- v x* -5- inwendige van de zak 11 duikt.

Onder de houdring 13 is in de zak een aantal openingen 14 aangebracht, die dienen als drukvereffenings-openingen tussen het inwendige van de zak 11 en de binnen-5 ruimte van het afzuigvat 1, die de zak 11 omgeeft.

Onder deze openingen 14 bevindt zich aan de binnenzijde van de zak een rondlopende strook 15 van zelfklevend materiaal. In plaats van het zelfklevende materiaal zou de strook ook kunnen bestaan uit de twee 10 helften van een klitsluiting.

De houdring 13 heeft twee diametraal tegenover elkaar liggende inkepingen 16, die een klapschamier vormen, zodat de beide helften van de houdring naar boven tegen elkaar kunnen worden geklapt, zoals dit is weergegeven 15 in fig. 3 in het bovenste deel. De naar elkaar gekeerde zijden van de houdring zijn daarbij voorzien van een kleef-laag 17, die normaal is bedekt door een afdekfoelie 18 (fig. 4).

De zak is zo lang uitgevoerd, dat hij bij het 20 heffen uit het vat pas van de bodem 19 van het afzuigvat wordt geheven, wanneer de sluitstrook 15 reeds is getreden uit het afzuigvat 1. In de ingezette toestand ligt de zak daarom geplooid op de bodem 19 van het afzuigvat, zoals dit in fig. 1 is aangeduid door de trekhermanica-vormige 25 vouwen 20.

Tijdens het bedrijf wordt een zak 11 bij afgenomen deksel 3 gelegd in het afzuigvat, terwijl de opgeklapte helften van de houdring op de bovenrand 2 van het afzuigvat 1 worden gelegd. Aansluitend wordt het deksel op het 30 vat gezet en door middel van de excentriek 5 gefixeerd.

Via de zuigbuis 8 wordt een onderdruk in het inwendige van het afzuigvat opgewekt en na deopwekking van deze onderdruk is het afzuigvat bedrijfsklaar. Via de toevoerbuis 10 kan nu een afscheiding in het vat worden aangezogen, waarbij 35 de afscheiding in het inwendige van de zak 11 wordt gegoten.

Zodra de zak 11 is gevuld, wordt het deksel van het afzuigvat genomen. Na het aftrekken van de afdekfoelie 18 worden de beide helften van de houdring 13 tegen elkaar geklapt en aaneen geplakt, zodat een halfcirkel-40 vormige draaggreep ontstaat, waaraan de zak eerst zover * ‘ 5. " t -6- uit het vak kan worden getrokken, dat de beide sluitstroken 15 tegen elkaar kunnen worden gedrukt. Daardoor wordt de zak aan zijn bovenzijde dicht afgesloten.

Door de lengte van de zak rust bij dit sluit-5 proces de inhoud van de zak nog op de bodem van het vat.

Na het sluiten van de zak kan deze door middel van de als draaggreep samengevouwen helften van de houdring uit het vak worden genomen en verwijderd, zonder dat daarbij een gevaar van verontreiniging van de bedienende persoon df 10 van het afzuigvat bestaat.· Na het inzetten van een nieuwe zak wordt het apparaat op de beschreven wijze weer gebracht in de bedrijfstoestand.

Het is mogelijk in plaats van de drukvereffenings-openingen, die in de omtreksrichting zijn verdeeld en 15 in het uitvoeringsvoorbeeld zijn aangegeven, onder de inkepingen uitsnijdingen in de zakwand aan te brengen, in het bijzonder uitsnijdingen in de vorm van een driehoek, waarvan de top onder de inkeping naar omlaag wijst. Een dergelijke uitsnijding is in fig. 3 door de streeplijn 21 20 aangeduid. Een dergelijke uitsnijding dient bij opgeklapte houdring als drukvereffeningsopening, bij samengeklapte houdring dalen daarentegen de beide klapscharnieren tot de naar omlaag wijzende punt van de uitsnijding, zodat de rand van de zak in zijn gehele lengte tegen de houdring 25 komt te liggen. Deze driehoekvormige uitsnijdingen kunnen in plaats van de drukvereffeningsopeningen, die in de omtreks-richting zijn verdeeld, worden aangebracht, maar het is ook mogelijk deze driehoekvormige uitsnijdingen extra aan te brengen.

30 -conclusies-

** In Π ~ i c. O

«TV 'J ' > J '·>

Claims (11)

1. Zak voor het opnemen van afscheidingen voor door middel van een deksel sluitbare onderdruk-afschei-dingsafzuigvaten, waarin uit het lichaam of van een operatiegebied afgezogen vloeistoffen worden verzameld, 5 die door een toevoerleiding naar het vat worden geleid, met het kenmerk, dat de zak (11) een bovenste houdelement (13) heeft, waardoor de zak (11) in het vat (1) tegenover de toevoerleiding (10) geopend vastzetbaar is, de zak (11) in zijn wand in zijn bovenste gebiedopeningen 10 (14) heeft, die een drukvereffening tussen het inwendige van de zak en het inwendige van het vat (1) mogelijk maken, en de zak (11) over een sluiting (15) beschikt, die onder de drukvereffeningsopeningen (14) is aangebracht.

2. Zak volgens conclusie 1, m e t het ken merk, dat het houdelement (13) een ring is, die opleg-baar is op de rand (2) van het vat (1) en door het deksel (3) tegen de rand (2) aandrukbaar is.

3. Zak volgens conclusie 2,methetken- m e r k, dat de ring naar omlaag stekende stroken (12) draagt, waaraan de bovenrand van de zak (11) is bevestigd.

4. Zak volgens conclusie 3, met het k e n- 25 merk, dat de ring en de stroken (12) bestaan uit kunststof en de zak (11) met de stroken (12) door plakken of lassen is verbonden.

5. Zak volgens één van de conclusies 2-4 ra e :t 30 het kenmerk, dat de ring twee diametraal tegenover elkaar liggende inkepingen (16) draagt, die een klapscharnier vormen, zodat twee helften van de ring tegen elkaar geklapt en vlak tegen elkaar kunnen worden gelegd.

6. Zak volgens conclusie 5,met het ken merk, dat de helften van de ring aan de zijden, die bij het samenklappen naar elkaar zijn gekeerd, zelfklevend zijn uitgevoerd. > '· ·; ') ' * ί -8-

7. Zak volgens één van de conclusies 5 of 6, met het kenmerk/ dat de drukvereffeningsopeningen door uitsnijdingen (21) in de zak in het gebied van de klapscharnieren van de ring zijn gevormd. 5

8. Zak volgens conclusie 7/ine t het kenmerk, dat de uitsnijdingen (21) ongeveer driehoekig zijn, waarbij de punt van de uitsnijding onder de klapscharnieren naar omlaag is gericht. 10

9. Zak volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de sluiting (15) een rondlopende plak- of klitsluitstrook aan de binnenzijde van de · zak (11) is. 15

10. Zak volgens één van de conclusies 1-8, met het kenmerk, dat de sluiting (15) een in de zak (11) gevormde ingrijplijstsluiting is.

11. Zak volgens éën van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de zak (11) tenminste zo lang is uitgevoerd, dat bij het trekken van de zak uit het vat (1) de sluiting (15) reeds uit het vat (1) treedt voordat de bodem van de zak (11) wordt geheven van de 25 bodem (19) van het vat. 1. f5 r. 'V 't -V r-zJ 2 'V