NL8503385A - Werkwijze voor het af een bobijn trekken van draad bij weefmachines, alsmede inrichting hierbij aangewend. - Google Patents
Werkwijze voor het af een bobijn trekken van draad bij weefmachines, alsmede inrichting hierbij aangewend. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8503385A NL8503385A NL8503385A NL8503385A NL8503385A NL 8503385 A NL8503385 A NL 8503385A NL 8503385 A NL8503385 A NL 8503385A NL 8503385 A NL8503385 A NL 8503385A NL 8503385 A NL8503385 A NL 8503385A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- bobbin
- yarn
- tension
- thread
- distance
- Prior art date
Links
Classifications
-
- D—TEXTILES; PAPER
- D03—WEAVING
- D03D—WOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
- D03D47/00—Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
- D03D47/34—Handling the weft between bulk storage and weft-inserting means
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65H—HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
- B65H49/00—Unwinding or paying-out filamentary material; Supporting, storing or transporting packages from which filamentary material is to be withdrawn or paid-out
- B65H49/02—Methods or apparatus in which packages do not rotate
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65H—HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
- B65H49/00—Unwinding or paying-out filamentary material; Supporting, storing or transporting packages from which filamentary material is to be withdrawn or paid-out
- B65H49/02—Methods or apparatus in which packages do not rotate
- B65H49/04—Package-supporting devices
- B65H49/10—Package-supporting devices for one operative package and one or more reserve packages
- B65H49/12—Package-supporting devices for one operative package and one or more reserve packages the reserve packages being mounted to permit manual or automatic transfer to operating position
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65H—HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
- B65H59/00—Adjusting or controlling tension in filamentary material, e.g. for preventing snarling; Applications of tension indicators
- B65H59/02—Adjusting or controlling tension in filamentary material, e.g. for preventing snarling; Applications of tension indicators by regulating delivery of material from supply package
- B65H59/06—Adjusting or controlling tension in filamentary material, e.g. for preventing snarling; Applications of tension indicators by regulating delivery of material from supply package by devices acting on material leaving the package
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65H—HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
- B65H2701/00—Handled material; Storage means
- B65H2701/30—Handled filamentary material
- B65H2701/31—Textiles threads or artificial strands of filaments
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Textile Engineering (AREA)
- Tension Adjustment In Filamentary Materials (AREA)
- Looms (AREA)
Description
— 1 — x t
Werkwijze voor het af een bobijn trekken van draad bij weefmachines, alsmede inrichting hierbij aangewend.
Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het af 5 een bobijn trekken van een draad bij weefmachines, alsmede op inrichtingen die worden aangewend om de werkwijze volgens de uitvinding te realiseren.
Het is bekend dat bij weefmachines achter elke bobijn een draad-geleider, meestal een draadoog, geplaatst wordt, waarlangs de 10 weefdraad af de bobijn getrokken wordt. De afstand tussen de bobijn en de draadgeleider kan hierbij op voorhand ingesteld worden in funktie van de grootte van de bobijn, teneinde in een probleemloze afwikkeling te voorzien. Tijdens het weef-proces blijft de. afstand tussen de bobijn en de draadgeleider 15 konstant.
Uit de ervaring is bekend dat bij hoge draadaftreksnelheden er relatief veel draadbreuken nabij de bobijn en de draadge- 8» Λ ^ ? ft ? 1 : * *1 r* Λ
v 'J V V
* * - 2 - leider optreden. Uit proeven en metingen is nu gebleken dat de krachten die ontstaan bij het aftrekken van de draad spanningspieken doen ontstaan in de weefdraad welke tot voornoemde draadbreuken leiden.
5 Uit de proeven is ook gebleken dat er een optimale afstand bestaat tussen de bobijn en de draadgeleider, waarbij deze spanningspieken minimaal zijn en waarbij het verloop van de spanning in de draad in funktie van de tijd relatief egaal geschiedt. De proeven toonden ook aan dat deze optimale afstand 10 funktie is van de diameter en het type van de bobijn, dwz het type garen en de aard van de opwikkeling van het garen.
Teneinde aan het voornoemde nadeel van de draadbreuken een oplossing te bieden voorziet de uitvinding dan ook in een werkwijze voor het af een bobijn trekken van een draad waar-15 bij de spanningspieken in de draad geminimaliseerd worden.
Tot dit doel bestaat de uitvinding uit een werkwijze voor het van bobijn trekken van een draad bij weefmachines, waarbij de draad door een draadgeleider wordt geleid en waarbij de afstand tussen het draadoog en de bobijn, hoofdzakelijk 20 gedurende het weefproces, automatisch wordt geregeld. Zoals nog uit de voorbeelden van de hiernavolgende beschrijving zal blijken, is het duidelijk dat dergelijke werkwijze volgens verscheidene varianten kan tot stand gebracht worden.
Bij voorkeur zal er meestal, hetzij rechtstreeks, of hetzij 25 onrechtstreeks in funktie van de draadspanning geregeld worden .
8503385 ' Λ ..........-IK,....... .......^ __ o _ — J -
De huidige uitvinding heeft ook betrekking op de inrichtingen om voornoemde werkwijze te verwezenlijken.
Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeelden zonder enig beperkend 5 karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen van zulke inrichtingen beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 het verloop van de spanning in de weefdraad nabij de draadgeleider weergeeft, respektievelijk voor een 10 niet geregelde en een volgens de uitvinding geregelde inrichting; figuur 2 schematisch een inrichting weergeeft waarbij de afstand tussen de bobijn en de draadgeleider wordt geregeld in funktie van de spanning in de draad; 15 figuur 3 schematisch een inrichting weergeeft waarbij de regeling van de afstand tussen de bobijn in de draadgeleider gebeurt in funktie van de diameter van de bobijn; figuur 4 schematisch een inrichting weergeeft waarbij de afstand tussen de bobijn en de draadgeleider gebeurt in 20 funktie van zowel de diameter van de bobijn als de span ning in de af de bobijn getrokken draad.
8501335 i ** - 4 - in figuur 1 wordt door middel van twee kurven 1 en 2 respek-tievelijk het verloop van de spanning S in de draad in funk-tie van de tijd t weergegeven, waarbij de kurve 1 het verloop voorstelt bij een slecht gekozen afstand tussen de bobijn en 5 de draad geleider, terwijl de kurve 2 geldig is voor een optimaal ingestelde afstand L. Het is duidelijk dat spanningsva-riaties of spanningspieken zoals deze zich voordoen in de kurve 1 dienen vermeden te worden om draadbreuken uit te sluiten. In de figuren 2 tot en met 3 worden dan ook verscheidene in-10 richtingen weergegeven waarbij er naar gestreefd wordt auto-matiseh de afstand L tussen een bobijn 3 en een draad geleider 4 optimaal of nagenoeg optimaal in te stellen.
In de uitvoering volgens figuur 2 bestaat de inrichting, naast de bobijn 3 en de draadgeleider 4, uit een niet speci-15 fiek in de figuur weergegeven mechanisme om de afstand L tussen de bobijn 3 en de draadgeleider 4 in te stellen; een meet-inrichting 5 om het verloop van de spanning in de draad 6 te meten en een verwerkingseenheid 7 die voorziet in de koppeling tussen de meetinrichting 5 en het voornoemde mechanisme om de 20 afstand L te regelen. De verwerkingseenheid 7 is van zulke ingebouwde logika voorzien dat de afstand L zodanig wordt ingesteld dat de spanningsvariaties in de draad 6 minimaal zijn. Het is duidelijk dat hierbij de meetinrichting 5 zowel uit een spanningsmeter als uit een spanningsvariatiemeter kan be-25 staan.
3503385 •ft- .:5¾ - 5 -
De hierbij gevolgde werkwijze is eenvoudig uit de schematische voorstelling van figuur 2 af te leiden en bestaat erin dat de afstand L tussen de draad geleider 4 en de bobijn 3 rechtstreeks in funktie van de draad spanning S wordt geregeld 5 door de spanning te meten in de draad 6 en door in funktie van de gemeten spanning S de afstand L automatisch in te stellen. Deze werkwijze biedt het voordeel dat de kleinste span-ningsvariatie onmiddelijk wordt vastgesteld en gecorrigeerd.
Figuur 3 geeft een inrichting weer waarbij de afstand L tus-10 sen de bobijn 3 en de draadgeleider 4 indirekt in funktie van de spanning in de draad 6 wordt geregeld. Hierbij bepaalt men vooraf de optimale afstand L in funktie van de diameter D van een bepaald type bobijn 3. Hierdoor verkrijgt men een parameter 8 die men in een verwerkingseenheid 9 inbrengt. Deze 15 verwerkingseenheid 9 wordt dan gestuurd door middel van een meetinrichting 10 die de diameter D van de bobijn 3 gedurende het weefproces konstant opmeet. De verwerkingseenheid 9 stuurt dan zoals voornoemd een mechanisme om de afstand L tussen de bobijn 3 en de draadgeleider 4 in te stellen.
20 Samengevat vertoont de hierbij gevolgde werkwijze het kenmerk dat de afstand L tussen de draadgeleider 4 en de bobijn 3 wordt geregeld door de momentele diameter D van de bobijn 3 te meten en de afstand L automatisch in te stellen in funktie van de gemeten diameter, waarbij aldus een parameter 8 of een 5
^ ij w *w V
- 6 - funktieverhouding wordt aangewend waarvan verwacht wordt dat door de toepassing ervan een optimaal spanningsverloop wordt verkregen.
Figuur 4 voorziet in een inrichting die een kombinatie is van 5 de inrichtingen volgens figuren 2 en 3. De verwerkingseenheid 11 voorziet aldus in de koppeling van de twee meetinrichtin-gen 5 en 10, respektievelijk voor de spanning en de bobijn-diameter D, met het mechanisme om de afstand L tussen de bobijn 3 en de draad geleider 4 te regelen. Verder wordt hierbij 10 de voornoemde parameter 8 in de verwerkingseenheid 11 ingevoerd.
De bij deze inrichting aangewende werkwijze vertoont hoofdzakelijk. het kenmerk dat zij bestaat in het meten van de spanning S in de draad 6, het meten van de diameter D van de bobijn 3 15 en het regelen van de afstand L tussen de bobijn 3 en de draad-geleider 4 in funktie van zowel de gemeten spanning S als de gemeten diameter D. Deze werkwijze biedt het voordeel dat de diameterinformatie een vlugge instelling biedt bij bobijn-wissels, terwijl de spanningsinformatie in een bijkomende 20 regeling voorziet. Men kan eveneens de afstand L in functie van de diameter D aanpassen tijdens het weefproces zodanig dat de bijkomende regeling minimaal wordt. Eveneens kan men de vorige opgemeten afstanden L in een geheugen opslaan.
Dit laat bij voorbeeld toe bij een bobijnwissel het draad-25 oogje rechtstreeks naar een positie te brengen waar het draad- c "s n 7 i o % "j .J 'j o J Q 0 v ^ . ' vïc'-s - 7 - oogje tijdens de vorige bobijnwissel optimaal stond.
Eveneens kan men tijdens bet opstarten van de machine een bepaalde beweging aan het oogje opleggen en die beweging per start aanpassen zodanig dat de spanningspieken tijdens het 5 opstarten geminimaliseerd worden.
Het is duidelijk dat in de voornoemde inrichtingen zowel de bobijn 3 als de draadgeleider 4 instelbaar uitgevoerd kan zijn doch om praktische redenen geniet de draadgeleider 4 hierbij de voorkeur. Het mechanisme om de afstand L te regelt) len en de draadgeleider 4 in te stellen kan op zichzelf volgens vele varianten vervaardigd zijn. Volgens een mogelijke uitvoeringsvorm wordt de draadgeleider 4 op een teleskopisch uit schuifbare arm geplaatst, waarvan het uitschuiven ervan bijvoorbeeld wordt verkregen door middel van een inwendig in 15 deze arm ingebouwde worm of dergelijke.
De regeling van de stand van de draadleider 4 ten opzichte van de bobijn 3 wordt bij voorkeur gevormd door een klassieke proportioneel integrerende differentiërende regeling (PID-regeling). .
20 De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeelden beschreven en in de bijgaande tekeningen weergegeven uitvoeringen, doch zulke inrichting kan in allerlei vormen -303385 v ^ v v v w ' - 8 - worden verwezenlijkt zonder buiten het kader der uitvinding te treden.
3 re *-? «7 ·*% F* 0 U Ο O δ 3
Claims (5)
- 5. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat zij bestaat in het meten van de spanning (S) in de draad (6); het meten van de diameter (D) van de bobijn (3) en het rege-. len van dé afstand (L) tussen de draadgeleider (4) en de bo- 10 bijn (3) in funktie van zowel de gemeten spanning (S) als de gemeten diameter (D).
- 6. Inrichting voor het af een bobijn trekken van een draad volgens de werkwijze volgens één der conclusies 1 tot en met 3, met het kenmerk dat zij bestaat uit een bobijn (3); een 15 draadgeleider (4) waardoor de draad (6) af de bobijn (3) wordt getrokken; een mechanisme om de afstand (L) tussen de bobijn (3) en de draadgeleider (4) in te stellen; een meetinrichting (5) om het verloop van de spanning (S) in de draad (6) te me- j ten en een verwerkingseenheid (7) die voorziet in de koppe-20 ling tussen de meetinrichting (5) en het mechanisme om de afstand (L) tussen de bobijn (3) en de draadgeleider (4) in te stellen.
- 7. Inrichting voor het af een bobijn trekken van een draad 850333a Taah - 11 - volgens de werkwijze volgens één der conclusies 1,2 of 4, met het kenmerk dat zij bestaat uit een bobijn (3); een draad-geleider (4) waardoor de draad (6) af de bobijn (3) wordt getrokken; een mechanisme om de afstand tussen de bobijn (3) 5 en de draadgeleider (4) in te stellen; een meetinricbting (10) om de diameter (D) van de bobijn (3) te meten en een verwerkingseenheid (9) die voorziet in de koppeling tussen de meetinrichting (10) en het mechanisme om de afstand tussen de bobijn (3) en het draadoog (4) in te stellen. 10 8,- Inrichting voor het af een bobijn trekken van een draad volgens de werkwijze volgens één der conclusies 1,2 of 5, met het kenmerk dat ze bestaat uit een bobijn (3); een draadgeleider (4) waardoor de draad (6) af de bobijn (3) wordt getrokken; een mechanisme om de afstand (L) tussen de bobijn (3) 15 en de draadgeleider (4) in te stellen; een meetinrichting (5) om het spanningsverloop (S) in de draad (6) te meten;een raeet-inrichting (10) om de diameter (D) van de bobijn (3) te meten; en een verwerkingseenheid (H) die voorziet in de koppeling tussen de twee voornoemde meetinrichtingen (5, 10) en het 20 mechanisme om de afstand (L) in te stellen.
- 9.- Inrichting volgens één der conclusies 7 of 8, met het kenmerk dat de meetinrichting (5) om het verloop van de spanning (S) in de draad (6) te meten bestaat uit een spanningsraeter. 8303385 -12-
- 10.- Inrichting volgens één der conclusies 7 of 8, met het kenmerk dat de meetinrichting (5) om het verloop van de spanning (S) is in de draad (6) te meten bestaat uit een spanningsvariatiemeter. 8503333
Priority Applications (5)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8503385A NL8503385A (nl) | 1985-12-09 | 1985-12-09 | Werkwijze voor het af een bobijn trekken van draad bij weefmachines, alsmede inrichting hierbij aangewend. |
EP86202155A EP0225670B1 (en) | 1985-12-09 | 1986-12-03 | Process for unwinding a thread from a reel in looms, and arrangement used therefor |
DE8686202155T DE3663374D1 (en) | 1985-12-09 | 1986-12-03 | Process for unwinding a thread from a reel in looms, and arrangement used therefor |
ES86202155T ES2008673B3 (es) | 1985-12-09 | 1986-12-03 | Procedimiento para desenrrollar un hilo de la aspadera de un telar. |
US06/938,887 US4792101A (en) | 1985-12-09 | 1986-12-08 | Process for unwinding a thread from a reel in looms, and arrangement used therefor |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8503385A NL8503385A (nl) | 1985-12-09 | 1985-12-09 | Werkwijze voor het af een bobijn trekken van draad bij weefmachines, alsmede inrichting hierbij aangewend. |
NL8503385 | 1985-12-09 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8503385A true NL8503385A (nl) | 1987-07-01 |
Family
ID=19846983
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8503385A NL8503385A (nl) | 1985-12-09 | 1985-12-09 | Werkwijze voor het af een bobijn trekken van draad bij weefmachines, alsmede inrichting hierbij aangewend. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL8503385A (nl) |
-
1985
- 1985-12-09 NL NL8503385A patent/NL8503385A/nl not_active Application Discontinuation
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
EP0225670B1 (en) | Process for unwinding a thread from a reel in looms, and arrangement used therefor | |
US4161052A (en) | Method and apparatus for making a uniform, continuous sliver | |
US4768728A (en) | Method and apparatus for rewinding a thread | |
JPS6217498Y2 (nl) | ||
CS223856B2 (en) | Device for regulation of revolutions of the coning up container and feeder of of the thread | |
JPS6350555A (ja) | 電子的糸張力制御機能を有する給糸装置 | |
EP1143236B1 (de) | Verfahren und Vorrichtung zur optischen Detektion von Verunreinigungen, insbesondere Fremdfasern, in längsbewegtem Garn | |
DE69429792D1 (de) | Verfahren und Vorrichtung zur Überwachung und Beibehaltung der korrekten Regulierung eines zu einer Textilmaschine geführten Fadens | |
DE69115352T2 (de) | Fadenspannungsmessgerät und Schussfadenliefervorrichtung mit einem solchen Messgerät | |
DE2732420A1 (de) | Elektronisch gesteuertes aufwickelaggregat | |
US3938223A (en) | Auto leveler | |
US4807829A (en) | Combined yarn tensioning control and stop motion unit | |
US5676329A (en) | Method for the automatic regulation of the thread tension in a bobbin-winding machine | |
DE102015005328A1 (de) | Vorrichtung und Verfahren zum Ermitteln des Durchmessers eines durch einen laufenden Faden gebildeten Fadenballons an einer Arbeitsstelle einer Textilmaschine | |
DE19501982B4 (de) | Zuführvorrichtung einer diskontinuierlich bahnförmiges Material verarbeitenden Maschine | |
EP3763650A1 (en) | Method for feeding a plurality of yarns to a textile machine by way of respective positive yarn feeders | |
DE3928022C2 (de) | Verfahren und Vorrichtung zum Herstellen von Zwirnspulen | |
NL8503385A (nl) | Werkwijze voor het af een bobijn trekken van draad bij weefmachines, alsmede inrichting hierbij aangewend. | |
JP2716455B2 (ja) | オープンエンド紡績ユニットの糸つぎ部の監視法および装置 | |
KR100342463B1 (ko) | 2차피복라인 | |
EP0012235A1 (de) | Anordnung und Verfahren zum Wickeln textiler Fäden | |
CH680286A5 (nl) | ||
EP1910204A1 (de) | Vorrichtung zum aufspulen von garnen | |
EP1707523A1 (de) | Verfahren und Vorrichtung zum Umspulen von Garnen | |
DE69102156T2 (de) | Vorrichtung zum Prüfen der Anwesenheit von Fäden in Spinnmaschinen. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BV | The patent application has lapsed |