NL8503017A

NL8503017A - Nood- en/of markeerverlichting, in het bijzonder voor vlieg-, vaar- en voertuigen, van een dergelijke verlichting voorzien voor het tot stand brengen van een noodverlichting.

Info

Publication number: NL8503017A
Application number: NL8503017A
Authority: NL
Original assignee: Holman Associates
Priority date: 1985-11-04
Filing date: 1985-11-04
Publication date: 1987-06-01
Also published as: EP0250478A1; WO1987002813A1; AU6622086A

Description

Λ ^

85.5142/Ti/MvC

Korte aanduiding; Nood- en/of markeerverlichting, in het bijzonder voor vlieg-, vaar- en voertuigen, van een dergelijke verlichting voorzien vlieg-, vaar- of voertuig en werkwijze voor het tot stand brengen van een noodverlichting.

De uitvinding heeft betrekking op een nood- en/of markeer-verlichting, in het bijzonder voor het interieur van vlieg-, vaar- en voertuigen, alsmede op een van een dergelijke verlichting voorzien vlieg-, vaar- of voertuig en op een werkwijze 5 voor het bedrijven van een dergelijke noodverlichting.

Noodverlichtingen, in het bijzonder bestemd in werking te komen bij een ongeval of calamiteit zijn algemeen bekend en bestaan uit een of meer, door een autonome stroombron gevoede in het interieur aangebrachte lichtbronnen. Het bezwaar 10 van deze bekende nood- en/of markeerverlichtingen is dat de verlichting niet meer zichtbaar is wanneer het interieur wordt gevuld met rook waardoor niet alleen de uitgangen, die met bedoelde verlichting moeten worden verlicht, niet meer zichtbaar zijn doch ook de weg daartoe niet meer duide-15 lijk, of zelfs in het geheel niet meer zichtbaar is.

De uitvinding beoogt een nood- en/of markeerverlichting te verschaffen die deze bezwaren mist. Volgens de uitvinding bestaat een dergelijke verlichting daartoe uit een van lumi-nescerend materiaal voorzien oppervlak of oppervlaktedeel, 20 en tenminste een voor het exciteren ervan geschikte stralings-bron. Bij voorkeur is daarbij het materiaal fluorescerend en/of fosforiserend en levert de stralingsbron kortgolvige, in het bijzonder ultraviolette, straling.

Een dergelijke noodverlichting, waarbij dus gehele opper-25 vlakken of oppervlaktedelen lichtgevend zijn, is ook in situaties waarin het interieur geheel of gedeeltelijk met rock is gevuld goed zichtbaar, in het bijzonder wanneer het materiaal ervan, volgens een voorkeursuitvoeringsvorm, is aangebracht op de bodem van het interieur. Bij voorkeur is het materiaal tevens 30 aangebracht op of in het paneel der uitgang(en) en de omgeving daarvan.

3503017 - 2 -

Een bijzonder gunstige toepassing van de nood- en/of markeerverlichting is die in vliegtuigen. Uit ervaring met vliegtuigongevallen is gebleken dat ook in die gevallen waarin het vliegtuig na het neerkomen betrekkelijk weinig structurele 5 schade heeft ondervonden zodat de passagiers niet aan ernstig mechanisch geweld zijn blootgesteld geweest in vele gevallen snel brand uitbreekt die zich weliswaar dikwijls langzaam verder ontwikkelt doch gepaard gaat met een sterke rookontwikkeling waardoor de "nood"uitgangen niet meer zichtbaar zijn en in 10 het vliegtuig een panieksituatie ontstaat. Een dergelijke situatie kan ook voorkomen bij ongevallen met vaar- of voertuigen. De uitvinding levert een aanzienlijke bijdrage tot de oplossing van dit probleem en de uitvinding omvat dan ook mede een vlieg-, vaar- of voertuig met langs een gangpad 15 opgestelde stoelen tenminste en één uitgang waarbij althans delen van de gangpadvloer en de toegangen naar de uitgang(en) zijn voorzien van luminscerend materiaal, samenwerkend met een voor het exciteren daarvan geschikte stralingsbron, waarbij het materiaal bijvoorkeur fluorescerend en/of fosforiserend 20 is en de stralingsbron kortgolvige, in het bijzonder ultraviolette straling levert.

Bijzonder gunstig is het daarbij wanneer oppervlaktedelen, in het bijzonder vloeroppervlaktedelen, zijn uitgevoerd met een de toegangsrichting naar de uitgang(en) aangevende configu-25 ratie. De passagiers behoeven daarbij slechts zonder nadenken de aangegeven richting te volgen wat uiteraard een gevoel van veiligheid geeft en de kans op paniek vermindert.

Bij voorkeur zullen de stralingsbronnen zijn opgesteld in de nabijheid van de aan het gangpad grenzende stoelen.

30 Bij voorkeur zal men tevens het materiaal aanbrengen op of in het paneel der uitgang(en) en de omgeving daarvan.

Het materiaal kan zijn aangebracht door impregneren van het betreffend oppervlak; het kan echter ook gemakkelijk in bestaande interieurs worden aangebracht door bespuiten 35 van het betreffende oppervlak.

Het gevraagde uitsluitend recht heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het tot stand brengen van een noodverlichting in een vlieg-, vaar- of voertuig, volgens welke 8503017.

- ......

» - 3 - men daarin aangebrachte, van luminescerend, fluorescerend of fosforiserend materiaal voorziene oppervlakken of opper-vlaktedelen bestraalt met voer de excitatie van dit materiaal geschikte, bijvoorbeeld ultraviolette, straling.

5 De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de tekening.

Fig. la toont de cabine-indeling van een verkeersvliegtuig waarin de maatregelen volgens de uitvinding zijn toegepast.

Fig. lb is een perspectivische afbeelding van een nooduitgang waarin deze maatregelen zijn toegepast.

10 Fig. 2 is een perspectivische afbeelding van het interieur van een verkeersvliegtuig waarin de volgens de uitvinding voorgestelde maatregelen zijn toegepast.

In fig. 1 is met het verwijzingscijfer 1 aangegeven de romp van een verkeersvliegtuig; een gedeelte van de vleugels 15 is eveneens getekend en is aangegeven met de verwijzingscijfers 2a, 2b. In de romp bevinden zich twee rijen stoelen respectievelijk aangegeven met 3a .... 3n en 4a ..... 4n. Tussen de stoelen 3g en 3h bevindt zich de nooduitgang 5 en tussen de stoelen 4g en 4h bevindt zich de nooduitgang 6; de normale 20 toegangsdeur bevindt zich links voorin en is aangegeven met het verwijzingscijfer 7.

Volgens de uitvinding is zowel het gangpad 8 als de loop-ruimte voorin de cabine, aangegeven met 9, en de bodemtvan de toegang 10 naar de nooduitgang 5 en die van de toegang 25 11 naar de nooduitgang 6 voorzien van fluorescerend materiaal. Hiertoe kan de vloerbedekking zijn geïmpregneerd met dit materiaal; ook is het mogelijk dat dit materiaal in een bestaand vliegtuig naderhand wordt aangebracht. Het feit dat de vloerbedekking aldus is uitgevoerd is schematisch aange-30 geven met een kruisarcering. Het fluorescerend materiaal is, volgens een bijzondere uitvoeringsvorm, niet homogeen verdeeld, doch zodanig geconfigureerd dat merktekens - in dit geval pijlen 12 - ontstaan die een bij het evacueren van het vliegtuig gewenste looprichting aangeven. Dit is 35 bijvoorbeeld mogelijk door deze configuratie uit te voeren in een contrasterende kleur of in een constrasterende helderheid.

Het fluorescerend materiaal werkt samen met stralings-bronnen voor kortgolvig licht, in het bijzonder ultraviolet 8503017 - 4 - licht, die op geschikte plaatsen zijn aangebracht. De figuur toont hoe bijvoorbeeld direct aangrenzend aan het gangpad 8 bij elk paar stoelen 3a .... 3n respectievelijk 4a ....

4n een ultraviolet straler 15 is aangebracht; extra stralings-5bronnen zijn aangebracht voorin de cabine en aangegeven met de verwijzingscijfers 16 respectievelijk 17.

Bij voorkeur zijn volgens de uitvinding ook de uitgangen respectievelijk nooduitgangen uitgevoerd met fluorescerend materiaal. Figuur lb toont hoe een nooduitgang, in dit geval 10 de nooduitgang 5, is voorzien van fluorescerend materiaal schematisch aangegeven met de kruisarcering 20; de bedienings-handgrepen 21 en 22 zijn eveneens ter herkenning voorzien van uit fluorescerend materiaal gevormde markeringen. Hetzelfde geldt voor de pijlaanduidingen 23 en 24. Geschikte ÜV stralings-15 bronnen 25 en 26 belichten de nooduitgang. Dergelijke stralings-bronnen, aangegeven met 27 en 28, zijn eveneens aangebracht waarbij de normale uitgang 7 die dienovereenkomstig is gemarkeerd.

Fig. 2 toont in perspectief het interieur van een vlieg-20 tuigcabine; de figuur toont twee rijen stoelen respectievelijk aangeven met 30a en 30b met daartussen het gangpad 31 en voorts de achteruitgang 32 en de twee nooduitgangen 33 en 34. Aan weerskanten van het gangpad, in de directe nabijheid van de stoelen 30a, 30b zijn ultraviolet stralers 35 25 aangebracht die ook zijn aangebracht nabij de uitgangen 33 en 34. Zoals aangegeven met de dubbele arcering is het gangpad 31 uitgevoerd met fluorescerend materiaal en voorzien van pijlvormige markeringen 36 op de wijze zoals beschreven aan de hand van figuur la. Ook de nooduitgangen 33 en 34 30 zijn gemarkeerd op de aan de hand van de figuur lb beschreven wijze.

Het is duidelijk dat de maatregelen volgens de uitvinding het uiterlijk van de cabine van een verkeersvliegtuig geenszins nadelig behoeven te beïnvloeden daar het fluorescerend 35 materiaal onder normale belichting niet zichtbaar is. Wanneer echter de ultraviolet stralers worden ingeschakeld worden vloer, verlichtingen en (nood)uitgangen duidelijk zichtbaar en blijven dit ook wanneer de cabine met rook wordt gevuld.

8503017 - 5 -

Dit zal een belangrijke bijdrage leveren ter voorkoming van de bij vliegtuigongevallen veelvuldig optredende paniek als gevolg waarvan ook bij ongevallen met betrekkelijk weinig structurele beschadiging, die op zich zouden moeten worden 5 gekarakteriseerd als een overleefbare crash vele mensenlevens verloren zijn gegaan.

S δ 0 3 0 1 7

Claims

1. Nood- en/of markeerverlichting, in het bijzonder voor het interieur van vlieg-, vaar- en voertuigen, gekenmerkt door een van luminescerend materiaal voorzien oppervlak of oppervlaktedeel, en tenminste een voor het 5 exciteren daarvan geschikte stralingsbron.

2. Nood- en/of markeerverlichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het materiaal fluorescerend en/of fosforiserend is en de stralingsbron kortgolvige, in het bijzonder ultra-violette, straling levert.

3. Nood en/of markeerverlichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het materiaal is aangebracht op de bodem van het interieur.

4. Nood- en/of markeerverlichting volgens conclusie 1 tot 3, gekenmerkt door oppervlaktedelen die 15 zijn uitgevoerd met een de toegangsrichting naar een of meer uitgangen aangevende configuratie.

5. Nood- en/of markeerverlichting volgens conclusie 1 tot 4, met het kenmerk, dat het materiaal is aangebracht op of in het paneel der uitgang(en) en de omgeving 2. daarvan.

6. Vlieg-, vaar- of voertuig met langs een gangpad'cpge-stelde stoelen en tenminste één uitgang, met het kenmerk, dat althans delen van de gangpadvloer en de toegang naar de uitgang(en) zijn voorzien van luminescerend 25 materiaal, samenwerkend met een voor het exciteren daarvan geschikte stralingsbron..

7. Vlieg-, vaar- of voertuig volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het materiaal fluorescerend en/of fosforiserend is en de stralingsbron kortgolvige, 30 in het bijzonder ultraviolette, straling levert.

8. Vlieg-, vaar of voertuig volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat het materiaal is aangebracht op de bodem van het gangpad.

9. Vlieg-, vaar- of voertuig volgens conclusie 6 tot 8, 35 gekenmerkt door oppervlaktedelen die zijn uitgevoerd met een de toegangsrichting naar de uitgang(en) aangevende configuratie. 8503 0 1 7 - 7 -

10. Vlieg-, vaar- of voertuig volgens conclusie 6 tot 9, gekenmerkt door in de nabijheid van de aan het gangpad grenzende stoelen opgestelde stralingsbronnen.

11. Vlieg-, vaar- of voertuig volgens conclusie 6 tot 10, 5. e t het kenmerk, dat het materiaal is aange bracht op of in het paneel der uitgang(en) of de omgeving daarvan.

12. Vlieg-, vaar- of voertuig volgens conclusie 6 tot 11, met het kenmerk, dat het materiaal is aange- 10 bracht door impregneren van het betreffende oppervlak.

13. Vlieg-, vaar- of voertuig volgens conclusie 6 tot 11, met het kenmerk, dat het materiaal is aange bracht door bespuiten van het betreffende oppervlak.

14. Werkwijze voor het tot stand brengen van een nood- 15 verlichting in een vlieg-, vaar- of voertuig, met het kenmerk, dat men daarin aangebrachte, van luminescerend, fluorescerend of fosforiserend materiaal voorziene oppervlakken of oppervlaktedelen bestraalt met voor de excitatie van dit materiaal geschikte, bijvoorbeeld ultraviolette, 20 straling. * · · · 8503017