NL8502708A - Magnetische band. - Google Patents

Magnetische band. Download PDF

Info

Publication number
NL8502708A
NL8502708A NL8502708A NL8502708A NL8502708A NL 8502708 A NL8502708 A NL 8502708A NL 8502708 A NL8502708 A NL 8502708A NL 8502708 A NL8502708 A NL 8502708A NL 8502708 A NL8502708 A NL 8502708A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
recording medium
magnetic recording
medium according
magnetic
silicone
Prior art date
Application number
NL8502708A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Fuji Photo Film Co Ltd
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Fuji Photo Film Co Ltd filed Critical Fuji Photo Film Co Ltd
Publication of NL8502708A publication Critical patent/NL8502708A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B5/00Recording by magnetisation or demagnetisation of a record carrier; Reproducing by magnetic means; Record carriers therefor
    • G11B5/62Record carriers characterised by the selection of the material
    • G11B5/73Base layers, i.e. all non-magnetic layers lying under a lowermost magnetic recording layer, e.g. including any non-magnetic layer in between a first magnetic recording layer and either an underlying substrate or a soft magnetic underlayer
    • G11B5/735Base layers, i.e. all non-magnetic layers lying under a lowermost magnetic recording layer, e.g. including any non-magnetic layer in between a first magnetic recording layer and either an underlying substrate or a soft magnetic underlayer characterised by the back layer
    • G11B5/7356Base layers, i.e. all non-magnetic layers lying under a lowermost magnetic recording layer, e.g. including any non-magnetic layer in between a first magnetic recording layer and either an underlying substrate or a soft magnetic underlayer characterised by the back layer comprising non-magnetic particles in the back layer, e.g. particles of TiO2, ZnO or SiO2
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S428/00Stock material or miscellaneous articles
    • Y10S428/90Magnetic feature
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T428/00Stock material or miscellaneous articles
    • Y10T428/25Web or sheet containing structurally defined element or component and including a second component containing structurally defined particles
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T428/00Stock material or miscellaneous articles
    • Y10T428/31504Composite [nonstructural laminate]
    • Y10T428/31652Of asbestos
    • Y10T428/31663As siloxane, silicone or silane

Landscapes

  • Paints Or Removers (AREA)
  • Magnetic Record Carriers (AREA)

Description

* - v £ V.O.7430
Magnetische band.
De uitvinding heeft betrekking op een magnetisch registratiemedium en meer in het bijzonder op een magnetisch registratiemedium met een sterk gevoelig gemaakte magnetische registratielaag (hierna genoemd een "magnetische laag") en een ondersteuningslaag aan het tegenover gelegen 5 oppervlak van een steun teneinde de magnetische laag meer gevoelig te maken.
De laatste tijd is het nodig, dat bet magnetische registratiemedium meer gevoelig is.
Indien het magnetische registratiemedium meer gevoelig wordt ge-10 maakt, kan zowel een beeld met hoge kwaliteit als een goede geluidskwaliteit en registratie met een grote dichtheid daarvan worden gerealiseerd.
Deze verbeteringen kunnen worden verkregen door de inrichting voor magnetische registratie en weergave en het registratiestelsel van een magnetisch registratiemedium te verbeteren 'en tevens een magnetisch registra-15 tiemedium zelf te verbeteren.
Een magnetisch registratiemedium kan sterk gevoelig worden gemaakt door in de signaal/ruisverhouding daarvan het signaal te vergroten en de ruis te verkleinen. Het signaal kan worden vergroot door de magnetische restflux-dichtheid en de coërcitieve kracht van het magnetische registra-20 tiemedium te vergroten, hetgeen kan worden verwezenlijkt door de ferro-magnetische deeltjes kleiner te maken of de vorm van de anisotropie en de opstelling van een enkel magnetisch domein van elk fijn ferromagne-tisch deeltje in te stellen.
De ruis kan worden gereduceerd door verschillende factoren, bij-25 voorbeeld door het egaliseren van de magnetische laag en het regelen van de laadeigenschappen van het magnetische registratiemedium. Het is bekend, dat een ondersteuningslaag kan worden aangebracht om de laadeigenschappen van het magnetische registratiemedium te regelen en de loopduurzaamheid daarvan te onderhouden zoals bijvoorbeeld is beschreven 30 in Japanse octrooiaanvragen (OPI) nrs. 74909/1974, 16105/1972, 75102/1974, 75103/1974, 11305/1974, 48109/1973, Amerikaanse octrooi-schriften 3.617,378, 3.734.772, 3.916.039, 4.135.031, Brits octrooi-schrift 1.198.009, Japanse octrooischriften nrs. 2612/1965, 8321/1974, 10244/1974, 2415/1983, Japanse octrooiaanvragen (OPI) nrs.
35 3132/1983, 130234/1982, Japans octrooischrift no. 3927/1975, Japanse £532 70 8 Λ
* I
-2- octrooiaanvragen (OPI) nrs. 150132/1982, 123532/1982, 161135/1983, 96505/ 1977 en Japans octrooischrift no. 23647/1983.
Overeenkomstig de bovengenoemde technologie kan evenwel geen magnetisch registratiemedium met een grote gevoeligheid en een voldoende 5 loopduurzaamheid op een bevredigende wijze worden verkregen. Dit is een gevolg van het feit dat (1) ofschoon de oppervlakte-eigenschappen van het magnetische registratiemedium kunnen worden verbeterd door het oppervlakte daarvan te egaliseren, en een afstandsdemping tussen de magnetische registratie- en weergeefkop en het magnetische registratiemedium kan wor-10 den gereduceerd, de loopduurzaamheid daarvan wordt verslechterd en de wrijvingscoëfficient toeneemt, waardoor de magnetische registratielaag en de ondersteuningslaag slijten; (2) indien het oppervlak van de onder-steuningslaag ruw wordt gemaakt om de loopduurzaamheid van de ondersteu-ningslaag te verbeteren, wordt het ruwe oppervlak van de ondersteunings-15 laag op de magnetische laag doorgedrukt, waardoor de signaal/ruisverhou-ding van de magnetische laag af neemt; en (3) in een initiêel stadium van de loop wanneer de magnetische laag en de ondersteuningslaag nog niet zijn gesleten, neemt het aantal uitvallen toe, waardoor de signaal/ruis-verhouding wordt verminderd. Er zijn uitgebreide onderzoekingen gedaan 20 en als resultaat daarvan is gebleken, dat de uitvallen, welke in het initiële stadium en met herhaald gebruik optreden worden veroorzaakt door stof en verontreinigingen, welke zich aan het oppervlak van het magne-tische^ registratiemedium hechten en het magnetische registratiemedium krassen. In vele van deze gevallen heeft de hechting van stof en ver-25 ontreinigingen een invloed op de isolerende of niet-isolerende eigenschappen van de baan van de magneetbanden in de inrichting voor magnetische registratie en weergave, de loopsnelheid en de loopspanning van de magneetband. Meer in het bijzonder beïnvloedt bij het magnetische registratiemedium de hechting van het stof en de verontreinigingen de laad-30 eigenschappen, de elektrische oppervlakteweerstand en de wrijvingscoëfficient van het magnetische registratiemedium. Door de hardheid en de taaiheid van de materialen waaruit het magnetische registratiemedium bestaat en de oppervlakteruwheid van het magnetische registratiemedium op de juiste wijze in te stellen, kan een magnetisch registratiemedium met een 35 grote signaal/ruisverhouding worden verwezenlijkt.
Voorts is de omgeving, waarin het magnetische registratiemedium 8502 70 8 -3-
* -V
zich beweegt, van belang omdat deze een nauwe en gecompliceerde relatie vertoont met de laadeigenschappen van het stof en de verontreinigingen en de temperatuur en de vochtigheid, welke de laadeigenschappen daarvan beïnvloeden.
5 Factoren, welke de toename aan uitvallen tengevolge van het krassen van het magnetische registratiemedium beïnvloeden zijn, dat de magnetische laag of de ondersteuningslaag los raken als poeder, veroorzaakt door de wrijving tussen het magnetische registratiemedium en de bandloopbaan in de houder daarvan of de registratie/weergeefinrichting, en dat hoeveel-10 heden van de stof en de verontreinigingen,welke zich aan de bandloopbaan hechten, de magnetische laag en de ondersteuningslaag van het magnetische registratiemedium wegschrapen. Teneinde het wegschrapen van de ondersteuningslaag door het stof en de verontreinigingen te beletten is het nodig, dat de ondersteuningslaag een dikte heeft, welke groter is dan de diame-15 ter van de genoemde lichamen en dat een voldoend taai bindmiddel op een goede wijze met de deeltjes wordt gemengd en gekneed om een afschillen van de ondersteuningslaag en de magnetische laag te beletten. Om het afschrapen van de ondersteuningslaag door de lichamen van stof en verontreinigingen te beletten is het nodig, dat de onderteuningslaag een dikte 20 heeft welke varieert van 1,0 tot 3,0 jm. Wanneer de ondersteuningslaag een dikte van 1,0 ^im of minder heeft, schrapen in het algemeen het stof en de verontreinigingen, welke in de lucht aanwezig zijn, de ondersteuningslaag gemakkelijk in de looprichting van het magnetische registratiemedium af, waardoor in die richting continu krassen ontstaan en een opper-25 vlakte-ongelijkmatigheid wordt verkregen.
Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een magnetisch registratiemedium, dat in een ondersteuningslaag daarvan een nieuw additief bevat om uitvallen te reduceren en te voorzien in een buitengewoon goede signaal/ruisverhouding.
30 Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een magne tisch registratiemedium met een ondersteuningslaag waarvan de loopeigen-schappen bijzonder goed zijn.
Weer een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een magnetisch registratiemedium met een grote gevoeligheid en waarvan de 35 oppervlakteëigenschappen zodanig zijn verbeterd, dat de signaal/ruisverhouding niet wordt beïnvloed.
De bovenstaande oogmerken kunnen worden bereikt door de uitvin-
830 2 70 S
? -4- ding, zoals deze hierna zal worden beschreven.
De uitvinding voorziet daartoe (1) een magnetisch registratiemedium voorzien van een magnetische laag, die als een bekleding aan een zijde van een niet-magnetische steun is aangebracht, en een ondersteu-5 ningslaag, welke als een bekleding aan de tegenover gelegen zijde van de niet-magnetische steun is aangebracht, waarbij de ondersteuningslaag is voorzien van niet-magnetische deeltjes, een bindmiddel en een silicoon met een viscositeit van 1 tot 50 CS (centistokes) bij 25°C in een hoeveelheid, welke varieert van 0,01 tot 3 gew.% gebaseerd op de niet-magne-10 tische deeltjes, waarbij de niet-magnetische deeltjes gasroet bevatten in een hoeveelheid van ten minste 50 gew.% op basis van de totale hoeveelheid van de niet-magnetische deeltjes, en waarbij 25 gew.% of meer van het gasroet een gemiddelde deeltjesafmeting van 150 tot 1000 πτμ en (2) een magnetische registratiemedium als boven beschreven, waarbij de droge 15 dikte van de ondersteuningslaag varieert van 1,5 tot 2,5 ^im.
Silicoon, dat bij de ondersteuningslaag volgens de uitvinding wordt toegepast, is polysiloxaan met een viscositeit van 1 tot 50 CS, bij voorkeur van 5 tot 40 CS bij 25°C een soortelijk gewicht van 0,965 of minder, bij voorkeur van 0,900 tot 0,965 bij 25°C en een brekingsindex van 1,403 20 , of minder, bij voorkeur van 1,390 tot 1,403 bij 25°C. De silicoon, welke in de ondersteuningslaag volgens de uitvinding wordt gebruikt, is een lineaire of een cyclische dimethylpolysiloxaan, methylfenylpolysiloxaan, difenylsiloxaan, dialkylpolysiloxaan of de derivaten (gemodifieerde pro-dukten) daarvan met een moleculairgewicht Mn van 4000 of minder, bij 25 voorkeur van 500 tot 4000. Deze materialen zijn verkrijgbaar onder de handelsnamen van bijvoorbeeld "KF96L-1.0", "KF96L-1.5", KF96L-2.0", KF96-10", "KF96-20", KF96-30", KF96-50", KF96", KP-354", KP301", "KP310", "KP320", KP321", KP330", "KP331" en "KP340" bereid door Shin-Etsu Chemical Co., Ltd., "TES451" (10 CS, 20 CS, 30 CS en 50 CS),”TSF400", 30 TSF401", "YF3858" en YF3859" bereid door Toshiba Silicone Co., Ltd.
De hoeveelheid silicoon, welke aan de ondersteuningslaag volgens de uitvinding wordt toegevoegd, varieert van 0,01 tot 3 gew.% op basis van de niet-magnetische deeltjes van de ondersteuningslaag, en 3,33 gew.% of minder op basis van de totale hoeveelheid vast materiaal van de onder-35 steuningslaag. De hoeveelheid additief silicoon volgens de uitvinding, waaraan het meest de voorkeur wordt gegeven, varieert van 0,01 tot 2 gew.% & K ft 9 7 A O «j 0 ·j ~ / u u
' · V
-5- op basis van de niet-magnetische deeltjes in de ondersteuningslaag en 1,33 gew.% of minder op basis van de totale hoeveelheid vaste stoffen in de ondersteuningslaag.
De deeltjesafmeting van het roetzwart als niet-magnetische deeltjes 5 gebruikt in de ondersteuningslaag volgens de uitvinding is niet op een speciale wijze begrensd. Evenwel wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van M.T, /Medium Thermal), F.T. (Fine Thermal), ovenroet, overeenkomende met M.T. of F.T,, SRF, GPF, FEF, MFA, HAF, enz., welke de klassen zijn, die op het gebied van roetzwart zijn gedefinieerd.
10 Voorbeelden van in de handel verkrijgbaar roetzwart omvatten die onder de handelsnamen van"Asahi Thermal" bereid door Asahi Carbon Co.,
Ltd., "HTC n}= 20" bereid door Nittetsu Kagaku Co., Ltd, "Sevacarb ΜΓ" bereid door Sevalco, "Huber N900" bereid door Huber Co., "Raven MTP", bereid door Columbian Co., Ltd., "Thermax P-33", Asahi =3=35, Asahi ij=50, 15 "Asahi ={j=55, "Asahi =3=60", "Asahi =3=6 OH,"Asahi ~=70", bereid door Asahi Carbon Co., Ltd, en dergelijke. Het is gewenst, dat dit roetzwart wordt toegepast in een hoeveelheid van 50 gew.% of meer op basis van de niet-magnetische deeltjes in de ondersteuningslaag. De gemiddelde deeltjesafmeting van het roetzwart in de ondersteuningslaag varieert bij voorkeur 20 van 20 tot 1000 mp. Aangezien roetzwart met een deeltjesafmeting van 22 mp of minder de krasbestendigheid van de ondersteuningslaag niet kam verbeteren wordt'dit roetzwart gebruikt in een hoeveelheid van 30 gew.% of minder op basis van de totale hoeveelheid roetzwart, indien dit gewenst is. Om dezelfde redenen kan roetzwart met een deeltjesafmeting 25 van 150 tot 1000 mp bij voorkeur van 150 tot 500 mp de krasbestendigheid van de ondersteuningslaag verbeteren en wordt bij voorkeur toegepast in een hoeveelheid van ten minste 25 gew.%, en liever nog ten minste 50 gew.% op basis van de totale hoeveelheid roetzwart. De gewichtsverhouding van de niet-magnetische deeltjes/bindmiddel bedraagt bij voorkeur 300/100 tot 30 40/100, liever nog 200/100 tot 50/100 ofschoon de vereiste hoeveelheid bindmiddel afhankelijk is van het specifieke oppervlak van de niet-magnetische deeltjes.
Naast roetzwart kunnen andere niet-magnetische deeltjes in de ondersteuningslaag worden toegepast, welke grafiet, mangaanoxyde, wolframdi-35 sulfide, silica aerogel, watervrije fijne aluminiumoxyde deeltjes, kaoli-niet, wit lood, zinkwit, lithofoon, titaanwit, barietdeeltjes, geprecipi- > ^ ·ϋ -V -· '· V ^ r ? / / - , . ! -6- teerd bariumsulfaat, kalksteendeeltjes, geprecipiteerd calciumcarbonaat, krijt, talk, molybdeendisulfide, koolstoffluoride en dergelijke omvatten. De deeltj esafmeting daarvan bedraagt bij voorkeur ongeveer 10 ^im of minder, liever nog ongeveer 0,5 tot 0,001 ^im.
5 Het bindmiddel, dat in de ondersteuningslaag volgens de uitvinding wordt gebruikt, omvat conventionele thermoplastische harsen, thermohar-dende harsen, harsen van het reactieve type of mengsels daarvan. Het bindmiddel bevat bij voorkeur 20 gew.% of meer van ten minste een epoxyhars of een urethaanhars en liever nog in hoofdzaak polyurethaan of slechts 10 polyurethaan.
De ondersteuningslaag heeft een droge dikte van 1,0 tot 5,0 jm, bij voorkeur van 1,5 tot 2,5 ^ua. Voorbeelden van deze harsen zijn beschreven in Japans octrooischrift no. 2613/1965, Japanse octrooiaanvrage (OPI) no. 11305/1974, Japans octrooischrift no. 8321/1974, Japanse oc-15 trooiaanvrage (OPI) no. 17203/1974, Japanse octrooischrift no.10241/1974, Japanse octrooiaanvrage no. 75103/1974, enz.
De ondersteuningslaag is bijvoorbeeld beschreven in de Amerikaanse octrooischriften nrs. 2.804.401, 3.293,066, 3.617.378, 3.062.676, 3.734.772, 3.476,596, 2.643.048, 2.803.556, 2.887.462, 2.923.642, 20 2.997.451, 3.007.892, 3.041.196, 3.115.240, 3.166.688, 4.310.599, 4.411.953, 4.414.270 enz.
Thermoplastische harsen met een weekwordingstemperatuur van 150°C of minder, een gemiddeld moleculair gewicht van 10.000 tot 200.000 en een mate van polymerisatie van ongeveer 200 tot 2000 worden toegepast, zo-25 als.een copolymeer van vinylchloride en vinylacetaat, een copolymeer van vinylchloride en finylideenchloride, een copolymeer van vinylchloride en acrylonitrile, een copolymeer van acrylester en acrylonitrile, een copolymeer van acrylester en vinylideenchloride, een copolymeer van acrylester en styreen, een copolymeer van methacrylester en acrylonitrile, 30 een copolymeer van methacrylester en vinylideenchloride, een copolymeer van methacrylester en styreen, een urethaanelastomeer, polyvinylfluoride, een copolymeer van vinylideenchloride en acrylonitrile, een copolymeer van butadieen en acrylonitrile een polyamide hars, polyvinylbutyral, cellulosederivaten (celluloseacetaatbutyraat, cellulosediacetaat, cellu-35 losetriacetaat, nitrocellulose, enz.), een copolymeer van styreen en butadieen, een polyesterhars, een copolymeer van chlorovinylether en 0S0 2 70 8 -7- acrylester, een aminohars, verschillende thermoplastische harsen van het synthetische rubbertype, mengsels daarvan en dergelijke.
Specifieke voorbeelden daarvan zijn beschreven in Japanse octrooi-schriften nrs. 6877/1962, 12528/1964, 19282/1964, 5349/1965, 20907/1965, 5 9463/1966, 14059/1966, 16985/1966, 6428/1967, 11621/1967, 4623/1968, 15206/1968, 2889/1969, 17947/1969, 18232/1969, 14020/1970, 14500/1970, 18573/1972, 22063/1972, 22064/1972, 22068/1972, 22069/1972, 22070/1972, 27886/1973, Japanse octrooiaanvrage (OPI) no. 222433/1983, Amerikaanse octrooischriften nrs. 3.144.352, 3.419.420, 3.499.789, 3.713.887, 10 4.431.700, 4.428.974, 4.429.017 en 4.431.712.
De thermohardende harsen of harsen van het reactieve type, welke hier worden toegepast, hebben een moleculair gewicht van 200.000 of minder in een toestand van een bekledingsmateriaal, en het moleculair gewicht daarvan wordt oneindig groot door een condensatie- of additiereac-15 tie daarvan wanneer het bekledingsmateriaal als een bekleding wordt aangebracht en gedroogd. Van deze harsen, wordt de voorkeur gegeven aan die, welke pas week worden of smelten wanneer de harsen door warmte ontleden. Bepaalde voorbeelden van deze harsen omvatten een fenolhars, een epoxyhars, een polyurethaan geharde hars, een ureumhars, een melaminehars een 20 alkydhars, een siliconenhars, een hars van het acryl reactieve type, een mengsel van een polyesterhars met groot moleculair gewicht en een isocyanaatvoorpolymeer een mengsel van een copolymeer van methacrylaat en diisocyanaatvoorpolymeer, een mengsel van polyesterpolyol en polyisocya-naat, een ureumformaldehydehars, een mengsel van een glycol met laag 25 moleculair gewicht een diol met groot moleculair gewicht en trifenylme-thaanitriisocyanaat,een polyaminehars en een mengsel daarvan.
Specifieke voorbeelden daarvan zijn beschreven in de Japanse octrooischriften nrs. 8103/1964, 9779/1965, 7192/1966, 8016/1966, 18179/1967, 12081/1968, 28023/1969, 14501/1970, 24902/1970, 13103/1971, 30 22065/1972, 22066/1972, 22067/1972, 22072/1972, 22073/1972, 28045/1972, 28048/1972, 28922/1972, Amerikaanse octrooischriften nrs. 3.144.343, 3.320.090. 3.437.510, 3.597.273, 3.781.210 en 3.781.211.
De bovenbeschreven bindmiddelen worden of alleen of in combinatie gebruikt en de andere additieven kunnen daaraan worden toegevoegd. De 35 bindmiddelen worden gebruikt in een hoeveelheid van 33 tot 250 gew.delen per 100 gew.delen van de niet-magnetische deeltjes.
*592 708 • τ -8-
De dispergeermiddelen in de ondersteuningslaag volgens de uitvinding omvatten een vetzuur met 12 tot 18 koolstofatomen (R^COOH, waarbij R^ een alkylgroep met 11 tot 17 koolstofatomen is), zoals caprylzuur, caprinezuur, laurinezuur, meristinezuur, palmetinezuur; stearinezuur, 5 oleinazuur,elaïdezuur, linolinezuur, of stearolzuur; een metaalzeep om vattende een alkalimetaal (Li, Na, K) en het bovengenoemde vetzuur of een alkalisch aardmetaal (Mg, Ca), Ba, Cu en het bovengenoemde vetzuur; lecithine; enz. Hogere alcoholen met 12 of meer koolstofatomen en een zwavelzuurester daarvan kunnen ook worden toegepast. Deze dispergeermid-10 delen kunnen worden gebruikt in een hoeveelheid van 0,05 tot 20 gew.delen per 100 gew.delen van het bindmiddel.
Specifieke voorbeelden daarvan zijn beschreven in Japanse octrooi-schriften nrs. 28369/1964, 17945/1969, 15001/1973, Amerikaanse octrooi-schriften 3.387.993 en 3.470.021.
15 De in de ondersteuningslaag volgens de uitvinding gebruikte smeer middelen omvatten een vetzuurester bestaande uit een één-basisch vetzuur met 12 tot 16 koolstofatomen en éénwaardige alcohol met 3 tot 12 koolstof-atomen en een vetzuurester voorzien van een één-basisch vetzuur met 17 of meer koolstofatomen en een éénwaardige alcohol, waarbij de vetzuures-20 ter in zijn totaal 21 tot 23 koolstofatomen bevat. Deze smeermiddelen kunnen worden gebruikt in een hoeveelheid van 0,05 tot 20 gew.delen, bij voorkeur 1,0 tot 5 gew.delen per 100 gew.delen van het bindmiddel.
Deze smeermiddelen zijn beschreven in Japans octrooischrift 23889/1968, Japanse octrooiaanvragen nrs 28647/1967 en 81543/1968, Amerikaanse 25 octrooischriften 3.470.021, 3.492.235, 3.497.411, 3.523.086, 3.625.760, 3.630.772, 3.634.253. 3.642.539. 3.687.752,"IBM Technical Disclosure Bulletin", 9_(7) , 779 (December 1966 en "Electronik", _12, 380 (1961).
De in de ondersteuningslaag volgens de uitvinding gebruikte slijp-middelen omvatten die, welke in het algemeen worden toegepast, zoals 30 ijzeroxyde, silicoonnitride, molybdeencarbide, boorcarbide, wolframcar-bide, titaancarbide, gesmolten aluminiunoxyde, siliciumcarbide, chroom-oxyde, korund, kunstmatig korund, diamant, kunstmatige diamant, granaat of amaril (in hoofdzaak bestaande uit korund en magnetiet). Een gemiddelde deeltjesafmeting van deze slijpmiddelen ligt bij voorkeur in het \ 35 gebied van 0,05 tot 5 jm liever van 0,1 tot 2 jm . Deze slijpmiddelen worden bij voorkeur toegepast in een hoeveelheid van 0,01 tot 10 gew.dl
85 0 2 7 0 S
-9- ; Λ liever van 0,1 tot 8 gew.dl per 100 gew.dl van het bindmiddel. Deze slijpmiddelen zijn beschreven in het Japanse octrooischrift 26749/1973, Amerikaanse octrooischriften 3.007.807, 3.041.196, 3.293.066, 3.630.910, 3.687.725, Brits octrooischrift nr.1.145.394 en Duits octrooischrift 5 (DT-PS) 853211.
Om het bekledingsmateriaal voor de ondersteuningslaag volgens de uitvinding te bereiden worden de niet-magnetische deeltjes, zoals gas-roet, de bovenbeschreven bindmiddelen, de dispergeermiddelen, de smeermiddelen, de slijpmiddelen, de anti-statische middelen en de oplosmidde-10 len gemengd en gekneed voor het bereiden van het bekledingsmateriaal voor de ondersteuningslaag. De bovengenoemde componenten worden gelijktijdig of na elkaarin: eenmeng*-enkneedinrichting gebracht. Zo worden bijvoorbeeld de niet-magnetische deeltjes toegevoegd aan het oplosmiddel dat het dispergeermiddel bevat, en worden gedurende een voorafbepaalde periode 15 gemengd en gekneed. Daarna wordt de rest van het materiaal daaraan toegevoegd, en gemengd en gekneed voor het bereiden van het bekledingsmateriaal voor de ondersteuningslaag.
Er worden verschillende meng- en kneedinrichtingen gebruikt voor het mengen en dispergeren van het bekledingsmateriaal, zoals een molen met 20 twee walsen, een molen met drie walsen, een kogelmolen, een trommel, een zandslijpinrichting, een Szegvari Attritor, een snelwerkende roerdisper-geerinrichting, een snelwerkende kogelmolen, een snelwerkende slagmolen, een dispe^geerinrichting, een kneedinrichting, een snelwerkende mengin-richting, een homogenisator, een ultrasone dispergeerinrichting of der-25 gelijke.
De werkwijze voor het mengen, kneden en dispergeren is beschreven in "Paint Flow and Pigment Dispersion", door T.C.Patton (1964, John Wiley & Sons), en de Amerikaanse octrooischriften nr.2.581.414 en 2.855.156.
30 De werkwijze voor het als een bekleding aanbrengen van de onder steuningslaag op de steun omvat een luchtstrijkbekledingsmethode, een bladbekledingsmethode, een luchtmes-bekledingsmethode, een persbekle-dingsmethode, een dompelbekledingsmethode, een keerwalsbekledingsmethode, een overdrachtsrolbekledingsmethode, een gravurebekledingsmethode, een 35 "kiss"-bekledingsmethode, een gietbekledingsmethode, een spuitbekledings-methode en een methode, zoals boven vermeld. Deze bekledingsmethoden 8502 70 8 -10- % zijn meer gedetailleerd beschreven in "Coating Kogaku (Coating Engineering)", pagina 253 tot 177, uitgegeven door Asakura Shoten,
Japan, op 20 maart 1971.
De organische oplosmiddelen, welke worden gebruikt voor het bekle-5 den van de ondersteuningslaag, omvatten ketonen, zoals aceton, methyl-ethylketon, methylisobutylketon en cyclohexanon ; alcoholen zoals methanol, ethanol, propanol of butanol; esters zoals methylacetaat, ethylacetaat, butylacetaat, ethyllactaat of monoethylether van glycol-acetaat; glycolethere zoals ether, glycoldimethylether, glycolmonomethyl-10 ether of dioxaan; teren (aromatische koolwaterstoffen) zoals benzeen, tolueen of xyleen; en koolwaterstofchloriden, zoals methyleenchloride, ethyleenchloride, tetrachloorkoolstof, chloroform, ethyleenchlorohydrine of dichloorbenzeen.
De in de magnetische laag volgens de uitvinding gebruikte ferromag- 15 netische deeltjes omvatten bariumferriet,Y-Fe20,j, Co-bevattend y-Fe^O^r
Fe_0 , Co-bevattend Fe,O , Co-bevattend FeO ,CrO„, Fe-Co-legering, j 4 j 4 X «
Co-Ni-P-legering en Co-Ni-Fe-legering. Specifieke voorbeelden daarvan zijn beschreven in de Japanse octrooischriften nrs. 14090/1969, 18372/1970, 22062/1972, 22513/1972, 28466 /1971, 38755/1971, 4286/1972, 20 12422/1972, 17284/1972, 18509/1972, 18573/1972, Japanse octrooiaanvragen (QPI) nr. 96532/1984 en 94231/1984.
Een werkwijze voor het bereiden van een magnetisch registratiemedium onder gebruik van de bovenbeschreven ferromagnetische deeltjes, de additieven en de ondersteuning, is beschreven in de Japanse octrooi-25 schriften 186/1968, 28043/1972, 28054/1972, 28046/1972, 28048/1972, 31445/1972, 26890/1981 en 23647/1983.
De niet-magnetische kunststofsteunen welke volgens de uitvinding worden gebruikt, omvatten polyesters zoals polyetheentereftalaat of polyetheen-2,6-naftalaat; polyolefinen zoals polypropyleen, cellulose-30 derivaten zoals cellulosefcriacetaat of cellulosediacetaat; en de andere kunststoffen zoals polycarbonaat. De steun heeft een dikte van 3 tot 100 ^m bij voorkeur van 4 tot 50 ^un.Indien de dikte meer bedraagt dan de bovengrens, heeft het magnetische registratiemedium een te groot volume en indien de dikte kleiner is dan de ondergrens, neemt de mecha-35 nische sterkte daarvan af, waardoor de loopeigenschappen daarvan worden gereduceerd en "jitter" optreedt. De dikte van de magnetische laag be- 8502 70 8 -11- draagt 0,5 tot 10 ^im, bij voorkeur 1 tot 6 ^im. Indien de dikte groter is dan de bovengrens, neemt de gevoeligheid bij de korte registratie-golflengte gemakkelijk af en indien de dikte kleiner is dan de ondergrens, neemt de gevoeligheid bij de lange registratiegolflengte gemakke-5 lijk af.
De steun kan de vorm hébben van een band, een vel, een kaart, een schijf, een trommel of dergelijke en materialen voor de steun kunnen afhankelijk van de vorm daarvan worden gekozen.
Het magnetische registratiemedium volgens de uitvinding kan worden 10 verkregen overeenkomstig de werkwijze, zoals beschreven in het Japanse octrooiaanvrage (OPI) nr. 108804/1977.
De uitvinding zal hierna meer gedetailleerd worden toegelicht onder verwijzing naar de volgende voorbeelden.Het is duidelijk, dat materialen, hoeveelheden en de volgorde van de handelingen kunnen worden 15 gewijzigd zolang het wezen van de uitvinding in wezen niet wordt gewijzigd. Derhalve is de uitvinding niet beperkt tot de volgende voorbeelden. In deze voorbeelden zijn alle delen gewichtsdelen.
Voorbeeld I
Het volgende materiaal werd toegevoerd aan een kogelmolen, en daar-20 na voldoende gemengd en gekneed. Daarna werden 15 delen van "Desmodur L-75" (een handelsnaam van een polyisocyanaatverbinding, bereid door Bayer AG) daaraan toegevoegd en de materialen werden op een homogene wijze gemengd, gekneed en gedispergeerd voor het verkrijgen van een magnetisch bekledingsmateriaal.
25 Co-bevattende y-Fe^O^-deeltjes ( specifiek oppervlak gemeten door de stikstofabsorptiemethode: 35 m2/g, Hc = 650 Oe) 300 delen een copolymeer van vinylchloride en vinylacetaat ("VMCH", een handelsnaam, bereid door Union Carbide Co) 20 delen 30 nitrocellulose 5 delen polyurethaan ("Nipporan N2304", een handelsnaam, bereid door Nippon Polyurethaan Co., Ltd) 15 delen vinylideenchloride ("Saran", een handelsnaam, bereid door Asahi-Dow Ltd) 5 delen 35 gasroet (gemiddelde deeltjesafmeting: 20 mp) 15 delen chroomoxyde (gemiddelde deeltjesafmeting: 0,3 ^im) 10 delen 8502708 ς -12- lecithin e 3 delen oleinezuur 2 delen octyllaureaat 2 delen laurinezuur 3 delen 5 laurylalcohol 1,5 deel butylacetaat 330 delen methylethylketon 660 delen
Het bovenbeschreven bekledingsmateriaal werd als een bekleding op een uit polyetheentereftalaat bestaande steun aangebracht en tot een 10 dikte van 5,0 ^un gedroogd. Het volgende materiaal voor een ondersteunings-laag werd in een kogelmolen gemengd en gekneed en daarna werden daaraan 10 delen "Desmodur-L75" (een handelsnaam van een polyisocyanaatverbin-ding, bereid door Bayer AG), toegevoegd, en werden de materialen op homogene wijze gemengd en gedipergeerd en als een bekleding aangebracht 15 op het oppervlak van de polyestersteun tegenover de magnetische laag en wel met respectievelijk een dikte van 1,0, 1,5, 2,0 en 2,5 ^un.
roetzwart ("Leben MTP", een handelsnaam, gemiddelde deeltjesafmeting: 250 m^) 100 delen fenoxyhars ("PKHH", een handelsnaam, bereid door 20 Union Carbide Co.) 5 delen polyurethaan ("Nippollan-2304", een handelsnaam, bereid door Nippon Polyurethane Company Ltd.) 30 delen
Saranhars (bereid door Dow-Chemical Co.Ltd.) 5 delen silicoon ("KF96 (10 CS)", een handelsnaam bereid door hoeveelheid 25 Shin-Etsu Chemical Co., Ltd.) aangegeven in tabel 1 methylethylketon 700 delen cyclohexanon 100 delen
De resulterende banden werden aan een kalanderbehandeling onder-30 worpen om het oppervlak daarvan te egaliseren en werden tot een breedte van 2,5 cm gesneden voor het verkrijgen van monsters. Deze monsters werden geïdentificeerd als de monsters nrs. 1 tot 24.
Ten aanzien van deze banden werd de ongelijkmatigheid van de onder- 8502 70 8
- ' V
-13- steuningslaag, krassen van de ondersteuningslaag, en een aantal uitvallen en het HF- uitgangssignaal na herhaald gebruik gedurende 50 gangen gemeten. De resultaten zijn aangegeven in tabel 1.
De ongelijkmatigheid, gevormd door krassen in de ondersteunings-2 laag van de band met een lengte van 10 min., welke een aantal malen was weergegeven en opgewikkeld gedurende 50 gangen bij een weergeefin-richting werd gemeten en geëvalueerd op basis van de volgende drie graden.
A geen ongelijkmatigheden B ongelijkmatigheid in twee of drie plaatsen q C ongelijkmatigheid in drie plaatsen of meer
Het aantal uitvallen en het RF-uitgangssignaal na herhaald gebruik gedurende 50 gangen werd eveneens bepaald. De waarde van de uitvallen wordt gedefinieerd in termen van het aantal keren dat uitvallen optreden gedurende 5 ^isec of meer per 10 min. gemeten door een uitvalteller, ^2 waarbij het weergegeven uitgangssignaal met 16 dB of meer afnam.
Het Rf-uitgangssignaal wordt gedefinieerd door een relatieve waarde van dB wanneer de registratie en weergave werden uitgevoerd bij 4 MHz.
85 0 2 70 S
TABEL· 1 * ζ ν _14_
Monster silicoon dikte van de ongelijkmatigheid aantal RF nr. ondersteunings- van de ondersteu- uitvallen uitgangs- laag_ningslaag_ _ signaal (delen) (^im) 1 0,0 1,0 C 1,000 < 0 (Standaard) 2 0,0 1,5 B 130 -1,5 3 0,0 2,0 A 120 -3,0 4 0,0 2,5 A 120 -3,4 5 0,01 1,0 B 200 +1,1 6 0,01 1,5 B 100 +1,5 7 0,01 2,0 A 90 +0 8 0,01 2,5 A . 90 -0,5 9 0,05 1,0 B 200 +1,5 10 0,05 1,5 A 80 +1,8 11 0,05 2,0 A 90 +2,0 12 0,05 2,5 A 80 +2,3 13 0,25 1,0 B 230 +1,6 14 0,25 1,5 A 100 +1,8 15 0,25 ' 2,0 A 110 +2,0 16 0,25 2,5 A 110 +1,9 17 1,0 1,0 B 180 +2,1 18 1,0 1,5 A 110 +1,8 19 1,0 2,0 A 130 +1,9 20 1,0 2,5 A 130 +2,0 21 5,0 1,0 C 1.000 < -4,0> 22 5,0 1,5 C 1.000 < -4,0> 23 5,0 2,0 C 1.000 < -4,0 > 24 5,0 2,5 C 1.000 < -4,0 λ..
Opmerking: De monsters nrs. 5 tot 20 zijn voorbeelden volgens de uitvinding en de anderen zijn vergelijkingsvoorbeelden.
350 2 70 8 -15-
Voorbeeld IX
Het volgende materiaal werd toegevoerd aan een kogelmolen, en daarna voldoende gemengd en gekneed. Daarna werden 20 delen van "Desmodur L-75" (een handelsnaam van een polyisocyanaatverbinding bereid 5 door Bayer AG) daaraan toegevoegd en werden de materialen op een homogene wijze gemengd en gedispergeerd voor het bereiden van een magnetisch bekledingsmateriaal.
Co-bevattende y-Fe^^ deeltjes (specifiek oppervlak, gemeten door de stikstofabsorptiemethode: 10 35 m2, HC=800 Oe) 300 delen een terpolymeer van vinylchloride, vinylacetaat en vinylalcohol (87:5:8) (polymerisatiegraad: ongeveer 400) 40 delen epoxyhars (epoxygroepgehalte: 0,56) 10 delen ^ gasroet (gemiddelde deeltjesafmeting: 90 ^iu) 20 delen chroomoxyde 3 delen koperoleaat 1 deel octyllauraat 3 delen laurierzuur 4,5 delen 20 butylacetaat 330 delen methylisobutylketon 660 delen
Het bovenbeschreven magnetische bekledingsmateriaal werd als een bekleding op een polyester ondersteuningsfilm gebracht en tot een 25 dikte van 5,0^m gedroogd. Het volgende materiaal voor de ondersteunings-laag werd bereid in een kogelmolen en 10 delen "Coronate 3040" (een handelsnaam, bereid door Nippon Polyurethane Co., Ltd.) werden daaraan toegevoegd en de materialen werden aan het oppervlak van de niet-mag-netische steun tegenover de magnetische laag met een dikte van 2 ^im 30 als bekleding opgebracht.
‘302 70 8 -16- * Λ gasroet ("Asahi carbon nr.60H", een handelsnaam bereid door Asahi Carbon Co., Ltd, gemiddelde deeltjesafmeting: 35 ^un) 50 delen gasroet ("Raven MTP", een handelsnaam 5 gemiddelde deeltjesafmeting: 250 ^im) 50 delen calciumcarbonaat ("Homocal D", een handelsnaam, bereid door Shiraishi Kogyo Co., Ltd., gemiddelde deeltjesgrootte: 0,5 ^im) 50 delen grafiet ("Sbet 200 m2/g", een handelsnaam, 10 bereid door Nippon Kokuen Co., Ltd., gemiddelde deeltjesgrootte: 0,5 ^tm) 50 delen polyurethaan("Nipporan-2301£ een handelsnaam, bereid door Nippon Polyurethane Co., Ltd. 50 delen
Saranhars (bereid door Asahi Dow Chemical 15 Company, Ltd) 25 delen silicoon ("KF96 (10 CS)", een handelsnaam, bereid door Shin-Etsu Chemical Co., Ltd.) 0,4 delen methylethylketon 1050 delen tolueen 100 delen 20 cyclohexanon 50 delen
De resulterende band werd aan een kalanderbehandeling onderworpen om het oppervlak daarvan te egaliseren en tot een breedte van 2,5 cm gesneden voor het verkrijgen van monster nr. 25.
Voorbeeld III
25 Dezelfde procedures zoals bij voorbeeld Hwerden herhaald behou dens, dat 0,4 delen silicoon "KF69" een handelsnaam, bereid door Shin-Etsu Chemical Co., Ltd. werd gebruikt in plaats van "KF-96 (10 CS)" in het materiaal voor de ondersteuningslaag voor het verkrijgen van het monster nr. 26.
30 Voorbeeld IV
Dezelfde procedures als bij voorbeeld II werden herhaald behoudens, dat het bekledingsmateriaal zonder silicoon voor de ondersteu-ningslaag werd gedispergeerd en daarna 0,4 delen silicoon aan het "KF96 (10CS)" werd toegevoegd op het moment waarop "Coronate 3040" 35 werd toegevoegd voor het verkrijgen van monster nr. 27.
'350 2 70 8 -17- * ·*\
Vergelijkend voorbeeld I
Dezelfde procedures zoals bij voorbeeld II werden herhaald behoudens, dat 0,4 delen silicoon "KF96-0,65 CS" (een handelsnaam bereid door Shin-Etsu Chemical Co.,Ltd.) in plaats van silicoon "KF96 5 (10 CS)" werd toegepast in het materiaal voor de ondersteuningslaag voor het verkrijgen van monster nr. 28.
Vergelijkend voorbeeld 2
Dezelfde procedures als bij voorbeeld II werden herhaald behoudens, dat 0,4 delen silicoon "KF96(100CS)" (een handelsnaam bereid 10 door Shin-Etsu Chemical Co., Ltd.) in plaats van silicoon "KF96 (10CS)" werd gebruikt in het materiaal voor de ondersteuningslaag voor het verkrijgen van monster nr. 29.
Vergelijkend voorbeeld 3
Dezelfde procedures als bij voorbeeld II werden herhaald be-15 houdens, dat 0,4 delen silicoon "KF96 (10.000 CS)" (een handelsnaam, bereid door Shin-Etsu Chemical Co., Ltd.) in plaats van silicoon "KF96 (10CS)" werd gebruikt in het materiaal voor de ondersteuningslaag voor het verkrijgen van monster nr. 30.
Vergelijkend voorbeeld 4 20 Dezelfde procedures als bij voorbeeld II werden herhaald behoudens, dat het bekledingsmateriaal voor de ondersteuningslaag zonder silicoon werd gebruikt voor het bereiden van monster nr. 31.
De monsterbanden werden op dezelfde wijze als bij voorbeeld I gemeten en geëvalueerd. De resultaten zijn aangegeven in tabel 2.
25 Wanneer gebruik wordt gemaakt van een silicoon met een grote viscositeit wordt de bekledingslaag bros en treedt gemakkelijk een ongelijkmatigheid op tengevolge van krassen. Een silicoon met een geringe viscositeit en een laag kookpunt is niet effectief omdat deze gemakkelijk verdampt wanneer de ondersteuningslaag wordt gedroogd.
8502 708 -18- TABEL 2
Monster type silicoon viscositeit (bij ongelijkmatig- aantal nr. 25 °C heid van de onder- uitvallen steuningslaag (CS) 25 KF96-10 10 A 67 26 KF96 20 A 51 27 KF96-10* 10 A 56 28 KF96-0,65 0,65 C 200 29 KF96-100 100 C 420 30 KF96-10000 10.000 C 750 31 geen - C 190 £
Opmerking: Silicoon werd toegevoegd op het moment, dat het hardings middel werd toegevoegd.
Monsters nrs. 25 tot 27 zijn voorbeelden volgens de uitvinding en de andere zijn vergelijkende voorbeelden.
Voorbeeld V
Een magnetische laag werd op een niet-magnetische steun op dezelfde wijze als bij voorbeeld II als een bekleding aangebracht en het volgende materiaal voor een ondersteuningslaag werd in een kogelmolen 5 bereid en als een bekleding op de zijde van de niet-magnetische steun tegenover de magnetische laag tot een dikte van 2 ^im opgebracht.
gasroet "Raven MTP", een handelsnaam, gemiddel- hoeveelheid de deeltjesgrootte: 250 ^im) aangegeven in 10 tabel 3 gasroet ("Asahi nr. 70", een handelsnaam, hoeveelheid gemiddelde deeltj esafmeting tabel^^11
Bariumsulfaat ("BF-1L", een handelsnaam,bereid door Sakai Chemical Co., Ltd, gemiddelde 15 deeltjesgrootte: 0,1 ^un) 50 delen polyurethaan ("Pandex T-5102S", (Mw=100.Q00), een handelsnaam, bereid door Dainippon Ink and Chemicals, Ine.) 50 delen 3502 70 8 -19- m -. m
Saranhars (bereid door Dow Chemical Co., Ltd.) 25 delen polyisocyanaat ("Desmodur L-75") 10 delen silicoon ("KF69", een handelsnaam, bereid door Shin-Etsu Chemical Co., Ltd.) 2,5 delen 5 methylethylketon 1500 delen cyclohexanon 200 delen
De resulterende magnetische registratieband werd op dezelfde wijze als bij voorbeeld II tot een breedt van 2,5 cm gesneden voor het verkrijgen van de monsters nrs. 32 tot 36. De eigenschappen van deze 10 monsters werden op dezelfde wijze als bij voorbeeld I gemeten. De resultaten zijn aangegeven in tabel 3.
TABEL 3
Monster gasroet gasroet ongelijkmatig- aantal RF
... heid van de uitvallen uitgangs- nr. (Raven) (Asahi) . . . _ . .___, _ _______ _ ondersteun mgslaag _ signaal 15 (delen) (delen) (dB) 32 100 0 A 110 0 (standaard) 33 50 50 A 100 +0,3 34 30 70 A 110 +0,5 35 . 10 90 B 150 +0,4 20 36 0 100 C 330 -1,3
Opmerking: De monsters nr. 32 tot 34 zijn voorbeelden volgens de uitvinding en de anderen zijn vergelijkende voorbeelden.
Uit de bovenstaande resultaten blijkt, dat de loopduurzaamheid van de ondersteuningslaag aanmerkelijk wordt verbeterd door gebruik te 25 maken van een roetzwart met een deeltjesafmeting,welke varieert van 150 ' -· tot 1000 ιαμ , en een silicoon met een geringe viscositeit in een kleine hoeveelheid. Meer in het bijzonder wordt door de bovenstaande procedure een signaalomissie gedurende ongeveer 1/10 H (5 jisec), welke een ernstige tekortkoming vormt voor een zeer gevoelige band met hoge kwaliteit, 30 aanzienlijk verbeterd.
8502 70 8

Claims (30)

1. Magnetisch registratiemedium gekenmerkt door een magnetische laag, welke als een bekleding op één zijde van een niet-magne-tische steun is aangebracht, en een ondersteuningslaag, welke als een bekleding op de tegenovergelegen zijde van de niet-magnetische steun is 5 aangebracht, waarbij de ondersteuningslaag is voorzien van niet-magnetische deeltjes, een bindmiddel en een silicoon met een viscositeit van 1 tot 50 CS (centistokes) bij 25°C in een hoeveelheid van 0,01 tot 3 gew.% op basis van de niet-magnetische deeltjes, waarbij de niet-magnetische deeltjes gasroet in een hoeveelheid van ten minste 50 gew.%, gebaseerd 10 op de totale hoeveelheid van de niet-magnetische deeltjes bevatten, en waarbij 25 gew.% of meer van het roetzwart een gemiddelde deeltjesafmeting van 150 tot 1000 mji heeft.
2. Magnetisch registratiemedium volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de silicoon een viscositeit van 5 tot 40 CS heeft.
3. Magnetisch registratiemedium volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het silicoon een brekingsindex van 1,403 of minder bij 25°C en een soortelijk gewicht van 0,965 of minder bij 25°C heeft.
4. Magnetisch registratiemedium volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de silicoon een brekingsindex van 1,403 of minder bij 25 ®C en een 20 soortelijk gewicht van 0,965 of minder bij 25°C heeft.
5. Magnetisch registratiemedium volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de silicoon een brekingsindex van 1,390 tot 1,403 bij 25°C en een soortelijk gewicht van 0,90 tot 0,965 bij 25°C heeft.
6. Magnetisch registratiemedium volgens conclusie 4, met het 25 kenmerk, dat de silicoon een brekingsindex heeft van 1,390 tot 1,403 bij 25°C en een soortelijk gewicht van 0,90 tot 0,965 bij 25°C heeft.
7. Magnetisch registratiemedium volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de silicoon een lineaire of cyclische polysiloxaan is, gekozen uit de groep bestaande uit cyclisch dimethylpolysiloxaan, methyl- 30 fenylpolysiloxaan, difenylsiloxaan, dialkylpolysiloxaan en derivaten daarvan met een moleculair gewicht van 4000 of minder.
8. Magnetisch registratiemedium volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de silicoon een lineaire of cyclische polysiloxaan is, gekozen uit de groep bestaande uit cyclisch dimethylpolysiloxaan, methyl- 8502 70 8 -21- fenylpolysiloxaan, difenylsiloxaan, dialkylpolysiloxaan en derivaten daarvan met een moleculair gewicht van 4000 of minder.
9. Magnetisch registratiemedium volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de silicoon een lineaire of cyclysche polysiloxaan is, gekozen 5 uit de groep bestaande uit cyclisch dimethylpolysiloxaan, methylfenylpoly-siloxaan, difenylsiloxaan, dialkylpolysiloxaan en derivaten daarvan met een moleculair gewicht vein 500 tot 4000.
10. Magnetisch registratiemedium volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de silicoon een lineaire of cyclische polysiloxaan is gekozen uit 10 de groep bestaande uit cyclisch dimethylpolysiloxaan, methylfenylpoly-' siloxaan, difenylsiloxaan, dialkylpolysiloxaan en derivaten daarvan met een moleculair gewicht van 500 tot 4000.
11. Magnetisch registratiemedium volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de hoeveelheid van de silicoon 3,33 gew.% of minder op basis 15 van het totale gehalte aan vaste stoffen van de ondersteuningslaag is.
12. Magnetisch registratiemedium volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de silicoon wordt gebruikt in een. hoeveelheid van 0,01 tot 2 gew.% op basis van de hoeveelheid niet-magnetische deeltjes.
13. Magnetisch registratiemedium volgens conclusie 12, met het 20 kenmerk, dat de hoeveelheid van de silicoon 1, 33 gew.% of minder op basis van het totale gehalte aan vaste stoffen van de ondersteuningslaag is.
14. Magnetisch registratiemedium volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 50 gew.% of meer van het roetzwart een gemiddelde deeltjes- 25 afmeting van 150 tot 1000 ηιμ heeft.
15. Magnetisch registratiemedium volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 25 gew.% of meer van het roetzwart een gemiddelde deeltjes-afmeting van 150 tot 500 mμ heeft.
16. Magnetisch registratiemedium volgens conclusie 15, met het 30 kenmerk, dat 50 gew.% of meer van het roetzwart een gemiddelde deeltjes-af meting van 150 tot 500 mp heeft.
17. Magnetisch registratiemedium volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de gemiddelde deeltjesafmeting van het totale roetzwart in de ondersteuningslaag van 20 tot 1000 mji bedraagt.
18. Magnetisch registratiemedium volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de niet-magnetische deeltjes welke verschillen van het S5Ö 2 70 8 -22- 1 ·*- r Λ roetzwart, een gemiddelde deeltjesafmeting van 10 ^im of minder hebben.
19. Magnetisch registratiemedium volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de niet-magnetische deeltjes, welke verschillen van het roetzwart, een gemiddelde deeltjesafmeting van 0,5 tot 0,001 ^im hebben.
20. Magnetisch registratiemedium volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de gewichtsverhouding van de niet-magnetische deeltjes tot de bindmiddelen van 300/100 tot 40/100 bedraagt.
21. Magnetisch registratiemedium volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat de gewichtsverhouding van de niet-magnetische deeltjes tot 10 de bindmiddelen van 200/100 tot 50/100 bedraagt.
22. Magnetisch registratiemedium volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de droge dikte van de ondersteuningslaag van 1,0 tot 5,0 ^im bedraagt.
23. Magnetisch registratiemedium volgens conclusie 22, met het ken-15 merk, dat de droge dikte van de onder steuningslaag van 1,5 tot 2,5 ^im bedraagt.
24. Magnetisch registratiemedium volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het bindmiddel is gekozen uit de groep bestaande uit thermoplastische harsen, thermohardende harsen, harsen van het reactieve type 20 en mengsels daarvan.
25. Magnetisch registratiemedium volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat het bindmiddel is gekozen uit de groep bestaande uit harsen, welke 20 gew.% of meer van ten minste een epoxyhars of polyurethaan bevatten. 25
26 Magnetisch registratiemedium volgens conclusie 25, met het kenmerk, dat het bindmiddel is gekozen uit de groep bestaande uit polyurethaan en een menghars, welke in hoofdzaak uit polyurethaan bestaat.
27. Magnetisch registratiemedium volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de steun een dikte van 3 tot 100 ^im heeft.
28. Magnetisch registratiemedium volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat de steun een dikte van 4 tot 50 ^im heeft.
29. Magnetisch registratiemedium volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de magnetische laag een dikte van 0,5 tot 10 ^ua heeft.
30. Magnetisch registratiemedium volgens conclusie 29, met het 35 kenmerk, dat de magnetische laag een dikte van 1 tot 6 ^im heeft. 8502 70 8
NL8502708A 1984-10-04 1985-10-04 Magnetische band. NL8502708A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP59208483A JPS6185621A (ja) 1984-10-04 1984-10-04 磁気記録媒体
JP20848384 1984-10-04

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8502708A true NL8502708A (nl) 1986-05-01

Family

ID=16556909

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8502708A NL8502708A (nl) 1984-10-04 1985-10-04 Magnetische band.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US4693929A (nl)
JP (1) JPS6185621A (nl)
DE (1) DE3535530C2 (nl)
NL (1) NL8502708A (nl)

Families Citing this family (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
KR900002972B1 (ko) * 1985-05-29 1990-05-03 니뽕 빅터 가부시끼가이샤 자기 기록 매체
JPS61273734A (ja) * 1985-05-30 1986-12-04 Victor Co Of Japan Ltd 磁気記録媒体
JPH01263919A (ja) * 1988-04-13 1989-10-20 Fuji Photo Film Co Ltd 磁気記録媒体及びその製造方法
US5645917A (en) 1991-04-25 1997-07-08 Fuji Photo Film Co., Ltd. Magnetic recording medium
US20020146963A1 (en) 2001-02-08 2002-10-10 3M Innovative Properties Company Composition containing graphite
US7884158B2 (en) * 2005-09-06 2011-02-08 L'Oré´al Cosmetic compositions containing block copolymers, tackifiers and phenylated silicones
US11367460B2 (en) 2018-03-29 2022-06-21 Fujifilm Corporation Magnetic recording medium and magnetic recording and reproducing device
JP7003074B2 (ja) 2019-01-31 2022-01-20 富士フイルム株式会社 磁気テープ、磁気テープカートリッジおよび磁気テープ装置
JP7003072B2 (ja) * 2019-01-31 2022-01-20 富士フイルム株式会社 磁気テープ、磁気テープカートリッジおよび磁気テープ装置
JP7098562B2 (ja) 2019-03-22 2022-07-11 富士フイルム株式会社 磁気テープ、磁気テープカートリッジおよび磁気記録再生装置
JP7105211B2 (ja) 2019-03-28 2022-07-22 富士フイルム株式会社 磁気テープ、磁気テープカートリッジおよび磁気記録再生装置
JP6778787B1 (ja) 2019-05-15 2020-11-04 富士フイルム株式会社 磁気記録媒体および磁気記録再生装置

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS5729769B2 (nl) * 1974-02-15 1982-06-24
JPS5337003B2 (nl) * 1974-05-22 1978-10-06

Also Published As

Publication number Publication date
DE3535530C2 (de) 1996-12-19
JPS6185621A (ja) 1986-05-01
JPH0542735B2 (nl) 1993-06-29
DE3535530A1 (de) 1986-05-28
US4693929A (en) 1987-09-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4571364A (en) Magnetic recording medium
US4963433A (en) Magnetic recording medium
US4650720A (en) Magnetic recording medium
JPS58100B2 (ja) ジキキロクタイ
JPH0474777B2 (nl)
US4539257A (en) Magnetic recording medium having improved running properties
NL8502708A (nl) Magnetische band.
US5827599A (en) Magnetic recording tape having a backcoat and specified edge profile
US5407725A (en) Magnetic recording medium having a magnetic layer containing two carbon blacks each within specific particle size and DBP adsorption ranges
KR0155992B1 (ko) 자기 기록 매체
US4946740A (en) Magnetic recording medium
US4789591A (en) Magnetic recording medium
JPH048855B2 (nl)
US4649072A (en) Magnetic recording medium
US5073439A (en) Magnetic recording medium comprising a vinyl chloride based resin group containing an epoxy group or a polar or both and further a polyurethane resin containing three hydroxyl groups and one polar group
US4734325A (en) Magnetic recording medium
US4728569A (en) Magnetic recording medium
US4686139A (en) Magnetic recording medium
US5098785A (en) Magnetic recording medium containing a copolymer having an anionic functional group which forms an intermolecular salt
US4640863A (en) Magnetic recording media
US4601946A (en) Magnetic recording medium
US5110658A (en) Magnetic recording medium
US5116658A (en) Magnetic recording medium
US4818608A (en) Magnetic recording medium
US4663217A (en) Magnetic recording medium

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed