NL8502129A - Werkwijze voor het behandelen van tabak. - Google Patents

Description

Ν.Ο.33.315 1

Merkwijze voor het behandelen van tabak.

De uitvinding heeft betrekking op een verbeterde werkwijze voor het behandelen van tabak, in het bijzonder op een verbeterde werkwijze 5 voor het expanderen van tabak, waarbij het vochtgehalte van de tabak op een betrekkelijk hoge waarde wordt gehouden.

Er zijn een aantal werkwijzen bekend, waarbij tabak wordt geëxpandeerd door de tabak onder druk te impregneren met een vloeibaar gemaakt gas, zoals kooldioxide, waarbij het gas als een vloeistof in de 10 tabak wordt opgenomen. Wanneer de druk op de zo geïmpregneerde tabak wordt verminderd, wordt het vloeibaar gemaakte gas vast en wordt de tabak vervolgens geëxpandeerd wanneer de vaste stof verdampt wordt. In de Amerikaanse octrooischriften 4.336.814 en 4.340.073 alsmede in een aantal eerder gepubliceerde octrooi schriften en publikaties, die in de-15 ze Amerikaanse octrooi schriften worden vermeld, wordt een dergelijk ruime werkwijze geopenbaard respectievelijk gesuggereerd. Daarnaast zijn uit een aantal octrooi schriften en octrooiaanvragen constructieve inrichtingen bekend voor het uitvoeren van de werkwijze voor het expanderen van geïmpregneerde tabak in kanaal stelsels en daarmee verbonden 20 droogkamers (vergelijk de Amerikaanse octrooischriften 3.357.436, 3.786.573, 4.366.825 alsmede de daarin genoemde octrooischriften). Verder worden in de Amerikaanse octrooiaanvragen SN 391.882 (ingediend op 24 juni 1984) en SN 541.752 (ingediend op 13 October 1984) constructieve inrichtingen beschreven, die kunnen worden gebruikt voor het expan-25 deren van geïmpregneerde tabak in kanaal stelsels en daarmee verbonden droogkamers, waarbij in elk van deze octrooiaanvragen een toevoer-inrichting voor tabak is beschreven, die zich in hoofdzaak bij de ingang van een scheidingsinrichting bevindt en die dient voor de toevoer van tabak, die moet worden gedroogd en geëxpandeerd in het kanaal bij 30 de ingang van de scheidingsinrichting.

De onderhavige uitvinding onderkent bepaalde nadelen van de bekende werkwijze voor het expanderen van tabak en verschaft een verbeterde werkwijze voor het expanderen van tabak met een verminderd verlies aan vulvermogen van de tabak en tegelijkertijd optredende verminderingen 35 van verliezen aan glycerol, alkaloïden en suiker. Daarnaast maakt de werkwijze volgens de uitvinding het mogelijk de tabak met een lagere temperatuur uit de droger af te voeren, terwijl daarnaast een grote expansie van deeltjes en een verhoging van vochtgehalte van de tabak, die uit de droger wordt afgevoerd worden bereikt, met als resultaat grotere 40 en minder kruimelige deeltjes. In verband met het toegenomen vochtge- & -V. § V- - «in w 2

* I

halte van de tabak, die uit de drooginrichting wordt afgevoerd, en dat het resultaat is van de onderhavige uitvinding, is weinig of geen her-bewerking ("reordering") vereist om het geëxpandeerde tabaksprodukt op het uiteindelijk gewenste vochtgehalte te brengen en is minder koe-5 ling vereist en derhalve is minder energie vereist om het uit de inrichting afgevoerde tabakprodukt op een aanvaardbare opslagtemperatuur te brengen. Omdat verder weinig of geen herbewerking van de tabak vereist is om het geëxpandeerde produkt op het uiteindelijk gewenste vochtgehalte te brengen, behoeft weinig of geen water te worden toege-10 voegd en dientengevolge wordt het verlies aan vul vermogen aanzienlijk vermi nderd.

De uitvinding verschaft in het bijzonder een verbeterde werkwijze voor het behandelen van tabak, die de volgende trappen omvat: instellen ("ordering") van tabak tot een tevoren gekozen vochtgehalte 15 dat voldoende is om een tabak op te leveren, dat een uiteindelijke vochtigheid in het gebied van ongeveer 9 gew.% tot ongeveer 15 gew.% (als in de oven vluchtige bestanddelen) en vulwaarden, die ten minste gelijk zijn aan de vulwaarden van tabakssoorten, die gedroogd zijn tot een vochtgehalte in een lager gebied, bezit; 20 impregneren van de bewerkte tabak met vloeibaar gemaakt gas onder specifieke omstandigheden betreffende druk en temperatuur en voldoende verlagen van de druk voor het vormen van een vaste stof in de tabak; en onderwerpen van de met vaste stof geïmpregneerde tabak aan de beno-25 digde druk en temperatuur gedurende een tevoren gekozen, met betrekking tot de voorscheider beperkte verblijftijd van minder dan ongeveer 0,1 seconde, waarbij de vaste stof wordt verdampt en de tabak doet expanderen, waarbij als eindprodukt tabak met een vochtgehalte in het gebied van ongeveer 9 gew.% tot ongeveer 15 gew.% (als in de oven vluchtige 30 bestanddelen) en vulwaarden, die ten minste gelijk zijn aan de vulwaarden van tabak, die gedroogd is tot een vochtgehalte in een lager gebied bij een langere verblijftijd in de voorscheider, wordt verkregen.

Het zal duidelijk zijn, dat in de verschillende trappen van de werkwijze volgens de uitvinding door een deskundige veranderingen kun-35 nen worden aangebracht zonder van het wezen van de uitvinding af te wijken.

Opgemerkt wordt, dat voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding, zoals hierin beschreven, diverse constructieve, op zichzelf bekende inrichtingen kunnen worden toegepast met inbegrip van de 40 in de bovengenoemde octrooi literatuur beschreven inrichtingen voor het 1502129 f 4 3 expanderen van geïmpregneerde tabakssoorten in kanaal stelsels en daarbij behorende, ermee in verbinding staande droogkamers. Kortheidshalve worden details van dergelijke constructieve inrichtingen niet nader beschreven, waarbij wordt opgemerkt, dat de constructieve inrich-5 ting, die wordt toegepast bij de gebruikelijke werkwijze volgens de stand van de techniek, welke de in de onderstaande tabel A aangegeven vergelijkende waarden opleverde, dezelfde was als die van fig. 4 van de bovengenoemde Amerikaanse octrooiaanvrage SN 541.752 en dat de constructieve inrichting, die werd toegepast voor het uitvoeren van de 10 werkwijze volgens de uitvinding, die de in de onderstaande tabellen B, C en D aangegeven waarden opleverde, dezelfde was als die van fig. 5 van de bovengenoemde Amerikaanse octrooiaanvrage SN 541.752.

In het algemeen wordt de volgens de werkwijze van de uitvinding te behandelen tabak bewerkt met een mengsel van bijvoorbeeld water en gly-15 cerol tot een niveau, dat ligt boven de gebruikelijke vochtgehalten voor kerftabak. Wat dit betreft wordt bij het bewerken van tabak tot gebruikelijke kerf vocht i gheden tabak met "O.V." of in de oven vluchtige bestanddelen (zoals bepaald door het gewichtsverlies van een monster, dat in een voorverwarmde oven met geforceerde circulatie gedurende 3,25 20 uren bij 110°C is gedroogd) van ongeveer 20 gew.%. Volgens de onderhavige uitvinding wordt de instellingstrap zodanig geregeld, dat een tabak wordt geproduceerd, dat een hogere vochtigheid bezit dan dergelijke gebruikelijke kerfvochtigheden, of een instelling tot een vochtigheid in het gebied van ongeveer 22 gew.% tot ongeveer 26 gew.%, met voordeel 25 ongeveer 25 gew.% vocht. De ingestelde tabak wordt volgens de werkwijze van de uitvinding vervolgens gekerfd met ongeveer 30 kerven per inch (85 kerven per decimeter) en onder druk met vulbaar kooldioxide geïmpregneerd en vervolgens wordt de druk voldoende verminderd om in de tabak vast kooldioxide te vormen. De met vast kooldioxide geïmpregneer-30 de tabak met de bovengenoemde vochtigheid wordt vervolgens behandeld in een expansie-inrichting, waarin een uiterst korte verblijftijd kan worden ingesteld, hetgeen in tegenstelling staat tot de gebruikelijke expansie-inrichtingen, waarin een langere verblijftijd wordt ingesteld, onder tevoren gekozen omstandigheden betreffende druk en temperatuur, 35 zodat het vaste kooldioxide sublimeert of verdampt en de tabak doet expanderen, waarbij als eindprodukt een tabak wordt verkregen met een vochtgehalte in het gebied van ongeveer 9-15 gew.% (als in de oven vluchtige bestanddelen), hetgeen hoger is dan de 1-6 gew.% (als in de oven vluchtige bestanddelen), welke waarde normaliter gevonden wordt.

40 Zoals uit de onderstaande tabellen B-D blijkt, heeft dit toegenomen $50 2129 . * * 4 vochtgehalte verbeteringen betreffende de deeltjesgrootte tot gevolg aangezien de deeltjes minder bros en kruimelig zijn en de verliezen aan de totale hoeveelheid suiker, glycerol en alkaloïde doet verminderen omdat de temperatuur van de tabak lager is bij de combinatie van grote 5 vochtigheid en de relatief uiterst korte verblijftijd in de expansie-inrichting.

Ter illustratie van de verbeteringen, die het uitvoeren van de verscheidene trappen volgens de onderhavige uitvinding met zich meebrengt, worden in het onderstaande vier voorbeelden met daarbij beho-10 rende tabellen gegeven, waarbij in tabel A van voorbeeld I de waarden worden aangegeven, die nagenoeg gebruikelijke verblijftijden in de voorscheider betreffen. Wat betreft dit punt dient te worden opgemerkt, dat de verminderde verblijftijd van 0,7 seconden van tabel A tot 0,06 seconden, zoals weergegeven in de tabellen B, C en D, in de gegeven 15 voorbeelden in hoofdzaak door middel van verminderde verblijftijden in de voorscheider tot stand worden gebracht, waarbij de verblijftijd in de scheider nagenoeg dezelfde is voor alle onderstaande voorbeelden. Normaliter is de verblijft!jd. in de scheider zelf ongeveer 1,4 seconde. Verder dient te worden opgemerkt, dat de resultaten van de vulwaarde-20 proef volgens Borgwaldt in de onderstaande tabellen werden verkregen door een bepaalde gewichtshoeveelheid proeftabak samen te persen in een cilinder onder een belasting van 3 kg (vrije val) gedurende een periode van 30 seconden. Het gewicht van het monster en de hoogte van de samengeperste tabakskolom dienden voor het berekenen van het vullend vermo-25 gen, uitgedrukt in cm^/g. Wat betreft de in de tabellen weergegeven waarden van de deeltjesgrootteverdeling (PSD) wordt opgemerkt dat deze waarden in het algemeen werden verkregen door het plaatsen van een afgewogen hoeveelheid tabak op de bovenste zeef van een Ro-Tap inrichting en het zeven van de‘tabak door een reeks opeenvolgende Tyler zeven met 30 de aangegeven tevoren gekozen maaswijdte.

Voorbeeld I

In dit voorbeeld werd een tabakmengsel van 50 gew.% "flue-cured" tabak en 50 gew.% "burley" tabak geconditioneerd en ingesteld op de in tabel A (Ia-f) aangegeven vochtigheidspercentages. De bewerkte tabak 35 werd vervolgens met 30 kerven per inch (85 kerven per decimeter) gekerfd en onder een druk in het gebied van ongeveer 2550 tot ongeveer 2930 kPa en bij een temperatuur in het gebied van ongeveer -10°C tot ongeveer -15°C geïmpregneerd met vloeibaar kooldioxide. Na de impreg-nering werd ontspannen, waarbij het vloeibare kooldioxide in de tabak 40 vast werd. De bevroren tabak werd vervolgens losgemaakt en door een 8502 1 : * * 5 "frozen surge bulker", een weeg-transportinrichting en in een expansie-inrichting/tangentiële droger-scheider geleidt. Zoals wordt beschreven in de fig. 3 en 4 van de Amerikaanse octrooiaanvrage SN 541.752 werd de toevoer van de bevroren tabak in het drogersysteem tot stand 5 gebracht door middel van een roterende luchtsluis, die in een horizontaal kanaal uitmondde. Het kanaal draaide daarna 90®, ging verticaal omhoog, draaide weer 90° en was verbonden met een tangentiële schei -der. Öe verblijftijd in het kanaal was ongeveer 0,7 seconden. De verblijftijd in de scheider was de gebruikelijke tijd, namelijk ongeveer 10 1,4 seconden. De geëxpandeerde tabak werd vervolgens in een regel cilinder gebracht, waarin de vochtigheid werd ingesteld op ongeveer 12 gew.% (als in de oven vluchtige bestanddelen), waarbij versproeid water van 10-15°C en koellucht van 21°C werd toegepast.

Zoals blijkt uit de onderstaande waarden van tabel A, waarin de 15 gegevens van voorbeeld I zijn verzameld, waarbij de relatief lange verblijftijd van 0,7 seconden in de voorscheider wordt toegepast, werd zelfs bij verhoogde vochtigheden bij het binnentreden van de koeler van ongeveer 25 gew.% niet in aanzienlijke mate de vochtigheid van het uit de droger tredende materiaal verhoogd. Daarnaast werden weinig of geen 20 verbeteringen (veranderingen) van de deeltjesgrootteverdeling opgemerkt • « bij een vergelijking yan de proeven a-f van tabel A met de proeven b en c van tabel B en de b-proeven van de tabellen C en D, waarbij zowel een relatief korte verblijftijd van 0,06 seconden als een verhoogde vochtigheid van het in de droger tredende materiaal van ongeveer 25 gew.% 25 werd toegepast. Verder werden geen opmerkelijke verbeteringen waargenomen bij de proeven d, e en f van tabel A in vergelijking met de proeven b en c van tabel B en de b-proeven van de tabellen C en D met betrekking tot de vermindering van het percentage aan glycerol-, alkaloïde-en suikerverliezen.

S502 1 2 8 » 6

TABEL A

ia_ lb_ Ic_ ld_ Ie_ If_

Waarden van de droger:

Verblijftijd in de voor- scheider (sec.) 0,7 0,7 0,7 0,7 0,7 0,7

Temperatuur van het binnentredende gas (°C) 327 329 329 332 329 329

Hoeveelheid gas (kg/h) 34,5M 34,5M 34,5M 34,5M 34,5M 34,5M

Hoeveelheid vaste stof (droog, kg/h) 1479 1515 1383 1597 1597 1520

Vochtigheid (gew.56)

In het proces gebracht _ _ materiaal 21,3 22,7 22,6 25,8 24,8 23,7

Uit de scheider/luchtsl uis afgevoerd materiaal 1,8 1,6 2,1 2,3 3,0 1,2

Vul waarde volgens Borgwaldt (cm3/g014 gew.% vocht)

In het proces gebracht materiaal 4,09 3,85 4,26 - 3,87 4,36

Afgevoerd, opnieuw ingesteld . Q, 7 eindprodukt 7,44 7,29 6,92 - 6,85 7,24

Expansie (%) 82 89 62 - 77 66

Deeltjesgrootteverdeli ng (Tyler)

Afgevoerd, opnieuw ingesteld eindprodukt +9 mesh (2,00 mm) (¾) 46 42 45 45 52 47 - -14 mesh (1,19 mm) (¾) 23 24 23 24 19 21

Glycerol: - (kg glycerol/kg droge tabak)

In het proces gebracht _ „ _ , . „ materiaal 3,8 3,1 - 5,6 6,7 4,3

Afgevoerd, opnieuw ingesteld eindprodukt 2,4 2,2 - 4,0 3,8 3,3

Verlies (¾) 37,0 29,0 - 29,0 43,0 23,0

Alkaloïden (¾)

In het proces gebracht ^ materiaal 3,13 3,13 3,13 - * Afgevoerd, opnieuw ingesteld , n_ eindprodukt 1,93 1,93 1,93 -

Verlies (%) 38,0 38,0 38,0 -

Totale hoeveelheid suikers (%)

In het proces gebracht materiaal 6,8 6,8 6,8

Afgevoerd, opnieuw ingesteld eindprodukt 5,5 5,5 5,5

Verlies (%) 19,5 19,0 19,0 8502129

* .V

7

Voorbeeld II

Tabak werd op dezelfde wijze als in voorbeeld I verwerkt, behalve dat bevroren tabak onmiddellijk voor de tangentiële scheider in het droogkanaal werd gebracht. Dientengevolge was de verblijftijd in de 5 voorscheider 0,06 seconden, in vergelijking met 0,7 seconden van voorbeeld I, tabel A. Het zal duidelijk zijn, dat zo'n kortere verblijftijd met voordeel kan liggen in het gebied van ongeveer 0,01-0,1 seconden.

Zoals blijkt uit tabel B werd de tabak van de onder Ila aangegeven proeven ingesteld op een vochtigheid van ongeveer 20 gew.% (als in de 10 oven vluchtige bestanddelen) terwijl de tabak bij de proeven Ilb en IIc werd ingesteld op een vochtigheid van ongeveer 25 gew.% (als in de oven vluchtige bestanddelen). Voor de proeven Ha, Ilb en IIc werden verschillende temperaturen van het in de droger tredende gas gebruikt. De toename van de vochtigheid van het uit de scheider tredende materiaal 15 bij de proeven Ilb en IIc in vergelijking met de proeven volgens 1la is opmerkelijk. Verder is de toename van de percentages van de vulwaarde volgens Borgwaldt opmerkelijk bij een vergelijking van de proeven Ilb en IIc met de proeven Ila. Daarnaast dienen de verbeteringen van de deeltjesgrootteverdeling te worden opgemerkt bij een vergelijking van 20 de proeven Ilb met de^proeven Ila. Verder dient de vermindering van de verliezen aan glycerol te worden opgemerkt bij een vergelijking yan de proeven Ilb en IIc met de proeven Ia, Ib, ld, Ie en If van tabel A en dient de vermindering van de verliezen aan alkaloïde en suiker te worden opgemerkt bij een vergelijking van de proeven Ilb en IIc met de 25 proeven van Ila. De verminderingen van de vereisten ten aanzien van het sproeien voor het opnieuw instellen dienen te worden opgemerkt bij een vergelijking van de proeven van IIc en Ila (tabel B) evenals de verminderingen van de temperaturen van de tabak bij een vergelijking van de proeven van Ilb en IIc (tabel B) met de proeven van Ila (tabel B).

2202129 8 VQ LO CO CO CM O CT) o o cm λ r*s, λ λ un co Λ * «d* >d* LO LO rH CO S f" " "Jg ococorH co oo r—. cm "d· co co s: (X) LO CO CO CM o lo o O LD * Γ—. * * LO O * " O «d" CO CO CM I-. «d* O * *σ o co co i—i cm ld r- CMt-H «d· co r- Σ

to LO CO CO LO O «d" O

o o co * r— * * lo «d· * t—4 «i l£) *3" CO «3" i—I *d" *d" * "ΙΛ t-π o cm co t—i txjr-i n. cm i—i >d· r—. lo

LO CS LO N. CO CM IX) O

O ΟΊ Λ rH * * LO CM " * cm «d- co ii σ ** ίο * "lo Ο COCO τΗ P- CM 'd· coco

tp ^ LO r— 1-. CM LO O

O "d" " i—I «1« LOO* * σ *d- co ii «d- ^t-co * *co

O CM CO i—I r— CM "d" CON

LoÏolO Γ—· i—I CM LO O

r·I O "d" " Ή * * LO r— * *LO«d-co ii en *d* o " *ι-ι 1—4 O CM CO 1—4 LO. CM f—1 'd· r— r—-

+J

2: sz (X) LO r— OJ LO O 1—4 LO o o σ » σ rH * « o Lo i—1 * n CM «d“ CO i—I 1—4 1—I O CO > * *1 · o coco i-4 >d· t-π σ cm co in E s Λ

<X3 LO Γ—. CM 1—I (U '—1 LO O

o n. * σ * * σ LO o * •>Oi*d-co co cm co or— * *lo o cm co 1-4 cm σ co cm «d- *d· co r— 2: £3 lOLor— co co 1—4 0 0 «o o -d· * σ * * σ Lo co * 1—1 «Lo«d*co cm σ σ o σ « *σ

1-4 o CM CO rH CM LO N. CM CO *3" N. LO

υ

θ' XJ

1 O CO -P γ- ε — <λ ·!— ό <u

CU E ·ι- 3 1— -P

I C LU r-. JX 3 >— « «Λ E C -p I -f-> XX CO r— 10 3 Φ .. o ·ι— —.4- o) e co ra xu LO -p -p σ-ρ σ e o jo o .e <u 3 .a ό -p ji s: s-.ee (U> ·— +J > <C+J_C υ υ O O -r- cn j-> σ to o .—. Ό +j o 1— -— ca 3 r— co ca ocu <u jx xj ·· xj .c t- <u 3 ca s^. e i— ca e 3 s_ X3 -E -—.·— CU C C m— *—. LU σ Ό r— ca · -O ca LO JO 3 σ o+j <u cu lu σ o —- T- 2 cu ·«- ecu cu C'-.CO CO (O 4- 1— -E— E E E E CU O E E CU σ τ- eu «t— «ca«_- coca 4- ,— i— cl o ca cu cu σ aicu σ 3 XI υ> σι > r-. cu cu LU E LO O > X3 p '— CO XI -P i— LO Q.

T3CU (O JE E+JCUCUEO <i—ca CU 'r- «O OCU O r— sz ’r-} ίο e d a a *—» +j ιλ > fi οι η e cu E T3 a lu É > υ +1¾¾ <a ----- σ·ι-·Γ- σ ai c lu ca > -— 3 x: ·ι-ο sz o *χ»ί—-

> +J 3 cu CU J»c XT o ï E 3 UO LUEi— 0X3 CU E r- X3 3 4- E -P <U JE xr JE E LU +J CO E E a« (O S. XJ CL ca E X! CU

co e *r-j cu ca x31— i— * c2 xjcu-p ca cu σ ca cu e ra o Ot

CU-i— XJECCUCUO CU 3 CU Μ- T3 ca E CU O T u-r JJ O CO+Jm-OECO

_J T3i— -r-CUCUCUCUO T3CUi— CULUS 0) X > +-> LU E T3 > X <1) E > Q. C

UJ E Üq LU CLX3 > > O ίτ ΙΟ OC Q. LU XCECLU LU 3 -E CU CU T3 Π3 co coejescululue ca c -p e c σ ε p σ υ +-> +j σ r— -p ,σ e ο.

C cacuoajEOoxJ ca cl o cl cu xx cu-i-4- o e ca t- 4- 3 e x 4- ·ι- x l— 3> col—prere-— 2 oh ιοοιή i— o ca >h gu ra >h g < olu 85 0 2 ΐ 2 9 9 I— co o Γ" i—O __ ii Γη co * σι ^ ° Λ «Η Λ Λ p**^ * Λ Λ (Τ) CVlH CSI CM Η ί***» Ο Γη σϊ ο σΐ So co ,, « « « « *> * " 1 ' CO CMtO Μ CM σ> Ι'·' Γ"· ΓΗ Γ«* VO Γ*·» tO _ . _ γη οο cn Γ". ο co no ,« « « « « * * Λ Λ Λ “ II 00 COCO CNJ ΝΓν f^· f'"-' ►Η r-^. t-π in no ___ co vo ο σ> oo " co to o £οΓη CM CMC» CM CM CM 0- l~- ^ ο·»οθ to VO o co 0-¾ o cn to " co to o aeo « « « ««oo " * * SS CM CM OO CM CM rH Γ-- Γ- co ίο co „ , JO oo «Λ ® ΰ.°. “« °°.

HI 5° CM CM.O cm CM σι C-» Ρ» O

r-H *3" O CO

σ> cm * r~~ r-~ " . « «00 “ co OO CM I I I CM CM CM Γ- CO r-l

I—I CM O __O

oi « r-~ to * _, « «p·**. * "^J· 5- CM 111 CM CM pH l-VOr-l I-· to o , _ σι -5f * I" co o

m ^ 5¾ III CM CM Γ-Η ^ C" CO

S- <y a* 5·® 2* Ξ 2 w 2 * « ® £ £ SS So s 3 £ I! __s s 2 ? *3 £ 1Γ1Γ oio £ υ -r- «Λ o - -O ii ο ο i0^ _ £ US S-S-3 £r 3 Έοΐ <y 5 οσ^ “0-03 -Sr; C! r, σ > <u ο «-η ® « ® ® “ gj .,- « « σ» Dl ·Γ“ CJ1 ·£ >· wl g > II — Ss I Ss I SS & 5 2 «£ww °o co -§»» go "-* ** ro S fli O b o >s β O O M -r ffl 0) O W (000<Λ “ “ S PffiH. 2^4J.r OS.O Ό -P -r- O S- O ® tï V 2 ® _I r? > Q.+ s ai σ> ω Z > a.-r- h <u s- > a.·.- r- o s_ > o-r-

ÜJ i- O-σ + I O x <1) <DO-~ fO.C<U<U-Or- jS^ijoTcT

§ $£> = ω £c£i?£fe Ρ=§£·|| i ü<0 O -__5 E<<U>· <~ E< <u> Hhê<®> 330212¾ 10 Λ

Voorbeeld III

De tabak werd verwerkt zoals in voorbeeld II. Zoals blijkt uit de onderstaande tabel C werd de tabak bij de proeven lila ingesteld op een vochtigheid van ongeveer 21,5 gew.% (als in de oven vluchtige bestand-5 delen), terwijl de tabak volgens de proeven IIIb werd ingesteld op een vochtigheid van ongeveer 25 gew.%. Evenals in voorbeeld II dienen de toename van de vochtigheid van de uit de schei der afgevoerde tabak en de afname van de temperatuur van het uit de schei der afgevoerde materiaal van de proeven IIIb in vergelijking met de proeven lila te worden 10 opgemerkt, evenals het vereiste van de kleinere hoeveelheid water voor het opnieuw instellen. Verder dient de toename van de percentages van de vul waarden vol gens Borgwaldt te worden opgemerkt wanneer de proeven Illb worden vergeleken met de proeven lila. Daarnaast dient de vermindering van de verliezen aan glycerol, alkaloïde en de totale hoeveel-15 heid suiker te worden opgemerkt wanneer de proeven Illb worden vergeleken met de proeven IIIa.

3S021Z, 11 jo ^ ^ ^ H. CM 3 ° 3* as S a m o co co *—* . ,,. °lfn -4. CO ΙΟ Γ-ι σι CO rs «30 - O e“* H CO to σΓ ^ °lfo" £ o 8 m 2 ^ ^vovo » ®·» s s 2 S ^ ? S S°‘ o coS 2 ~ g ** > ?»* « 3 <u s 8 Ss as a 2 5 s, “ s-2 - " SiS 2 cm <£> * r-o

1—1 o co CO >-I

CJ1

CO

E

υ o' Ό * 2-- ui 42 -σ 'öj . ë ^'5 5 « « ,,έ £ ^ t) L S3 3« ** * ! go -° £ 3-§ -p£ o o oo 5 g1 ω -g j?"’ § ..-o2^ <U=« *%” £ § °-o a> cc-rvocn ·σ^-<0 · -Q « w-g g £ ω α; ω ojo^: ^-r- Ϊ g, s_ Γ =¾ ® ο.ί'ΤβΙ.β fl tr-r 0-0 « <u <u cn ωω cn = -σ υ > σ> > — ai a> a> s_ crt ο > -σ -p — <λ tj-p r-« g- -αω ιη -= i- p ω ω = 0 ·>- g _ω ^ S ° g criui s. ΙΟΤ3ΌΜ 4Jtn>+j<Ut-i = ω E ό ο ωΕ >u p »< >£ΓΙΓΐΙ5 = ® 5g = Iq-^iiο ο lull's $2 -ss^-s“ss fc-ss llgil-1 g lts II δ δ £ fe*E5£-£« §μ§ f^s Iclêil 8532129 12 LO coo Γ'- ο ο ιη «3-ο COrH" CO CO " " Λ « >* « «co co σ>

CO CO CM CM

JO lOrHO S WO LfJ i—1 O

I—I co I—I " CO I*·* * * * l—l « »IS « "ID CO CTl

I—I CO CO CM CM

cor^o co cm o r·'. ^ o COO* O' «Sj* « « « « « « co « « r~- co coco

CM CM rl CM Μ H

ra co oo cor^-o h· cvio t—I coo* <D <· * " * I—I « «CM " «CO CO O")

t-H CM CM i—( CM CM i—I

<—* -a το v_> -o P I— i— r— rod) cu to cu

_Q p p s_ P

(O CO CO CD «Λ P (U CD 0)

+J CD p CD .r- -p CD

U£ C XTC 3 J= C

σι u ·γ- u !- co α το <o (Ο <0 S_ S- 2 S- 2 "OS- 3 J T3 _n 5 jo 3 T- jo 3 σι cuaj a) cu oj ai ai I— CD CT) <- CD ·!— £ O' ΤΟ P C C 1— c > «V» CO CL 5¾ CO CL (Ucoo.

S_ — CU Ο ------ 0)<UO

cu ου pυ p > υ p > s_ o «ρ co «jcïi 0)0 «ps* w ·. 0) S- r— Ό 3^ 0) S.r-13 3'— OS-i—’ÖO'-- r- υ Q. (O S- *σ Ό β·β s-t) £ 0(0 Ι.Ό

Ο 0>) (Ο ΟΙ Ο (Λ a— fO O) O CO ra Ο) O CO

S_ r— P t- O S- 0) Ο P T- Ο P Ο) 0) P T- O 5- O) _1 O) (D CU S- > Q.t- (— 0) S- > CL·!- Γ- O) S- > Q.T- LÜ O J=tt)0)T3r— IB r 0) 0) T3 1— «r 1) OJ-Or- CO >, CD penes- p PCDCS- p PCDCS- < p c ro p -I- a) p— c ra Μ- -I- 0) oc<oPt-<u I— CJ3 ---- P < φ > <H E< <u> (— M E< (U> A s λo 13

Voorbeeld IV

Tabak werd op dezelfde wijze als in de voorbeelden II en III verwerkt. Zoals blijkt uit de onderstaande tabel D werd de tabak bij de proeven volgens IVa ingesteld op een vochtigheid van ongeveer 22 gew.% 5 (als in de oven vluchtige bestanddelen) terwijl de tabak volgens de proeven IVb werd ingesteld op een vochtigheid van ongeveer 24,5 gew.% (als in de oven vluchtige bestanddelen). Bij een vergelijking van de proeven volgens IVb met die van IVa dienen de verbeteringen van de deeltjesgrootte en de expansie en de vermindering van de verliezen aan 10 glycerol, alkaloïde en de totale hoeveelheid suiker te worden opgemerkt alsmede de afname van de temperaturen van het uit de scheider/1ucht-sluis afgevoerde materiaal en de vereiste hoeveelheden versproeid water voor het opnieuw instellen.

TABEL D

JVa_ IVb_

Waarden van de droger:

Verblijftijd in de voor- scheider (sec.) 0,06 0,06 0,06 0,06

Temperatuur van het binnentredende gas (°C) 321,1 332,8 287,8 304,4

Hoeveelheid gas (kg/h) 34,5M 34,5M 34,5M 34,5M

Hoeveelheid vaste stof (droog, kg/h) 1769 1769 1814 1814

Waarden- betreffende het opnieuw instellen:

Totale hoeveelheid versproeid water (g/h) 50 53 13 22

Eenheden versproeid water (kg water/1000 tabek) 107 113 46

Temperatuur van de tabak (°C)

Uit de scheider/1uchtsluis ien afgevoerd materiaal 175 175 150 160

Vochtigheid (gew.%)

In het proces gebracht _ ηΛ r materiaal 21,8 21,8 24,5 24,5

Uit de scheider/1uchtsluis af gevoerd materiaal 6,7 5,o u,5 10,4

Vulwaarde volgens Borgwaldt (cm3/gê.l4 gew.% vocht)

In het proces gebracht . n1 ... .

materiaal 4,91 4,91 4,42 4,42

Afgevoerd, opnieuw ingesteld eindprodukt 8,34 8,51 7 68 8,06

Expansie (%) 70,0 74,0 74,0 82,0 853212» ·« ·► 14 TABEL D (vervolg) IVa_ IVb_

Deeltjesgrootteverdeli ng (Tyler)

Afgevoerd, opnieuw ingesteld eindprodukt +9 mesh (2,00 mm) (¾) 38 - 43 44 -14 mesh (1,19 mm) (%) 28 - 22 23

Glycerol: (kg glycerol/kg droge tabak)

In het proces gebracht materiaal 2,36 2,36 2,06 2,06

Afgevoerd, opnieuw ingesteld eindprodukt 2,19 2,19 1,99 1,93

Verlies (¾) 7,0 7,0 3,0 6,0

Alkaloïden (¾)

In het proces gebracht materiaal 3,05 3,05 3,01 3,01

Afgevoerd, opnieuw ingesteld eindprodukt 2,56 2,48 2,81 2,69

Verlies (¾) 16,0 19,0 7,0 11,0

Totale hoeveelheid suikers (¾)

In het proces gebracht materiaal 9,5 9,5 9,4 9,4

Afgevoerd, opnieuw ingesteld eindprodukt 8,5 8,5 * 8,8 9,1

Verlies (¾) 11,0 11,0 6,0 3,0

Uit de bovenstaande voorbeelden en de daarbij behorende tabellen, waarbij wordt opgemerkt dat alle geëxpandeerde produkten opnieuw werden ingesteld op een eindvochtigheid van 12 gew.% (als in de oven vluchtige bestanddelen), kan gemakkelijk worden afgeleid, dat de werkwijze volgens de uitvinding een werkwijze voor de behandeling van tabak betreft, waarbij de verliezen aan glycerol, alkaloïde en de totale hoeveelheid suiker beter kunnen worden geregeld, de regeling van de deeltjesgrootte verbeterd is en de vulwaarde van de tabak verbeterd is en tegelijkertijd het versproeien van een kleinere hoeveelheid water vereist is en minder koeling vereist is voor het opnieuw instellen en bewaren van de tabak.

8502129

Claims (13)

1. Werkwijze voor het behandelen van tabak, met het kenmerk, dat men de volgende trappen uitvoert: instellen van tabak op een tevoren gekozen vochtgehalte, dat voldoende 5 is om een vochtigheid van de uiteindelijke tabak in het gebied van ongeveer 9 gew.% tot ongeveer 15 gew.% (als in de oven vluchtige bestanddelen) en vulwaarden, die ten minste gelijk zijn aan de vulwaarden van tabak, die is gedroogd tot een vochtgehalte in een lager gebied, te verkrijgen; 10 impregneren van de ingestelde tabak met vloeibaar kooldioxide onder de benodigde druk en temperatuur en voldoende verminderen van de druk voor het vormen van vast kooldioxide in de tabak; en onderwerpen van de met vast kooldioxide geïmpregneerde tabak aan de benodigde druk en temperatuur gedurende een tevoren gekozen, met be-15 trekking tot de voorscheider beperkte verblijftijd van minder dan 0,1 seconde, waarbij het vaste kooldioxide wordt verdampt en de tabak doet expanderen, wat als eindprodukt een tabak oplevert met een vochtgehalte in het gebied van ongeveer 9 gew.% tot ongeveer 15 gew.% (als in de oven vluchtige bestanddelen) en vulwaarden, die ten minste gelijk zijn 20 aan de vulwaarden van tabak, die is gedroogd tot een vochtgehalte in een lager gebied bij een langere verblijftijd in de voorscheider.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat men het instellen uitvoert met een mengsel van glycerol en water.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat men de 25 tabak .instelt op een vochtgehalte van ongeveer 25 gew.%.

4. Werkwijze volgens conclusie 1-3, met het kenmerk, dat men als tabak een mengsel van 50 gew.% "flue-cured" tabak en 50 gew.% "burley" tabak gebruikt.

5. Werkwijze volgens conclusie 1-4, met het kenmerk, dat men de 30. trap van het impregneren met vloeibaar gemaakt kooldioxide uitvoert onder een druk in het gebied van ongeveer 2550 tot ongeveer 2930 kPa en bij een temperatuur in het gebied van ongeveer -10°C tot ongeveer -5°C.

6. Werkwijze volgens conclusie 1-5, met het kenmerk, dat de als eindprodukt verkregen tabak een vochtgehalte van ongeveer 11 gew.% (als 35 in de oven vluchtige bestanddelen) bezit.

7. Werkwijze volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat men de met vast kooldioxide geïmpregneerde tabak onderwerpt aan verdamping in de voorscheider en scheider, waarbij de verblijftijd in de voorscheider ligt in het gebied van ongeveer 0,01 40 tot 0,1 seconde. 85Ö212S Λ i ir 16

8. Werkwijze volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat men de met vast kooldioxide geïmpregneerde tabak onderwerpt aan verdamping in de voorscheider en schei der, waarbij de verblijftijd in de voorscheider ongeveer 0,06 seconden bedraagt en de 5 verblijftijd in de scheider ongeveer 1,4 seconde bedraagt.

9. Werkwijze volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat men de ingestelde tabak kerft met ongeveer 30 kerven per inch (85 kerven per decimeter).

10. Werkwijze volgens een of meer der voorgaande conclusies, met 10 het kenmerk, dat de geëxpandeerde tabak indien nodig opnieuw wordt ingesteld op een vochtgehalte van ten minste ongeveer 12 gew.% (als in de oven vluchtige bestanddelen).

11. Werkwijze volgens ene of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tabak voor het impregneren met vloeibaar kooldioxi- 15 de een beginvochtgehalte van ongeveer 22 gew.% tot ongeveer 26 gew.% bezit.

12. Werkwijze voor het behandelen van tabak, met het kenmerk, dat men de volgende trappen uitvoert: instellen van tabak met een mengsel van glycerol en water, waarbij de 20 tabak een vochtgehalte van ongeveer 25 gew.% bezit; impregneren van de ingestelde tabak met vloeibaar kooldioxide onder een druk in het gebied van ongeveer 2550 - 2930 kPa en bij een temperatuur in het gebied van ongeveer -10°C tot ongeveer -5°C en vervolgens voldoende verminderen van de druk om vast kooldioxide in de tabak te vor-25 men, en onderwerpen van de met vast kooldioxide geïmpregneerde tabak aan verdamping in een voorscheider en scheider, waarbij de verblijftijd in de voorscheider ligt in het gebied van ongeveer 0,01-0,1 seconden, wat als eindprodukt een tabak oplevert met een vochtgehalte van ongeveer 11 30 gew.% (als in de oven vluchtige bestanddelen) en vulwaarden, die ten minste gelijk zijn aan de vulwaarden van tabak, die tot een vochtgehalte in een lager gebied bij een langere verblijftijd in de voorscheider zijn gedroogd.

13. Werkwijze voor het behandelen van tabak, met het kenmerk, dat 35 men de volgende trappen uitvoert: instellen van tabak op een tevoren gekozen vochtgehalte, dat voldoende is om een uiteindelijke vochtigheid van de tabak in het gebied van ongeveer 9 gew.% tot ongeveer 15 gew.% (als in de oven vluchtige bestanddelen) en vulwaarden, die ten minste gelijk zijn aan de vulwaarden van 40 tabak, die tot een vochtigheid in een lager gebied is gedroogd, te ver- 8502120 17 schaffen; impregneren van ingestelde tabak met vloeibaar gemaakt gas onder de benodigde druk en temperatuur en vervolgens voldoende verlagen van de druk voor het vormen van een vaste stof in de tabak; en 5 onderwerpen van de met vaste stof geïmpregneerde tabak aan de benodigde druk en temperatuur gedurende een tevoren gekozen, beperkte verblijftijd van minder dan ongeveer 0,1 seconde, waarbij de vaste stof verdampt wordt en de tabak doet expanderen, waarbij als uitgangsprodukt een tabak wordt verkregen met een vochtgehalte in het gebied van onge-10 veer 9 gew.% tot ongeveer 15 gew.% en volwaarden, die ten minste gelijk zijn aan de vul waarden van tabak, die is gedroogd tot een vochtgehalte in een lager gebied en bij een langere verblijftjd in de voorscheider. ********** 8502129