NL8501790A - Sluitinrichting, in het bijzonder voor tweewielige voertuigen. - Google Patents
Sluitinrichting, in het bijzonder voor tweewielige voertuigen. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8501790A NL8501790A NL8501790A NL8501790A NL8501790A NL 8501790 A NL8501790 A NL 8501790A NL 8501790 A NL8501790 A NL 8501790A NL 8501790 A NL8501790 A NL 8501790A NL 8501790 A NL8501790 A NL 8501790A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- leg
- plastic
- lock
- coupling ring
- bracket
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E05—LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
- E05B—LOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
- E05B67/00—Padlocks; Details thereof
- E05B67/38—Auxiliary or protective devices
Landscapes
- Lock And Its Accessories (AREA)
- Handcart (AREA)
Description
*· 4
Sluitinrichting, in het bijzonder voor tweewielige voertuigen.
De uitvinding heeft betrekking op een sluitinrichting, in het bijzonder voor tweewielige voertuigen volgens de aanhef van conclusie 1.
Een dergelijke sluitinrichting is bekend uit een prospectus 5 van de Firma CHIN I COMPANY LIMITED, TAIPEI, onder het productnummer JS-7001 B. Bij de bekende sluitinrichting is de eerste aankoppelring, die gevormd is door een kabellus, tussen de top van de slotbeugel en het slotlichaam ingehangen. In het slotlichaam is vervolgens een zijdelingse uitsparing aangebracht, waardoor het tweede been steekt, zodat 10 in het gebied van deze uitsparing een kabellus aan het andere einde van de draadkabel ingelegd en waardoorheen het tweede been gestoken kan worden. Deze uitvoéringsvorm van de in de aanhef beschreven soort vereist een speciaal slot.
De uitvinding beoogt een sluitinrichting van de in de aanhef 15 beschreven soort te verschaffen onder toepassing van gebruikelijke en in het bijzonder in serie vervaardigde hangsloten met zo weinig mogelijk extra kosten te vervaardigen.
Ter oplossing van dit probleem worden volgens de uitvinding naar keuze de maatregelen volgens de kenmerkende gedeelten van de 20 conclusies 1 en 2 toegepast.
De maatregel volgens conclusie 3 verleent aan de sluitinrichting een sierlijk uiterlijk en een aangename greep, daar de aanrakings-plaats tussen de eerste aankoppelring en het eerste been bedekt is, zodat op deze plaats ook niet het gevaar van zwikverwondingen voor de 25 hanterende persoon bestaat.
De maatregel volgens conclusie 4 is vooral dan van belang wanneer een trekmiddelstreng met eigen elasticiteit wordt toegepast, bijvoorbeeld een draadkabel of een door een kunststofmantel verstijfde ketting, omdat dan de ligging van de eerste aankoppelring zich aanpast 30 aan de natuurlijke ligging van de ontstane lus.
De maatregel volgens conclusie 5 kan de hantering van de sluitinrichting bij het omleggen van de trekmiddelstreng om een ingewikkeld product vergemakkelijken, in het bijzonder wanneer de lengte van de C 5 ν. - t t.· φ % - 2 - trekmiddelstreng krap bemeten is.
Het kunststofhuis kan in beginsel op de meest verschillende manieren vervaardigd zijn. Zo kan dit bijvoorbeeld op het slotlichaam zijn opgespoten. Bij voorkeur past men echter de werkwijze volgens de 5 conclusie 6 toe.
De maatregel volgens conclusie 7 bemoeilijkt het doorsteken van een openbreekwerktuig door de slotbeugeldoorgang. Wanneer de alternatieve maatregel volgens conclusie 2 wordt toegepast dan kan volgens conclusie 8 het kunststof-vasthouddeel de beugeldoorgang tenminste 10 gedeeltelijk afsluiten, zodat ook hier een beveiliging tegen het gebruikmaken van een openbreekwerktuig is verschaft.
Ook bij de alternatieve oplossing, welke conclusie 2 aangeeft, verdient het aanbeveling volgens conclusie 9, de eerste aankoppelring op' het eerste been in de nabijheid van het slotlichaam vast te zetten, 15 omdat daardoor de beide einden van de trekmiddelstreng ten opzichte van elkaar de grootst, mogelijke afstand verkrijgen, hetgeen de hantering vergemakkelijkt . Het bereiken van dit doel wordt nog bevorderd door de maatregel volgens conclusie 10.
Principeel kan de trekmiddelstreng ook door een draaökabel zijn 20 gevormd. Bij voorkeur zal men de trekmiddelstreng volgens de conclusies 11 en 12 uitvoeren.
De maatregel volgens conclusie 13 waarborgt een niet verschuifbaarheid van de kunststof-slang op de ketting en waarborgt in overeenstemming met conclusie 14 verder de mogelijkheid van een vereenvoudigde 25 hantering.
De maatregel volgens conclusie 15 is bij hangsloten principeel bekend. Voor het geval, dat een gebruikelijk hangslot in de geopende stand met het vrije einde van zijn tweede been slechts een korts afstand van het bijbehorende eindvlak van het slotlichaam heeft, wordt door het 30 naar buiten zwenken van dit tweede been het inhangen van de tweede aankoppelring vergemakkelijkt, waarbij het bij een bekleedslotlichaam soms vereist is, op de bekleding een uitsparing aan te brengen, ten einde het naar buiten zwenken van het tweede been eigenlijk pas mogelijk te maken.
35 De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de ΰΒΟί 73 : - 3 - tekening.
Fig. 1 toont een eerste uitvoeringsvoorbeeld.
Fig. 2 toont een tweede uitvoeringsvoorbeeld.
Fig. 3 toont een derde uitvoeringsvoorbeeld.
5 Fig. 4 toont een vierde uitvoeringsvoorbeeld.
In fig. 1 is een slotlichaam met 10 aangeduid. In het slotlichaam 9 10 is het eerste been 12 van een slotbeugel 14 draaibaar en in zijn langsrichting verschuifbaar gelegerd. Het tweede been van de slotbeugel 14 is met 16 aangeduid en kan op de gebruikelijke wijze in een 10 eindopneming van het slotlichaam worden ingestoken. In fig. 1 is met getrokken lijnen de slotbeugel 14 in zijn lósgemaakte-stand voorgesteld, terwijl met streepstippellijnen de geblokkeerde stand is aangegeven. De blokkering en/of het losmaken van de slotbeugel heeft met behulp van een sleutel plaats.
15 Het slotlichaam 10 is door een tweedelig kunststofhuis 18 inge sloten. De delen van het kunststofhuis 18 raken elkaar in een aan het vlak van tekening evenwijdig stootvlak en zijn daar aan elkaar vastgelast.
In het kunststofhuis 18 is een opneemschacht 20 voor een 20 eindschalm22 van een ketting (eerste aankoppelring) gevormd, waarbij deze eindschalm 22 toebehoort aan een door een kunststofslang 24 omhulde ketting 26. Zoals blijkt uit fig. 1 steekt door de eindschalm 22 het eerste been 12 van de slotbeugel 14. De opneemschacht 20 leidt de kettingschalm aan beide zijden van het eerste been 12 en wel 25 zodanig dat de hoekstand van de kettingschalm 22,zoals in fig. 1 is getoond, is vastgelegd, anderzijds echter een zwenkbeweging van de kettingschalm om het eerste been 12 mogelijk is.
De andere eindschalm 28 van de ketting 26 dient voor het inhaken in het tweede been 16. Hiertoe wordt de slotbeugel 14 uit de 30 stand van fig. 1 door draaiing van het eerste been 12 naar buiten gezwenkt, waarbij in het kunststofhuis 18 eventueel het zwenken toe -latende uitsparing aangebracht kan zijn.
Het bij de kettingschalm 18 behorende einde van de ketting 26 is met de slang 24 door een kunststofklinknagel 30 of een drukknop 35 verbonden, die eenmaal voor het vastzetten van de kunststofslang 24 850 1 790 4 « - 4 - op de ketting 26 dient en anderzijds de hantering van de ketting 26 vergemakkelijkt. De eindschalm 28 is over het algemeen als tweede aankoppelring te verstaan.
Het kunststofhuis 18 is voorzien van greepribbels 32. Voor het 5 verbinden van de beide huishelften van het kunststofhuis 18 is op de ene helft een lasribbe 34 aangebracht.
In fig. 2 zijn analoge delen van dezelfde verwijzingscijfers voorzien als in fig. 1. Het enige verschil ten opzichte van de uitvoeringsvorm volgens fig. 1 bestaat daarbij hierin dat het huis 10 118 in het gebied-.'van de slotbeugel 114 zodanig omhoog is gebracht, dat de slotbeugeldoorgang in de sluitstand van de slotbeugel praktisch volledig is afgesloten, zodat het inbrengen van een openbreekwerktuig tenminste bemoeilijkt wordt. Daarbij kan de slotbeugel 114 ook op zijn evenwijdig aan het vlak van tekening ·gelegen voorste- en achterste 15 zijvlakken nog met flenzen van het kunststofhuis 118 zijn bedekt.
In de uitvoeringsvorm volgens fig. 3 zijn analoge delen van dezelfde verwijzingscijfers voorzien als in fig. 1, telkens vermeerderd met het getal 200. Bij deze uitvoeringsvorm is het slotlichaam 210 slechts gedeeltelijk door het kunststofhuis 218 bedekt. Overigens 20 komt de uitvoeringsvorm van fig. 3 zoveel mogelijk overeen met die van fig. 2.
In de uitvoeringsvorm van fig. 4 zijn analoge delen van dezelfde verwijzingscijfers voorzien als in fig.1, telkens vermeerderd, met het getal 300. Bij deze uitvoeringsvorm is op de slotbeugel 314 25 een vasthouddeel 336 van kunststof aangebracht, dat hetzij zoals bij de hierboven beschreven uitvoeringsvorm uit twee--helften bestaat, die aan elkaar zijn vastgelast, hetzij om de slotbeugel 214 zijn opgespoten. De eindschalm 322 is om het eerste been 312 geslagen en is door het vasthouddeel 336 van kunststof in de in fig. 4 getoonde stand 30 vastgezet, ' waarbij een zwenkbeweging van de eindschalmp 322 om het eerste been 312 mogelijk is echter niet noodzakelijk is. In het geval dat een dergelijke zwenkbeweging niet gewenst is, kan de eindschalm 322 volledig in het vasthouddeel 336 van kunststof zijn ingebed. In het gebied van het vrije einde van het tweede been 316 bevat 35 het vasthouddeel 336 van kunststof een uitsparing 338 voor hetopnemen 8501780 * ί - 5 - van de andere eindschalm 328.
In de figuren 4a t/m 4d zijn wijzigingen van de uitvoeringsvorm volgens fig. 4 getoond.
Volgens fig. 4a is de eindschalm 322 in een horizontaal vlak 5 om het beugelbeen 312 zwenkbaar.
In fig. 4b is de eindschalm 322 zwenkbaar en kantelbaar.
In fig. 4c is de uitsparing 338 vergroot, terwijl in fig. 4d het vasthoudorgaan 336 beperkt is tot een klein deel van de beugel-doorgang in de nabijheid van de mond van het geleidingskanaal voor 10 het been 314.
~ ^ * È V ,j
Claims (16)
1. Sluitinrichting, in het bijzonder voor tweewielige voertuigen, omvattende een hangslot met een slotlichaam en een slotbeugel, die met zijn eerste been in een geleidingskanaal van het slotlichaam verschuifbaar, echter niet verliesbaar tussen een buiten en een 5 binnenstand is geleid en met het beeneinde van zijn tweede been in een eindopneemruimte van het slotlichaam kan worden opgenomen, wanneer het eerste been zijn binnenstand inneemt, en verder omvattende een door het hangslot tot een lus sluitbare trekmiddelstreng, waarbij één einde van de trekmiddelstreng met een eerste aankoppelring aan 10 het hangslot door middel van de slotbeugel niet verliesbaar is vast -gelegd en het andere einde van de trekmiddelstreng met behulp van een tweede aankoppelring in de slotbeugel kan worden ingehangen met het kenmerk, dat de eerste aankoppelring (22) op het slotlichaam (10) ?. door een'sïotlichaam (10) tenminste gedeeltelijk insluitend 15 huis (18) van kunststof in een stand, bij voorkeur in de nabijheid van het buiteneinde van het geleidingskanaal, wordt vastgehouden.
2. Sluitinrichting, in het bijzonder voor tweewielige voertuigen, omvattende een hangslot met een slotlichaam en een slotbeugel, die met zijn eerste been in een geleidingskanaal van het slotlichaam 20 verschuifbaar, echter niet verliesbaar tussen een buiten en een binnenstand is geleid en met het beeneinde van zijn tweede been in een eindopneemruimte van het slotlichaam kan worden opgenomen, wanneer het eerste been z'n binnenstand inneemt, en verder omvattende een door het hangslot tot een lus sluitbare trekmiddelstreng, waarbij 25 één .einde van de trekmiddelstreng met een eerste aankoppelring op het hangslot door middel van de slotbeugel niet verliesbaar is vastgelegd en het andere einde van de trekmiddelstreng met behulp van een tweede aankoppelring in de slotbeugel kan worden ingehangen met het kenmerk, dat de eerste aankoppelring (322) op de slotbeugel (-314) wordt vast-30 gehouden door een vasthouddeel (336) van kunststof.
3. Sluitinrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat het huis (18) van kunststof een opneemschacht (20), waardoorheen het eerste been (12) steekt, voor de eerste aankoppelring (22) bevat.
4. Sluitinrichting volgens conclusie 3 met het kenmerk, dat de 8501790 » * - 7 - opneemschacht (20) de eerste aankoppelring (22) met zijn ringvlak in een ten opzichte van de de uitgang van het geleidingskanaal bevattend slotlichaamvlak onder een scherpe hoek van bijvoorbeeld circa 45° hellend vlak.vastlegd.
5. Sluitinrichting volgens conclusie 4 met het kenmerk, dat de om eerste aankoppelring (22) binnen de opneemschacht (20),. het eerste been (12) zwenkbaar is.
6. Sluitinrichting volgens één der conclusies Ien3t/in5- met het kenmerk, dat het huis (18) van kunststof bestaat uit twee huis- 10 schalen, die bij benadering in het vlak van de zich in de sluitstand bevindende beugel aan elkaar zijn vastgelast (bij 34).
7. Sluitinrichting volgens de conclusie 1 en 3 t/m 6 met het kenmerk, dat het huis (18) van kunststof de beugeldoorgang ten minste gedeeltelijk afsluit.
8. Sluitinrichting volgens conclusie 2 met het kenmerk, dat het vasthouddeel (336) van kunststof de beugeldoorgang tenminste gedeeltelijk afsluit,
9. Sluitinrichting volgens de conclusie 2 of 8 met het kenmerk, dat het vasthouddeel (336) van kunststof de eerste aankoppelring (322) 20 op het eerste been (312) in de nabijheid van het slotlichaam (310) vast leeft.
10. Sluitinrichting volgens de conclusie 8 of 9 met het kenmerk, dat het vasthouddeel (336) van kunststof op het tweede been ( 316) in de nabijheid van zijn vrije einde een uitsparing (338) voor de tweede 25 aankoppelring (328) bezit.
11. Sluitinrichting volgens een der conclusies 1 t/m 10, met het kenmerk, dat de trekmiddelstreng (26) is gevormd door een ketting, waarvan de eindschalmen (22, 28) de aankoppelringen vormen.
12. Sluitinrichting volgens conclusie 11 met het kenmerk, dat 30 de ketting (26) is omgeven door een kunststof-slang (24) en/of de afzonderlijke kettingschalmen met een kunststoflaag zijn omhuld, waarbij de kunststofslang (24) respectievelijk de kunststoflaag in een zodanige stand ten opzichte van de aankoppelringen (22, 28; 332, 328. eindigen, dat deze zonder botsingsgevaar van de kunststofslang 35 (24) respectievelijk van de kunststoflaag met het huis (18) van 8501790 - 8 - kunststof respectievelijk het vasthouddeel (336) van kunststof een doorgang voor de slotbeugel (14 resp. 314) waarborgen.
13. Sluitinrichting volgens conclusie 12 met het kenmerk, dat de kunststofslang (24) of tenminste één einde door een drukknop (30), 5 een klinknagel of dergelijke aan de ketting (36) is vastgezet, bij voorkeur in het gebied van de voorlaatste kettingschalm.
14. Sluitinrichting volgens conclusie 13 met het kenmerk, dat de drukknop respectievelijk klinknagel (30) als handvat voor het vrije kettingeinde is uitgevoerd.
15. Sluitinrichting volgens een der conclusies 1 en 3 t/m 7 met het kenmerk, dat de slotbeugel (14) om het eerste been (12) zwenkbaar is en het huis (18) van kunststof eventueel een het naar buitenzwenken van het einde van het tweede been (16) toelatende uitsparing bevat.
16. Sluitinrichting volgens een der conclusies 2 en 8 t/m 14 met het kenmerk, dat het vasthouddeel (336) van kunststof vooraf is vervaardigd en samen met de beugel (314) in het slot is gemonteerd. •85 0 1 7§ f*
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
DE19843424628 DE3424628C2 (de) | 1984-07-04 | 1984-07-04 | Schließvorrichtung, insbesondere für Zweirad-Fahrzeuge |
DE3424628 | 1984-07-04 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8501790A true NL8501790A (nl) | 1986-02-03 |
Family
ID=6239832
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8501790A NL8501790A (nl) | 1984-07-04 | 1985-06-21 | Sluitinrichting, in het bijzonder voor tweewielige voertuigen. |
Country Status (3)
Country | Link |
---|---|
DE (1) | DE3424628C2 (nl) |
NL (1) | NL8501790A (nl) |
SE (1) | SE8503268L (nl) |
Families Citing this family (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2615236A1 (fr) * | 1987-05-13 | 1988-11-18 | Falson Salvator | Dispositif de protection inviolable pour cadenas utilises en antivol |
US5152160A (en) * | 1991-10-21 | 1992-10-06 | Michael Lentini | Padlock holder |
Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US1566473A (en) * | 1924-10-31 | 1925-12-22 | Lee D Gibson | Lock |
US2541638A (en) * | 1948-04-26 | 1951-02-13 | Wallace G Clevett | Padlock shield and shielded padlock assembly |
US3453846A (en) * | 1967-10-06 | 1969-07-08 | Master Lock Co | Padlock shackle guards |
US3721112A (en) * | 1971-08-18 | 1973-03-20 | J Wellekens | Locks |
US3902339A (en) * | 1973-07-12 | 1975-09-02 | Joseph E Carley | Padlock shield |
Family Cites Families (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US1386778A (en) * | 1920-10-29 | 1921-08-09 | Graynie Corp | Locking device |
-
1984
- 1984-07-04 DE DE19843424628 patent/DE3424628C2/de not_active Expired
-
1985
- 1985-06-21 NL NL8501790A patent/NL8501790A/nl not_active Application Discontinuation
- 1985-07-01 SE SE8503268A patent/SE8503268L/ not_active Application Discontinuation
Patent Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US1566473A (en) * | 1924-10-31 | 1925-12-22 | Lee D Gibson | Lock |
US2541638A (en) * | 1948-04-26 | 1951-02-13 | Wallace G Clevett | Padlock shield and shielded padlock assembly |
US3453846A (en) * | 1967-10-06 | 1969-07-08 | Master Lock Co | Padlock shackle guards |
US3721112A (en) * | 1971-08-18 | 1973-03-20 | J Wellekens | Locks |
US3902339A (en) * | 1973-07-12 | 1975-09-02 | Joseph E Carley | Padlock shield |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
DE3424628C2 (de) | 1986-09-18 |
SE8503268D0 (sv) | 1985-07-01 |
DE3424628A1 (de) | 1986-01-16 |
SE8503268L (sv) | 1986-01-05 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US4611368A (en) | Decorative and protective jewelry chain guard | |
EP1331351A3 (en) | Child safety barrier | |
US4803858A (en) | Garden hose protector | |
US8522581B2 (en) | Safety shield and double-lock leg cuffs | |
EP0581693B1 (fr) | Mousqueton à galet de verrouillage automatique | |
FR2596284A1 (fr) | Haltere pouvant etre saisi d'une seule main | |
WO2003037193A1 (fr) | Instrument chirurgical | |
US3740977A (en) | Handcuff cover assembly | |
US20080314372A1 (en) | Cable Slinger and Method of Use Thereof | |
NL8501790A (nl) | Sluitinrichting, in het bijzonder voor tweewielige voertuigen. | |
US4177541A (en) | Bicycle cable | |
US4302954A (en) | Lock against theft for skis | |
AU592460B2 (en) | Personal locking device | |
EP0045775A1 (en) | INJECTION MOLDED BAG CLOSURE. | |
TW374699B (en) | Articulation means for the handle on a bag and similar items of hand luggage | |
US5197926A (en) | Swing connection guard | |
US5996380A (en) | Anti-abduction device | |
US5938535A (en) | Protected cable for playground swing | |
FR2509620A1 (fr) | Antivol pour skis et batons de ski | |
AU2003203691B2 (en) | Fall arrest safety devices | |
FR2550923A1 (fr) | Casque de protection avec un dispositif de reglage de jugulaire | |
GB2280704A (en) | Security device for golf clubs | |
JPH06299751A (ja) | 盗難防止装置 | |
WO2011086453A1 (en) | Anti-theft device | |
WO1999062441A3 (de) | Fesselungseinrichtung |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
BV | The patent application has lapsed |