NL8501416A - Inrichting voor het maken van ronde balen. - Google Patents

Description

* ' ^ t' 1 *’ . Hw/Mv/449 Multinorm

Inrichting voor het maken van ronde balen

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het tot ronde balen persen van landbouwgewas, welke inrichting in hoofdzaak bestaat uit een door wielen gedragen gestel met twee parallelle staande wanden, één of meer tussen 5 de wanden aangebrachte/ aangedreven eindloze elementen zodanig dat het binnenste part daarvan een perskamer begrenst en een opraapmechanisme voor het van het land opnemen en in de perskamer voeren van gewas.

Een dergelijke inrichting is in verschillende uit-10 voeringsvormen bekend, zoals bijvoorbeeld diegene met een vaste perskamer, waarvan het volume van het begin af aan constant is en diegene met een variabele perskamer waarbij in het begin het volume klein is om de kern stevig aan te drukken, welke perskamer zich dan geleidelijk vergroot bij toene-15 mende hoeveelheid gewas daarin.

In de uitvoering met de vaste perskamer wordt een ronde baal gevormd waarvan de kern zachter is dan de buitenkant doordat de kern bij de start van het baalvormen nauwelijks samengeperst wordt. In de uitvoering met de 20 variabele perskamer ontstaat een zachtere buitenkant omdat perskracht onvoldoende druk op de buitenlangen uitoefent.

De uitvinding beoogt een inrichting te verschaffen waarin bovengenoemde bezwaren worden ondervangen, welke inrichting zich onderscheidt door aan de onderzijde van de 25 perskamer een eindloos bodemelement te plaatsen, dat om twee omlegrollen wordt geslagen met tussen de omlegrollen een of meer steunrollen teneinde bij de start een verkleinde perskamer te realiseren, die volgens het variabele principe geleidelijk groter kan worden.

30 Bij voorkeur zijn de steunrollen zodanig uitgevoerd dat een kleine startkamer gevormd wordt terwijl bij het groter worden van de persbaai de steunrollen zich verplaatsen en de vorm van de perskamer zich onder handhaving van de spanning in het eindloze element aanpast aan de grootte van de 35 baal.

850141f j ; <· 9 -2- %

In een uitvoeringsvorm is de geleide rol van het werkzame part op een zwenkarm aangebracht en de geleide rol van het terugkerende part op een ten opzichte van de zwenkarm scharnierbare tuimelarm welke via een verend orgaan met het 5 gestel is verbonden. Deze uitvoering in de vorm van een schaarkonstruktie verzorgt niet alleen een omhoogheffen van het werkzame part in de richting van de perskamer en daardoor verkleining daarvan, maar tevens voor een voldoende bandspan-ning, zodat de gewenste druk op het gewas in het begin reeds 10 is gewaarborgd.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een inrichting waarbij de geleide rol van het werkzame part tevens dient als middel voor het meten van de druk op dat werkzame part, waartoe de zwenkarm van de geleide rol in kontakt 15 staat met een aanslag voor het opwekken van een stuursignaal, “welke gebruikt kan worden voor het stoppen van de perscyclus.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de hieronderstaande figuurbeschrijving van een uitvoeringsvoorbeeld.

20 In de tekening tonen:

Fig. 1, 2 en 3 elk een staand zijaanzicht, gedeeltelijk in doorsnede van een inrichting volgens de uitvinding, echter in drie achtereenvolgende werkstanden.

De in de figuren getoonde inrichting bestaat uit 25 een gestel, dat is gevormd door twee parallelle staande wanden 1, die onderling zijn verbonden en op afstand zijn gehouden door balken of soortgelijke organen 2. De wanden zijn elk verdeeld volgens de lijn 3 en kunnen rond een as 4 aan de bovenzijde daarvan ten opzichte van elkaar scharnieren. Even-30 eens zijn tussen de wanden assen 5 opgenomen waarop rollen of wielen of soortgelijke geleidingselementen 6 zijn gelagerd.

Rond deze geleidingselementen 6 is een eindloos element 7 geslagen, dat zich over de gehele breedte tussen de twee staande wanden 1 uitstrekt. De band 7 is voorts om een 35 tweetal rollen 8 op een zwenkarm 9 geslagen welke dient ter compensatie van het overtollige banddeel indien deze in de stand volgens fig. 1 en 2 verkeert. De zwenkarm 9 is bij 10 op een astap of doorgaande as tussen de staande wanden 1 ro- 85 0 1 4 1 tf

» 3 ..............1 A

-3- teerbaar aangebracht. Sen spanelement in de vorm van een cylinder 11 of veer grijpt de zwenkarm 9 ter zijde van het zwenkpunt 10 aan zodat een naar binnen gerichte kracht op het element 7 wordt uitgeoefend.

5 Aan de onderzijde van het gestel is het eindloze bodemelement 12 aangebracht dat is geslagen om twee vaste omkeerrollen 13, 14 welke op overeenkomstige wijze tussen de zijwanden 1 roteerbaar zijn gelagerd. Tussen de beide omkeerrollen 13 en 14 is een geleide rol 15 aangebracht, welke aan 10 het vrije einde van een zwenkarm 16 roteerbaar is gelagerd.

De zwenkarm 16 is draaibaar om een tap 17 van elke zijwand 1.

In het midden is de zwenkarm uitgevoerd met een tweede draaipunt 18 waaromheen een tuimelarm 19 scharnierbaar is bevestigd. Het vrije einde van de tuimelarm is uitgevoerd met een 15 geleide rol 20, terwijl het andere vrije einde via een veer 21 met een vast punt van de zijwand 1 is verbonden. Aan de onderzijde van de knik van de zwenkarm 16 is een drukdoos of eindschakelaar 22 aangebracht.

Tenslotte zij vermeldt dat aan de voorzijde van het 20 gestel een trekboom 23 is aangebracht teneinde de inrichting in de richting van de pijl P1 over het veld voort te trekken, door een niet nader getoonde landbouwtrekker of dergelijke.

Bij de voorzijde van de inrichting, vlak boven de bodem is een opraapmechanisme 24 aangebracht, dat op bekende 25 wijze is uitgevoerd met een harkwiel 25. Het bovenvlak 26 van het opraapmechanisme sluit aan op het bovenpart van het eindloze element 12.

Een cylinder 26 is aangebracht tussen het zwenkbare deel van de zijwand 1 en het vaste deel daarvan zodat bij 30 bekrachtiging daarvan het achtergedeelte van de inrichting omhoog kan worden geklapt, volgens de stippellijn in fig. 3.

De hierboven beschreven inrichting werkt als volgt:

Bij het voortbewegen van de inrichting in de richting van de pijl P1 zal het opraapmechanisme 24 door middel 35 van het harkwiel 25 het in zwaden opgetaste landbouwgewas opnemen en toevoeren in de ruimte gevormd door het bovenpart van het bodemelement 12 en het onderpart van het eindloos element 7 welke parten de werkzame parten vormen en een pers 850 1 4 1 6 __ -4- ί kamer begrenzen. De rangschikking van de omkeerrollen 6', 61' resp. 13 en 14 en de geleide rol 15 is zodanig dat de werkzame parten van de beide eindloze elementen 7 resp. 12 een kleine perskamer K vormen. Zodoende kan, zie fig. 2, reeds de 5 kern van de te vormen baal onder druk worden samengerold, zodat reeds van het begin af aan een perswerking op de rol wordt uitgeoefend.

Bij toenemende invoer van gewas, zal elk werkzaam part van het eindloze element 7 resp. 12 meegeven alsmede de 10 geleide rol 15, die om het draaipunt 17 zal verzwenken en wel tegen de veerwerking van veer 21 in. Dankzij de hierboven beschreven schaarkonstruktie gevormd door de zwenkarm 16 en tuimelarm 19 zal het eindloze element 12 gespannen blijven en een blijvende druk op de te vormen baal uitoefenen.

15 Het werkzame part van het eindloze element 7 wordt onder voortdurende spanning gehouden door het mechanisme 9-11.

Zodra er een voldoende hoeveelheid gewas in de inrichting is gevoerd, zie fig. 3, zal het werkzame part van 20 het eindloze element 7 zich langs de binnenkant van de geleide rollen 6 uitstrekken welke dan een extra druk op de omtrek van de baal uitoefent. Deze druk zet zich voort op de omlaag-gedrukte geleide rol 15 van het onderelement 12, zodanig dat bij een bepaalde eindstand de geknikte arm 16 de druk^--^£- 25 schakeldoos 22 omstelt. Deze kan vervolgens een^&rgnaal afgeven naar de bestuurder van de trekker^es^r'automatisch de aandrijving van de eindloze_el-emerrten en opraapmechanisme 24 stoppen. Dit is het moment waarop bij een voldoende hoeveelheid gewas de gewenste einddruk in de baal is verkregen.

30 Na het omwikkelen van de baal met bindmiddel kan vervolgens de cylinder 26 worden bekrachtigd waarna het achtereinde van de inrichting zich opent en de gerede baal naar achteren kan worden afgevoerd op het land. Het uitdrukken van de baal wordt bovendien verzekerd door de blijvende veerspan-35 ning ten gevolge van veer 21 die via het schaarmechanisme op de geleide rol 15 wordt uitgeoefend.

Na het lozen van de gerede baal kan de hiervoren beschreven cyclus zich herhalen.

8501416 -5- 7

De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvorm. Zo kunnen de eindloze elementen ook zijn uitgevoerd als elastische band, waardoor de spanelementen kunnen vervallen.

850 1 4 1 6 __iÜ

Claims (5)

1. Inrichting voor het tot ronde balen persen van landbouwgewas, welke inrichting in hoofdzaak bestaat uit een door wielen gedragen gestel met twee parallelle staande wanden, één of meer tussen de wanden aangebrachte aangedreven 5 eindloze elementen, zodanig dat het binnenste part daarvan de perskamer begrenst, en een opraapmechanisme voor het van het land opnemen en in de perskamer toevoeren van gewas, met het kenmerk, dat aan de onderzijde van de perskamer ten minste één eindloos bodemelement om twee omkeerrollen is geslagen, en tus- 10 sen de omkeerrollen ten minste één geleide rol dwars op het werkzame en/of terug kerende part van de bodemband beweegbaar is aangebracht, teneinde een verkleinde perskamer te kunnen vormen.

2, Inrichting volgens conclusie 1, met het 15 kenmerk, dat de steunrollen zodanig zijn aangebracht dat de vorm van de perskamer volgens het variabel principe geleidelijk groter kan worden en zich onder handhaving van de spanning in het eindloze element aanpast aan de grootte van de baal.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de geleide rol van het werkzame part op een zwenkarm is aangebracht en de geleide rol van het terugkerende part op een ten opzichte van de zwenkarm scharnier-bare tuimelarm, welke via een verend orgaan met het gestel is 25 verbonden.

4. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de zwenkarm in het van de perskamer meest verwijderde stand in kontakt staat met een aanslag voor het opwekken van een stuursignaal voor het doen 30 beëindigen van de perscyclus.

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de perskamer begrenzende elementen zijn uitgevoerd in elastisch materiaal met voldoende rekmogelijkheden, zodat deze zowel bij een gevulde als lege 35 perskamer voldoende spanning houden en dat extra spanelementen niet worden gebruikt. 8501416