NL8501244A - Snelwerkende beschermende terugslagklep voor drukomzetters en dergelijke. - Google Patents

Description

NL/32.794-tM/f.

Snelwerkende beschermende terugslagklep voor drukomzetters en dergelijke.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een beschermende terugslagklep en verschaft een verbeterde terugslagklep met een ongecompliceerde goedkope minia-tuurconstructie, die ogenblikkelijk en automatisch reageert 5 op plotselinge hoge fluïdumdrukstoten door een blokkering en afsluiting te verschaffen tegen het doorleiden van dergelijke drukken naar kwetsbare constructies, zoals het membraan en de afdichtingen van een capacitieve manometer, welke terugslagklep gemakkelijk kan worden ingesteld in reactie, zelfreini-10 gende eigenschappen heeft en zonder van buiten afkomstige bekrachtiging werkt.

Fluïdumkleppen zijn natuurlijk al lang bekend in vele verschillende uitvoeringen met inbegrip van de zogenaamde terugslagklep, waarin de fluïdumstroming tot één 15 richting beperkt is door een heen en weer beweegbaar of scharnierend klepdeel en soms een veerkrachtige of elektromagnetische bediening optreedt. Wanneer het echter gaat om toepassingen met zulke strenge gecombineerde eisen als uiterst snelle reacties, zeer dichte en houdbare afsluiting, 20 instelbaarheid van de reactie, ogenblikkelijke en positieve afsluiting bij slechts uiterst geringe gasstroming en geheel automatische zeer snelle werking, die niet afhankelijk is van bekrachtiging uit een hulpbron, wordt het noodzakelijk datgene wat gewoonlijk beschikbaar is te verbeteren. Deze 25 eisen treden bijvoorbeeld op met betrekking tot kleppen, die tere drukgevoelige toestellen tegen plotselinge grote drukstoten moeten beschermen zoals in het geval van gevoelige capacitieve manometers, waarvan de dunne membranen en betrekkelijk zwakke afdichtingen kunnen worden bescha-30 digd, wanneer een bijna explosieve instroming van lucht optreedt bij het openbreken van een zeer geringe waargenomen druk naar een betrekkelijk hoge omgevende atmosferische druk. Als beschadiging tijdens dergelijke episodes moet worden voorkomen, moet de metinginlaatpoort naar een derge-35 lijke manometer dicht worden geblokkeerd juist aan het begin van de drukverandering nog voor de zeer korte tijd, die de mogelijk schadelijke omgevingsluchtdruk nodig heeft om - “> i $ /, ƒ.

0 9 -2- de manometer te belasten van buitenaf. Dit staat een vrijwel verwaarloosbare tijd toe voor de detectie van plotselinge dr lik verandering en voor snelle bediening van klepdelen in weerwil van hun traagheid. Bovendien moet het blokkeren of 5 afsluiten van buitengewone kwaliteit en volkomenheid zijn, daar anders lekkage zal verhinderen, dat de beoogde beschermende effecten worden verkregen. Ook is het niet voldoende, dat de blokkering wordt verkregen en volgehouden bij een plotselinge toename van de druk; het moet ook mogelijk zijn 10 dat de klep zeer snel wijd open gaat en daardoor toelaat, dat de bijbehorende manometer zijn beoogde drukmetingen verricht tijdens bewerkingen, waarbij schommelingen of veranderingen tussen hoge- en ïagedfuktoèstanden óptreden.Bij voorkeur moet de klep instelbaar in reactie zijn om tegemoet te komen 15 aan de behoeften van verschillende werkomstandigheden.

Volgens bepaalde aspecten van de onderhavige beschrijving wordt erkend, dat een terugslagklep, die met een voldoende hoge snelheid werkt en met de nodige afsluit-kwaliteit om een capacitieve manometer of dergelijke te be-20 schermen tegen beschadiging door gasdrukstoten, op bijzondere wijze kan zijn uitgevoerd met een licht vrij beweegbaar klepdeel of plug, die gevormd is om door het fluïdum ogenblikkelijk te worden voortgedreven uit een door de zwaartekracht veroorzaakte "open" rusttoestand in een door lijn-25 contact actieve "gesloten" afsluiting ten opzichte van een lichaamszitting als de plotseling toegenomen fluïdumdruk zichzelf tracht voort te planten door het kleplichaam tot in de kwetsbare manometer. Een bij voorkeur toegepaste uitvoering van de uitvinding omvat een kleplichaam met twee 30 uitgelijnde van poorten voorziene onderdelen, die met schroefdraad zijn opgenomen in een instelbaar telescopisch omhullend verband met een ééndelig vrij beweegbaar klepdeel of plug, die gegoten is uit elastomeer materiaal, welke plug een afgeknot kegelvormig klepdeel heeft, dat is aan-35 gebracht om met lijncontact in zittende aanraking te komen met een stilstaande zitting, die is gevormd als smalle cirkelvormige rand om een passage door één van de lichaamsdelen. Het conische klepdeel gaat over in een enigszins taps uitgevoerd bovenste geleidingseind, dat altijd los is 40 gekoppeld in de passage en verhindert, dat de vrij beweeg- 85 0 1 24 4 * \ -3- bare plug zo schuin wordt gekanteld, dat deze waarschijnlijk op onvolkomen wijze op de zitting komt te zitten; aan zijn tegenovergestelde ondereind stelt de plug een betrekkelijk breed oppervlak bloot, waarop het aanstromende gas 5 botst, zodat de plug tegen de zwaartekracht omhoog zal worden gedreven en zijn conische deel zal komen te zitten en afdichten op de stilstaande zitting. Wanneer de uitwendige druk gelijk wordt aan of daalt onder de druk in de manometer, veroorzaakt de zwaartekracht snel, dat de plug daalt uit zijn 10 zittende "gesloten" oriëntatie, waardoor de manometer wordt geopend voor metingen van lagedrukken; deze drukval kan optreden tijdens de normale werking van de manometer of de inwendige en uitwendige drukken kunnen zich geleidelijk vereffenen zonder risico van beschadiging van de manometer 15 als resultaat van de betrekkelijk langzame lekkage, die wordt toegelaten door de terugslagklep. De responsie van de klep kan worden ingesteld door de met schroefdraad verbonden lichaamsdelen vast te draaien en aldus de toelaatbare beweging van de daarin opgenomen plug te beperken.

20 Eën van de doelen van de onderhavige uitvinding is derhalve het verschaffen van een bijzondere en gunstige beschermende terugslagklep met een ongecompliceerde betrouwbare goedkope en instelbare precisieconstruc-tie, die ogenblikkelijk het doorlaten van mogelijk storende 25 effecten van fluïdumdrukstoten kan blokkeren en onmiddellijk de werkzame open kleptoestand weer kan herstellen, wanneer dit vereist is.

Een verder doel is het verschaffen van een snelwerkende beschermende terugslagklep voor capacitie-30 ve manometers en dergelijke, waarin een lichte beweegbare veerkrachtige plug is gevormd en aangebracht om door het fluïdum snel te worden gedreven op een zitting in de sluit-toestand, die op doelmatige wijze het doorleiden van gevaarlijke fluïdumdrukstoten blokkeert, waarbij een normaal 35 open toestand wordt gehandhaafd of hersteld door de zwaartekracht.

De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm van de uitvinding is afge-40 beeld.

85 0 1 2 4 4 ί -4-

Fig. 1 toont een afbeelding van een snel werkende beschermende terugslagklep in verband met een schematische voorstelling van een capacitieve manometer, waarbij het beweegbare klepdeel en zijn zitting zijn aangegeven 5 met gebroken lijnen.

Fig. 2 toont de elementen van een verbeterde beschermende terugslagklep in een uiteengenomen toestand, waarbij bepaalde elementen in doorsnede zijn afgeheeld.

Fig. 3 is een langsdoorsnede van dezelfde 10 terugslagklep, waarbij de elementen zijn gemonteerd en de beweegbare plug slechts gedeeltelijk is doorgesneden, en fig. 4 is een gedetailleerd fragment, gedeeltelijk in doorsnede en op grotere schaal, van een inwendig deel van dezelfde klep met inbegrip van de plug, 15 zijn zitting en geleidingen.

Met verwijzing naar de tekening, waarin dezelfde verwijzingscijfers gelijke of overeenkomstige onderdelen en eenheden in de'verschillende figuren aanduiden en meer in het bijzonder naar fig. 1 daarvan, is 20 een uitvoering van een snelwerkende beschermende terugslagklep 5 afgebeeld met axiaal uitgelijnde inlaat- en uitlaatkoppelingen 5A respectievelijk 5B aan tegengestelde einden van een hoofdkleplichaam 5C. De klep is aangebracht in de gasleiding tussen een capacitieve manometer 6 en 25 een ruimte waarvan de gasdruk moet worden bewaakt, zoals een geëvacueerde ruimte, die wordt gehouden op een zeer lage druk in verband met de verwerking van elektronische halfgeleiders. Het voorbeeld van een capacitieve manometer 6, dat hier terwille van de bespreking is gekozen, 30 is een sensor van een enkelzijdig absoluut druktype, waarin capaciteitselektroden 6A en 6B zijn aangebracht in een geëvacueerde en afgesloten referentiedrukzijde 6C van het omhulsel 6D en uitwendig zijn verbonden met meetapparatuur (niet afgebeeld), die reageert op hun capacitieve 35 verhoudingen, zoals worden beïnvloed door door de druk veroorzaakte vervormingen van een betrekkelijk dun metalen membraan βΕ· Afhankelijk van de drukken, die worden medegedeeld aan de drukzijde 6F van de eenheid, zal het membraan 6E meer of minder uitbuigen, zoals is afgebeeld met 40 de gebroken lijn 6E' en de betreffende capaciteitsmetingen 8501244 -5- zullen deze drukken aangeven. Sommige van de constructieve eigenaardigheden waarmee deze manometers zijn ontworpen om de benodigde gevoeligheid te hebben zijn tevens mogelijke bronnen van storing, zoals in het geval van het dunne mem-5 braan 6E, welk membraan in het bijzonder voldoende veerkrachtig vervormbaar moet zijn om herhaaldelijk te reageren op een voorspelbare wijze op grote en kleine drukveranderingen, waarbij het toch zijn elasticiteitsgrens niet mag overschrijden en niet aanstoten tegen nabij liggende constructielij delen en ook zijn ondersteuningen en afdichtingen niet mag overbelasten. Daar is een buitengewoon hoge mate van kwetsbaarheid, wanneer de gemeten druk plotseling springt op een hoge waarde, hetgeen typisch vrij veelvuldig optreedt, wanneer het systeem, dat een meting ondergaat plotseling wordt 15 verbonden met atmosferische druk. Bij dergelijke gelegenheden kan het membraan een heftige stootbelasting ondervinden en worden uitgerekt met een sterke kans op beschadiging en storing, speciaal wanneer deze mishandeling herhaaldelijk optreedt.

20 De snelheid, waarmee de grote drukstoten optreden, suggereert, dat een bruikbare bescherming kan worden bereikt door elektronisch geregelde snelwerkende elektromagnetische kleppen, een oplossing, die dure en gecompliceerde apparatuur zou meebrengen alsmede de afhan-25 kelijkheid van een bekrachtigingsbron. Het is echter gebleken, dat de terugslagklep 5 met natuurlijke bekrachtiging, die geheel werkt zonder een hulpenergiebron en inplaats daarvan afhangt van de zwaartekracht en van krachten, die daarin door gassen worden opgewerkt, op betrouwbare wijze 30 een voldoende beschermende terugslagwerking kan verschaffen bij geschikte snelheid en met dichte afsluiting. Voor deze veeleisende doeleinden wordt de vereiste klepwerking uitgevoerd door een kleine beweegbare plug 7, die is gegoten uit elastomeer materiaal en een afgeknot kegelvormige midden-35 sectie ct'ie is bedoeld om in innig lijncontact te komen zitten tegen een smalle cirkelvormige rand 8 tussen stap-vormige binnenvlakken van het kleplichaam 5C. De midden- 9 sectie 7A en de smalle band 'waarlangs deze in aanraking komt met de zittingrand 8fongeveer 1/3 van de afstand om-40 laag vanaf zijn smallere eind, zijn op grotere schaal af- 8501244

¥ Z

-6- gebeeld in fig. 4, waarbij -de band 9 met in wezen lijncontact is aangegeven door een rij kruisjes. De hellingshoek van de afgeknopte kegelvormige sectie is bij voorkeur ongeveer 45° ten opzichte van de centrale langsas 10-10 van de plug en 5 het klepsamenstel en deze betrekkelijk steile helling is voldoende om te verhinderen, dat de plug onbedoeld wordt geklemd en blijft vastzitten op zijn zitting.

De afgebeelde terugslagklepuitvoering is bedoeld om te worden gemonteerd met zijn langsas 10-10 10 in wezen vertikaal, zodat de kleine plug 7, buitengewoon licht als deze is, normaal door de zwaartekracht zal rusten in een onderste stand (niet afgebeeld) tegen een ringvormige inwendige schouder 11 (fig, 2 en 4) van het binnenste klep-lichaamdeel 5D, dat in één geheel is verbonden met de in-15 laatkoppeling 5A. Een onderste cilindrische deel 7B van de plug is aangebracht om te rusten tegen deze schouder en zijn plat cirkelvormig ondervlak 7C loodrecht op de richting van een aanstromende stoot lucht of ander gas aan te bieden, dat is aangegeven door pijlen 12 (fig. 3 en 4). Wanneer de 20 systeemruimte, waarvan de druk moet worden gemeten wordt geëvacueerd of op andere wijze in druk verlaagd, geschiedt de betreffende gasstroming door de terugslagklep in de richting van de pijl 13 (fig. 1), en gaat deze langs de rustende plug 7 door daaromheen omlaag te stromen eerst idoor de 25 ringvormige speelruimte tussen het cilindrische deel 7B en een .omringende huls 14 aan het boveneind van het lichaamsdeel 5P en dan door een stel halfcilindrische uitsparingen 15, die neerwaarts ten opzichte van de ringvormige schouder 11 zijn geboord. Wanneer een voldoend plotselinge en hevige 30 omkering van de gasstroming naar de manometer in de richting van de pijl 16 (fig. 1) optreedt, zoals zal geschieden, wanneer de geëvacueerde meetruimte plotseling wordt verbonden met de atmosferische druk, botst de luchtstoot met kracht tegen het stompe eind 7C van de plug, zoals aange-35 geven door de pijlen 12 (fig. 3 en 4) en veroorzaakt een sterke hefkracht, die meteen de lichte plug omhoog drijft met hoge snelheid tot deze stevig en dicht zit op de zit-. tingrand 8. Deze werking vindt zo snel en zeker plaats, dat de manometer niet het ergste van de drukstoot behoeft te 8501244 -7- w weerstaan, daar de beschermende blokkering of terugslagwer-king optreedt voordat de manometer een ongewenste drukstoot kan ondervinden.

Gegoten plug 7 is een ééndelige uitdruk-5 king, niet alleen van het bovengenoemde afgeknotte kegelvormige middensectieklepdeel 7A en een onderste cilindrische basisdeel 7B, maar ook van een bovenste geleidingsdeel 7D.

Bij voorkeur loopt het geleidingsdeel naar boven enigszins taps toe en is het lang genoeg om goed gekoppeld in de bo-10 ring 5E van het lichaamsdeel 5C te blijven, zelfs als de plug in zijn laagst mogelijke stand staat. Dit gekoppelde geleidingsverband verzekert, dat de plug niet zo scheef gekanteld kan worden, dat deze klemt en niet onmiddellijk op de juiste wijze zit, wanneer deze met kracht omhoog 15 wordt gedrukt door een aanstromende gasstoot. De kleine plug 7 kan typisch slechts ongeveer 1,2 cm in maximum onderste diameter zijn en 0,9 cm in minimum bovenste diameter met een totale lengte van ongeveer 0,83 cm. Het totale gewicht, wanneer deze is gegoten uit fluorelasto-20 meer met een hardheid van 70-durometer, zoals in de handel verkrijgbaar is onder de handelsaanduiding "Viton-A", is slechts ongeveer 1,4 gram. Andere materialen of combinaties van materialen kunnen op doelmatige wijze worden toegepast, hoewel het de voorkeur verdient, dat het klep-25 oppervlak bestaat uit veerkrachtig vervormbaar materiaal, zoals gewoon rubber of een elastomere kunststof, die een dichtzitten onder slechts geringe druk toelaten. Bovendien heeft het buigelastische karakter van het klepopper-vlak de neiging zelfreinigend te zijn of het opbouwen van 30 verontreinigingen, die de afsluiting zouden kunnen benadelen tegen te gaan. De bovengenoemde tapse hoek van ongeveer 45° is zeer bevredigend in verband met een goed niet-klemmend lijncontact afdichten, dat optreedt tussen het afgeknot kegelvormige middendeel 7A van de plug en de smal-35 le zittingsrand 8 in het bovenste lichaamsdeel 5C. Bij veel stompere hoeken kan niet worden verwacht, dat de plug zichzelf even goed in zijn zitting centreert en zal de afsluiting met de stand variëren en minder gelijkmatig zijn.

De zittingrand 8 is zo in diameter uitgevoerd, dat deze 40 aangrijpt en afsluit op het afgeknot kegelvormige klepdeel _«Mi 8501244 -8- 7a van de plug op ongeveer 1/3 van de afstand vanaf zijn smallere eind naar zijn bredere eind, zoals is aangegeven met het cijfer 9 in fig. 4, waarbij blijkt, dat onder deze omstandigheden centrering en weinig kleven optreedt. Wanneer 5 de tapse hoek belangrijk scherper is kan de plug de neiging hebben te vervormen en zichzelf in de zitting vast te klemmen, waarbij het losmaken en openen van de klep onzeker wordt. In dit laatste opzicht wordt opgemerkt, dat hoewel de klep sluit als gevolg van de kracht van het aanstromende 10 gas tegen het grotere eind 7C van de plug, deze zakt en o-pent, wanneer de neerwaartse kracht van de massa, die deze vertoont onder de invloed van de zwaartekracht, groter is dan de mate, waarin de opwaartse kracht van de gasdruk van onderen de neerwaartse kracht van de inwendige manometer-15 gasdruk van boven overschrijdt. De werkzame oppervlakken van de plug, die zijn blootgesteld aan deze gasdrukken zijn in wezen gelijk, zodat verschillen in druk, niet in oppervlak, het openen van de klep beïnvloeden. Een te lichte plug heeft echter de neiging om traag te openen.

20 De gevoeligheid van de klepwerking wordt regelbaar beïnvloed door de instelling van de axiale afstand waarover de plug 7 moet bewegen tussen zijn laagste (open) en bovenste (gesloten) stand. Voor dit doel zijn het bovenste en onderste kleplichaamdeel 5C en 5D gekoppeld 25 door hun samenwerkende inwendige respectievelijk uitwendige schroefdraad 5C' en 5D' en kunnen ze axiaal meer naar elkaar toe getrokken of verwijderd worden door geschikte manipulatie van hun geribbelde buitenvlakken 5C1' respectievelijk 5D1'. Het cilindrische onderste deel 7B van de plug 7 past 30 enigszins los in een samenwerkende cilindrische uitsparing 14' (fig. 2) in de huls 14 aan het boveneind van het lichaamsdeel 5D en wanneer de klep in de open stand staat met de plug in zijn onderste stand, rusten de randen van de platte bodem 7C van de plug op de bovengenoemde uitgesneden 35 ringvormige schouder 11. Afhankelijk van hoe volledig de twee lichaamsdelen op elkaar gekoppeld zijn, zal de plug dus een te kiezen kortere of langere afstand axiaal omhoog kunnen bewegen langs de as 10-10 voordat deze in aanraking komt met de zittingrand 8 en het "sluiten" van de klep en 40 "beheersen" van een drukstoot bewerkstelligt. De gevoelig- 8501244 -9- heidsinstelling heeft de aard van een micrometermanipulatie, waarbij, voordat de klep wordt geïnstalleerd, de bediende de klepdelen roteert in een richting om ze naar elkaar toe te trekken om de plug daarbinnen totdat het schudden langs 5 de as 10-10 niet langer het ratelende geluid oplevert dat anders wordt veroorzaakt doordat de plug vrij kan bewegen, en daarna een rotatie in de tegenovergestelde richting van het ene lichaamsdeel ten opzichte van het andere over een voorafbepaalde hoek beweegt deze uit elkaar over een vooraf-10 bepaalde axiale afstand, die de plug vrijmaakt uit een opgesloten onbeweegbare "nul"stand, zodat deze axiaal kan bewegen over de voorafbepaalde axiale afstand. De fijnheid van de schroefdraad bepaalt hoeveel hoekbeweging een voorafbepaalde axiale scheiding van het lichaam zal veroorzaken en 15 op zijn beurt de gevoeligheid van de klep voor drukveranderingen. In een uitvoering was elke derde draai terug vanaf "nul" bijvoorbeeld werkzaam om de vereiste "terugslag"druk te vergroten met ongeveer 1 torr.

Een lekvrije koppeling van de ten opzich-20 te van elkaar roteerbare lichaamsdelen wordt verzekerd door een 0-ringafdichting 16, die is aangebracht in een groef 17 aan het boveneind van het lichaamsdeel 5D, waarbij het bovenste lichaamsdeel 5C een inwendige boring 18 met een cilindrisch oppervlak heeft, waardoor de O-ring wordt samen-25 gedrukt om lekkage te verhinderen. De koppeling van het van schroefdraad voorziene boveneind van het lichaamsdeel 5C met een manometerinlaat of dergelijke wordt vergemakkelijkt door een van inwendige schroefdraad voorziene moer 19, die een holle huls 20 drukt tegen een afdichtende 0-30 ring 21, die rust op een hellende schouder 21, die zich radiaal uitspreidt vanaf de nabijheid van het boveneind van het deel 5C; wanneer de O-ring 21 voldoende wordt samengeperst wordt deze radiaal binnenwaarts vervormd en dicht aldus af tegen een manometerinlaatbuis (niet afgebeeld), 35 die nauw daarin past.

De klep wordt bij voorkeur in wezen vertikaal opgesteld, hoewel een werking met een afwijking van de vertikaal tot ongeveer 45° mogelijk is met enige verslechtering in de prestatie. Wanneer de zwaartekracht alleen 40 niet wordt vertrouwd voor de automatische opening kan een 8501244

V

-10- door een veer verkregen, magnetische of andere voorspanning worden toegepast om normaal de plug vanaf de zitting te drukken. Een ééndelige gegoten plug, zoals is beschreven en afgeheeld, verdient de voorkeur en zijn afgeknot kegelvor-5 mig klepdeel kan gemakkelijk zeer nauwkeurig worden gegoten en geheel zonder vormlijnen, die anders het optimaal zitten en afsluiten zouden verstoren.

Bij andere constructies kan het afgeknot kegelvormige deel van het klepdeel daarentegen zijn uit-10 gevoerd met een bolvormige inplaats van conische contour, hoewel een volle kogel natuurlijk onwenselijke vormlijnen zou vertonen en daarom geen goed vervangingsmiddel zou zijn.

Het afgebeelde platte bodemvlak van de plug kan anders concaaf zijn en de gehele plug kan zijn uitge-15 hold vanaf dat eind om een licht gewicht te verkrijgen met een breed oppervlak, waartegen het aanstromende gas kan opbotsen om de terugslagwerking te bewerkstelligen. Een ééndelige gegoten plug verdient de voorkeur zonder naden, behalve aan de bedoelde hoeken en randen, maar bruikbare 20 resultaten kunnen worden verkregen met een vergelijkbare meerdelige plug en/of met een niet-veerkrachtig kernstuk, dat een mantel van elastomeer afdichtingsmateriaal draagt langs de afgeknotte klepsectie van de plug.

De uitvinding is niet beperkt tot de 25 beschreven uitvoeringsvormen, die binnen het kader van de uitvinding gewijzigd kunnen worden.

8501244

Claims (9)

1. Snelwerkende beschermende terugslagklep voor drukomzetters en dergelijke, gekenmerkt door een kleplichaam met inlaat- en uitlaatpoorten, die in verbinding staan met een inwendige fluïdumstroompassage, die 5 zich langs een as daardoorheen uitstrekt en een smalle cirkelvormige rand heeft, die een klepzitting loodrecht op de as vormt, een klepdeel, dat is opgenomen in het lichaam en aan zijn buitenzijde wordt geleid voor korte heen en weergaande bewegingen langs de as tussen een eerste stro-10 mingsblokkeerstand, waarin een uitwendig klepgedeelte daarvan in aanraking komt en afsluit op de zitting en een tweede stand, waarin het klepdeel axiaal verplaatst is ten opzichte van de zitting en fluïdum kan stromen om het klepdeel en door de zitting en de passage, waarbij het uitwen-15 dige klepgedeelte van het klepdeel veerkrachtig vervormbaar is en een uitwendige gedaante heeft, die een omwentelings-oppervlak om de as is en in diameter afneemt van een breder eind van het klepdeel naar een kleiner einddeel, dat een kleinere diameter dan de zitting heeft en daardoorheen past, 20 zodat het uitwendige deel in afsluitend lijncontact op de zitting kan komen te zitten, waarbij het bredere eind van het klepdeel wordt gesloten door althans nagenoeg loodrecht op de as staande oppervlakken en past in de passage, zodat betrekkelijk grote hoeveelheden van het in de rich-25 ting van de zitting aanstromende fluïdum tegen het grotere eind aanbotsen en daardoor het klepdeel langs deze as voortdrijven totdat het uitwendige deel in afsluitend lijncontact met de zitting komt, waarbij het kleinere einddeel van het klepdeel een voldoende axiale lengte en diameter 30 heeft om zich uit te strekken door de zitting ongeacht de axiale stand van het klepdeel en om te verhinderen, dat het klepdeel overmatig om zijn as kantelt en vastgeklemd wordt, waarbij het klepdeel zo licht van gewicht is met betrekking tot de door het botsen van het aanstromende 35 fluïdum tegen het bredere eind ervan opgewekte krachten, dat het klepdeel, wanneer het fluïdum begint aan te stromen snel in de gesloten stand op de zitting wordt gedreven en daardoor een bescherming biedt tegen het daardoorheen ___^_—........ - im 8501244 -12- passeren van een belangrijke fluïdumstoot.

2. Terugslagklep volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het uitwendige klepgedeelte van het klepdeel bestaat uit elastomeer materiaal en een 5 afgeknot kegelvormige gedaante heeft, waarbij de klepzitting is gevormd door stapvormige binnenvlakken van het kleplichaam die met althans nagenoeg 90° in elkaar overgaan ter plaatse van de smalle cirkelvormige rand.

3. Terugslagklep volgens conclusie 2, 10 met het kenmerk, dat het kleplichaam bestaat uit twee lichaamsdelen, die zijn gekoppeld door complementaire uitwendige en inwendige schroefdraden, die coaxiaal zijn aan de as en de passage, waarbij één van de lichaamsdelen ëën deel van de passage omvat met de klepzitting erin en het an- 15 dere lichaamsdeel een ander deel van de passage omvat en een uitsparing, die het grotere eind van het klepdeel daarin opneemt, waarbij de in elkaar geschroefde lichaamsdelen ten opzichte van elkaar roteerbaar zijn om de as om de axiale afstand tussen de eerste en tweede stand in te stellen en 20 daardoor de gevoeligheid van de terugslagklep voor drukken die de klep zullen sluiten.

4. Terugslagklep volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het klepdeel mechanisch niet is verbonden ten opzichte van het lichaam en bestaat 25 uit een vrij ééndelig onderdeel, dat is gegoten uit elastomeer materiaal zonder vormlijnen langs het klepgedeelte met de afgeknot kegelvormige gedaante.

5. Terugslagklep volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het klepgedeelte met de 30 afgeknot kegelvormige gedaante taps verloopt van het bredere eind naar het smallere eind met een helling van ongeveer 45° ten opzichte van de as, waarbij de smalle cirkelrand, die de klepzitting vormt, een diameter heeft, die veroorzaakt, dat deze in aanraking komt met het klepgedeelte op 35 ongeveer 1/3 van de axiale afstand vanaf het smallere eind naar het bredere eind, wanneer het klepdeel daarop zit.

6. Terugslagklep volgens conclusie 5, met het ken'merk, dat het kleinere einddeel van het klepdeel met een betrekkelijk kleine hoek taps 40 toeloopt vanaf het klepgedeelte naar het vrije eind ervan, S 5 ö 12 4 4 -13- waarbij het bredere eind van het klepdeel althans nagenoeg cilindrisch is en een stomp eindvlak heeft, dat althans nagenoeg loodrecht op de as staat in een stand, waarin het aanstromende fluïdum daartegen botst.

7. Terugslagklep volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het althans nagenoeg cilindrische bredere eind van het klepdeel betrekkelijk los is opgenomen in de uitsparing in het andere lichaamsdeel, welke uitsparing zich bevindt aan het binneneind van het andere 10 lichaamsdeel en een ringvormige schouder aan de bodem ervan heeft rondom de fluïdumpassage daardoorheen, welke schouder is aangebracht voor aangrijping met randen van het stompe eindvlak van het klepoppervlak om de tweede stand met maximale axiale verplaatsing van het klepdeel vanaf de zitting 15 te bepalen, waarbij de schouder ontlastpassages heeft, waardoorheen de fluïdumstroming kan worden omgeleid langs het klepdeel, wanneer het stompe eindvlak van het klepdeel op de schouder rust.

8. Terugslagklep volgens conclusie 7, 20 met het kenmerk, dat de as althans nagenoeg vertikaal is en het ene lichaamsdeel boven het andere lichaamsdeel ligt, zodat de zwaartekracht het klepdeel naar de tweede stand drukt om de klep te openen.

9. Terugslagklep volgens conclusie 4, 25 met het kenmerk, dat het klepdeel bestaat uit fluorelastomeer materiaal en een hardheid van ongeveer 70 durometer heeft, waarbij de as althans nagenoeg vertikaal is en waarbij de tweede stand zich onder de eerste stand bevindt en waarbij het klepdeel door de zwaartekracht 30 naar de tweede stand wordt gedrukt om de klep te openen bij afwezigheid van overheersende hefkrachten door het aanstromende fluïdum en door grotere drukken onder het kleplichaam dan erboven. * 3561244