NL8501052A

NL8501052A - Werkwijze voor de vervaardiging van een beelddrager voor een diepdrukprocede.

Info

Publication number: NL8501052A
Application number: NL8501052A
Authority: NL
Original assignee: Neroc B V
Priority date: 1985-04-10
Filing date: 1985-04-10
Publication date: 1986-11-03

Description

1 * 1 H.o. 33076

Korte aanduiding: Werkwijze voor de vervaardiging van een beelddrager voor een diepdrukprocédé.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor de vervaardiging van een beelddrager voor een diepdrukprocédé, waarbij de verdiepingen in de beelddrager de drukinkt opnemen en aan de te bedrukken stof af geven.

5 Bij een diepdrukprocédé wordt vanaf een dieper liggend drukbeeld gedrukt. Een belangrijk voordeel van diepdruk ten opzichte van hoogdruk is dat op wisselende substraten een uitstekende drukkwaliteit kan worden bereikt. De inkt is veel dunner dan de inkt die voor hoog- of vlakdruk wordt gebruikt en als gevolg hiervan 10 verkrijgt men mooie vloeiende overgangen in de verschillende partijen.

De inkt is zo vluchtig dat de afdruk snel droog is en direct verder gewerkt kan worden. Bekend is als beelddrager van een al of niet van een chroanhuid voorziene koperen cilinder gebruik te maken en het beeld daarin te graveren of met een laser in te branden. De inkt wordt op de 15 beelddragercilinder gebracht door deze in een bak met inkt te laten draaien; cm de inkt alleen in het verdiept liggende drukbeeld te krijgen, wordt het oppervlak van de beelddragercilinder met een stalen rakel schoongeschraapt. Het te bedrukken materiaal wordt door een met rubber beklede drukcilinder rechtstreeks tegen de beelddragercilinder 20 gedrukt, waardoor de inkt vanuit de verdiept liggende delen op het te bedrukken materiaal kcmt. De gebruikelijke koperen beelddragercilinder is zo kostbaar dat het diepdrukprocédé gewoonlijk slechts voor hoge oplagen wordt toegepast. Een voordeel van zo een drukcilinder is overigens dat een doorlopende reeks drukbeelden zonder onderbreking kan 25 worden gedrukt en dat de productiesnelheid hoog is. Voor kleinere oplagen wordt gewoonlijk gebruik genaakt van een hoogdrukprocédé of van vlakdruk (off-set). Op wisselende substraten kan de drukkwaliteit te wensen overlaten, echter de drukkosten zijn vanwege de lagere prijs van de beelddrager gewoonlijk relatief laag.

30 Met de uitvinding wordt beoogd onder behoud van de voordelen van diepdruk de prijs voor de vervaardiging van een diepdruk-beelddrager zo laag te maken dat diepdruk ook voor kleinere oplagen economisch haalbaar wordt.

Volgens de uitvinding wordt hiertoe uitgegaan van een 35 plaat uit een kunststof materiaal dat door een bepaalde vloeistof kan a ~ t' * η 3 -5 *:» ; ü u L· 2 worden uitgewassen en dat onder invloed van licht van een bepaald golflengte gebied een zodanig chemische omzetting, in het bijzonder polymerisatie ondergaat dat de genoemde uitwasbaarheid verloren gaat, waarbij op de genoemde plaat een positief film wordt geplaatst, de film 5 wordt belicht met licht van genoemd golflengtegebied, de plaat aan een uitwasproces wordt onderworpen voor het uitwassen van onbelichte delen, en tenslotte de aldus behandelde diepdrukbeelddrager tot een cilindrische buis wordt gevormd waarvan de stootkanten zodanig in elkaar zijn vervloeid dat geen merkbare naad overblijft.

10 Niet uitgesloten is echter dat wordt uitgegaan van een cilindrische buis uit een kunststof materiaal dat door een bepaalde vloeistof kan worden uitgewassen en dat onder invloed van licht van een bepaald golflengtegebied een zodanige chemische omzetting, in het bijzonder polymerisatie ondergaat dat de genoemde uitwasbaarheid 15 verloren gaat, waarbij op de genoemde buis een positieffilm wordt geplaatst, de film wordt belicht met licht van genoemd golflengtegebied, en tenslotte de buis aan een uitwasproces wordt onderworpen voor het uitwassen van onbelichte delen.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand 20 van de figuren, waarin schematisch de opeenvolgende stadia voor het tot stand brengen van een diepdrukbeelddrager zijn weergegeven.

Uitgegaan wordt van een plaat 1 uit een kunststof die door een passende vloeistof kan worden uitgewassen. Een geschikt materiaal is een in water oplosbare nylonpolymeer. Er zijn andere 25 materialen in de handel die eveneens geschikt zijn, doch waarbij voor het uitwassen chemicaliën als alcohol nodig zijn. Door toepassing van de genoemde nylonpolymeer kan met water worden volstaan. Een geselecteerde kunststof moet de eigenschap bezitten dat hij onder invloed van licht van bepaalde golflengte, in het bijzonder ultraviolet licht, 30 zodanig chemisch wordt angezet, in het bijzonder gepolymeriseerd, dat hij niet meer met de betreffende vloeistof wordt uitgewassen. De plaat is aan de onderzijde bedekt met een draagfolie 2 uit bijvoorbeeld polyester en aan de bovenzijde bedekt met een afneembare afscherxnfolie 3, bijvoorbeeld eveneens uit polyester.

35 In figuur 1 is te zien dat deze afschermfolie wordt verwijderd.

Figuur 2 toont dat op de plaat 1 een positieffilm 4 wordt aangebracht. Eventueel kan over deze film een transparante zogenaamde vacuümfolie worden aangebracht en kan door zuigwerking de 55 £ fl Ί Λ S 0 vj ^ y 3 v J y 3 positief film tegen het bovenoppervlak: van de plaat worden gedrukt.

De in figuur 3 weergegeven volgende stap is dat de positieffilm wordt belicht met electrcmagnetische straling uit een golflengtegebied dat de genoemde chemische omzetting (polymerisatie) 5 van het plaatmateriaal teweeg kan brengen. De lichtbron is aangeduid met 5. De film is op de min of meer donkere delen voorzien van een rasterwerk van meer of minder grote rasterdichtheid. Zelfs bij een ultrazwart gedeelte is er een ondicht raster noodzakelijk ten einde qp de beelddrager de inkt te kunnen vasthouden.

10 In geval van genoemd in water oplosbaar nylon materiaal wordt gebruik genaakt van ultraviolet licht met een golflengte van circa 360 nanometer. De belichte delen van de kunststof ondergaan een zodanige omzetting dat uitwassing daarna niet meer mogelijk is.

15 Bijgevolg zullen bij de erop volgende uitwassing (figuur 4). uiteraard na verwijdering van de positieffilm, slechts de niet belichte delen worden weggewassen. De uitwasinrichting is met 6 aangeduid.

Na het drogen van de plaat kan deze voor een verdere 20 stabilisering nabelicht worden hetgeen in figuur 5 is te zien.

De plaat is nu tot beelddrager voor een diepdruk-procédé gevormd, dat wil zeggen dat de uitgewassen verdiepte delen en niet de verhoogde delen bestemd zijn voor het overbrengen van drukinkt op de te bedrukken stoffen. Aangezien de film in de min of meer donkere 25 delen van een rasterwerk was voorzien, hebben ook de verdiepte delen van de beelddrager een rastersysteem van uitstekende puntjes of lijntjes. Met zo een rastersysteem kan de mate van inktoverbrenging op het te bedrukken materiaal worden beheerst en kan het ongewenst uitvloeien van inkt worden tegengegaan.

30 Alvorens de beelddrager doelmatig te kunnen gebruiken wordt deze tot een cilindrische buis gevormd en wel door de plaat rond een gladde metalen cilinder te buigen. Het resultaat is in figuur 6 te zien. Van belang is dat de naad waar de stootkanten van de beelddrager op elkaar aangrijpen wordt weggewerkt en hiertoe kunnen de stootkanten 35 tijdens een temperatuursbehandeling tot een onzichtbare naad tot versmelten worden gebracht.

Het bovengenoemde rastersysteem in de verdiepte delen is in figuur 6 met puntjes aangegeven,

0 f) -f) *-> V

W *S0 1 J U li ----i » 4

Binnen het kader van de uitvinding zijn verschillende wijzigingen van de getoonde en beschreven methode mogelijk. Onder andere is een goede mogelijkheid dat reeds wordt uitgegaan van een cilindrische buis uit een kunststof materiaal dat door bepaalde 5 vloeistof kan worden uitgewassen en onder invloed van licht een zodanige omzetting ondergaat dat de uitwasbaarheid verloren gaat. De verschillende stadia voor het tot stand brengen van de beelddrager zijn dan gelijk dus er wordt een film op de cilindrische buis aangebracht, er wordt belicht, er wordt uitgewassen en nabelicht echter behoeft na 10 de vorming van de beelddrager geen cilindrische buis meer te worden gevormd en behoeft de naad niet meer te worden weggewerkt.

85 0 1 0 5 2

Claims

1, Werkwijze voor de vervaardiging van een beelddrager voor een diepdrukprocédé» waarbij de verdiepingen in de beelddrager de drukinkt opnemen en aan de te bedrukken stof afgeven, met het kenmerk, dat wordt uitgegaan van een plaat uit een 5 kunststof materiaal dat door een bepaalde vloeistof kan worden uitgewassen en dat onder invloed van licht van een bepaald golflengtegebied een zodanige chemische omzetting, in het bijzonder polymerisatie ondergaat, dat de genoemde uitwasbaarheid verloren gaat, dat op de genoemde plaat een positief film wordt geplaatst, dat de film wordt 10 belicht met licht van genoemd golflengtegebied, dat de plaat aan een uitwasproces wordt onderworpen voor het uitwassen van onbelichte delen, en dat de aldus behandelde diepdrukbeelddrager tot een cilindrische buis wordt gevormd waarvan de stootkanten zodanig in elkaar zijn vervloeid dat geen merkbare naad overblijft.

2. Werkwijze voor de vervaardiging van een beeld drager voor een diepdrukprocédé, waarbij de verdiepingen in de beelddrager de drukinkt opnemen en aan de te bedrukken stof afgeven, met het kenmerk, dat wordt uitgegaan van een cilindrische buis uit een kunststof materiaal dat door een bepaalde vloeistof kan worden 20 uitgewassen en dat onder invloed van licht van een bepaald golflengtegebied een zodanig chemische omzetting, in het bijzonder polymerisatie, ondergaat dat de genoemde uitwasbaarheid verloren gaat, dat op de genoemde buis een positief film wordt geplaatst» dat de film wordt belicht met licht van genoemd golflengtegebied, en dat de plaat aan een 25 uitwasproces wordt onderworpen voor het uitwassen van onbelichte delen. S E A i fl H 0 ________é