NL8500124A - Werkwijze voor het bestorten van de waterbedding, en een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze. - Google Patents

Description

*-***-Λ.

* *

Werkwijze voor het bestorten van de waterbedding, en een, inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het be-storten van de waterbedding.

Voor dit bestorten wordt tot dusver gebruik gemaakt van een steunvlak, dat gevormd wordt door drijvers, die als ballasttanks uit-5 gevoerd zijn en tot vlak boven de bedding afgezonken worden zodat het te storten materiaal geen grote verticale afstand behoeft af te leggen.

De bekende werkwijze heeft echter het bezwaar dat de nauwkeurige verticale geleiding van de geballaste drijvers bij het afzinken tot op grote diepte moeilijk uitvoerbaar is, en als verder bezwaar dat 10 het bij grote ladinghoeveelheden tegelijk bestorten door middel van dergelijke door ballasten afzirikbare drijvers vrijwel onmogelijk is.

De onderhavige uitvinding beoogt de vermelde bezwaren te ondervangen, zodat het goed verticaal geleid tot op een grote diepte van zelfs honderd meter storten van aanzienlijke ladingpartijen met een 15 gewicht in de orde van zelfs duizend ton op bedrijfszekere wijze uitgevoerd kan worden, hetgeen is bereikt door toepassing van een nieuwe werkwijze voor het bestorten van de waterbedding, en met name van een onderwater gelegde pijpleiding, door middel van een oppervlak-installatie en een daardoor hijs- en neerlaatbaar platform voor het 20 laden en onderwater neerlaten en lossen van een stortlading, in het bijzonder een lading stenen, wat bij de voorkeursuitvoering aldus gebeurt, dat de oppervlakinstallatie uit een dokschip voor zware lasten bestaat, waarvan het ruim met stenen beladen wordt en dat tussen zijn staarteinden aan de twee daarop geïnstalleerde brugkranen 25 het platform takelt. Het platform hangt zodoende op goed geleide, bestuurbare wijze in zijn takels, en het verdient bij het takelen van het platform aanbeveling, dat de twee brugkranen voor het uitvoeren van een bestorting gekoppeld worden, ofschoon ook een synchrone aandrijving van de twee kranen mogelijk is.

30 Men kan voor het uit het ruim lossen van de stenen aldus te werk gaan dat het platform beladen wordt door middel van een over de dubbele boorden van het dokschip verrijdbare overlaadinstallatie in 8500124 - 2 - het ruim maar een andere mogelijk is dat de brugkranen het platform door de geopende hekpoort binnenboord brengen, waar het op de ruim-bodem neergezet wordt en door in het ruim rijdende kraanwagens beladen wordt.

5 Na het beladen daarvan wordt het platform door de brugkranen achter de hekpoort neergelaten, welke neerlaatverrichting goed in de hand gehouden kan worden,en ook het lossen van de zware stortlading is op bedrijfszekere wijze uitvoerbaar. De inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze is daartoe gekenmerkt doordat het platform 1G uitgevoerd is als een afzinkbare laad- en losvloer of bak, en voorts doordat het platform een spreidbare pijpenvloer behelst, waarbij de spreidbare pijpen door een parallelstangenstelsel gedragen worden, en waarbij bij voorkeur de spreidbare pijpenvloer in pijpensecties onderverdeeld is, zodat de belasting door de zware ladingpartij, die op het 15 platform rust, over de secties verdeeld opgenomen kan worden. De spreiding en het zodoende door de pijpenvloer uitstorten van de lading stenen is daarbij gemakkelijk uitvoerbaar doordat de spreidbare pijpen door krachtcilinders bediend worden en doordat het platform liggers behelst, waaraan de pijpdraagstangen scharnierend verbonden zijn, 20 zodat de pijpen uiteen gezwenkt kunnen worden voor het doorlaten van de stenen.

Men kan daarbij volgens een gewenst dijkprofiel een pijpleiding bestorten, en de stenenlading wordt dan ook volgens dit dijkprofiel op het platform aangebracht onder de natuurlijke talud-25 hoek, waarbij schermplaten aan de langseinden van het platform het over de einden afglijden van de onder hun natuurlijke taludhoek op het platform geladen stenen verhinderen.

Het platform lost zijn stenenlading op een bepaalde hoogte boven de te bestorten pijpleiding, waarbij de afstand tussen het 30 platform en de pijpleiding door middel van sonische, bij voorkeur ultrasone, meet- en regelapparatuur bewaard wordt, en waarbij door een toegepaste deiningcompensatie de uitslag van het platform begrensd wordt, zodat het niet op onzachte wijze met de pijpleiding in aanraking komen kan. Ook kan plaatsbepalingsapparatuur geinstal-35 leerd worden en voor het op nauwkeurige wijze in de gewenste stand 3500124 - 3 - i i lossen van de stenenlading kan men zich behelpen met breideltalies vanaf het platform naar de boorden van het dokschip teneinde het platform met een te bestorten pijpleiding te kunnen uitrichten, ongeacht een ligging onder een hoek ten opzichte daarvan van het schip, 5 waarbij ook gebruik gemaakt kan worden van een draaigestel, waarop de pijpenbodem in het platform gelegerd is, met het oog op het uitrichten daarvan met de te bestorten pijpleiding. !

De uitvinding wordt in het volgende nader toegelicht aan de i hand van in de tekeningen voorgestelde uitvoeringsvoorbeelden daar-10 van.

Fig. 1 geeft in zijaanzicht een overzicht van de met een dokschip voor zware lasten uitgevoerde nieuwe werkwijze voor het bestorten van een op de waterbedding geïnstalleerde pijpleiding; fig. 2 toont de bestortingsinstallatie op het hek en in het 15 ruim van het dokschip meer in detail op grotere schaal in zijaanzicht; fig. 3 is een cpnog grotere schaal weergegeven dwarsdoorsnede over het ruim en de daarin geïnstalleerde overlaadinrichting; fig. 4 is een bovenaanzicht van het met stenen te laden en onderwater neer te laten en te lossen platform; 20 fig. 5 toont een langsdoorsnede van het platform; en fig. 6 toont een op een draaigestel gelegerde pijpenbodem.

Bij het voorgestelde uitvoeringsvoorbeeld wordt als boven-waterinstallatie een dokschip 1 gebruikt, dat berekend is op het vervoer van zware lasten, die met behulp van twee over de dubbele boorden 25 2 van het schip 1 verrijdbare brugkranen 3 gehanteerd kunnen worden.

Voor het bestorten van de bedding 4 worden de twee brugkranen 3 op de staarteinden 5 van het schip 1 gereden, tot achter de hek-poort 6, waarbij deze door een koppeling 7 verbonden kunnen worden tot één brugkraanstelsel, dat een voor het laden daarvan bij de 30 geopende hekpoort 6 in te stellen platform 8 aan zijn takels 9 hijsen en neerlaten kan.

Het ruim 10 van het dokschip 1 wordt met stenen 11 beladen en door middel van een in het ruim 10 geïnstalleerde overlaadinrichting 12, die over de dubbele boorden 2 verrijdbaar is, kan de over-35 slag van de stenen 11 naar het platform 8 plaats vinden.

8500124 * t - 4 -

De overlaadinstallatie 12 kan zoals weergegeven uit een over-slagtransporteur 13 en een opvoerband 14 bestaan, en door een schraap-of graafmachine, zoals met 15 weergegeven is, in het ruim 10 bediend worden, en de overslagtransporteur 13 zet een ladingpartij 16 op het 5 in zijn takels 9 aan de brugkranen 3 hangende platform 8 af, waarbij wordt opgemerkt dat de brugkranen 3 op het hanteren van zware lasten met een gewicht in de orde van 1000 ton berekend zijn. De hier voorgestelde bestortingsinstallatie 8 kan derhalve met een overeenkomstig grote draag- en stortcapaciteit uitgevoerd worden.

10 Het platform 8 kan ook binnenboord gebracht worden door de brugkranen 3 zoals met de dubbele pijlen in fig. 1 aangegeven is en in het ruim 10 door kraanwagens 15 beladen worden.

Bij de voorgestelde uitvoering behelst het platform 8 een van een pijpenvloer 17 voorziene laad- en losbak 18, die liggers 19 omvat, 15 waaraan het uit parallelstangen 20 bestaande draagstelsel van de pijpenvloer 17 door middel van scharnieren 21 verbonden is. De pijpenvloer 17 is bij voorkeur in pijpensecties 22 onderverdeeld teneinde de door de zware daarop rustende stenenlast 16 uitgeoefende belasting goed verdeeld te kunnen opnemen.

20 De pijpen 23 worden aaneengedrukt om een dichte pijpenvloer 17 te vormen, en zijn ook spreidbaar voor het telkens doorlaten van , de stenen 11, door middel van krachtcilinders 24, waarvan er bij voorkeur één stel voor elke pijpensectie 22 aangebracht is. De pijpen 23 van de pijpenvloer 17 zwenken daarbij met hun draagstangen 20 tel-25 kens om het bijbehorende scharnier 21. De krachtcilinders 24 worden door de schematisch in fig. 5 weergegeven bekrachtigingsleiding 25 bediend.

Het platform 8 hangt bij elk van zijn hoeken in een takel 9 aan de brugkranen 3. Teneinde het platform 8 boven een te bestorten 30 pijpleiding 26 op de waterbedding 4 te kunnen uitrichten, ongeacht een ligging onder een hoek ten opzichte daarvan van het dokschip 1 daarboven, zijn breideltalies 27 vanaf de voorste hoeken van het platform 8 naar de boorden 2 van het schip 1 geleid voor het zonodig draaien van het platform 8 voor het goed uitgericht instellen cWv 35 daarvan. Dit uitrichten kan ook gebeuren'middel van een draaigestel 28 8500124 Λ - 5 - , ................ Ί zoals in fig. 6 weergegeven.

Beoogd wordt de stenenlading 16 volgens een gewenst profiel te storten en dit profiel wordt op het platform 8 voorgevormd. Een pijpleiding 26 wordt bij voorkeur bestort met een profiel in de vorm 5 van een dijklichaam, waarbij de stenenlading 16 onder zijn natuurlijke taludhoek op het platform 8 aangebracht wordt. Daarbij worden om het over de langseinden van het platform 8 afglijden van de stenen te j verhinderen daar ter plaatse schermplaten 29 aangebracht zoals in fig. 5 weergegeven.

10 Tenslotte wordt opgemerkt dat aan de hier voorgestelde uitvoering geen beperkende betekenis moet worden gehecht, aangezien 1 deze voor wijziging en modificatie vatbaar is zonder buiten het kader van de uitvinding te treden. Zo dient waar hier in de beschrijving sprake is van een pijpehbodem dit niet in beperkende zin te worden 15 opgevat, daar in plaats van pijpen wellicht ook andere profielen zouden kunnen worden toegepast.

8500124

Claims (17)

1. Werkwijze voor het bestorten van de waterbedding (4), en met name van een onderwater gelegde pijpleiding (26) , door middel van een oppervlakinstallatie (1) en een daardoor hijs- en neerlaatbaar platform (8) voor het laden en onderwater neerlaten 5 en lossen van een stortlading (16) , in het bijzonder een lading stenen (11).

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de oppervlakinstallatie (1) uit een dokschip voor zware lasten bestaat, waarvan het ruim (10) met stenen (11) beladen wordt en dat tussen 10 zijn staarteinden (5) aan de twee daarop geïnstalleerde brugkranen (3) het platform (8) takelt (9).

3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de twee brugkranen (3) voor het uitvoeren van een bestorting gekoppeld worden (7).

4. Werkwijze volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat het platform (8) beladen wordt door middel van een over de dubbele boorden (2), van het dokschip (1) verrijdbare overlaadinstallatie (12) in het ruim (10) .

5. Werkwijze volgens conclusie 2 of 3, met, het kenmerk, dat 20 de brugkranen (3) het platform (8) door de geopende hekpoort (6) binnenboord brengen, waar het op de ruimbodem neergezet wordt en door in het ruim (10) rijdende kraanwagens (15) beladen wordt.

6. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat het platform (8) 25 uitgevoerd is als een afzinkbare laad- en losvloer of bak (18).

7. Inrichting volgens conclusie 6, gekenmerkt doordat het platform (8) een spreidbare pijpenvloer (17) behelst.

8. Inrichting volgens conclusie 7, gekenmerkt doordat de spreidbare pijpen (23) door een parallelstangenstelsel (20) gedragen 30 worden.

9. Inrichting volgens conclusie 7 of 8, gekenmerkt doordat de spreidbare pijpenvloer (17) in pijpensecties (22) onderverdeeld is.

10. Inrichting volgens conclusie 7, 8 of 9, gekenmerkt door- 3500124 . - 7 - dat de spreidbare pijpen (23) door krachtcilinders (24) bediend worden.

11. Inrichting volgens een der conclusies 7 t/m 10, gekenmerkt doordat het platform (8) liggers (19) behelst, waaraan de 5 pijpdraagstangen (20) scharnierend verbonden zijn (21).

12. Inrichting volgens een der conclusies 6 t/m 11, gekenmerkt doordat schermplaten (29) aan de langseinden van het platform (8) het over de einden afglijden van de onder hun natuurlijke taludhoek op het platform geladen stenen (16) verhinderen.

13. Inrichting volgens een der conclusies 6 t/m 12, gekenmerkt doordat de afstand tussen het platform (8) en de pijpleiding (26) door middel van sonische, bij voorkeur ultrasone, meet-en regelapparatuur bewaard wordt, en waarbij door een toegepaste deiningcompensatie de uitslag van het platform (8) begrensd wordt.

14. Inrichting volgens een der conclusies 6 t/m 13, gekenmerkt door breideltalies (27) vanaf het platform (8) naar de boorden (2) van het dokschip (1) teneinde het platform (8) met een te bestorten pijpleiding (26) te kunnen uitrichten, ongeacht een ligging onder een hoek ten opzichte daarvan van het schip (1).

15. Inrichting volgens een der conclusies 6 t/m 14, gekenmerkt door een draaigestel (30), waarop de pijpenbodem (17) in het platform (8) gelegerd is.

16. Werkwijze, in hoofdzaak zoals voorgesteld in de beschrijving en/of tekeningen.

17. Inrichting, in hoofdzaak zoals voorgesteld in de beschrijving en/of tekeningen. 8500124