NL8500105A - Geluidsisolatie van ventielatieopeningen van vensters. - Google Patents

Geluidsisolatie van ventielatieopeningen van vensters. Download PDF

Info

Publication number
NL8500105A
NL8500105A NL8500105A NL8500105A NL8500105A NL 8500105 A NL8500105 A NL 8500105A NL 8500105 A NL8500105 A NL 8500105A NL 8500105 A NL8500105 A NL 8500105A NL 8500105 A NL8500105 A NL 8500105A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
ventilation
air
window
elements
opening
Prior art date
Application number
NL8500105A
Other languages
English (en)
Other versions
NL193029C (nl
NL193029B (nl
Original Assignee
Saint Gobain Vitrage
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from FR8400786A external-priority patent/FR2558516B1/fr
Priority claimed from FR8404438A external-priority patent/FR2561706B2/fr
Application filed by Saint Gobain Vitrage filed Critical Saint Gobain Vitrage
Publication of NL8500105A publication Critical patent/NL8500105A/nl
Publication of NL193029B publication Critical patent/NL193029B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL193029C publication Critical patent/NL193029C/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F13/00Details common to, or for air-conditioning, air-humidification, ventilation or use of air currents for screening
    • F24F13/08Air-flow control members, e.g. louvres, grilles, flaps or guide plates
    • F24F13/18Air-flow control members, e.g. louvres, grilles, flaps or guide plates specially adapted for insertion in flat panels, e.g. in door or window-pane
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B7/00Special arrangements or measures in connection with doors or windows
    • E06B7/02Special arrangements or measures in connection with doors or windows for providing ventilation, e.g. through double windows; Arrangement of ventilation roses
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F13/00Details common to, or for air-conditioning, air-humidification, ventilation or use of air currents for screening
    • F24F13/24Means for preventing or suppressing noise
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F7/00Ventilation
    • F24F2007/0025Ventilation using vent ports in a wall

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Specific Sealing Or Ventilating Devices For Doors And Windows (AREA)
  • Special Wing (AREA)

Description

ï s
* I
Geluidsisolatie van ventilatieopeningen van vensters.
De uitvinding heeft betrekking op de geluidsisolatie j van gebouwen, die een zekere ventilatie moeten hebben. De uitvinding heeft meer in het bijzonder betrekking op de geluidsisolatie van vensters, deuren, ramen en dergelijke, die zijn voorzien van 5 ventilatieopeningen.
Op het gebied van de geluidsisolatie van vensters is de aandacht tot nu toe in hoofdzaak gericht op de verbetering van de eigenschappen van het verglaasde deel. J
De Franse octrooiaanvragen 77 11228 en 82 11779 zijn 10 wel representatief voor vragen, die opkomen, wanneer men naar het glaswerk zelf kijkt. Deze aanvragen beschrijven eveneens de resultaten, waartoe de voorgestelde oplossingen kunnen leiden. Zo is aangegeven, dat de door dit glaswerk bereikte geluidsdempings-coëfficient groter is dan 30 dB (A) en 40 dB (A) kan overschrijden, 15 waarbij de betreffende coëfficiënt is gemeten bij een karakteristiek lawaai van het wegverkeer (NF.S.31051).
Opgemerkt wordt, dat de geluidsisolatie in het inwendige van een gebouw een complex gegeven is. Zij hangt vanzelfsprekend af van de verglaasde delen, maar eveneens van het 20 houtwerk of zelfs van de wanden. In dit complex bepaald het element, waarvan de geluidsdemping het kleinst is, het resultaat van het geheel. Want gewoonlijk is dit het glaswerk, dat in dit opzicht bepalend is, tenminste wanneer de constructie een goede dichtheid heeft.
25 Wanneer een opening moet worden aangebracht, in het bijzonder in de vensters, om gebouwen te kunnen ventileren, wordt een afdichtingsgebrek gecreëerd, dat het niveau van de geluidsdemping van het geheel aanzienlijk vermindert.
Volgens de uitvinding wordt voorgesteld, dit probleem 30 van de geluidsdemping op te lossen, wanneer ventilatieopeningen noodzakelijk zijn in de vensters en dergelijke.
S5 0 0 1 0 5 - 2 - . ï
In de praktijk zijn de ventilatieopeningen meestal gevormd door openingen met kleine afmetingen, die zijn aangebracht in een dorpel van het venster. Deze openingen zijn bovendien in het algemeen bedekt met een.'rooster en/of met een luifel. Om te 5 vermijden, dat deze openingen aanleiding geven tot een te intensieve luchtcirculatie onder invloed van de wind.,, zijn zij bovendien dikwijls voorzien van buigzame stroken, die werken als kleppen en die de openingen afsluiten, wanneer de circulatiesnelheid te groot wordt, 10 Om de akoestische prestaties van vensters, die zijn voorzien van deze soort ventilatieopeningen, te verbeteren, voorziet de uitvinding in de toepassing van tenminste één element op elk van deze openingen, dat, zonder een obstakel te vormen voor de luchtcirculatie, deze dwingt een weg te volgen, die niet recht 15 is en anderzijds de circulerende lucht geleidt in contact met een geluidsabsorberend materiaal.
Behalve hun geschiktheid tot het dempen van geluid en het laten circuleren van de lucht, moeten de volgens de uitvinding toegepaste elementen voldoen aan nauwkeurig bepaalde en dwingende 20 voorwaarden wat betreft hun afmetingen. Het is inderdaad belangrijk, dat dit element kan worden bevestigd op een dorpel van het venster, zonder de beweging van bet venster te hinderen, of over het verglaasde deel uit te steken.
De meetkundige vorm van het element is bij voorkeur 25 zodanig gekozen, dat het kan worden aangepast aan vensters, die reeds zijn voorzien van een ventilatieopening. In de praktijk zijn dit gewoonlijk langwerpige openingen, waarvan de grootste afmeting ligt in de richting van de dorpels van vensters.
Bij vensters, die van meet af aan zijn vervaardigd 30 voor het opnemen van een element volgens de uitvinding, is de vorm gewoonlijk niet anders. Inderdaad voldoen de vorm en de afmetingen van deze ventilatieopeningen, die zijn aangebracht in het houtwerk van vensters, aan praktische voorwaarden. De openingen 85 0 0.1 0 5 g · - 3 - moeten een bepaalde dwarsdoorsnede hebben en de beschikbare plaats op de dorpels is gewoonlijk zeer beperkt. Eventueel kunnen meerdere zij aan zij naast elkaar geplaatste openingen een enkele grotere opening vervangen, teneinde het houtwerk van het venster niet 5 te zeer te verzwakken.
Wanneer meerdere openingen naast elkaar liggen in een dorpel van een venster, is het mogelijk één element per opening aan te brengen, of als de openingen dicht bij elkaar liggen, meerdere openingen met één enkel element te bedekken.
10 De uitvinding is gedetailleerd beschreven in de vol gende beschrijving onder verwijzing naar de bijgaande tekening waarin: fig. 1 een gedeeltelijk perspectivisch aanzicht en een gedeeltelijke doorsnede is van een venster, dat is voorzien 15 van ventilatieopeningen, fig. 2 een gedeeltelijke dwarsdoorsnede is van een ventilatieopening, voorzien van een geluiddempingsinrichting volgens de uitvinding, fig. 3 een gedeeltelijk bovenaanzicht en een gedeelte-20 lijke doorsnede is van het samenstel, dat in fig. 2 is getekend,
fig. 4 een bovenaanzicht is analoog aan dat volgens I
fig. 3 op een kleinere schaal, i
fig. 5 een doorsnede is van een samenstel, dat is I
voorzien van twee geluiddempingselementen volgens de uitvinding, 25 die aan weerszijden van het houtwerk van het venster zijn geplaatst, fig. 6 een andere uitvoeringsvorm is van een geluid-dempingselement volgens de uitvinding, fig, 7 een gedeeltelijke doorsnede is volgens de lijn VII-VII in fig. 8 van het houtwerk van een venster, voorzien van 30 een ander samenstel van twee elementen volgens de uitvinding, en fig. 8 een gedeeltelijk bovenaanzicht en een gedeeltelijke doorsnede volgens de lijn VIII-VIII in fig. 7 op een kleinere schaal is van het samenstel, dat in fig. 7 is getekend.
d w v v j v j > • i - 4 - <
Fig. 1 toont een .typische constructie van een geïsoleerd venster, voorzien van ventilatieopeningen.
De dorpel 1 van dit venster draagt bijvoorbeeld een dubbele ruit 2, zoals beschreven in de bovengenoemde octrooiaan-5 vragen. Deze dubbele ruit is bevestigd door middel van een glaslat 3. Om een goede dichtheid van het venster te garanderen, kan een buigzame afdichting 4 zijn geplaatst tussen de ruit 2 en de dorpel 1.
In de dorpel 1 zijn twee ventilatieopeningen 5 en 6 10 aangebracht. Deze ventilatieopeningen zijn gevormd door langwerpige openingen, die de lucht aan weerszijden van het venster verbinden.
Tegenwoordig zijn de ventilatieopeningen van deze soort bedekt met roosters 7, zoals in fig. 4 is getekend, en eventueel voorzien van een systeem voor het wijzigen van de lucht-15 circulatie, zoals in fig. 5 is getekend.
Fig. 2 toont de plaatsing van een geluiddempingselement 9 volgens de uitvinding op een ventilatieopening 6.
Het element 9 is voorzien van een prof iel 10 van stijf of halfstijf materiaal, bijvoorbeeld een aluminium legering, een 20 macro-moleculair synthetisch materiaal..... Het profiel 10 bedekt de opening 6 over zijn gehele lengte en strekt zich zelfs voorbij de opening uit, zoals in fig. 4 is getekend.
Het element 9 is eveneens voorzien van geluidsabsor-berend materiaal 11, dat de gehele bodem van het profiel 10 bedekt. 25 Wanneer het zodanig is geplaatst, dat het de ventila tieopening afdekt, begrenst het element 9 een ruimte 12, die een leiding vormt, die de opening 6 verbindt met de buitenlucht (of met de ruimte binnenshuis, al naar gelang het element 9 zich aan de ene zijde of de andere zijde van het venster bevindt). Bij de uit-30 voeringsvorm, in de figuren 3 en 4 is getekend, zijn de uiteinden van het profiel niet dicht. De opening 15 aan de buitenzijde aan beiden uiteinden heeft dus dezelfde doorsnede als de ruimte 12.
Bij de keuze van de afmetingen van deze openingen 8500105 9 m < Λ j - 5 - moet rekening worcfen gehouden met twee tegenstrijdige eisen. Opdat j de luchtcirculatie op bevredigénde wijze plaats vindt, moeten de openingen voldoende groot zijn. Anderzijds wordt de geluiddemping beter, naarmate de openingen kleiner zijn. j 5 Er zijn andere factoren in het spel, die deze twee ! vereisten tot elkaar kunnen brengen. De aanwezigheid van het j absorberende materiaal 11 is de meest belangrijke faktor. Als men j door vergroten van de hoogte H van het profiel (zie in fig. 6 i i de verwijzingsletters die betrekking hebben op de afmetingen)- de 1 10 open dwarsdoorsnede voor doorstromen van de lucht vergroot, wordt i de geluiddemping minder. Echter in het weergegeven geval wordt het absorptieoppervlak eveneens groter en daarmee het absorptie- effekt. Daarom is het in het algemeen en door de andere parameters j i geschikt te kiezen, mogelijk, de doorsnede van de openingen groter 15 te maken, waarbij het niveau van de geluiddemping praktisch gelijk wordt gehouden of iets wordt verlaagd.
Bij het in fig. 2 getekende uitvoeringsvoorbeeld zijn j ! om de bovengenoemde redenen de hoogte van het profiel 10 en dientengevolge die van de ruimte 12 veel groter dan de hoogte h van de j 20 ventilatieopening 6. Ook is in fig. 2 het profiel 10 excentrisch geplaatst ten opzichte van de opening 6. De plaats van:het profiel kan worden gewijzigd, praktisch zonder het resultaat te veranderen.
Het is in het bijzonder mogelijk, het element 9 symmetrisch te plaatsen zoals in fig. 5 is getekend, zonder het geluiddempingsni-25 veau waarneembaar te wijzigen. De plaats van het proefiel kan dus worden gekozen als functie van andere factoren, bijvoorbeeld de beschikbare plaats op de dorpel van het venster.
De luchtcirculatie door de openingen 15 aan de uiteinden van het profiel heeft plaats zoals met de pijlen in streep 30 stippellijnen in fig. 4 is aangegeven.
Opdat het "smorende" effekt op geschikte wijze tot zijn recht komt en opdat daardoor de circulerende lucht goed langs de absorberende wand 11 wordt geleid,, verdient het de voorkeur, 8500105 • · a - 6 - dat de afstand tussen deze openingen 15 en de ventilatieopening tenminste gelijk is aan de hoogte h van de ventilatieopening.
De dempingscapaciteit hangt voor een niet verwaarloosbaar gedeelte af van de aard van het absorberende materiaal 11.
5 Volgens de uitvinding kan men een willekeurig bekend materiaal aanbrengen om een goed absorptie-vermogen te krijgen. De materialen, die het meest geschikt zijn voc>r deze toepassingen, zijn natuurlijk die materialen, die weinig gevoelig zijn voor afbraak in de tijd.
Men zal bij voorkeur produkten gebruiken, zoals de geëxpandeerde 10 macro-moleculaire materialen of vezelige prodeukten. Bijvoorbeeld polyurethaanschuim of vezelhoudende vilten, zoals vilten die zijn vervaardigd uitgaande van glasvezels, steenvezels of cellulose houdende vezels, zijn goed geschikt voor deze toepassing.
De dikte e van het materiaal, die noodzakelijk is om 15 een goede absorptie te verkrijgen hangt afcvan de aard van het materiaal. Bij de bovengenoemde traditionele materialen is deze dikte betrekkelijk klein. Enige millimeters zijn voldoende. Vanzelfsprekend is het mogelijk, deze dikte groter te maken, maar de verkregen verbeteringen, die voortvloeien uit deze toeneming van de 20 dikte zijn klein. Bij voorkeur is de dikte van.het absorberende materiaal om redenen van -ingenomen ruimte niet groter dan 20 mm en ligt bij voorkeur tussen 8 en 15 mm.
Welk absorberend materiaal ook wordt gekozen, opdat de absorptie groot is, is hierboven reeds gezegd, dat het gewenst 25 was, een zo groot mogelijk absorptieoppervlak aan:te brengen. Voor een bevredigende absorptie kan men in praktijk aannemen, dat het absorptieoppervlak tenminste 1,5 maal groter moet zijn dan het oppervlak dat overeenkomt met de dwarsdoorsnede van de ventilatieopening en bij voorkeur groter dan twee maal dit dwarsdoorsnede-30 oppervlak.
Om de absorptie te begunstigen, verdient het eveneens de voorkeur, de diepte P van de ruimte 12 te beperken. Proefondervindelijk kan men vaststellen, dat de absorptie beter wordt, als 850Q105 * • · - 7 - men de reflecties op de tegenover elkaar liggende wanden (onder andere de absorberende wand) vermenigvuldigt, hetgeen wordt bereikt door de diepte P kleiner te meken. De diepte P is bij voorkeur kleiner dan de hoogte h van de ventilatieopening. In absolute 5 waarde is deze diepte bij voorkeur kleiner dan 20 mm en nog beter, kleiner dan 15 mm.
Behalve met het bovenbeschreven element 9 kan de geluiddemping worden vergroot door een complementair element 16 toe te voegen, zoals in fig. 5 is getekend.
10 Het complementaire element 16 is geplaatst op het andere vlak van het venster, anders gezegd aan het andere uiteinde van de ventilatieopening 6,
Dit complementaire element 16 kan soortgelijk zijn aan het eerstgenoemde element 9. Men kan ook een complementair element 15 gebruiken, zoals dat in fig. 5 is getekend. Dit element is zodanig geconstrueerd, dat het in zekere zin de ventilatieopening 6 ver- ! lengd. Inderdaad is het element, dat is voorzien van een profiel 17, soortgelijk aan het profiel 10, bekleed met een isolerend materiaal 18, waarbij in het profiel en in de isolatie een opening 20 19 is aangebracht, waarvan de afmetingen overeenkomen met die van de ventilatieopening 6, en deze opening 19 is aangebracht tegenover de opening 6. Onder deze omstandigheden wordt de luchtcirculatie praktisch niet vertraagd door het element 16. Het spreekt vanzelf, dat deze constructie minder gunstig is voor de geluiddem-25 ping. Om deze reden kan een element van deze soort slechts worden gebruikt als een aanvullend*· element, als men een verbetering wenst ten opzichte van die van de andere samenstellende onderdelen van het venster.
De constructie van het aanvullende element 16, dat 30 boven is beschreven, laat bovendien het gemakkelijk aanbrengen van traditionele regelstelsels toe. Hierboven is inderdaad gezegd, dat bij de bekende uitvoeringsvormen de ventilatieopeningen waren afgesloten, hetzij door een rooster, zoals het rooster 7 in fig. 4, 8500105 * - 8 - hetzij door een inrichting, waarbij een te intensieve circulatie kan worden vermeden.
Een traditionele inrichting voor het beperken van de circulatie is bij 20 in fig, 5 weergegeven. Zij omvat een 5 kap 21, die op de opening 19 is bevestigd (of rechtstreeks op de ventilatieopening 6, wanneer het complementaire element 16 niet is gebruikt. Deze kap 21 draagt een rooster 22, waarvan de afmetingen tenminste gelijk zijn aan die van de ventilatieopening 6.
Een buigzaam blad 23 is op het binnenvlak van de kap bevestigd.
10 In de rusttoestand staat het buigzame blad op afstand van het rooster, waardoor de opening vrij is. Wanneer de circulatie-snelheid van de lucht, die van buiten afkomstig is, een bepaalde waarde overschrijdt, bijvoorbeeld een windstoot, wordt het blad 23 tegen het rooster gedrukt, dat zij tenminste ten dele afsluit, waar-15 door automatisch de doorstroming van lucht wordt beperkt.
Hoewel het in theorie denkbaar is, deze regelsystemen aan te brengen op elke willekeurige opening van een geluiddempings-element, dat op een ventilatieopening of ventilatiekanaal is geplaatst, kan het stelsel het gemakkelijkst worden aangebracht op 20 de opening van het ventilatiekanaal of op een complementair element, dat dezelfde configuratie heeft als het kanaal. Dit is nog een reden, waarom de voorkeur wordt gegeven aan de toepassing van een complementair element, zoals in fig. 5 is getekend.
Bij wijze van voorbeeld is een inrichting volgens 25 de uitvinding gebruikt voor een venster, voorzien van ventilatiekanalen. Het venster,dat is uitgerust op de wijze zoals beschreven in de Franse octrooiaanvrage FR 82 11799, heeft voor het aanbrengen van ventilatiekanalen een geluiddempingsindex van 40 dB (A) bij de proef met lawaai van het wegverkeer, bepaald volgens de norm 30 NF.S.31051.
lp de dorpel van het venster worden twee ventilatiekanalen aangebracht in de vorm van spiegleuven met een breedte van 15 mm en een lengte van 110 mm elk. De kanalen worden aangebracht 8500105 - 9 - op 50 mm afstand van elkaar in eikaars verlengde in de langsrichting van de dorpel. Bij afwezigheid van een inrichting volgens de uit- j vinding werd bij lawaaiproef van het venster slechts een dempings-index van niet meer dan 29 dB (A) gemeten. Het verschil is zeer 5 groot, als men in aanmerking neemt, dat deze index een logarit- i
mische wet volgt. I
Eaa dempingsinrichting, zoals die in fig. 2 is weerge- j geven, wordt op de ventilatiekanaal bevestigd. Deze inrichting is j geconstrueerd, uitgaande van een aluminiumprofiel met een dikte 10 van 3 mm. Zijn afmetingen zijn: 450 x 50 x 28 mm. Het profiel wordt over zijn gehele lengte en zijn gehele breedte en over een ! diepte van 10 mm bekleed met een relatief dicht vilt van glaswol, ! i
waardoor tussen de dorpel van het venster en de laag glaswol I
een vrije ruimte met een dikte van 10 mm wordt opengelaten. j 15 Omdat de gleuven op een afstand van 50 mm van elkaar ! liggen, liggen de openingen, die met de lucht in de omgeving zijn verbonden, op een afstand van 80 mm van de uiteinden van de gleuven ; (meer dan 5x de breedte van de gleuven). Het vrijliggende oppervlak van absorberend materiaal is 6x groter dan dat van de ventilatie- j 20 kanalen, j
Wanneer de inrichting volgens de uitvinding op de j ventilatiekanalen/èevestigd, wordt de dempingsindex van het j venster verhoogd tot 36 dB (A).
In het onderhavige geval is eveneens een complementair 25 element 16 gebruikt. Dit element, waarvan de opening 19 is aangepast aan die van het kanaal 6, heeft de vorm, die in fig. 5 is weergegeven. De hoogte en de diepte van het profiel 17 zijn beide 50 mm. Het profiel strekt zich uit over de gehele lengte van de ventilatiekanalen. Zoals hierboven is beschreven, is het 30 absorberende materiaal 18 een vilt van glaswol.
Door het gebruik van dit aanvullende element kan de dempingsindex op 38 dB (A) worden gebracht.
Bovendien wordt dit resultaat bereikt zonder de lucht- 8500105 ♦ c - ίο - circulatie te wijzigen. Met de inrichting volgens de uitvinding of zonder deze laat het ventilatiekanaal bij een drukverschil van 10 Pa tussen de twee zijden van het venster, 30 m3 lucht per uur of meer passeren.
5 Dezelfde inrichting is beproefd op een venster van dezelfde soort, maar waarvan de ruit minder presteert en die voor het aanbrengen van ontluchtingskanalen een geluiddempingscoëfficient van 35 dB (A) heeft. Het aanbrengen van ventilatiekanalen, waarvan de afmetingen dezelfde zijn als bovenbeschreven, laat de geluid- 10 dempingscoëfficient dalen tot 28 dB (A). Door het aanbrengen van het element 9 volgens de uitvinding wordt de dempingscoëfficient verhoogd tot 34 dB (A).
In het tweede geval is het niet noodzakelijk gebleken, de inrichting aan te vullen door toevoeging van een element op 15 de andere zijde van het venster, waarbij de dempingseigenschappen van het eerste element als voldoende worden beschouwd. Maar vanzelfsprekend is de toepassing van dit complementaire element 16 eveneens mogelijk.
Het voorbeeld van de figuren 7 en 8 is een uitvoerings- 20 vorm, waarmee een nog betere geluiddemping kan worden bereikt. Het samenstel volgens fig, 7, toegepast op het houtwerk van het venster, omvat een buitenste element 30 en een binnenste element 31. Deze twee elementen bedekken het ventilatiekanaal 32, dat in het houtwerk 33 is aangebracht.
25 Deze elementen 30 en 31 zijn in.· hoofdzaak in de vorm van langwerpige profielen 34 en 35 uitgevoerd, die het ventilatiekanaal 32 geheel bedekken.
Deze profielen zijn inwendig bekleed met een absorberend materiaal, bijvoorbeeld een vilt 36 van glasvezels.
30 De profielen zijn aan het houtwerk 33 bevestigd met behulp van een willekeurig traditioneel middel. Bij het getekende uitvoeringsvoorbeeld zijn de profielen met hun ongezette randen door middel van kleefstroken 37 vastgeplakt.
8500105 ί - 11 -
De meetkundige vorm en de plaatsing van de elementen 30 en 31 zijn zodanig, dat zij een lange weg van de lucht in contact met het absorberende materiaal 36 begunstigen. Deze weg is bij wijze van voorbeeld in fig. 2 in streep—stippellijnen getekend.
5 Om zodanig te werk te gaan, dat de weg ook zolang mogelijk is, zijn de vrijgelaten luchtdoorstroomopeningen 38, 39 bij het element 30 geplaatst aan de uiteinden van dat element. In de praktijk is het inderdaad economisch voordelig dat de elementen een zo eenvoudig mogelijke constructie hebben. Bij het getekende 10 uitvoeringsvoorbeeld bereikt men dit door een eenvoudig profiel, voorzien van isolerend materiaal, te gebruiken. Wanneer dit profiel op het houtwerk is aangebracht, begrenst het een kanaal 40, dat zich over zijn gehele lengte uitstrekt en dat aan zijn twee uiteinden met de buitenlucht is verbonden.
15 Andere uitvoeringsvormen zijn eveneens mogelijk, maar leiden noodzakelijkerwijze tot een kortere weg van de lucht langs het absorberende materiaal.
Het binnenste element 31 verschilt van het element 30 doordat het gewoonlijk is voorzien van middelen 41, die zijn be-20 stemd voor het beperken van de doorstroming van lucht in geval van een windstoot. Deze middelen 41 werken als een klep, die sluit, wanneer de stroomsnelheid van de lucht te groot wordt. Om te kunnen werken, moeten deze middelen 41 een zekere maat hebben, die normaal veel groter is dan die van het'uiteinde van het element 25 31.(waaraan men zoveel mogelijk afmetingen in dwarsrichting tracht te geven, die om voor de hand liggende redenen van plaatsruimte beperkt zijn),
Wanneer dergelijke beperkende middelen worden gebruikt, zijn zij gewoonlijk geplaatst op één van de twee zijden van het j 30 profiel. In dit geval zijn (¾ middelen 41 zo dicht mogelijk bij de 1 uiteindai42 en 43 geplaatst, om altijd een zo lang mogelijk weg te behouden. Ook spreekt het in dit geval vanzelf, dat de uiteinden moeten worden afgesloten, om de lucht te dwingen, door ü ^ « n ·? s *- v <j j 1,- 3
V C
i - 12 - r de middelen 41 te stromen. Daarom zijn pluggen 44 en 45 aan de uiteinden 42 en 43 geplaatst.
Als de toepassing van middelen 41 niet noodzakelijk blijkt, kan het element 31 vanzelfspreken! eenvoudig open zijn 5 aan zijn uiteinden·, op dezelfde wijze als bij het element 30.
Opdat de absorptie zeer groot is, is het voordelig zo te werk te gaan, dat de afstand tussen de openingen 38 en 39 van het ventilatiekanaal 32 gelijk is aan meerdere malen.de hoogte 10 h van dat ventilatiekanaal. Bij voorkeur is deze afstand tenminste gelijk aan 5x de hoogte h.
Bij het binnenste element 31 wordt dezelfde regel bij voorkeur toegepast op de afstand tussen het ventilatiekanaal 32 en corresponderende, openingen aan de beperkende middelen 41.
15 In het algemeen wordt om redenen van gemak en uiterlijk de lengte van de elementen 30 en 31 in hoofdzaak gelijk gekozen.
Deze lengten kunnen echter verschillen.
' Een andere verbetering van de uitvinding is, dat de "leidingen" 40 en 46, die zijn begrensd door de elementen 30 20 respectievelijk 31, en het houtwerk van het venster, geheel worden bekleed met absorberend materiaal. Dit is normaal al zo bij de wanden van de profielen en resteert dus de wand die door het houtwerk wordt gevormd. Voor deze laatste worden volgens de uitvindibg ligplaatsen 47, 48, 49 en 50 aangebracht in het houtwerk voor 25 het opnemen van een strook absorberend materiaal, die door lijmen kan worden vastgezet.
Een uitvoeringsvorm, die gelijkwaardig is aan de bovenbeschrevene, bestaat uit de toepassing van elementen, die bestaan uit profielen, die gesloten leidingen vormen aan al hun vlakken, 30 bijvoorbeeld profielen met vierkante dwarsdoorsnede, waarbij alle binnenvlakken van deze profielen zijn voorzien van absorberend materiaal. In dit geval snijdt men in één van de vlakkenvan het profiel een opening, waarvan de afmetingen overeenkomen met de afmetingen v.an het ventilatiekanaal dat daar tegenover ligt.
85 0 0 1 05 1 « - 13 -
Proeven uitgevoerd met samenstellen, zoals bovenbeschreven, hebben een zeer aanzienlijke stijging van het geluiddem-pingsniveau aangetoond, zonder de luchtcirculatie op hinderlijke wijze te verminderen.
5 Bijvoorbeeld bij een isolerend venster, waarvan de geluiddempingsindex voor lawaai van wegverkeer 40 dB (A) is, leidt het aanbrengen van een ventilatiekanaal met een lengte van 300 mm en een hoogte van 40 mm tot een dempingsindex, die niet meer dan 28 dB (A) is, 10 Men plaatst elementen, zoals die in de figuren 1 en 2 zijn getekend, op het ventilatiekanaal.
De lengte van de elementen 30 en 31 is 1200 mm.
De "leidingen" 40 en 46, waardoor de lucht circuleert, hebben een doorsnede van ongeveer 40 x 40 mm.
15 De leidingen worden bekleed met vilt van glasvezels met een dikte van 15 mm, De ligplaatsen 47, 48, 49 en 50 hebben een diepte van 10 mm. j
Onder deze omstandigheden blijkt uit de proeven, dat ! het venster het oorspronkelijke geluiddempingsniveau terugkrijgt, j 20 dat wil zeggen 40 dB (A) voor het lawaai van het wegverkeer.
Het belang van het element 31 is dus bijzonder groot. |
Wanneer in vergelijing daarmee het element 31 wordt weggehaald, i ί bedraagt de geluiddempingsindex niet meer dan 34 dB (A). ;
De meting van de luchtcirculatie door dit venster toont 25 bij een drukverschil van 10 Pa een debiet van 25 m3 per uur, hetgeen zeer bevredigend is.
De uitvinding betreft de geluidsisolatie van ventilatiekanalen van vensters.
Volgens de uitvinding wordt het ventilatiekanaal be- 30 dekt met een element 9, dat is voorzien van een profiel 10, waarop een geluidsabsorberend materiaal 11 is bevestigd. Het element 9 dekt het ventilatiekanaal 6 af zonder een obstakel te vormen voor de luchtcirculatie.
8500105 < • ψ - 14 -
De configuratie van het element 9 dwingt de lucht tot een weg langs het absorberende materiaal.
8500105

Claims (14)

1. Werkwijze voor het dempen van geluid bij vensters j en dergelijke, die zijn voorzien van één of meer ventilatiekanalen, j waarbij het of de ventilatiekanalen worden bedekt met één of meer elementen, die deze kanalen afdekken, en die zonder een i 5 obstakel te vormen voor de circulatie van de lucht deze dwingen tot j het volgen van een niet rechtlijnige weg, welk element of welke j elementen bovendien worden voorzien van een geluidabsorberend j materiaal, en de aan de lucht opgedrongen weg langs het absorberende | j materiaal voert. j
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, j dat het element dat het ventilatiekanaal afdekt, een leiding vormt . j tussen het kanaal en de lucht uit de omgeving, waarbij de dwars- i doorsnede van de opening of de openingen voor de lucht uit de omge- j ving ten hoogste gelijk is aan de dwarsdoorsnede van de ventilatie- I 15 kanalen van het venster. !
3. Werkwijze volgens één van de voorgaande concluses, met het kenmerk, dat het oppervlak van het absorberende materiaal in contact met de circulerende lucht tenminste gelijk wordt gemaakt aan l,5x de dwarsdoorsnede van de ventilatiekanalen.
4. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de voor de langs het absorberende materiaal circulerende lucht gevormde weg tussen de opening, die met de lucht uit de omgeving is verbonden, en het ventilatiekanaal in het venster, tenminste gelijk wordt gemaakt aan de hoogte van het 25 ventilatiekanaal.
5. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat behalve de niet rechtlijnige weg, die wordt opgedrongen door het eerste element, dat aan één zijde van het venster wordt geplaatst, aan de andere zijde van het venster een 30 tweede element wordt geplaatst tegenover het ventilatiekanaal, waarvan het de opening verlengt, waarbij de wand van dat tweede element, die is gelegen in het verlengde van die van het ventilatie- 85 0 0 1 0 5 > V - 16 - kanaal, van geluidsabsorberend materiaal wordt gemaakt.
6. Werkwijze volgens één van de conclusies 1 t/m 4, met het kenmerk, dat het of de ventilatiekanelen aan beide zijden van het houtwerk van het venster worden bedekt met elementen, die 5 deze kanalen afdekken en die zonder een obstakel te vormen voor de circulatie van de lucht, deze aan beide zijden dwingen tot het volgen van een niet-rechtlijnige weg, welke elementen aan de binnenzijde worden bekleed met een absorberend materiaal over de aan de circulerende lucht opgedrongen weg,
7. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de lengte van de opgedrongen weg tussen het ventilatiekanaal en de dichtstbij zijnde, door de elementen die het kanaal afdekken, vrijgelaten opening gelijk wordt gemaakt aan tenminste 5x de hoogte van het ventilatiekanaal»
8. Inrichting voor het toepassen van de werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat zij is voorzien van een profiel (10) met voldoende grote afmetingen voor het afdekken van het of de ventilatiekanalen (6), op welk profiel een geluidsabsorberend materiaal (11) zodanig is bevestigd, dat wanneer het 20 profiel op het ventilatiekanaal is aangebracht, een ruimte (12) is gevormd voor de circulatie voor de lucht in contact met het absorberende materiaal, die een niet rechtlijnige weg volgt, waarbij het absorptieoppervlak in contact met de circulerende lucht tenminste l,5x zo groot is als dat van de doorsnede van de ventila-25 tiekanalen (6).
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de openingen,(L5) van de ruimte (12) voor de lucht uit de omgeving, wanneer de inrichting op de ventilatiekanalen (6) is geplaatst, op een afstand van elkaar liggen, die groter is dan de 30 hoogte h van de ventilatiekanalen, *SI?
10. Inrichting volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat de diepte .P van de ruimte (12), waarin de lucht langs het absorberende materiaal circuleert, gemeten loodrecht op dit 8500105 - 17 - materiaal, ten-hoogste20mm bedraagt.
11. Aanvullende geluiddempingsinrichting op die volgens één van de conclusies 6 t/m 8/ met het kenmerk, dat zij is opgesteld aan de andere zijde van het venster tegenover het 5 ventilatiekanaal (6) en is voorzien van een profiel (17) dat met een absorberend materiaal (18) is gevuld, waarbij door het geheel een opening (19) is aangebracht met dezelfde afmetingen als die van het ventilatiekanaal (6) en welke opening zodanig is aangebracht, dat wanneer de inrichting op zijn plaats zit, de opening 10 (19) ligt in het verlengde van het kanaal (6).
12. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat zij is voorzien van twee elementen (30, 31), die aan de binnenzijde zijn bekleed met absorberend materiaal, en bestemd zijn voor het afdekken van elk kanaal (32) aan weerszijden van het 15 houtwerk (33), waarbij elk der elementen (30, 31) die op het houtwerk (33) zijn geplaatst, een leiding (40, 46) begrenst en is verbonden met het kanaal (32) en aan weerszijden met de omgevingslucht, waarbij de verbinding met de omgevingslucht plaats heeft via openingen (38, 39, 41), die niet tegenover het kanaal (32) 20 liggen.
13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het element (31), dat op de binnenzijde van het venster is geplaatst, is voorzien van middelen (41) voor het beperken van de luchtcirculatie, welke middelen zijn gelegen nabij de gesloten 1 25 uiteinden (44, 45) van het profiel (35) op het voorvlak van deze laatste.
14. Inrichting volgens conclusie 12 of 13, met het kenmerk, dat de profielen, die de elementen vormen, niet zijn gesloten aan hun zijde, die tegen het houtwerk (33) is aangebracht, 30 waarbij ligplaatsen (47, 48, 49, 50) zijn aangebracht in het houtwerk tegenover deze elementen, welke ligplaatsen zijn voorzien van absorberend materiaal, zodat de aldus gevormde leidingen (40, 46) op al hun binnenvlakken zijn bekleed. 9M 01 G 5
NL8500105A 1984-01-19 1985-01-17 Venster, voorzien van ventilatie- en geluiddempingselementen. NL193029C (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
FR8400786 1984-01-19
FR8400786A FR2558516B1 (fr) 1984-01-19 1984-01-19 Isolation acoustique de bouches d'aeration de fenetres
FR8404438A FR2561706B2 (fr) 1984-03-22 1984-03-22 Isolation acoustique de bouches d'aeration de fenetres
FR8404438 1984-03-22

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8500105A true NL8500105A (nl) 1985-08-16
NL193029B NL193029B (nl) 1998-04-01
NL193029C NL193029C (nl) 1998-08-04

Family

ID=26223776

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8500105A NL193029C (nl) 1984-01-19 1985-01-17 Venster, voorzien van ventilatie- en geluiddempingselementen.

Country Status (3)

Country Link
BE (1) BE901532A (nl)
IT (1) IT1184843B (nl)
NL (1) NL193029C (nl)

Also Published As

Publication number Publication date
NL193029C (nl) 1998-08-04
IT1184843B (it) 1987-10-28
IT8519158A0 (it) 1985-01-18
BE901532A (fr) 1985-07-18
NL193029B (nl) 1998-04-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4276954A (en) Adjustable light and air-admitting window thermal and acoustic barrier system
US6161593A (en) Ventilation duct and insulation panel used for its internal lining
DE102014015084B4 (de) Raumbegrenzungselement und luftdurchlässiger Einsatz
FI56429C (fi) Fasadelement med dubbel vaegg foer byggnader med oevertrycksventilations- eller luftkonditioneringsanlaeggning
US4328650A (en) Ventilated sound barrier for window openings
NL8500105A (nl) Geluidsisolatie van ventielatieopeningen van vensters.
JP4624871B2 (ja) 換気口用消音装置
TWI709684B (zh) 建築物開口之遮蔽結構
DE19730355C1 (de) Schallabsorber in Lüftungskanälen
KR101944271B1 (ko) 풍압 해소형 방음벽
CN204024395U (zh) 多声效通风隔声窗
CZ20012642A3 (cs) Otvorová výplň s větracím a zvuk tlumícím zařízením pro prostory
GB2126333A (en) Ventilators
US2225809A (en) Window
JP2845797B2 (ja) 縦型防水防音ルーバー
EP3614067A1 (en) Openable panel unit
FR2624641A1 (fr) Dispositif d&#39;attenuation de la propagation des sons, pour bouches d&#39;entree d&#39;air
US4425739A (en) Sliding panel with sound-trap framing
KR102510136B1 (ko) 후벽용 창호 마감 프레임 및 후벽용 창호 시스템
KR200381374Y1 (ko) 습기 방지용 창문 프레임
Davy Insulating buildings against transportation noise
GB1603586A (en) Sound-absorbing ventilation installation for openings in buildings
US1990520A (en) Noise excluding apparatus
KR100467246B1 (ko) 개구부에 설치되는 차음장치
CN214145291U (zh) 通风降噪窗

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20030801