NL8500063A - SCAFFOLDING ELEMENT, IN PARTICULAR A CONSOLE, WITH A NAM FOR ACTIVATION ON ANOTHER ELEMENT AND WITH A CROSS-OUT FOR THE CROSS BY INSERTING A PEN. - Google Patents

SCAFFOLDING ELEMENT, IN PARTICULAR A CONSOLE, WITH A NAM FOR ACTIVATION ON ANOTHER ELEMENT AND WITH A CROSS-OUT FOR THE CROSS BY INSERTING A PEN. Download PDF

Info

Publication number
NL8500063A
NL8500063A NL8500063A NL8500063A NL8500063A NL 8500063 A NL8500063 A NL 8500063A NL 8500063 A NL8500063 A NL 8500063A NL 8500063 A NL8500063 A NL 8500063A NL 8500063 A NL8500063 A NL 8500063A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
cross beam
column
bore
cam
scaffolding
Prior art date
Application number
NL8500063A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Dimos Batiment
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Dimos Batiment filed Critical Dimos Batiment
Publication of NL8500063A publication Critical patent/NL8500063A/en

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G5/00Component parts or accessories for scaffolds
    • E04G5/06Consoles; Brackets
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G5/00Component parts or accessories for scaffolds
    • E04G5/06Consoles; Brackets
    • E04G5/061Consoles; Brackets specially adapted for attachment to scaffolds
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G7/00Connections between parts of the scaffold
    • E04G7/30Scaffolding bars or members with non-detachably fixed coupling elements
    • E04G7/301Scaffolding bars or members with non-detachably fixed coupling elements for connecting bars or members which are parallel or in end-to-end relation

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Mutual Connection Of Rods And Tubes (AREA)
  • Ladders (AREA)
  • Snaps, Bayonet Connections, Set Pins, And Snap Rings (AREA)

Description

**

Steigerelement, in het bijzonder een console, met een nok voor aan-grijping op een ander element en met een uitboring voor het dwars er door inbrengen van een pen.Scaffolding element, in particular a console, with a cam for engaging another element and with a bore for transverse insertion of a pin.

||

De onderhavige uitvinding heeft op een algemene manier betrekking op het toepassen van elementen voor de montage van een steiger op de nok van een één of ander te behandelen constructie, in het bijzonder voor het realiseren of het herstellen van de dakbedek-5 king ervan.The present invention relates generally to the use of elements for mounting a scaffolding on the ridge of some structure to be treated, in particular for realizing or repairing its roofing.

Zij beoogt meer in het bijzonder, maar niet noodzakelijkerwijs alleen, de consoles, die toegepast worden voor het aanbrengen van een leuning, en eventueel een plankier langs een dergelijke dakbedekking of er op.More specifically, but not necessarily only, it envisages the brackets used to provide a handrail, and possibly a platform along or on such roofing.

10 Meer precies nog heeft de onderhavige uitvinding betrekking ! op het geval, waarin voor het eraan, bevestigen van een één of ander i steigerelement, een stang of een steunpaal van een leuning bijvoorbeeld, of een andere steigerconsole, een dergelijke steigerconsole enerzijds een nok omvat, waarop het genoemde andere steigerelement 15 ten behoeve van zijn plaatsing in de praktijk door een eenvoudige in^één^schuiving kan worden aangebracht, en anderzijds in dwarsrich-ting ten opzichte van de genoemde nok voor het in positie vergrendelen van het genoemde'andere steigerelement tenminste één uitboring omvat, die geschikt is voor het dwars er door inbrengen van een één of ander 20 bevestigingsmiddel, bijvoorbeeld een pen.More precisely, the present invention relates to! to the case, in which, for attaching some scaffolding element, a rod or a supporting post of a handrail, for example, or another scaffolding console, such a scaffolding console comprises on the one hand a projection, on which said other scaffolding element 15 for the purpose of its placement in practice can be made by a simple one-slide operation, and on the other hand transversely of said cam for locking said position of said scaffolding element in position comprises at least one bore suitable for transverse through the insertion of some fastening means, for instance a pin.

Een dergelijke steigerconsole wordt bijvoorbeeld beschreven in de Franse octrooiaanvrage, die op 14 april 1975 onder het nummer 75 11494 is ingediend en onder het nummer 2 307 937 is gepubliceerd.Such a scaffolding console is described, for example, in the French patent application, which was filed on April 14, 1975 under number 75 11494 and published under number 2 307 937.

In de praktijk werkt bij deze Franse octrooiaanvrage de 25 uitboring, die eveneens met een nok is verbonden, zelf op directe wijze samen met de genoemde nok.In practice, in this French patent application, the bore, which is also connected to a cam, itself interacts directly with the said cam.

Dit heeft tot resultaat, dat deze nok zelf een dubbele functie moet waarborgen, namelijk de plaatsing en bevestiging van het steigerelement, dat er op aangebracht kan worden.As a result, this cam itself must guarantee a double function, namely the placement and attachment of the scaffolding element, which can be applied to it.

30 Deze inrichting heeft bevredigend gewerkt, en kan dat nog steeds, tenminste voor bepaalde toepassingen.This device has worked satisfactorily, and still can, at least for certain applications.

8500063 « « - 2 -8500063 «« - 2 -

Maar zij bezit het ongemak, dat de nok aan belangrijke belastingen wordt onderworpen, wanneer het steigerelement, dat er op aan is gebracht, zelf door een één of andere kracht of een één of andere schokbelasting wordt belast.But it has the inconvenience that the cam is subjected to significant loads when the scaffolding element applied to it is itself loaded by some force or some shock load.

5 Nu betreft het meestal een nok, die door middel van eenvoudig oplassen op een één o£ andere steundwarsbalk is aangebracht.5 Now it usually concerns a ridge, which is mounted on one or other supporting cross beam by simple welding.

onderbelow

De belasting, waaraan hij kan zijn * worpen, werkt duidelijk door naar zijn bevestiging op de ondersteuningsdwarsbalk, en de las-verbinding, die deze bevestiging moet waarborgen, kan daardoor zelf 10 op afschuiving worden belast, hetgeen nadelig is voor zijn samenhang.The load to which it can be subjected clearly affects its attachment on the support cross-member, and the weld connection, which must ensure this attachment, can thereby be sheared itself, which is detrimental to its cohesion.

Uit veiligheidsoverwegingen is het in een dergelijk geval dus noodzakelijk om een dergelijke nok en zijn lasverbinding aanzienlijk te versterken, hetgeen een complicatie voor het geheel met zich meebrengt.For safety reasons it is therefore necessary in such a case to considerably strengthen such a cam and its welded joint, which entails a complication for the whole.

15 Anderzijds is het bekend, bijvoorbeeld uit de Duitse octrooi aanvrage no. 2.138.483, om de uitboring op zekere afstand van een nok aan te brengen, welke pen er deel van uitmaakt om een bevestigingsmiddel op zijn plaats aan te brengen.On the other hand, it is known, for example from German patent application no. 2,138,483, to arrange the bore at a certain distance from a cam, which pin forms part of it in order to place a fastener in place.

Maar de corresponderende steigerelementen bezitten een 20 structuur, die sterk verschilt van die, welke betrekking hebben op de onderhavige aanvrage, en de nok, die zij omvatten, is meer een eenvoudige positiebepalingspen, die slechts geschikt is voor het regelen van het ten opzichte van elkaar inbrengen van.twee opeenvolgende van deze elementen, dan een werkelijke plaatsingsnok, die op zichzelf op 25 een stabiele wijze door een eenvoudige ineenvoeging het aan elkaar bevestigen van dergelijke elementen mogelijk maakt.But the corresponding scaffolding elements have a structure that is very different from that pertaining to the present application, and the cam, which they include, is more of a simple positioning pin, which is only suitable for controlling relative to each other insertion of two consecutive of these elements, then an actual positioning cam, which in itself makes it possible to fix such elements in a stable manner by simple interconnection.

De onderhavige uitvinding heeft evenwel op een algemene wijze als doelstelling de toepassing van een inrichting van hetzelfde type met een nok en een uitboring, die op afstand ervan is aangebracht, 30 en met een steigerelement van het hier betreffende type.However, in general, the present invention has as its object the use of a device of the same type with a projection and a bore which is arranged at a distance therefrom, and with a scaffold element of the type concerned.

Op meer precieze wijze heeft zij als onderwerp een steigerelement, in het bijzonder een console, van het type, dat voor het eraan bevestigen van een één of ander ander element enerzijds een nok omvat,, waarop het genoemde andere element voor zijn plaatsing wordt 35 aangebracht, en anderzijds in dwarsrichting ten opzichte van de genoemde nok voorrhet in positie vergrendelen van het genoemde andere element 8500063 « i - 3 - tenminste één uitboring omvat, die geschikt is voor het dwars er door heen inbrengen van een bevestigingsmiddel, bijvoorbeeld een pen, en die op afstand van de genoemde nok is aangebracht, waarbij dit steiger-element op een algemene manier wordt gekenmerkt, doordat de nok op een 5 één of andere steundwarsbalk uitsteekt, en wel aan een eerste zijde ervan, en dat de uitboring betrekking heeft op een ander orgaan, bijvoorbeeld een stuk buis, dat eveneens op de genoemde steundwarsbalk uitsteekt, maar aan de andere kant ervan.More precisely, it has as its subject a scaffolding element, in particular a console, of the type, which, on the one hand, comprises a projection for attaching some other element, on which the said other element is mounted for its placement and, on the other hand, transversely of said cam for locking said other element 8500063 i-3 in position comprises at least one bore suitable for inserting a fastener, for example a pin, transversely therethrough, and which is arranged at a distance from said ridge, wherein this scaffold element is characterized in a general way in that the ridge protrudes on some support cross beam, on a first side thereof, and that the bore-out relates to a other member, for example a length of tube, which also protrudes on said supporting cross beam, but on the other side thereof.

Zodoende bestaat er een voordelige scheiding tussen de functies 10 van het plaatsen en het waarborgen van de bevestiging, waarbij de plaatsingsfunctie de enige is, die wordt gewaarborgd door de manchet, terwijl de bevestigingsfunctie wordt bewerkstelligd door een ander orgaan, . dat er toe behoort.Thus, there is an advantageous separation between the functions of placing and securing the attachment, with the placement function being the only one ensured by the cuff, while the attachment function is performed by another means. that belongs to it.

De manchet wordt op voordelige wijze verschaft.The cuff is advantageously provided.

15 Bovendien wordt op afstand van elkaar een dubbele verbinding gewaarborgd tussen enerzijds het betreffende steigerelement, en anderzijds het steigerelement, dat het draagt, waarbij de aangrijping van de eerste op de tweede op voordelige wijze is versterkt, hetgeen de veiligheid ten goede komt.In addition, a double connection is ensured at a distance from one another between the scaffolding element in question on the one hand and the scaffolding element it carries on the other hand, the engagement of the first in the second being advantageously reinforced, which enhances safety.

20 De kenmerken en voordelen van de uitvinding volgen bovendien uit de volgende beschrijving, bij wijze van voorbeeld onder verwijzing naar de bijgevoegde schematische tekeningen, waarin: fig. 1 een zijaanzicht van een steigerelement overeenkomstig de uitvinding is; 25 fig. 2 op een grotere schaal een aanzicht is in gedeeltelijke dwarsdoorsnede volgens de lijn II-II van fig. 1? fig. 3 een gedeeltelijk bovenaanzicht van dit steigerelement is volgens de lijn III-III vein fig. 2; j i fig. 4 op dezelfde schaal, als die van fig. 2, een ander j 30 aanzicht is in gedeeltelijke dwarsdoorsnede volgens de lijn IV-IV van fig. 1; fig. 5 nog een ander aanzicht is in gedeeltelijke dwarsdoorsnede volgens de lijn V-V van fig. 1; fig. 6 op dezelfde schaal als die van de figuren 2 en 4 een 35 aanzicht is, dat de verbinding met een dergelijk steigerelement van een 8500063 • » - 4 - ander steigerelement overeenkomstig de uitvinding weergeeft; fig. 7 een aanzicht is, dat uitgaande van fig. 1, betrekking heeft op een uitvoeringsvariant van het betreffende steigerelement; fig. 8 op een grotere schaal een aanzicht is, dat analoog is.Moreover, the features and advantages of the invention follow from the following description, by way of example with reference to the accompanying schematic drawings, in which: Fig. 1 is a side view of a scaffolding element according to the invention; Fig. 2 is a larger-scale partial cross-sectional view taken on the line II-II of Fig. 1? Fig. 3 is a partial top view of this scaffolding element along the line III-III of Fig. 2; Fig. 4 on the same scale as that of Fig. 2 is another partial cross-sectional view taken along line IV-IV of Fig. 1; FIG. 5 is yet another partial cross-sectional view taken along line V-V of FIG. 1; Fig. 6 is on the same scale as that of Figs. 2 and 4 a view showing the connection to such a scaffolding element of an 8500063 other scaffolding element according to the invention; Fig. 7 is a view, starting from Fig. 1, relating to an embodiment of the scaffolding element in question; Fig. 8 is an enlarged view, which is analogous.

5 aan dat van fig. 7, voor een andere uitvoeringsvariant; de .figuren 9 en 10 aanzichten zijn van deze andere uitvoeringsvariant, en wel gedeeltelijk in dwarsdoorsnede volgens respectievelijk de lijnen IX-IX en X-X van fig. 8.5 to that of FIG. 7, for another embodiment variant; Figures 9 and 10 are views of this other embodiment, partly in cross-section along lines IX-IX and X-X of Figure 8, respectively.

Deze figuren geven bij wijze van voorbeeld de toepassing van 10 de uitvinding met een steigerconsole 10 van het type weer, dat globaal bestaat uit een kolom 11, een dwarsbalk 12, die aan het bovenuiteinde ervan haaks op de kolom 11 staat, en triangulatiemiddelen 13, die de genoemde ondersteuningsdwarsbalk 12 met de genoemde kolom 11 verbinden. In de praktijk zijnbi-j'de weergegeven .uitvoeringsvormen de 15 kolom 11 en de dwarsbalk 12. beide samengesteld uit stukken metaalbuis met een vierkante dwarsdoorsnede, die op geschikte wijze onder de hoek, die ze samen vormen, door lassen aan elkaar zijn bevestigd.These figures illustrate, by way of example, the application of the invention with a scaffolding console 10 of the type, which generally consists of a column 11, a cross beam 12, which is perpendicular to the column 11 at the top end thereof, and triangulation means 13, connecting said support crossbar 12 to said column 11. In practice, there are shown embodiments of the column 11 and the crossbeam 12, both composed of pieces of metal tube of square cross-section, which are suitably joined by welding at the angle they form together.

Bovendien is bij deze uitvoeringsvorm het stuk buis, dat de dwarsbalk 12 vormt, aan beide uiteinden geopend en bezit hij op afstand 20 van een dergelijk uiteinde in dwarsrichting één of meerdere uitborin-gen 14, die geschikt zijn voor het inbrengen van één of ander bevestigingsmiddel, bijvoorbeeld een pen.In addition, in this embodiment, the length of tube forming the cross beam 12 is open at both ends and spaced from such end transversely by one or more bores 14 suitable for insertion of some fastener , for example a pen.

Volgens inrichtingen, die zelf wel bekend zijn en geen onderdeel van de onderhavige uitvinding uitmaken en hier niet in detail 25 zullen worden besproken, is het dus mogelijk dan het ene of het andere uiteinde van de dwarsbalk 12, en zoals met gebroken lijnen voor één ervan in fig. 1 is geschematiseerd, een koppelingsarm 15 te bevestigen, die zelf als drager van een koppelingspal 16 het vastkoppelen van het geheel aan een één of andere bevestiging mogelijk maakt, die gewoonlijk 30 veiligheidskoppeling wordt genoemd en hiertoe aan de te repareren constructie is aangebracht, waarbij de genoemde koppelingsarm 15 natuurlijk. aan de genoemde dwarsbalk 12 is vergrendeld door één of meerdere pennen, die ten behoeve van de uitboringen 14 ervan zijn aangebracht.Thus, according to devices, which are well known and do not form part of the present invention and will not be discussed in detail here, it is possible then one or the other end of the cross beam 12, and such as with broken lines for one of them. in Fig. 1 it is schematized to attach a coupling arm 15, which itself, as a carrier of a coupling pawl 16, allows coupling of the whole to some attachment, which is usually called a safety coupling and for this purpose is fitted to the structure to be repaired , said coupling arm 15 of course. is locked to said cross beam 12 by one or more pins, which are arranged for its bores 14.

Rekeninghoudende met het voorgaande is het stuk buis, dat de 35 kolom 11 vormt, aan één van zijn uiteinden, en wel. zijn bovenuiteinde 8500063 « Μ - 5 - door de dwarsbalk 12 afgesloten.Taking into account the foregoing, the length of tube forming column 11 is at one of its ends, namely. its top end 8500063 «Μ - 5 - is closed by the cross beam 12.

Daarentegen is hij aan zijn andere uiteinde, dat dus het benedenuiteinde of de voet is, geopend.On the other hand, it is open at its other end, that is, the lower end or the foot.

Hij vormt zodoende aan zijn voet een manchet 18.He thus forms a cuff at his foot 18.

5 Om redenen, die hierna duidelijk zullen worden, draagt hij in het verlengde van deze manchet 18 in benedenwaartse richting twee flenzen 19, die, zoals is weergegeven, bijvoorbeeld door middel van lassen zijn bevestigd, en in elk waarvan, de ene corresponderende met de andere, op afstand van de genoemde manchet 18 en in dwarsrichting' 10 hierop een uitboring 20 is aangebracht, die geschikt is voor het inbrengen van een één of ander bevestigingsmiddel, bijvoorbeeld een pen.'5 For reasons which will become apparent hereinafter, in the extension of this sleeve 18, he wears down two flanges 19, which, as shown, are fastened, for example, by welding, and in each of which, one corresponding to the other, at a distance from said sleeve 18 and in transverse direction "10, a bore 20 is provided thereon, which is suitable for the insertion of some fastening means, for instance a pin."

Bij de in de figuren 1 t/m 6 weergegeven uitvoeringsvorm omvatten de triangulatiemiddelen 13 enerzijds een stuk buis 22, dat, vergelijkbaar met die, welke de kolom 11 en de dwarsbalk 12 vormen, 15 onder de hoek, die deze stukken buis onderling vormen, bijvoorbeeld door middel van lassen aan deze is bevestigd, waarbij hij zich onder een hoek van 45° ten opzichte van deze uitstrekt, en anderzijds twee profielstukken met een T-vormige doorsnede 23, die, elk respectievelijk aangebracht aan weerszijden van het stuk buis 22, en wel aan het uit-20 einde ervan tegenover de genoemde hoek, waarbij zij op geschikte wijze aan dit stuk buis 22 zijn bevestigd, bijvoorbeeld door lassen, het genoemde stuk buis 22 enerzijds met de kolom 11 en anderzijds met de dwarsbalk 12 verbinden, waarbij zij eveneens op geschikte wijze, bijvoorbeeld door lassen, aan de genoemde kolom 11 en aan de genoemde 25 dwarsbalk 12 zijn bevestigd.In the embodiment shown in Figures 1 to 6, the triangulation means 13 comprise on the one hand a piece of tube 22, which, comparable to that which forms the column 11 and the cross beam 12, at the angle which these pieces of tube mutually form, for example, it is attached to it by welding, extending at an angle of 45 ° to it, and on the other hand two profile pieces with a T-shaped section 23, which are respectively arranged on either side of the piece of pipe 22, namely at their end opposite said angle, wherein they are suitably attached to this piece of tube 22, for example by welding, connecting said piece of tube 22 on the one hand to the column 11 and on the other hand to the cross beam 12, wherein they are also suitably attached, for example by welding, to said column 11 and to said cross beam 12.

In de praktijk bezitten de profielstukken 23 ter plaatse van hun bevestiging aan de kolom 11 en aan de dwarsbalk 12 elk een vouw, die het mogelijk maakt, dat zij over een gedeelte van hun lengte de genoemde kolom 11 en de genoemde dwarsbalk 12 volgen.In practice, at the position of their attachment to the column 11 and to the cross beam 12, the profile pieces 23 each have a fold, which allows them to follow the said column 11 and the said cross beam 12 over a part of their length.

30 Om de bevestiging eraan van een'één of ander ander steiger- element mogelijk te maken, omvat de zo gevormde steigerconsole 10 ter plaatse van tenminste zijn dwarsbalk 12 enerzijds een nok 25, waarop een dergelijk ander steigerelement voor zijn plaatsing kan worden aan-gebracht, en anderzijds in dwarsrichting ten opzichte van de genoemde 35 nok 25 voor het in positie vergrendelen van het genoemde andere steiger- 8500063 - 6 - element tenminste één uitboring 26, die geschikt is voor het dwars er door in^brengen van een één of ander bevestigingsmiddel, bijvoorbeeld een pen.In order to enable the attachment of some other scaffolding element to it, the scaffolding console 10 thus formed comprises, at the location of at least its cross beam 12, on the one hand a projection 25, on which such another scaffolding element can be arranged for its placement and, on the other hand, in transverse direction with respect to said cam 25 for locking said other scaffolding element in position at least one bore 26, which is suitable for inserting one or the other through it fastener, for example, a pin.

In de praktijk, waarbij een dergelijke nok 25 op de dwarsbalk 5 12, en wel. aan een eerste zijde ervan, in de praktijk op zijn bovenvlak., uitsteekt, wefckt de uitboring 26, die bij deze nok 25 behoort, samen met een orgaan, dat hierna gedetailleerd wordt besproken en dat eveneens op de genoemde dwarsbalk 12 uitsteekt, maar aan de andere kant ervan, en dus op het benedenvlak van deze dwarsbalk 12.In practice, such a projection 25 on the cross beam 5 12, namely. projecting on a first side thereof, in practice on its top surface, the bore 26 associated with this projection 25 acts together with a member, which is discussed in detail below and which also projects on said cross beam 12, but on the other side of it, and thus on the bottom surface of this crossbar 12.

10 Bij de in. de figuren 1 t/m 6 weergegeven uitvoeringsvorm is voorzien in twee nokken 25, die elk aan de respectievelijke uiteinden van de dwarsbalk 12 zijn aangebracht, en wel aan de zijde van de genoemde dwarsbalk 12, die tegenover de kolom 11 ligt, waarbij de genoemde dwarsbalk 12 dus een nok 25 aan elk van zijn uiteinden draagt, 15 en die, welke aan het uiteinde aanwezig is, dat correspondeert met de kolom 11, is opgesteld in de verlenging van de genoemde kolom 11, waarbij de ertoe behorende uitboring 26 dan direct met deze kolom 11 samenwerkt.10 At the in. The embodiment shown in Figures 1 to 6 is provided with two projections 25, each of which is arranged at the respective ends of the cross beam 12, namely on the side of said cross beam 12, which is opposite the column 11, the said thus, cross beam 12 carries a cam 25 at each of its ends, 15 and that which is present at the end, corresponding to the column 11, is arranged in the extension of said column 11, the associated bore 26 then directly interacts with this column 11.

Wat deze nok 25 betreft, wordt het orgaan, dat de uitboring 20 26 omvat, dat ertoe behoort, dus direct gevormd door de kolom 11 zelf.As for this cam 25, the member comprising the bore 20 26 associated therewith is thus formed directly by the column 11 itself.

Wat de nok 25 aan het andere uiteinde van de dwarsbalk 12 betreft, wordt het orgaan, dat de ertoe behorende uitboring 26 omvat, daarentegen gevormd door een specifiek stuk buis 27, dat hiertoe bijvoorbeeld door lassen op het benedenvlak van de dwarsbalk 12 is beves-25 tigd.With regard to the projection 25 at the other end of the cross beam 12, the member comprising the associated bore 26 is, on the other hand, formed by a specific piece of pipe 27, which is secured for this purpose, for example, by welding on the bottom surface of the cross beam 12. 25 well.

In de praktijk strekt het profielstuk 23 van de corresponderende triangulatiemiddelen 13 zich uit tot aan het stukbuis 27, waarbij het op geschikte wijze, bijvoorbeeld door lassen, hieraan is bevestigd.In practice, the profile piece 23 of the corresponding triangulation means 13 extends to the piece tube 27, it being suitably attached thereto, for example by welding.

'· 30 Op een op zich bekende wijze wordt iedere nok 25 gevormd door een stuk buis, dat op ieder van zijn vlakken, en wel .in de middenzone ervan, in langsrichting een terugwijking heeft ondergaan, hetgeen op deze wijze een stervormig dwarscontour vormt, zoals beter te zien is in fig. 3.In a manner known per se, each projection 25 is formed by a piece of pipe which has been longitudinally deflected on each of its surfaces, namely in the middle zone thereof, which in this way forms a star-shaped transverse contour, as better seen in fig. 3.

35 . Hóe het ook zij, de afstand Dl tussen enerzijds de basis van 8500063 - 7 - een nok 25, gerekend vanaf zijn bevestiging aan de dwarsbalk 12, en anderzijds de as van de uitboring 26, die ertoe behoort, is hoogstens gelijk aan en in de praktijk kleiner dan de afstand D2, die aan de andere kant de basis van de manchet 18, die de kolom 11 aan zijn voet 5 vormt, enerzijds en de as van de uitboring 20, die tot deze manchet 18 behoort, anderzijds van elkaar scheidt.35. Be that as it may, the distance D1 between the base of 8500063-7 - a cam 25 on the one hand, counted from its attachment to the cross beam 12, and on the other the axis of the bore 26, which belongs to it, is at most equal to and in the Practically smaller than the distance D2, which on the other hand separates the base of the cuff 18, which forms the column 11 at its foot 5, on the one hand, and the axis of the bore 20, which belongs to this cuff 18, on the other hand.

Elk der nokken 25 van de console overeenkomstig de uitvinding kan bijvoorbeeld de mogelijkheid scheppen, dat hieraan een andere steigerconsole 10' van een soortgelijke constructie wordt bevestigd, 10 zoals in fig. 1 met onderbroken lijnen is geschematiseerd.Each of the cams 25 of the console according to the invention may, for example, create the possibility of attaching to it another scaffolding console 10 'of a similar construction, as is shown in broken lines in Fig. 1.

In feite is het hiertoe voldoende om de kolom 11 van deze andere steigerconsole 10' door middel van zijn voet met de betreffende nok 25 te verbinden tot aan de bevestiging erop van de manchet 18, die aan zijn benedenuiteinde door een dergelijke kolom 11 wordt 15 gevormd; zie fig. 6.In fact, it is sufficient for this purpose to connect the column 11 of this other scaffolding console 10 'by means of its foot to the respective cam 25 until it is fastened to the sleeve 18, which is formed at its lower end by such a column 11. ; see fig. 6.

Veronderstellende, dat, zoals is weergegeven, de betreffende nok 25 aan het uiteinde van de dwarsbalk 12 tegenover de kolom 11 van de console 10 zou zijn aangebracht, dan leidt een dergelijke verbinding ertoe, dat de flenzen 19 van de console 10* elk respectievelijk 20 de corresponderende flanken van het stul^buis 27 van de genoemde console 10 bedekken.Assuming that, as shown, the respective cam 25 is located at the end of the cross beam 12 opposite the column 11 of the bracket 10, then such a connection results in the flanges 19 of the bracket 10 * being each 20 respectively. cover the corresponding flanks of the blanking tube 27 of said console 10.

Het is vervolgens voldoende, dat de corresponderende uit-boringen 20, 26, zoals in fig. 6 is weergegeven, in één lijn worden gebracht, zodat in deze uitboringen 20, 26 een één of ander bevesti-25 gingsmiddel, bijvoorbeeld een niet weergegeven pen, kan worden aangebracht.It is then sufficient that the corresponding bores 20, 26, as shown in Fig. 6, are aligned so that in these bores 20, 26 some fastening means, for example a pin (not shown) , can be applied.

Natuurlijk kan een dergelijke tweede steigerconsole 10' evenzogoed volgens dezelfde condities als hierboven worden ingebracht op de nok 25, die in het verlengde van de kolom 11 van de console 10 30 is aangebracht.Of course, such a second scaffolding console 10 'may as well be inserted under the same conditions as above on the projection 25, which is arranged in the extension of the column 11 of the console 10.

In al deze gevallen en overeenkomstig de op zichzelf bekende inrichtingen maakt dit desgewenst een etagegewijze opbouw van een steiger langs een afdekking mogelijk.In all these cases and in accordance with the devices known per se, this makes it possible, if desired, to construct a scaffolding level along a cover.

Op elk der nokken 25 van de steigerconsole 10 overeenkomstig 35 de uitvinding kan volgens dezelfde condities als hierboven eveneensEach of the cams 25 of the scaffolding console 10 according to the invention can also be used under the same conditions as above

85 0 0 0 6 J85 0 0 0 6 J

--8- i . ......--8- i. ......

een stang of steunpaal 30 van een leuning worden aangebracht, mits deze leuningstang 30 op de wijze van de kolom 11 van een dergelijke steiger-console aan zijn benedenuiteinde of voet een manchet 18 vormt, die wordt verlengd door flenzen 19 met een uitboring 20, zoals in fig . 1 5 met Onderbroken lijnen is geschematiseerd.a rod or support post 30 of a handrail are provided, provided that this handrail rod 30 forms a sleeve 18 at the bottom end or base in the manner of the column 11 of such a scaffolding console, which is extended by flanges 19 with a bore 20, such as in fig. 1 5 with dashed lines is schematized.

In deze fig. 1 is verondersteld, dat de leuningstang 30 moet worden ingebracht op de nok 25, die in het verlengde van de kolom 11 is aangebracht, maar het spreekt voor zich, dat zij even zo goed kan worden ingebracht op de nok 25, die aan het andere uiteinde van de 10 dwarsbalk 12 is aangebracht.In this fig. 1 it is assumed that the handrail rod 30 must be inserted on the ridge 25, which is arranged in the extension of the column 11, but it goes without saying that it can also be placed on the ridge 25, which is arranged at the other end of the cross beam 12.

Overeenkomstig inrichtingen, die vergelijkbaar zijn met de voorgaande, kan de steigerconsole 10 overeenkomstig de uitvinding eveneens aan een willekeurig ander steigerélement, dat een nok 25 en een ertoe behorende uitboring 26 omvat, worden bevestigd.In accordance with devices similar to the foregoing, the scaffolding console 10 according to the invention may also be attached to any other scaffolding element comprising a boss 25 and an associated bore 26.

15 Dit is bijvoorbeeld het geval, eloals in fig. 1 met onder broken lijnen is geschematiseerd, voor de bevestiging van een dergelijke steigerconsole 10 aan een willekeurige steunarm 32, die geschikt is om de afstemming op één van de muren van de te behandelen constructie mogelijk te maken.This is the case, for example, as shown in broken lines in fig. 1, for the attachment of such a scaffolding bracket 10 to any support arm 32, which is suitable for allowing the adjustment to one of the walls of the structure to be treated. to make.

20 Aangezien hij op zichzelf bekend is en geen onderdeel van de onderhavige uitvinding uitmaakt, zal een dergelijke steunarm 32 hier niet in detail worden besproken.Since it is known per se and does not form part of the present invention, such a support arm 32 will not be discussed in detail here.

Het zal voldoende zijn om aan te geven, dat hij een dwarsbalk 33 omvat, en dat hij overeenkomstig de uitvinding uitstekend op deze 25 dwarsbalk 33 en aan een eerste zijde hiervan een nok 25 bezit, en eveneens uitstekend op deze dwarsbalk 33, maar aan de andere zijde ervan, een orgaan 27 bezit, bijvoorbeeld een eenvoudig stukbuis, dat de uitboring 26, die bij de genoemde nok 25 behoort, omvat.It will be sufficient to indicate that it comprises a cross beam 33, and that according to the invention it has a projection 25 on this cross beam 33 and on a first side thereof, and also protrudes on this cross beam 33, but on the on the other side thereof, has a member 27, for example a simple piece of tube, which comprises the bore 26, which belongs to the said cam 25.

Bij de uitvoeringsvariant, die in fig. 7 is weergegeven., om-30 vat de dwarsbalk 12 van de steigerconsole 10 overeenkomstig de uitvinding aan het benedenvlak van zijn dwarsbalk 12 en wel aan het uiteinde ervan tegenover zijn kolom 11, een schoen 35, die zelf, uitgehold in zijn benedenvlak, een lange uitholling in dwarsrichting bezit in de vorm van een boog 36 voor het eventueel aanhaken van het geheel op een 35 één of andere ondersteuningsstaaf 37, zoals in deze fig. 7 met onder- 8500063 - 9 - broken lijnen is geschematiseerd.In the embodiment variant shown in Fig. 7, the cross beam 12 of the scaffolding console 10 according to the invention comprises, on the lower surface of its cross beam 12, at the end thereof opposite its column 11, a shoe 35, which itself, hollowed in its lower surface, has a long transverse recess in the form of an arc 36 for possibly hooking the whole onto some support rod 37, as shown in this fig. 7 with broken 8500063-9 lines are schematized.

In de praktijk is behalve de dwarsbalk 12 ook de schoen 35, bijvoorbeeld door lassen, vastgemaakt en wel enerzijds aan het stuk buis, dat het orgaan 27 vormt, en anderzijds aan het profielstuk 23, 5 dat correspondeert met de triangulatiemiddelen 13.In practice, in addition to the cross beam 12, the shoe 35 is also fastened, for example by welding, on the one hand to the piece of pipe forming the member 27 and on the other to the profile piece 23, 5 which corresponds to the triangulation means 13.

Bij de in de figuren 8 t/m 10 weergegeven uitvoeringsvariant bevindt de uitboring 26, die tot de er boven gelegen nok 25 behoort, zich in een dergelijke schoen 35.In the embodiment variant shown in Figures 8 to 10, the bore 26, which belongs to the projection 25 above it, is located in such a shoe 35.

Het betreft in het onderhavige geval een schoen, die door 10 gieten is vervaardigd, waarbij de genoemde schoen een kern 39 bezit met langs de rand van zijn bovengedeelte, evenals langs de rand van zijn uitholling in de vorm van de boog 36 en van de uitboring 26 een flens 40, die zich aan weerszijden van de vlakken van deze kern 39, en wel loodrecht er op, uitstrekt.In the present case, it concerns a shoe which is manufactured by casting, wherein said shoe has a core 39 with along the edge of its upper part, as well as along the edge of its hollow in the form of the arch 36 and of the bore 26 a flange 40 extending on either side of the faces of this core 39, perpendicular to it.

15 Voor de uitboring 26 bezit deze flens 40 loodrecht op de genoemde kern 39 een uitbreiding, die veel groter is dan voor het bovengedeelte ervan en voor de uitholling in de vorm van de boog 36.For the bore 26, this flange 40 has an extension perpendicular to the said core 39, which is much larger than for the upper part thereof and for the hollowing in the form of the arc 36.

Overeenkomstig een ontwikkeling van de uitvinding bezit de uitboring 26 in een dwarsdoorsnede een ei-vormige omtrek met zijn 20 dunste gedeelte van de er toe behorende nok 25 af gekeerd.In accordance with a development of the invention, the bore 26 has a cross-section in an egg-shaped outline with its thinnest portion facing away from the cam 25 associated therewith.

Zodoende verplaatst de toegepaste steun 42, die in het bovengedeelte van deze uitboring 26 in zijn sectie met de grootste doorgang is aangebracht, zoals in figuren 8, 9 met onderbroken lijnen 42^ is geschematiseerd, zich vervólgens naar beneden in de richting van het 25 smalle gedeelte van de genoemde boring 26 en wel ondezjinvloed van de belasting, die er door het element, waarvan zij de bevestiging waarborgt, op wordt uitgeoefend; zoals in de figuren 8, 9 met onderbroken lijnen 42^ is geschematiseerd, klemt zij zich dan vast in het genoemde smalle gedeelte van de uitboring 26, hetgeen op voordelige 30 wijze de speling in dwarsrichting, waaraan het betreffende element kan zijn onderworpen, beperkt, ja zélfs elke spelingsmogelijkheid j ervan elimineert. jThus, the support 42 used, which is provided in the upper portion of this bore 26 in its largest passage section, as shown in broken lines 42 in FIGS. 8, 9, then moves downward in the direction of the narrow part of said bore 26, namely the effect of the load exerted on it by the element of which it ensures the fixing; as schematized in broken lines 42, in Figures 8, 9, it then clamps in said narrow portion of bore 26, which advantageously limits the transverse play to which the element in question may be subject, yes even eliminates every possible possibility of it j. j

Bovendien is bij de weergegeven uitvoeringsvorm aan de uitholling in de vorm van de boog 36 van de schoen 35, zoals in de figuren 35 8, en 10 met onderbroken lijnen is geschematiseerd, een- koppelstuk 44 1 8500063 - 10 - aangebracht, dat in zijaanzicht globaal half-cirkelvormig is en door middel van een uitboring 45 ervan op draaibare wijze aan de genoemde schoen 35 is gemonteerd en geschikt is om aan te haken op de onder-steuningsstaaf 37, waarop de genoemde schoen 35 middels zijn genoemde 5 uitholling in de vorm van de boog 36 voor het op deze ondersteunings-staaf 37 vergrendelen van het geheel is vastgemaakt.In addition, in the illustrated embodiment, a recess 44 in the form of the arch 36 of the shoe 35, as schematized in broken lines in Figs. 35, and 10, includes a coupling piece 44 1 8500063-10, which is a side view is roughly semicircular and mounted rotatably on said shoe 35 by means of a bore 45 thereof and is suitable for hooking onto the support bar 37, to which said shoe 35 is formed in the form by means of said hollowing of the arc 36 for locking the assembly on this support rod 37 is secured.

Voor een dergelijke aanhaking strekt hetkoppelstuk 44 zich bij voorkeur over meer dan 180° uit en is hij op een elastische wijze vervormbaar.For such a hook-up, the coupling piece 44 preferably extends over 180 ° and is elastically deformable.

10 Natuurlijk beperkt de onderhavige uitvinding zich niet tot de beschreven en weergegeven uitvoeringsvormen, maar omvat zij elke uitvoeringsvariant.Of course, the present invention is not limited to the described and illustrated embodiments, but includes any embodiment.

In het bijzonder kunnen meerdere uitboringen 26, bijvoorbeeld trapsgewijs, bij een zelfde nok 25 behoren.In particular, several bores 26, for example stepped, may belong to the same projection 25.

·» 8500063»8500063

Claims (9)

1- Steigerelement, in het bijzonder een console, van het type, dat voor het eraan bevestigen van een willekeurig ander element enerzijds een nok (25) omvat, waarop het genoemde andere element ten behoeve van zijn plaatsing kan worden aangebracht, en anderzijds in 5 dwarsrichting ten opzichte van de genoemde nok (25) voor het in ' positie vergrendelen van het genoemde andere element tenminste één uitboring (26) omvat, die geschikt is voor het dwars er: doorheen inbrengen van een één of ander bevestigingsmiddel, bijvoorbeeld een pen, en die op afstand van de nok (25) is aangebracht, met het kenmerk, 10 dat de nok (25) aan één zijde van de dwarsbalk (12) uitsteekt, en dat de uitboring (26) samenwerkt met een orgaan (27), dat eveneens, maar aan de andere zijde van de genoemde dwarsbalk (12) uitsteekt.1- Scaffolding element, in particular a console, of the type which, for attaching any other element to it, comprises on the one hand a projection (25) on which the said other element can be mounted for its placement, and on the other hand in 5 transversely to said cam (25) for locking said other element in position comprises at least one bore (26) suitable for inserting some fastening means, for example a pin, transversely therethrough, and which is arranged at a distance from the cam (25), characterized in that the cam (25) projects on one side of the cross beam (12), and that the bore (26) cooperates with a member (27), which also protrudes, but on the other side of said cross beam (12). 2. Steigerelement volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat hij twee nokken (25) omvat, die elk respectievelijk aan de uiteinden 15 van eenzelfde dwarsbalk (12) zijn aangebracht.Scaffolding element according to claim 1, characterized in that it comprises two projections (25), which are respectively arranged at the ends 15 of the same cross beam (12). 3. Steigerelement volgens één der conclusies 1, 2, met het kenmerk, dat hij voor de bevestiging aan een ander element zelf enerzijds een manchet (18) omvat, die geschikt is voor het aangrijpen op een nok (25) van het genoemde andere element, en anderzijds in het 20 verlengde van de genoemde manchet twee flenzen (19) omvat, in elk waarvan, in overeenstemming met de andere,op afstand van de manchet (18), en in dwarsrichting erop, een uitboring (20) is aangebracht.Scaffolding element according to any one of claims 1, 2, characterized in that it comprises, on the one hand, a sleeve (18) for attachment to another element, which is suitable for engaging a ridge (25) of said other element and, on the other hand, in extension of said cuff comprises two flanges (19), in each of which, in correspondence with the others, a bore (20) is spaced from the cuff (18) and transversely thereon. 4. Steigerelement volgens één der conclusies 1 t/m 3, met het kenmerk, dat,wat de ene console betreft, deze bestaat uit een 25 kolom (11) een dwarsbalk (12), op één der uiteinden waarvan aan de zijde tegenover de kolom (11) uitstekend een nok (25) is aangebracht met een uitboring (26), die toebehoort aan de genoemde nok (25) en in dwarsrichting erop aan de zijde tegenover de genoemde dwarsbalk (12) is aangebracht, en uit triangulatiemiddelen, die de dwarsbalk 30 (12) met de kolom (11) verbinden.Scaffolding element according to any one of claims 1 to 3, characterized in that, as far as one bracket is concerned, it consists of a column (11) with a cross beam (12), on one of the ends of which the side opposite the column (11) protrudingly a cam (25) is provided with a bore (26), which belongs to said cam (25) and is transversely mounted on it on the side opposite to said cross beam (12), and of triangulation means, which connect the cross beam 30 (12) to the column (11). 5. Steigerelement volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat, aangebracht aan het uiteinde van de kolom (11), de dwarsbalk (12) aan elk van zijn uiteinden een nok (25) draagt, waarbij de nok (25), die aanwezig is aan het uiteinde, dat correspondeert met de kolom (11), 8500063 4 w * - 12 - «· in het verlengde van de genoemde kolom (11) is aangebracht, en dat de uitboring (26), die tot de genoemde nok (25) behoort, samenwerkt met de genoemde kolom (11).Scaffolding element according to claim 4, characterized in that, arranged at the end of the column (11), the cross beam (12) carries a cam (25) at each of its ends, the cam (25) being present at the end corresponding to the column (11), 8500063 4 w * - 12 - «· is arranged in the extension of said column (11), and that the bore (26), which leads to the said cam ( 25) co-operates with said column (11). 6. Steigerelement volgens één der conclusies 4, 5, met het 5 kenmerk, dat de kolom (11) aan zijn voet een manchet (18) vormt, waarmee hij op een nok (25) van een willekeurig ander element kan worden aangebracht, en dat hij in het verlengde van de genoemde manchet (18) twee flenzen (19) draagt, in elk waarvan, de ene in overeenstemming met de andere, op afstand van de genoemde manchet (18) en in dwars-10 richting erop een uitboring (20) is aangebracht.Scaffolding element according to any one of claims 4, 5, characterized in that the column (11) at its foot forms a sleeve (18) with which it can be mounted on a ridge (25) of any other element, and in line with said cuff (18) it carries two flanges (19), in each of which, one corresponding to the other, spaced from said cuff (18) and transversely thereon ( 20) is fitted. 7. Steigerelement volgens één der conclusies 1 t/m 6, met het kenmerk, dat hij aan het benedenvlak van zijn dwarsbalk (12) een schoen (35) omvat, die zelf, uitgehold in zijn benedenvlak, in dwars-richting een lange uitholling (36) inde vorm van een boog bezit voor 15 het eventueel op een ondersteuningsstaaf (37) aanhaken van het geheel.Scaffolding element according to any one of claims 1 to 6, characterized in that it comprises on the bottom surface of its cross beam (12) a shoe (35), which itself, hollowed in its bottom surface, has a long hollow in transverse direction (36) in the form of an arc for optionally hooking the assembly to a support rod (37). 8. Steigerelement volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de uitboring (26), die bij de er boven gelegen nok (25) behoort, in de schoen (35) is aangebracht.Scaffolding element according to claim 7, characterized in that the bore (26) associated with the ridge (25) located above it is arranged in the shoe (35). 9. Steigerelement volgens één der conclusies 1 t/m 8, met het 20 kenmerk, dat de uitboring (26), die bij een nok (25) behoort, in dwarsdoorsnede een ei-vormige omtrek bezit met zijn dunste gedeelte van de genoemde nok (25) afgekeerd. ¥ 8500063Scaffolding element according to any one of claims 1 to 8, characterized in that the bore (26) associated with a ridge (25) has an egg-shaped outline in cross section with its thinnest part of said ridge (25) turned away. ¥ 8500063
NL8500063A 1984-01-13 1985-01-11 SCAFFOLDING ELEMENT, IN PARTICULAR A CONSOLE, WITH A NAM FOR ACTIVATION ON ANOTHER ELEMENT AND WITH A CROSS-OUT FOR THE CROSS BY INSERTING A PEN. NL8500063A (en)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
FR8400482 1984-01-13
FR8400482A FR2558199B1 (en) 1984-01-13 1984-01-13 SCAFFOLDING ELEMENT, PARTICULARLY CONSOLE, WITH TIP FOR ENGAGEMENT OF ANOTHER ELEMENT AND DRILLING FOR IMPLANTATION OF A PIN THROUGH IT

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8500063A true NL8500063A (en) 1985-08-01

Family

ID=9300089

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8500063A NL8500063A (en) 1984-01-13 1985-01-11 SCAFFOLDING ELEMENT, IN PARTICULAR A CONSOLE, WITH A NAM FOR ACTIVATION ON ANOTHER ELEMENT AND WITH A CROSS-OUT FOR THE CROSS BY INSERTING A PEN.

Country Status (8)

Country Link
AT (1) AT381545B (en)
BE (1) BE901486A (en)
CH (1) CH662149A5 (en)
DE (1) DE3500977A1 (en)
FR (1) FR2558199B1 (en)
GB (1) GB2154298B (en)
IT (2) IT8552840V0 (en)
NL (1) NL8500063A (en)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2562126B1 (en) * 1984-04-03 1986-12-12 Dimos Batiment DEVICE FOR HANGING A SCAFFOLDING CONSOLE TO A FRAME
CA1310041C (en) * 1988-06-14 1992-11-10 John C. Preston Scaffolding
DE102008012142A1 (en) * 2008-03-01 2009-09-03 Weiss, Johannes Konsolstirngeländer

Family Cites Families (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB462769A (en) * 1936-01-27 1937-03-16 George Harry Gascoigne Improvements relating to railings and the like
GB512398A (en) * 1939-02-10 1939-09-01 William Warren Triggs Improvements in or relating to sectional scaffolds
GB670541A (en) * 1949-08-19 1952-04-23 Frank Laughey Improvements relating to pole and like scaffolding
GB871309A (en) * 1958-06-30 1961-06-28 Gibjoints Ltd Improvements in or relating to joints for connecting pieces of timber one to another
FR1231154A (en) * 1959-04-08 1960-09-27 Improvements to metal scaffolding
GB1023921A (en) * 1961-03-17 1966-03-30 Hugh Stanford Evai I Improvements in or relating to scaffold structures including prefabricated frame works
GB1121291A (en) * 1963-10-15 1968-07-24 Hille & Company Ltd S Improvements in and relating to built-in furniture
NL139795B (en) * 1964-05-27 1973-09-17 Wouter Van Wetering CONNECTOR FOR SCAFFOLDING PIPES.
GB1261219A (en) * 1969-03-10 1972-01-26 Bodo Diemer Improvements in kits for constructing frames
DE2214025C3 (en) * 1972-03-23 1974-08-08 Eduard Prof. Dipl.-Ing. 6750 Kaiserslautern Herbert Detachable butt joint for components
GB1367694A (en) * 1972-08-30 1974-09-18 Rushton K F Scaffolding
DE7405159U (en) * 1974-02-14 1974-06-20 Siepmann E Kg A LADDER SCAFFOLDING WITH A WORK PLATFORM
FR2307937A1 (en) * 1975-04-14 1976-11-12 Goubaud Michel Self anchoring scaffolding unit - has anchorage or support members adjustable slid ing in top and bottom horizontal members of mounting frames
DE7820267U1 (en) * 1978-07-06 1979-02-15 Ruether, Hubert, Dipl.-Ing., 2105 Seevetal Plug connector with connecting tube and a secured, detachable plug connection of both

Also Published As

Publication number Publication date
GB2154298A (en) 1985-09-04
GB8500702D0 (en) 1985-02-13
FR2558199A1 (en) 1985-07-19
DE3500977A1 (en) 1985-07-25
AT381545B (en) 1986-10-27
ATA7885A (en) 1986-03-15
CH662149A5 (en) 1987-09-15
IT8567029A1 (en) 1986-07-14
IT8552840V0 (en) 1985-01-14
IT1182354B (en) 1987-10-05
BE901486A (en) 1985-05-02
FR2558199B1 (en) 1988-05-20
IT8567029A0 (en) 1985-01-14
GB2154298B (en) 1988-03-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA1084029A (en) Bracing system glide shoe for trench sheeting equipment
CA1200228A (en) Removable shelves
US6003631A (en) Wall supported scaffolding device
KR100933474B1 (en) Force-fit elastic rail fasteners for railway track systems
EP0087903B1 (en) Fifth wheel coupling
EP1059220B1 (en) Self-supporting shell structure for a motor vehicle
KR19980070875A (en) Adjusting device having a car seat adjusting slide and two said slides
NL8500063A (en) SCAFFOLDING ELEMENT, IN PARTICULAR A CONSOLE, WITH A NAM FOR ACTIVATION ON ANOTHER ELEMENT AND WITH A CROSS-OUT FOR THE CROSS BY INSERTING A PEN.
KR20090053879A (en) Car body structure
FI73949C (en) Suspension means for connecting chains in a building system
US6330778B1 (en) Beam arrangement
EP0551280B1 (en) A device at vehicle load platforms with holders for stanchions
EP1233901B2 (en) Connection arrangement comprising a fifth wheel
JP3831016B2 (en) Movable point for crossing frog of ultra-long railway equipment built in long welding rail
DE20012598U1 (en) Pipe scaffolding system
PL177304B1 (en) Clamping joint for assembling scaffoldings consisting of shaped rods
DE19825570C1 (en) Automatic automobile headlamp setting device for compensating vehicle loading
US6769556B1 (en) Cantilever type shelf
FI63812C (en) FOERBINDELSEDEL FOER FLERDIREKTIONELLA LAENKAR FOER STAENGERNAI OLIKA STOEDSTRUKTURER
KR200201109Y1 (en) Rail support for a bridge
KR200160228Y1 (en) Roof rigidity reinforcing equipment of a vehicle
JP7406241B2 (en) prefabricated bridge
PL197761B1 (en) Articulated joint for contacts engaging a runway rail of a monorail overhead conveyor
EP0630843B1 (en) Loading bridge for ramps
JP3236083U (en) Baseboard for temporary scaffolding

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed