NL8500019A - Werkwijze voor het aanleggen van een onderheid terrein, zoals een parkeerterrein. - Google Patents

Description

4.- ♦ NL 32111 Jb/hf

Werkwijze voor het aanleggen van een onderheid terrein, zoals een parkeerterrein.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het aanleggen van een onderheid terrein, zoals een parkeerterrein, waarbij een aantal funderingspalen in de grond wordt gevoerd en hierop een dragende betonnen vloer wordt 5 ondersteund, waarboven een laag korrelige grond, zoals zand, en vervolgens in het algemeen nog een verharde laag worden aangebracht.

Indien in slappe gebieden, waarin veel zetting optreedt, een terrein, zoals een parkeerterrein, een speel-10 terrein of dergelijke, volgens de in het voorgaande beschreven werkwijze moet worden aangelegd, wordt tot nu toe een doorlopende dragende betonnen vloer vervaardigd, welke op het afgegraven grondoppervlak komt te rusten en welke steunt op de funderingspalen, die benedenwaarts tot in de draag-15 krachtige laag, in het algemeen de zandlaag, doorlopen.

Hierbij doet zich het probleem voor, dat bij toepassing van betonnen funderingspalen en zelfs van houten funderingspalen, het niet mogelijk is, het draagvermogen van deze palen volledig te benutten, daar dan de overspanningen bij de door-20 lopende vloer zo groot zouden worden, dat de vloer te duur wordt. In verband hiermede worden de funderingspalen steeds dichter bij elkaar geplaatst, dan op grond van het draag- i vermogen noodzakelijk is, hetgeen uiteraard prijsverhogend werkt.

j 25 De uitvinding beoogt een werkwijze voor het aan leggen van een onderheid terrein, zoals een parkeerterrein, te verschaffen, waarbij dit bezwaar op doeltreffende wijze wordt opgeheven.

i

Hiertoe wordt deze werkwijze volgens de uitvinding 30 daardoor gekenmerkt, dat op elke paal een geprefabriceerde plaat uit gewapend beton wordt ondersteund, welke platen tezamen de dragende vloer vormen, waarna een waterdoorlatend, doch gronddicht doek over deze platen wordt gelegd en de afdeklaag uit korrelige grond op dit doek wordt aangebracht.

35 Volgens de uitvinding wordt derhalve geen door lopende vloer meer benut, doch worden in plaats hiervan een 85 0 0 0 1 9

- V

- 2 - aantal geprefabriceerde platen toegepast, welke worden bedekt door het doek, dat het grondwater kan doorlaten en dat de tussenruimten tussen de opvolgende geprefabriceerde platen uit gewapend beton gronddicht afdekt.

5 Bij voorkeur wordt de afdeklaag uit korrelige grond zodanig op het doek aangebracht, dat in dit doek een spanning wordt opgewekt.

Dit opwekken van een spanning kan worden bevorderd, doordat geprefabriceerde betonnen platen worden benut, waar-10 van het bovenoppervlak vanaf het middengebied naar de randen omlaag helt.

De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van de tekening, die in doorsnede een onder toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding aangelegd onderheid 15 terrein weergeeft.

Voor het aanleggen van een onderheid terrein, zoals een parkeerterrein of een speelterrein, of bijvoorbeeld een plein of een straat, worden een aantal funderingspalen 1 in de grond gevoerd, hetgeen veelal door middel van heien 20 plaatsvindt. Deze funderingspalen 1 strekken zich benedenwaarts tot in de dragende laag uit en bezitten een gemiddelde lengte van bijvoorbeeld 13 m. De funderingspalen 1 zullen bij voorkeur volgens een vierkant stramien worden geplaatst. Indien bijvoorbeeld uitgegaan wordt van één funderingspaal 1 25 per 2 m2, komt dit neer op een stramienmaat van 1,40 m.

Het wordt van voordeel geacht, indien als funderingspalen 1 slanke palen worden benut. Hoewel het mogelijk is, betonnen funderingspalen 1 toe te passen, wordt in het algemeen de voorkeur gegeven aan houten, in het bijzonder 30 zachthouten funderingspalen 1, die eventueel kunnen zijn opgebouwd uit paalsecties met een lengte van bijvoorbeeld 3 m, die door koppelelementen met elkaar worden gekoppeld. Dergelijke houten funderingspalen 1 kunnen een draagvermogen bezitten van enige tonnen rustende belasting en een tweemaal 35 zo hoge zeer tijdelijke belasting. Alle bovenste secties van de houten funderingspalen 1 dienen te worden verduurzaamd, bijvoorbeeld door creosoteren, waardoor een betonnen opzetter overbodig wordt.

De doorsnede van de funderingspalen 1 wordt uiter- 85 0 0 0 1 9 - 3 - aard aan de hand van het vereiste draagvermogen vastgesteld en bedraagt bijvoorbeeld ongeveer 50 cm2. Indien dit mogelijk is, is de toepassing van halve baddingen met een doorsnede van 65 x 80 mm2 als funderingspalen 1 voordelig.

5 De funderingspalen 1 dienen enige afstand, bij voorbeeld 5 cm, boven het oppervlak van het afgegraven terrein uit te steken.

Op elke funderingspaal 1 wordt vervolgens een geprefabriceerde plaat 2 uit gewapend beton met een oppervlak 10 van bijvoorbeeld 1 m2 ondersteund. De geprefabriceerde betonnen platen 2 zijn uitgevoerd met een bovenoppervlak, dat vanaf het middengebied naar de randen omlaag helt, waarbij het hoogteverloop vanaf het middengebied naar de randen bij voorkeur 6-14 cm, bijvoorbeeld 10 cm, bedraagt.

15 De dikte van de geprefabriceerde betonnen platen 2 kan ter plaatse van het middengebied bijvoorbeeld ongeveer 15 cm en aan de randen ongeveer 3 - 5 cm zijn.

Verder is in de onderzijde van de geprefabriceerde betonnen platen 2 in het midden een tapse, in bovenwaartse 20 richting kleiner wordende uitsparing 3 gevormd voor het klem- j mend opnemen van de kop van de onderliggende funderingspaal 1, terwijl de onderzijde van deze platen 2 voor het overige vlak is en, bij het aandrukken van de platen 2, op het afgegraven grondoppervlak komt te rusten.

25 De geprefabriceerde betonnen platen 2 zijn zodanig gedimensioneerd ten opzichte van de afstand tussen opvolgende funderingspalen 1, dat tussen de opvolgende platen 2 een ruime tussenruimte met een breedte van bijvoorbeeld 40 cm aanwezig is. Hierdoor wordt het mogelijk, bij het plaatsen ! 30 van de funderingspalen 1 grote toleranties aan te houden.

Hoewel de vormgeving van de geprefabriceerde betonnen platen 2 in wezen naar keuze kan worden vastgesteld, is het in het algemeen van voordeel, de platen vierkant, veelhoekig of rond uit te voeren.

35 De geprefabriceerde, gewapend betonnen platen 2 kunnen in een stalen mal ondersteboven worden gestort en bezitten bij voorkeur een licht, enkelvoudig wapeningsnet aan de bovenzijde, zodat de, aan de onderzijde te vormen, tapse uitsparing 3 kan worden verkregen, zonder dat het be- 85 0 0 0 19 - 4 - wapeningsnet wordt geraakt.

Het is nuttig, het bovenvlak van de geprefabriceerde betonnen platen 2 in het middengebied, bijvoorbeeld over een oppervlak van 20 x 20 cm, vlak uit te voeren, zodat de 5 platen 2 op elkaar stapelbaar zijn. Tussen de, op de funderingspalen 1 ondersteunde geprefabriceerde betonnen platen 2 wordt, nadat deze zijn geplaatst, over de dikte van hun rand zand 4 gestort, teneinde de tussenruimten tussen de platen 2 op te vullen.

10 Vervolgens wordt een sterk^ waterdoorlatend, doch gronddicht en bij voorkeur enigszins elastisch doek 5 over de geprefabriceerde betonnen platen 2 gelegd. De randen van deze betonnen platen 2 en de eventuele hoeken hiervan worden bij voorkeur afgerond, teneinde te voorkomen, dat dit doek 5 15 bij een zetting van het terrein zou kunnen beschadigen. Het doek 5, dat het grondwater derhalve kan doorlaten, doch de tussenruimten tussen opvolgende geprefabriceerde betonnen platen 2 op doeltreffende wijze gronddicht afdekt, kan een geweven doek zijn, die uit kunststofmateriaal kan bestaan, 20 doch die als alternatief bijvoorbeeld ook uit staaldraad kan worden vervaardigd. Geweven doek, zoals vervaardigd door Nicolon voor waterbouwkundige toepassingen, wordt ook voor het onderhavige doel zeer geschikt geacht.

Het doek 5 wordt veelal uit banen samengesteld.

25 Deze banen kunnen, elkaar in de dwarsrichting overlappend, over de betonnen platen 2 worden gelegd, doch als alternatief is het ook mogelijk, deze banen aan de langsranden, bijvoorbeeld door naaien, aan elkaar te bevestigen.

Het doek 5 wordt aan zijn randen benedenwaarts om 30 de betreffende geprefabriceerde betonnen platen 2 omgeslagen en wordt strak aangebracht, zodat zijn hoogteligging overeenkomt met de hoogste gedeelten van de betonnen platen 2.

Hierna wordt een afdeklaag 6 uit korrelige grond, in het algemeen gewoon zand, op het doek 5 gestort, hetgeen 35 veelal mechanisch zal kunnen plaatsvinden. Dit zand wordt goed verdicht en verkrijgt een minimale dikte van 0,5 - 1 m.

In het bijzonder indien het doek 5 uit elkaar overlappende banen wordt samengesteld, dient het storten van de korrelige grond op het doek 5. in een bepaalde volgorde 8500019 - 5 - plaats te vinden, teneinde een onderling verschuiven van de banen tijdens het storten te verhinderen.

Bij het aanbrengen van de afdeklaag 6 zal het doek 5 door de beschreven uitvoering van het bovenoppervlak van 5 de geprefabriceerde betonnen platen 2 gaan doorhangen en zal hierin een spanning worden opgewekt. Dit laatste is voor de stijfheid van de constructie van grote betekenis.

Doordat het bovenoppervlak van de geprefabriceerde betonnen platen 2 vanaf het midden naar de randen omlaag helt, 10 wordt een gewelfwerking in de afdeklaag 6 ingeleid, welke ge-welfwerking de tussenruimten tussen de opvolgende platen 2 moet overbruggen. Deze gewelfwerking van de afdeklaag 6 wordt nog versterkt, doordat het doek 5 de tussenruimte tussen de geprefabriceerde betonnen platen 2 grondig afsluit.

15 Bij een kleine kanteling van een geprefabriceerde betonnen plaat 2 onder invloed van een excentrische belasting zal het doek 5 en het daarop rustende zand naast deze plaat 2 als het ware worden opgetild, waardoor het kantelen van de betonnen plaat 2 wordt tegengewerkt. j 20 Door de betrekkelijk grote tussenruimten tussen opvolgende betonnen platen 2 krijgt het grondwater gelegenheid door het doek 5 omhoog of omlaag te stromen. Tevens maken de tussenruimten tussen de opvolgende betonnen platen i 2 het op eenvoudige wijze mogelijk, aldaar dieper gelegen 25 kabels en leidingen te leggen.

In het algemeen zal op de afdeklaag 6 uit korrelige grond, zoals zand, een verharde laag 7 worden aangebracht, welke bijvoorbeeld uit asfalt, beton of stenen kan bestaan.

De vereiste constructiehoogte van de verharde laag 30 7 wordt gunstig beïnvloed door de aanwezigheid van de geprefabriceerde betonnen platen 2 op bijvoorbeeld ongeveer 1 m onder het oppervlak van deze verharde laag 7.

Indien na verloop van tijd de grond onder de geprefabriceerde platen 2 enigszins zou uitzakken, vormt dit geen 35 bezwaar voor de stabiliteit van de constructie in zijn geheel.

Belangrijk is in dat geval wel, dat het doek 5 geheel onbeschadigd blijft, daar anders gaten in de verharde laag zullen vallen.

In het bijzonder, indien de grondwaterstand lager 85 0 0 0 19 - 6 - dan het doek 5 is, zullen ratten of dergelijk ongedierte de onderzijde van het doek 5 kunnen bereiken en het doek 5 kunnen beschadigen, teneinde zich door dit doek 5 omhoog te kunnen verplaatsen. Hiertegen zullen, in voorkomende geval-5 len, passende maatregelen moeten worden genomen.

Indien de geprefabriceerde betonnen platen 2 met een vierkante of rechthoekige omtrek worden uitgevoerd, zullen rechte plaatranden langs de terreinranden verlopen. Hierbij is het nuttig om, op de in de tekening weergegeven 10 wijze, langs de randen van het terrein verdere palen 8 in de grond te voeren, welke tussen opvolgende geprefabriceerde betonnen platen 2 kunnen worden geplaatst en waarop randsteu-nen 9 worden ondersteund, waarop de randen van de buitenste geprefabriceerde betonnen platen 2 komen te rusten. Op deze 15 wijze wordt het verticaal draagvermogen aan de randen opgevoerd, hetgeen nodig is, om de grotere negatieve kleef op deze plaatsen te weerstaan. De horizontale krachten moeten via deze randsteunen 9 worden overgedragen op de normale, aan zetting onderhevige, gronddekking ter weerszijden van 20 het terrein.

Volgens de uitvinding wordt een werkwijze voor het aanleggen van een terrein, zoals een parkeerterrein, een speelterrein of dergelijke verschaft, waarbij het draagvermogen van de funderingspalen 1 volledig kan worden benut en 25 een goedkope dragende vloer wordt toegepast, welke uit op afstanden van elkaar gelegen, elk door een funderingspaal 1 ondersteunde, geprefabriceerde betonnen platen 2 bestaat. Hierdoor wordt het mogelijk, een onderheid terrein aan te leggen tegen een lagere kostprijs dan tot nu toe mogelijk was. 30 De uitvinding is niet beperkt tot het in de teke ning weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, dat op verschillende manieren binnen het kader der uitvinding kan worden gevarieerd.

8 5 0 Q 0 'i §

Claims (19)

1. Werkwijze voor het aanleggen van een onderheid terrein, zoals een parkeerterrein, waarbij een aantal funderingspalen in de grond wordt gevoerd en hierop een dragende betonnen vloer wordt ondersteund, waarboven een laag korre- 5 lige grond, zoals zand, en vervolgens in het algemeen nog een verharde laag worden aangebracht, met het kenmerk, dat op elke paal een geprefabriceerde plaat uit gewapend beton wordt ondersteund, welke platen tezamen de dragende vloer vormen, waarna een waterdoorlatend, doch 10 gronddicht doek over deze platen wordt gelegd en de afdeklaag uit korrelige grond op dit doek wordt aangebracht.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het k e n m e r k, dat de afdeklaag uit korrelige grond zodanig op het doek wordt aangebracht, dat in dit doek een spanning 15 wordt opgewekt.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het k e n m e r k, dat geprefabriceerde betonnen platen worden benut, waarvan het bovenoppervlak vanaf het middengebied naar de randen omlaag helt.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat geprefabriceerde betonnen platen worden benut, waarbij het hoogteverloop van het middengebied naar de randen ongeveer 8 - 12 cm bedraagt.

5. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, 25 met het kenmerk, dat geprefabriceerde betonnen platen worden benut, welke zodanig zijn gedimensioneerd ten opzichte van de afstand tussen opvolgende funderingspalen, dat tussen de platen een tussenruimte aanwezig is.

6. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, 30 m e t het kenmerk, dat geprefabriceerde betonnen platen worden benut, waarvan de onderzijde in het midden een uitsparing voor het opnemen van de kop van de onderliggende funderingspaal bezit, doch voor het overige vlak is.

7. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, 35 met het kenmerk, dat geprefabriceerde betonnen platen worden benut, die een oppervlak van ongeveer één vierkante meter bezitten.

8. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, 8500019 Γ - 8 - met het kenmerk, dat geprefabriceerde betonnen platen worden benut, die vierkant, veelhoekig of rond zijn.

9. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een geweven doek wordt benut. 5

10. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een doek wordt benut, dat uit staaldraad is vervaardigd.

11. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenme r'k, dat een doek wordt benut, 10 dat enigszins elastisch is.

12. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het doek uit banen wordt samengesteld die, elkaar in de dwarsrichting overlappend, op de geprefabriceerde betonnen platen worden gelegd.

13. Werkwijze volgens één der conclusies 1 - 11, met het kenmerk, dat het doek wordt samengesteld uit banen, waarvan de langsranden, bijvoorbeeld door naaien, aan elkaar worden bevestigd.

14. Werkwijze volgens één der voorgaande conclu-20 sies, met het kenmerk, dat het doek aan zijn randen benedenwaarts om de betreffende geprefabriceerde betonnen platen wordt omges-lagen.

15. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat als funderingspalen 25 slanke palen worden benut.

16. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat houten funderingspalen worden benut.

17. Werkwijze volgens één der voorgaande conclu-30 sies, met het kenmerk, dat houten funderingspalen worden benut, die zijn opgebouwd uit paalsecties, die door koppelelementen met elkaar worden gekoppeld.

18. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat langs de randen van 35 het terrein palen in de grond worden gevoerd, waarop rand-steunen worden geplaatst, die de randen van de buitenste geprefabriceerde betonnen platen ondersteunen.

19. Geprefabriceerde platen uit gewapend beton, 85 0 0 0 19 - 9 - *% ingericht voor toepassing bij de werkwijze volgens éên der voorgaande conclusies. i i ! 8500019