NL8402484A

NL8402484A - Inrichting voor het met gas onder druk vullen van een met een schroefstop afgesloten houder, in het bijzonder de gasbol van een hydraupneumatische veerinrichting.

Info

Publication number: NL8402484A
Application number: NL8402484A
Authority: NL
Original assignee: Koenraad Hagen
Priority date: 1984-08-10
Filing date: 1984-08-10
Publication date: 1986-03-03
Also published as: BE903017A; DE3562652D1; ES288955Y; FR2568981B1; FR2568981A1; EP0171126B1; DE8522673U1; ATE34202T1; EP0171126A1; ES288955U

Description

-¾ 1 * 845113/Ti

Korte aanduiding: Inrichting voor het met gas onder druk vullen van een met een schroefstop afgesloten houder, in het bijzonder de gasbol van een hydraupneumatische veerinrichting.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het met gas onder druk vullen van een met een schroefstop afgesloten houder, in het bijzonder de gasbol van een hydraupneumatische veerinrichting.

5 Hydraupneumatische veerinrichtingen worden, zoals bekend, toegepast in verschillende moderne automobielen, zoals bijv. de citroën-modellen GS, BX en CX.

Na verloop van tijd neemt de druk in de gasbollen af wat een gevolg is van het feit dat stikstofatomen door het metaal 10 van de bol naar buiten diffunderen. In de praktijk is gebleken dat na drie jaar de druk tot ca. 50% van de oorspronke-kelijke waarde is gedaald - voor een gasbol van een voorwiel-ophanging van ca. 75 bar naar ca. 40 bar. Dit heeft tot gevolg dat de beschikbare veerweg geleidelijk kleiner wordt zodat 15 dé vering stugger, dus harder, wordt, doch dit proces verloopt zo geleidelijk dat de regelmatige berijder van een van een dergelijke vering vooziene automobiel er in het begin nauwelijks erg in heeft, temeer niet daar het veersysteem ervoor zorgt dat de hoogte van de auto boven het wegdek op de juiste waarde 20 wordt gehouden. Voor het herstellen van de oorspronkelijke vuldruk is het noodzakelijk dat de gasbollen worden gedemonteerd wat enige uren demontage- en montagewerkzaamheden vergt en dus dienovereenkomstig duur is. Bovendien zijn bij oudere automobielen de betreffende delen zodanig vastgeroest en de 25 borgdelen zodanig door corrosie verzwakt dat demontage zonder ernstige schade toe te brengen aan andere delen van het veer-systeem niet mogelijk is. In de praktijk laat vrijwel geen enkele eigenaar en zeker geen enkele eigenaar van een oudere automobiel iets aan dit euvel doen en het resultaat is dat 30 van een groot aantal oudere Citroëns het oorspronkelijk veercomfort volkomen verloren is gegaan en het weggedrag aanmerkelijk is verslechterd.

8402484 I f 2

De uitvinding beoogt een inrichting te verschaffen die de mogelijkheid geeft de gasbollen aan het voertuig, dus zonder demontage ervan, te vullen.

Een dergelijke inrichting is volgens de uitvinding voor-5 zien van a. een vervangingsstop met gelijke buitenschroefdraad als de schroefstop, een afdichtend met de houderwand samenwerkende schouder en een koaxiaal met het schroefdraadeinde cilindrisch deel voorzien van een boring met binnenschroef- 10 draad; b. een cilindrische schroefspil met aan een toelopend einde in genoemde binnenschroefdraad passende eerste buitenschroefdraad, zodanig dat dit toelopend einde losbaar in de boring kan worden geschroefd, en aan het andere einde tweede bui- 15 tenschroefdraad waarvan de spoed gelijk is aan die van de schroefstop resp. vervangingsstpp; c. een spanelement bestaande uit een flens en een afdichtend om de tweede, schroefdraad van de schroefspil te schroeven cilindrisch deel; 20 d. een van een gastoevoeropening voorzien cilindrisch vulelement, afdichtend passend om het cilindrisch deel van het spanelement en voorzien van een van de toevoeropening uitgaand kanaal welk element afdichtend kan worden opgesloten tussen de flens en de wand van de houder.

25 Deze inrichting, waarvan de werking en het gebruik aan de hand van de beschrijving en figuren zal worden toegelicht, kan op de, niet uit het voertuig verwijderde, gasbol worden gemonteerd voor het hervullen daarvan en na gebruik worden verwijderd waarbij de vervangingsstop op de gasbol achterblijft 30 en zorgt voor de afdichting daarvan.

Voorkeursuitvoeringsvormen en gunstige details van de inrichting volgens de uitvinding zijn beschreven in de volg-conclusies.

Het gevraagde uitsluitend recht strekt zich tevens uit 35 tot een vervangingsstop te gebruiken in combinatie met een inrichting volgens de uitvinding.

8402484 3

De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de tekening.

Fig. 1 is een doorsnede van de complete inrichting volgens de uitvinding, gemonteerd op een te vullen gasbol.

5 De figuren 2a, 2b en 2c dienen ter toelichting van de assemblage van deze inrichting.

In fig. 1 is met het verwijzingscijfer 1 aangegeven de gasbol van een hydraupneumatische veerinrichting van bijv. een motorvoertuig van het type Citroen DS, GS, BX of CX. Een 10 dergelijke gasbol is door een gasdicht membraan verdeeld in twee kamers waarvan er een is gevuld met stikstof onder een druk van 60 tot 80 bar. Na verloop van tijd diffendeert de stikstof door het metaal naar buiten zodat de druk in de gasbol afneemt. De inrichting volgens de uitvinding maakt het mogelijk 15 de gasbol opnieuw met stikstof onder druk te vullen.

Deze inrichting omvat een vervangingsstop 2 met buitenschroefdraad 3 die dezelfde is als die van de oorspronkelijk op de gasbol aangebrachte schroefstop zodat de vervangingsstop in plaats daarvan in de gasbol kan worden geschroefd. De vervan-20 gingsstop 2 heeft een cilindrisch gedeelte 4 met een boring 5 voorzien van binnenschroefdraad? op de bodem van deze boring rust een hardstalen kogel 6. Om het schroefdraaddeel 3 is een O-ring 7 aangebracht die na het vullen de afdichting verzekert.

In de boring 5 past het schroefdraadeinde 8 van een 25 schroefspil 9 die over een gedeelte van zijn lengte is voorzien van buitenschroefdraad 10 welke weliswaar een grotere diameter heeft dan de schroefdraad 3 doch dezelfde spoed heeft; op het schroefdraaddeel 10 volgt een cilindrisch deel 11 dat via een schouder 12 overgaat in het verbrede gedeelte 13. In het ci-30 lindrisch deel 11 is een afdichtring 14 aangebracht.

Aan het boveneinde is de schroefspil 9 voorzien van een van binnenschroefdraad voorziene boring 15 waarin het schroefdraadeinde 16 van een dop 17 past die is voorzien van een in-buszeskant 18.

35 Om de schroefspil 9 is het spanelement 20 geschroefd voor zien van binnenschroefdraad 21 en met een flens 22 en een ei-, lindrisch deel 23. Om dit spanelement past een cilinder 25 met 8402484 4 & **

4 I

in de binnenboring een O-ring 26 en voorzien van een in de binnenwand uitgefreesde groef 27 die uitmondt in de vulopening 28. Deze vulopening 28 zet zich voort in een verbrede boring 29 (zie fig. 2c) die is voorzien van binnenschroefdraad waarin 5 past het schroefdraadeinde 30 van een handgreep 31 voorzien van een in de boring 28 uitmondend vulkanaal 32. Aan de onderzijde draagt de cilinder 25 een afdichtingsring 33.

De inrichting werkt als volgt:

Voorafgaand aan het vullen wordt de oorspronkelijke schroef-10 stop uit de gasbol verwijderd. De vervangingsstop 2 wordt onder tussenvoeging van de kogel 6 handvast op het schroefdraadeinde 8 van de schroefspil 9 geschroefd. De dan verkregen situatie is afgebeeld in fig. 2a.

Vervolgens wordt om het schroefdraaddeel 10 van de schroef-15 spil 9 het spanelement 20 geschroefd en wel zo ver tot het ondereinde van het cilindrisch deel 23 tot aanligging komt tegen de bovenschouder.van het verbrede deel 13. De dan verkregen onderlinge stand der delen is afgebeeld in fig. 2b.

Daarna wordt het cilindrisch vulelement 25 over het ci-20 lindrisch deel 23 geschoven waarna het handvat 31 wordt aangebracht .

Het geheel wordt nu op de gasbol 1 geplaatst en door aandraaien van het spanelement 20 wordt de vervangingsstop 2 in de schroefdraadopening 3 van de gasbol geschroefd. De langsaf-25 metingen der samenstellende delen zijn zodanig gekozen dat wanneer de afdichtingsring 33 aan het ondereinde van het cilindrisch vulelement 25 afdicht tegen het buitenoppervlak van de gasbol 1 tussen het stopdeel 2 en de opening in de gasbol 1 nog een ringvormige opening 35 vrijblijft. Stikstof onder druk afkom-30 stig van een geschikte bron, bijv. een hogedrukstikstofcilinder, wordt nu toegevoerd via het vulkanaal 32, de boring 28, de langs-groef 27 en deze opening 35 totdat de druk in de gasbol de gewenste eindwaarde heeft bereikt.

De vulopening in de gasbol 1 wordt nu afgesloten door de 35 spanmoer 20 vast te houden en via een geschikt gereedschap de 8402484 5 schroefspil 9 aan te draaien. Doordat de schroefdraaddelen 3 en 10 gelijke spoed hebben wordt met het aandraaien van de schroefspil 9 de vervangingsstop in de vulopening geschroefd totdat de 0-ring 7 afdichtend aanligt tegen het buitenoppervlak 5 van de gasbol 1 en de vulopening is afgesloten.

Het gereedschap wordt nu gedemonteerd door de schroefspil 9 linksom te draaien waardoor het eindoppervlak van het deel 8 vrijkomt van de kogel 7? de vervangingsstop 2 zal in de gasbol 1 achterblijven. De stop 2 wordt ten slotte met een geschikt 10 gereedschap nog extra aangedraaid en afgesloten met een kunststof afdekstop.

- Conclusies - 8402484

Claims

7 «fc r t

1. Inrichting voor het met gas onder druk vullen van een met een schroefstop afgesloten houder, in het bijzonder de gasbol van een hydraupneumatische veerinrichting, gekenmerkt door: 5 a. een vervangingsstop met gelijke buitenschroefdraad als de schroefstop, een afdichtend met de houderwand samenwerkende schouder en een koaxiaal met het schroefdraadeinde cilindrisch deel voorzien van een boring met binnenschroef-draad; 10 b- een cilindrische schroefspil met aan een toelopend einde in genoemde binnenschroefdraad passende eerste buitenschroefdraad, zodanig dat dit toelopend einde losbaar in de boring kan worden geschroefd, en aan het andere einde tweede buitenschroefdraad waarvan de spoed gelijk is aan die van de 15 schroefstop resp. vervangingsstop; c. een spanelement bestaande uit een flens en een afdichtend om de tweede schroefdraad van de schroefspil te schroeven cilindrisch deel; d. een van een gastoevoeropening voorzien cilindrisch vul-20 element, afdichtend passend om het cilindrisch deel van het spanelement en voorzien van een van de toevoeropening uitgaand kanaal welk element afdichtend kan worden opgesloten tussen de flens en de wand van de houder.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 25 tussen het einde van de schroefspil en de bodem van de daarmee samenwerkende boring van de vervangingsstop een kogel uit hard materiaal is aangebracht.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat in de schouder van de vervangingsstop een O-ring is 30 opgenomen.

4. Inrichting volgens conclusie 1-3, met het kenmerk, dat in de boring van het vulelement zowel aan de met de houder samenwerkende eindrand als boven de vulopening een O-ring is opgenomen. 8402484 * 6 ^

5. Inrichting volgens conclusie 1-4, met het kenmerk, dat in de buitenwand van de schroefspil op korte afstand onder de tweede schroefdraad daarvan een O-ring is opgenomen.

6. Inrichting volgens conclusie 1-5, met het kenmerk, dat 5 de vulopening is voorzien van binnenschroefdraad ter opname van een, van een vulkanaal voorziene, handgreep.

7. Vervangingsstop te gebruiken in combinatie met een inrichting volgens een of meer der voorgaande conclusies, gekenmerkt door een cilindrisch deel met buitenschroef- 10 draad, via een schouder overgaand in een daarmee koaxiaal cilindrisch deel met een boring met binnenschroefdraad gelijk aan de buitenschroefdraad aan het einde.van de schroefspil. 8402484