NL8402193A - Optisch registratie element. - Google Patents

Description

PHN 11.094 1 N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken, te Eindhoven "Optisch registratie element"

De uitvinding heeft betrekking op een optisch registratie element welke een samenstel van twee evenwijdige, uit een transparante kunststof vervaardigde substraatplaten bevat die ieder aan de naar elkaar toegerichte zijden voorzien zijn van een registratielaag welke 5 een volgspoor in de vorm van een spiraalvormige groef bevat, waarbij tussen de registratielagen een spleetvormige ruimte aanwezig is.

In een gebruikelijke uitvoeringsvorm van een dergelijk optisch registratie element is tussen de beide substraatplaten tenminste één zogenaamde spacer, dus afstandhouder aangebracht. In de regel worden twee 10 afstandhouders toegepast en wel één ringvormige afstandhouder aan de buitenrand van de substraten en één ringvormige afstandhouder rondom een in de substraten aanwezig middengat. De afstandhouders kunnen afzonderlijke elementen zijn die aan beide zijden door bijvoorbeeld een lijm-verbinding worden verbonden met de substraatplaten. Het is ook mogelijk 15 dat de afstandhouders de vorm hebben van integraal net iedere substraat-plaat verbonden rillen die op elkaar worden gelast of gelijmd.

Een voorbeeld van een hetende uitvoeringsvorm is weergegeven in figuur 1. Ook kan verwezen worden naar de Europese octrooiaanvrage publ. no. 0 094 273. De tussen de registratielagen aanwezige spleetvormige 20 ruimte is normaliter gevuld met lucht of met een ander inert gas zoals stikstof . Volgens de gangbare opvattingen is deze met lucht (gas) gevulde ruimte essentieel voor een goed registratieproces. Bij registratie van informatie wordt de registratielaag via de transparante substraatplaat belicht met laserlicht dat conform de te registreren informatie is gemo-25 duleerd. Op de belichte plaatsen vinden veranderingen in de registratielaag plaats die naderhand weer roet laserlicht gedetecteerd kunnen worden. Dit zogenaamde uitleeslaserlicht is een continue bundel met een veel zwakkere energie-inhoud dan de gemoduleerde inschrijf-laserlichtbundel.

De aard van de aangehrachte veranderingen hangt af van het type registra-30 tielaag. In een registratielaag van bijvoorbeeld een metaal of van een chalcogenide zoals net name een legering van telluur net andere elementen die bijvoorbeeld gekozen zijn uit de groep van Se,Sb,As,S,Pb,Sr,Bi,Ge,Ga,

Si,He en In worden op de belichte plaatsen, gaten in de registratielaag 84021?? PHN 11.094 2 gevormd die een verhoogd randdeel Of ril bezitten. Bij toepassing van een kleurstof worden op de belichte plaatsen holtes of gaten met verhoogd randdeel gevormd.

Het is duidelijk dat bij de vorming van holtes, gaten e.d.

5 materiaalverplaatsing optreedt. Er kunnen ook gasvormige produkten worden gevormd. Vandaar de gedachte noodzaak van de met lucht gevulde spieetvormige ruimte tussen de registratielagen. Een ander aspect van de met lucht gevulde spleetvormige ruimte is de lage warmtegeleiding. Hierdoor wordt reeds bij een lage laserinschrijfenergie een goede 10 signaal-ruisverhouding (SNR = signal-to-noise-ratio) verkregen. Kortom de gunstige registratie eigenschappen schijnen sterk samen te hangen met de aanwezigheid van de met lucht gevulde spleetvormige ruimte.

Aanvrager heeft vastgesteld dat het boven beschreven, bekende optische registratie element een onvoldoende mechanische stijfheid 15 vertoont.

De uitvinding heeft tot doel een optisch registratie element van het in de. aanhef genoemde type te verschaffen dat een uitstekende mechanische stijfheid vertoont in combinatie met uitstekende registratie eigenschappen en in het bijzonder een goede registratie gevoeligheid 20 en een goede signaal-ruisverhouding.

Dit wordt bereikt met een registratie element zoals in de aanhef is vermeld dat hierdoor is gekenmerkt, dat in de spleetvormige ruimte tussen de registratielagen een kunststoffolie is ingeklemd die met beide hoofdvlakken aanligt of nagenoeg aanligt tegen de tussen de 25 groefwindingen liggende verhoogde dijkgedeelten van de registratielagen.

Door de uitvinding wordt het vooroordeel van de noodzaak van een met gas gevulde spleetvormige ruimte overwonnen.

In een gunstige uitvoeringsvorm wordt in het optisch registratie element volgens de uitvinding een aan beide oppervlakken gemetalli-30 seerde folie toegepast. Hiermede kan een optimalisering van de signaal-ruisverhouding worden bereikt.

In een verdere gunstige uitvoeringsvorm is de folie aan de buitenrand en/of in het centrale gedeelte door een lijm- of lasverbinding verbonden met de aan weerszijden liggende substraatplaten.

35 Ook kan volgens een andere uitvoeringsvorm de folie door een las- of lijmverbinding verbonden zijn met de aan weerszijden gelegen dijkgedeelten van de registratielagen.

De uitvinding wordt met behulp van de tekening toegelicht 3402193 PHN 11.094 3 waarbij figuur 1 een dwarsdoorsnede weergeeft van een optisch registratie element volgens de stand van de techniek, figuur 2 een dwarsdoorsnede is van een registratie element volgens 5 de uitvinding, figuur 3 een dwarsdoorsnede is van een andere uitvoeringsvorm van een registratie element volgens de uitvinding.

In figuur 1 zijn met de verwijzingscijfers 1 en 2 twee parallelle substraatplaten van kunststof weergegeven. De platen zijn 10 onderling verbonden door toepassing van een ringvormige afstandhouder 3 nabij de rand van de platen en een ringvormige afstandhouder 4 aangebracht rondom het middengat 5. Het binnenqppervlak van iedere plaat is voorzien van een registratielaag 6 respectievelijk 7. Tussen de registratielagen 6,7 is een spieetvormige ruimte 8 gevuld met een gas, 15 in het algemeen lucht.

In figuur 2 zijn met de verwijzingscijfers 9 en 10 twee parallelle substraatplaten weergegeven vervaardigd, uit een transparante kunststof zoals bijvoorbeeld polymethylmethacrylaat of polycarbonaat. Substraatplaten 9 en 10 zijn aan het binnenoppervlak voorzien van een 20 kunststof laagje 11 respektievelijk 12. Het kunststof laagje is bijvoorbeeld een met U.V. licht gehard laagje van acrylaten. Beide kunststof-laagjes 11, 12 bevatten een spiraalvormig volgspoor in de vorm van een groef 13 respektievelijk 14. De tussen de groefwindingen gelegen hogere dijkgedeelten zijn weergegeven met de verwijzingscijfers 15 respektieve-25 lijk 16. De kunststof laagjes 11, 12 zijn afgedekt met een registratielaag 17 respektievelijk 18 die de contouren van groef 13 respektievelijk 14 volgt.

De registratielaag kan uit uiteenlopende materialen zijn vervaardigd. Ban geschikt registratiemateriaal waarin bij bestraling met 30 gepulseerd laserlicht, gaten of uithollingen worden gevormd is een chalco-genide materiaal in het bijzonder een telluurlegering zoals een legering van telluur met een of twee elementen gekozen uit de groep, Se, Sb, As, S, Pb, Sn, Bi, Ge, Ga, Si, Tl en In. Een zodanig chalcogenide materiaal kan ook gebruikt worden voor wisbare, optische registratie van informatie. 35 In dat geval vindt op de belichte plaatsen een omzetting plaats van amorf naar kristallijn of omgekeerd. De veranderingen kunnen met zwak laserlicht worden getraceerd. Be veranderingen kunnen door een warmtebehandeling ongedaan worden gemaakt zodat de geregistreerde informatie 8402195

Sf wi PHN 11.094 4 wordt gewist. Een voorbeeld van een ander type van een registratielaag is een kleurstoflaag waarin door bestraling net laserlicht holtes worden gevormd en/of ontkleurde plekken ontstaan.

In de figuur zijn kunststof laagjes 11, 12 als afzonderlijke 5 laagjes weergegeven. Het is ook zeer goed mogelijk om een substraatplaat toe te passen met een oppervlak waarin rechtstreeks het volgspoor is ψ aangebracht. Een zodanig van een groef voorziene substraatplaat kan op eenvoudige wijze met behulp van een spuitgietproces worden vervaardigd.

Tussen de registratielagen 17, 18 is een kunststof folie 19 10 ingeklemd. De. kunststof folie 19 ligt aan tegen de registratielagen 17, 18 ter plaatse van de dijkgedeelten. Ter plaatse van de groefwindingen is een met gas zoals lucht gevulde ruimte 20 aanwezig tussen folie 19 en registratielagen 17, 18. Het in de figuur weergegeven optisch registratie-element volgens de uitvinding heeft een grote mechanische stijfheid 15 veroorzaakt doordat sprake is van een sandwich-constructie waarvan het middendeel in casu folie 19 over een groot deel van beide hoofdoppervlakken een grote wrijvingskracht ondervindt van de oppervlakken van beide registratielagen 17, 18 en omgekeerd. De folie is bij wijze van voorbeeld vervaardigd uit polymethylmethacrylaat, polycarbonaat, poly-20 vinylchloride of polyester. De dikte van de folie bedraagt bijvoorbeeld tussen 5yUm en 0,5 itm, zoals 0,3 mm.

De folie 19 is aan de.buitenrand aangeduid met verwijzings-cijfer 21 en/of aan de rond het middengat. 22 gelegen binnenrand 23 verbonden met de registratielagen 17 en 18. Een geschikte verbinding is 25 bijvoorbeeld een lasverbinding die volgens op zich bekende technieken kan worden aangebracht. Een geschikte methode is het ultrasoon lassen.

Ook kan een lijmverbinding worden toegepast. De folie 19 kan ook ter plaatse van de dijkgedeelten 15, 16 verbonden worden met de registratielagen 17, 18. Ook hier kan een las- of lijmverbinding worden gebruikt.

30 In het laatste geval moet erop gelet worden dat de lijm niet de ruimtes 20 opvult.

Bij registratie van informatie wordt de registratielaag 17 respektievelijk 18 belicht net laserlicht dat conform de te registreren informatie is gemoduleerd. Het gemoduleerde laserlicht wordt via 35 substraatplaat 9 respektievelijk 10 gefocusseerd op registratielaag 17 respektievelijk 18. Cp de belichte plekken ontstaan informatiebits die afhankelijk van de aard van het registratiemateriaal bestaan uit holtes, gaten, amorfe plekken in een kristallijne matrix, ontkleurde plekken enz.

§402183 EHN 11.094 5 -r -τ

Bij voorkeur vindt registratie plaats in die delen van. de registratie-laag 17 respektievelijk 18 die in de groef 15 respektievelijk 14 liggen.

Dit betekent dat geregistreerd wordt tegen de in ruimtes 20 aanwezige luchtlaag. Het warmteverlies is gering. De registratie gevoeligheid is 5 hoog. Datzelfde geldt voor de signaal-ruisverhouding. Indian als registratie materiaal een kleurstof wordt toegepast, is een goede registratie op de dijkgedeelten 15, 16 van registratielagen 17, 18 mogelijk, behalve indien deze dijkgedeelten verlijird zijn net de folie 19.

10 Bij toepassing van een gemetalliseerde folie wordt het extra voordeel verkregen dat het registratie element ter plaatse van de groef in een antireflectie conditie kan worden gebracht waardoor de signaal-ruis verhouding verder wordt verbeterd.

Ui figuur 3 zijn met de verwij zingscijfers 24 en 25 twee uit 15 een transparante kunststof vervaardigde substraatplaten weergegeven.

De platen 24 , 25 zijn rondom het middengat 26 voorzien van een aangespoten dus integrale ril 27 respektievelijk 28. Ook aan de buitenrand zijn platen 24 en 25 voorzien van rillen 29, 30. Op het door de genoemde rillen begrensde: oppervlak zijn platen 24 en 25 voorzien van 20 een met ü.V. licht geharde transparante laag van acrylkunststof 31, 32 waarin een volgspoor 33, 34 is aangebracht in de vorm van een spiraalvormige groef . Tussen de windingen van de groef liggen de verhoogde dijkgedeelten 35, 36. Over het aldus gestructureerde oppervlak van de transparante lagen 31, 32 zijn registratielagen 37, 38 aangebracht.

25 De registratielagen zijn vervaardigd uit een TeSe legering waaraan andere elementen zoals in het bijzonder Sb, As, S, Sn, Pb, Bi toegevoegd kunnen zijn. Tussen de registratielagen 37, 38 ligt een kunststof-folie 39 ingekiend waarbij beide hoofdvlakken van de folie aanliggen tegen de dijkgedeelten 35, 36. Op dezelfde wijze als vermeld bij de 30 uitvoeringsvorm volgens figuur 2 wordt informatie geregistreerd in de groefdelen van registratielagen 37, 38, dat wil zeggen in de bodem van groef 33 respektievelijk 34. Hiertoe worden de registratielagen belicht met gepulseerd laserlicht dat via de substraatplaten 24 , 25 is gefocusseerd qp de registratielagen. Op de belichte plaatsen worden 35 informatiebits gevormd in de vorm van gaatjes die niet zijn weergegeven in figuur 3. De registratiegevoeligheid en de s ignaal-ruisverhouding zijn goed. Het optisch registratie element volgens figuur 3 heeft bovendien een uitstekende mechanische sterkte en stijfheid die zodanig

8 fx 0 y 1 Q T

V . ·* W t V ** Λ· ·> ΡΗΝ 11.094 6 is, dat als gevolg van veranderingen van temperatuur, luchtdruk en vochtigheidsgraad, geen hinderlijk kromtrekken van het element plaatsvindt.

5 10 15 20 25 30 35 8 4 0 2 1 Θ 3

Claims (3)

1. Optisch registratie element dat een sairenstel van twee evenwijdige uit een transparant kunststof vervaardigde substraatplaten bevat die ieder aan de naar elkaar toegerichte zijden voorzien zijn van een registratielaag welke een volgspoor in de vorm van een spiraal-5 vormige groef bevat, waarbij tussen de registratielagen een spieetvormige ruimte aanwezig is, met het kenmerk, dat in de spieetvormige ruimte tussen de registratielagen een kunststof folie is ingêklemd die met beide hoofdvlakken aanligt of nagenoeg aanligt tegen de tussen de groef-windingen liggende verhoogde dijkgedeelten van de registratielagen.

2. Optisch registratie element volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een aan beide oppervlakken gemetalliseerde folie wordt toegepast.

3. Optisch registratie element volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de folie aan de buitenrand en/of in het centrale 15 gedeelte door een lijm- of lasverbinding verbonden is met de aan weerszijden liggende substraatplaten. 20 25 30 34 0 2 1??· 35