NL8401910A - Mechanische klep voor het sluiten van een cutaan stoma, dat de patient het vermogen van intestinaal transito verschaft op gewenste tijdsintervallen. - Google Patents

Mechanische klep voor het sluiten van een cutaan stoma, dat de patient het vermogen van intestinaal transito verschaft op gewenste tijdsintervallen. Download PDF

Info

Publication number
NL8401910A
NL8401910A NL8401910A NL8401910A NL8401910A NL 8401910 A NL8401910 A NL 8401910A NL 8401910 A NL8401910 A NL 8401910A NL 8401910 A NL8401910 A NL 8401910A NL 8401910 A NL8401910 A NL 8401910A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
flange
mechanical valve
valve according
valve
patient
Prior art date
Application number
NL8401910A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Mulas Piero Giovanni
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from IT12548/83A external-priority patent/IT1171180B/it
Priority claimed from IT12449/84A external-priority patent/IT1180439B/it
Application filed by Mulas Piero Giovanni filed Critical Mulas Piero Giovanni
Publication of NL8401910A publication Critical patent/NL8401910A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61FFILTERS IMPLANTABLE INTO BLOOD VESSELS; PROSTHESES; DEVICES PROVIDING PATENCY TO, OR PREVENTING COLLAPSING OF, TUBULAR STRUCTURES OF THE BODY, e.g. STENTS; ORTHOPAEDIC, NURSING OR CONTRACEPTIVE DEVICES; FOMENTATION; TREATMENT OR PROTECTION OF EYES OR EARS; BANDAGES, DRESSINGS OR ABSORBENT PADS; FIRST-AID KITS
    • A61F2/00Filters implantable into blood vessels; Prostheses, i.e. artificial substitutes or replacements for parts of the body; Appliances for connecting them with the body; Devices providing patency to, or preventing collapsing of, tubular structures of the body, e.g. stents
    • A61F2/0004Closure means for urethra or rectum, i.e. anti-incontinence devices or support slings against pelvic prolapse
    • A61F2/0009Closure means for urethra or rectum, i.e. anti-incontinence devices or support slings against pelvic prolapse placed in or outside the body opening close to the surface of the body

Description

\ » <
Mechanische klep voor het sluiten van een cutaan stoma, dat de patiënt het vermogen van intestinaal transito verschaft op gewenste tijdsintervallen
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een mechanische klep voor een stoma, dat de patiënt het vermogen geeft van intestinaal transito op gewenste tijdsintervallen.
Een dergelijke klep omvat een inwendig vlak en ringvormig 5 steunelement van de klep. De klep is buiten het lichaam van de patiënt geplaatst. Door het inwendige vlakke en ringvormige steunelement steekt de dikke darm, die om de rand van het gat van de buikwand is vastgehecht en bevestigd is aan het buitenvlak van de spierlagen door middel van hechtingen.
10 Het woord "stoma” wordt gewoonlijk gebruikt voor de kunstmatige verbinding van een segment van het gastro-enterische kanaal met de buitenste laag (cutis) teneinde afvoer van het daarin aanwezige materiaal mogelijk te maken. Een stoma kan worden aangebracht met twee methoden, nl.
15 (A) gedeeltelijke stoma - wanneer het intestinale materiaal slechts gedeeltelijk naar buiten wordt geleid, waarbij de continuïteit van het betreffende segment blijft gehandhaafd .
(B) een totaal stoma - wanneer de gehele onttrek van het 20 betreffende segment wordt vastgemaakt, zodat de doorgang wordt onderbroken.
Stoma’s kunnen betrekking hebben op het gehele gastro-enterische kanaal. De volgende stoma's zijn dus mogelijk: stoma's van de maag (gastrostoma's), van de twaalfvingerige 25 darm (duodenostoma), van de dunne darm (iliostoma) van de dikke darm (colostoma).
Stoma's kunnen verder van geval tot geval met tijdelijk of permanent effect worden uitgevoerd. De chirurgische voorbereidingen verschillen echter afhankelijk van de toegepaste 30 technische middelen.
Het doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een mechanische klep voor een stoma die de patiënt het vermogen geeft van intestinaal transito op gewenste tijds- 8401910 . 2 * ί ϊ intervallen.
Een dergelijke klep omvat een inwendig vlak en ringvormig steunelement voor de klep. De klep is buiten het lichaam van de patiënt aangebracht. Door het inwendige steunelement 5 steekt de dikke darm, die om de rand van het gat van de buikwand is gehecht en door middel van hechtingen aan het buitenvlak van de spierlagen is bevestigd.
Pig. 1 is een bovenaanzicht van de samengestelde klep met een doorgesneden aanzicht van de buikwand waaraan deze is aan-10 gebracht.
Pig. 2 is een dwarsdoorsnede van de klep in de in fig. 1 getoonde samengestelde toestand.
Pig. 3 is een vooraanzicht van de klep.
Pig. 4 is een vooraanzicht van de steunflens van de klep; 15 deze flens moet bevestigd worden binnen de buikholte zoals hierna uiteengezet zal worden.
Fig. 5 is een doorsnede van de flens volgens V-Y in fig.
4.
Fig. 6 is op grotere schaal een gedeeltelijk aanzicht 20 volgens de lijn VI-VI in fig. 4.
Fig. 7 is een aanzicht volgens de lijn VII-VII in fig. 6.
Pig. 8 is een vooraanzicht van het op de steunflens te bevestigen klepdeel, dat hierna verder het buitenste, van een flens voorziene buisvormige lichaam genoemd zal worden.
25 Fig. 9 is een doorsnede volgens de lijn IX-IX in fig. 8. Fig. 10 is een vooraanzicht van het als "kleplichaam" werkende klepdeel.
Pig. 11 is een doorsnede volgens de lijn XI-XI in fig. 10. Fig. 12 is een doorsnede volgens de lijn XII-XII in fig.
30 10.
Pig. 13 is een perspectivisch aanzicht van de klepsluiter. Fig. 14 is een doorsnede volgens de lijn XIV-XIV in fig.
13.
Fig. 15 is een axiale doorsnede van,een pen waarvan het ein 35 de van boring en schroefdraad is voorzien.en die hierna "ontluchtingspen" genoemd zal worden.
Fig. 16 is een vergroot detail van de voorgaande figuur dat het van een boring en schroefdraad voorziene deel van de ontluchtingspen toont.
8401910 ' * * 3
Fig. 17 is een axiale doorsnede van een verbindingspen tussen de binnenste steunflens en het buitenste van een flens voorziene buisvormige lichaam
Fig. 18 is een bevestigingsschroef bestemd voor het door 5 de verbindingspen tegen de binnenste steunflens bevestigen van het buitenste buisvormige lichaam.
Fig. 19 is een variant van een uitvoeringsvorm van het reeds in fig. 8 getoonde van een flens voorziene buisvormige lichaam.
10 Fig. 20 toont een detail van de voorgaande figuren.
Fig. 21 is een doorsnede van de eerste uitvoeringsvariant van de onderhavige uitvinding.
Fig. 22 is een gedeeltelijk aanzicht, beperkt tot het van een flens voorzien kleplichaam en het deksel van een twee-15 de uitvoeringsvariant van de uitvinding.
Fig. 23 en 24 tonen een verbindingspen tussen de inwendige flens en het kleplichaam en,, op dezelfde schaal, de laag synthetisch materiaal die op de pen aangebracht moet worden met het doel de adhesie van een nieuw doek op de pen te 20 begunstigen, voor de uitvoeringsvariant van fig. 21 en 22.
De aan de buitenzijde aangebrachte klep wordt gevormd door het van een flens voorziene buisvormige lichaam 10 dat een flens 11 heeft waardoorheen zich een geschikt aantal gaten 12 uitstrekt. In dit uitvoeringsvoorbeeld zijn vier 25 gaten aanwezig. Verder is een buisvormig lichaam 13 aangebracht dat buitenwaarts uitsteekt en van buitenschroefdraad is voorzien.
Het buisvormige lichaam 13 is samenvallend met zijn vrije rand voorzien van ten minste één sleuf 14, welke een 30 afdichting 15 (bijvoorbeeld een O-ring) op kan nemen, zoals in fig. 2 wordt getoond. Het buisvormige lichaam 10 heeft bovendien een ringvormige rand 16 waarvan de doorsnede geleidelijk afneemt naar het vrije einde toe en welke naar de hartlijn van het lichaam toe gebogen is, zoals in detail 35 in fig. 9 wordt getoond. Deze voorziening is aangebracht op het binnenvlak van de flens 11, namelijk op het vlak tegenover het van het buisvormige lichaam 13 uitstekende vlak.
Het doel van de ringvormige rand 16 is het verschaffen van een afdichting tussen het binnenvlak van de flens 11 en de 8401910 / « 4 huid van de patiënt waartegen de betreffende flens zal rusten. De helling van de eerdergenoemde rand maakt het mogelijk om een afdichting te bereiken die doeltreffender is, naarmate de druk binnen de rand groter is ten opzichte van de buitendruk.
5 Door de wand van het buisvormige lichaam 13 strekt zich radiaal een van schroefdraad voorzien gat 17 uit. Dit gat kan de ontluchtingspen 20 opnemen, of nauwkeuriger het van schroefdraad voorziene einddeel daarvan.
Zoals duidelijk blijkt uit fig. 15 en gedetailleerder 10 uit fig. 16 is in het van schroefdraad voorziene einde van de ontluchtingspen 20 een eerste axiaal kanaal 21 aangebracht dat gesneden wordt door een tweede dwarskanaal 22. Dit tweede dwarskanaal 22 is aangebracht aan de voet van het van schroefdraad voorziene segment van de ontluchtingpen, zodat 15 een verbinding aanwezig is tussen het binnenste gedeelte van het buisvormige lichaam 13 en de buitenzijde, alleen dan wanneer de ontluchtingspen gedeeltelijk losgeschroefd is.
Het kleplichaam 30 wordt gevormd door twee cilindrische segmenten 31 en 32, die coaxiaal en opeenvolgend door een 20 boring 33 van grotere diameter zijn verdeeld. De boring 33 bestrijkt slechts een boog van 180° aangezien deze doorloopt in een sleuf door de wand van het kleplichaam 30 in een huis 34 daarvan, waardoorheen een sluiter 40 verschoven kan worden.
Het cilindrische segment met grotere diameter 32 van het 25 kleplichaam 30 is van binnenschroefdraad voorzien en kan over het buisvormige deel 13 van het van een flens voorziene buisvormige lichaam 10 worden geschroefd.
Het buitenste cilindrische segment 31 heeft een kleinere diameter dan het kleplichaam 30 en is aangebracht aan zijn 30 naar de sleuf 33 toegekeerde rand en kan de sluiter 33 opnemen, waarbij een ringvormige sleuf 35 een afdichting (bijvoorbeeld een 0-ring) op kan nemen, welke in fig. 2 aangegeven is met cijfer 36.
Het zal duidelijk zijn dat wanneer het kleplichaam 30 35 op het buisvormige segment 13 van het van een flens voorziene buisvormige lichaam 10 is geschroefd, de sluiter een goede afdichting bereikt vanwege de twee afdichtingen 15 en 36. Het zal echter duidelijk zijn dat deze afdichtingen weggelaten kunnen worden wanneer de bewerking van de sluiter 8401910
# V
5 40 en de deze opnemen sleuf 33 voldoende nauwkeurig is.
Tenslotte is de sluiter 40 bij voorkeur voorzien van een korte flens 41 waardoor deze gentakkelijk vastgegrepen en gepositioneerd kan worden. Het overige gedeelte bestaat uit 5 een platte plaat, die een eerste half-cirkelvormig oppervlak en een tweede oppervlak in hoofdzaak rechthoekig van vorm bepaalt.
Tengevolge van een geschikte maatvoering van de onderdelen 40, 10 en 30 kan de sluiter 40 door wrijving in de 10 gewenste positie worden gebracht. Door middel van de flens 41, zonder dat aanzienlijke krachten uitgeoefend behoeven te worden voor het uitnemen en insteken van de sluiter.
Het buisvormig of inwendige deel 32 van het kleplichaam 30 met grotere diameter is, achter het huis 34, voorzien van 15 een uitsparing 37 waardoor de ontluchtingspijp 20 in het van schroefdraad voorziene gat 18 van het buisvormige lichaam 11 van het van een flens voorziene buisvormige lichaam 10 geschroefd kan worden. De bediening van de klep 10-30-40-20 is eenvoudig te begrijpen wanneer de ontluchtingspijp 20 is 20 aangebracht en wanneer de sluiter 40 tegen de bodem van de uitsparing 33 is geduwd, is de klep, tot zover beschouwd als eenvoudig afsluitelement, gesloten. Door de ontluchtingspijp 20 gedeeltelijk los te schroeven laat de klep een gasstroming van binnen de klep naar buiten toe. Dientengevolge 25 en met het oog op het toelaten van slechts een stroming door het gat 18 van gas en niet van vloeistof, is het aan te raden het lichaam 30 te monteren met het gat 18 omhoog. De gedeeltelijke of totale opening van de sluiter 40 zal daarentegen de stroming van vloeistoffen zowel als vaste stoffen 30 toelaten. De hier beschreven onderdelen vertegenwoordigen slechts een voorkeursuitvoeringsvorm van de klep zelf, die bestemd is als afsluitorgaan dat, volgens de uitvinding, buiten het lichaam van de patiënt te gebruiken is. Het is duidelijk dat variaties aangebracht kunnen worden in de uit-35 voering van het systeem 10-30-40-20, terwijl de speciale eigenschappen van de uitvinding in de middelen liggen die gebruikt worden voor het bevestigen van de werkelijke open-dichtklep op het lichaam van de patiënt, door middel van een inwendige steunflens 50. Deze inwendige steunflens 50 bestaat 8401910 6 3 : uit een afgeplatte ring die bestemd is om bevestigd te worden aan het buitenvlak van de buikspier nadat de band 61 van de dikke darm door middel van hechtingen bevestigd is aan het buikvlies 60 en de buikspier en voordat de darmwand 61 aan 5 de huid 63 is bevestigd. Een juiste positionering van de inwendige steunschijf geschiedt door middel van hechtingpunten aan de buikspier 62, door gebruik te maken van geschikte kanalen 51 die in cirkel verdeeld aangebracht zijn in de wand van de inwendige steunflens 50.
10 Het zal duidelijk zijn dat onderhavige mechanische klep in hoofdzaak wordt gevormd door een inwendig deel in de buikholte van de patiënt, welk deel gevormd wordt door de inwendige flens 50 van de steun en een uitwendige flens die de eigenlijke klep 10-20-30-40 vormt.
15 Om de twee delen aan elkaar te bevestigen, in de onderhavige klep dan wel daar buiten, kunnen verschillende oplossingen worden toegepast. Bij de uitvoeringsvorm van de in de figuur getoonde inwendige steunflens 50 steekt een geschikt aantal verbindingspennen 70 door lagen 63, 64 en 62, welke 20 gelijkmatig bevestigd zijn aan de inwendige steunflens 50 en aan de buitenzijde voorzien zijn van verbindingsmiddelen met blokkeringscomponenten zoals schroeven 71, welke schroeven aangrijpen in van schroefdraad voorziene axiale gaten 72, die in het buitenste gedeelte van de verbindingspennen 70 zijn aan-25 gebracht.
Het zal duidelijk zijn dat deze pennen niet alleen zich uitstrekken door de lagen 62 en 64, maar eveneens door de flens 11 van het buisvormige van een flens voorziene lichaam 10, vanwege de corresponderende doorlaatgaten 12.
30 De in de figuur getoonde oplossing dat bovendien met schroef 71, die verbindingspennen vormt welke in hun uiteinden van een boring en schroefdraad zijn voorzien, de bevestigings-kracht beheerst kan worden waarmee via de flenzen 11 en 50 de spier en de lagen 62, 64 en de huid 63 van de patiënt wordt 35 samengedrukt, en wel in relatie tot incidentele dikteverande-ringen die plaats kunnen vinden in deze lagen.
De gelijkmatige verbinding van de pennen 70 met de inwendige steunflens kan geschieden zoals getoond in de fig. 4, 6 en 7. De afgeplatte ring 50 heeft verlengde uitsparingen 54 8401910 • * £ 7 waarin een verlengde voet van een complementaire vorm 73 gestoken kan worden. De axiale doorsnede van de gaten 55 waardoorheen elke pen 70 moet steken kan bovendien een variabele steek vertonen teneinde de uiteindelijke aanbrenging van 5 de-pen 70 door de gaten 55 te vergemakkelijken.
Een eenvoudige mogelijkheid, waarvan de constructie echter tamelijk vooruitstrevend is, wordt verkregen wanneer de ver-bindingspennen 70 met de flens 50 worden ingebouwd. Het spreekt vanzelf dat de pennen 70 zich door de lagen 62, 63 10 en 64 uit moeten strekken. Een mogelijke variant van het verbindingssysteem tussen de inwendige steunflens 50 en de flens 11 van het van een flens voorziene buisvormige lichaam 10, kan gevormd worden door een stel magnetische ringen die ter dikte van de flenzen 11 en 50 zijn vervaardigd en een 15 voldoend grote kracht kunnen leveren. Onder verwijzing in het bijzonder naar de uitvoeringsvariant van fig. 19 en 20 is te zien dat het buisvormige van een flens voorziene lichaam 110 ook in dit geval voorzien is van een cilindrisch deel 113, een flens 11 en een afdichting 116. Bovendien heeft de buis-20 vormige wand 113 een kussen 80, dat een van schroefdraad voorzien gat 84 omvat, waarin een van schroefdraad voorziene pen 85 uitsteekt in het onderste gedeelte van een kleine cilinder 86 die het makkelijk vastgrijpen daarvan door de patiënt mogelijk maakt, evenals een gelijkmatige omhooggaande beweging 25 (bijvoorbeeld 1 mm) door een relatief beperkte rotatie (bijvoorbeeld 180°). Het ondereinde van de kleine cilinder 86 is afgeschuind en opgenomen in een overeenkomstige afgeschuinde zitting 83. Wanneer de pen 86 geheel is vastgedraaid, vindt dus een afdichting plaats.
30 In de afgeschuinde zitting komt een klein kanaal 82 uit dat verbonden is met een inwendig buisvormig van een flens voorzien lichaam 110 via een als een filter werkend poreus lichaam met open cellen.
Het filter kan op het van een flens voorziene buisvormige 35 lichaam 110 worden gelast en derhalve van een ander materiaal worden vervaardigd.
Het zal duidelijk zijn dat aan de buitenopening van de werkelijke klep op geschikte wijze een verwijderbare dunne zak aangebracht kan worden.
8401910 0 V- 8
In het bijzonder in de fig. 21 tot en met 24 geven de nummers 60, 61, 62, 63 en 64 respectievelijk aan de dikke darm, het buikvlies, de buikspier, de buitenste huidlaag ën de huid. De inwendige steunflens 50 is aangebracht tussen de 5 buikspier 62 en de huidlaag 64.
Van tevoren aan de inwendige steunflens 50 bevestigde pennen 70 strekken zich uit door de lagen 64 en 63 en steken buiten de huid uit, zodat deze gebruikt kunnen worden voor het koppelen van het kleplichaam 210 door middel van geschikte 10 gaten 212 die van tevoren aangebracht zijn in de flens 211 van het kleplichaam 210. Volgens de in de figuur getoonde uitvoeringsvorm heeft het kleplichaam 210 een buisvormig deel 213 dat aan de buitenzijde van schroefdraad is voorzien en waarop een holle plug 214 geschroefd kan worden.
15 Om de verwijdering van het intestinale residu te vergemakkelijken, wordt een dunne, buigzame, waterdichte meervoudig gevouwen zak in het buisvormige lichaam 213 gestoken, welk huis een sleuf 215 heeft voor het opnemen van een verstekings-ring aan de rand van de zak, en welke over de buitenschroef-20 draad wordt aangebracht.
Bij deze uitvoeringsvorm is geen ontgassingsmogelijkheid aangebracht onafhankelijk van de verwijdering van het intestinale residu. De klep volgens de uitvinding is echter uitzonderlijk eenvoudig, zowel voor wat zijn constructie als voor 25 wat zijn werking betreft.
Bij de in fig. 1 getoonde uitvoeringsvorm is de afdichting van de lip 216 verbeterd met een O-ring 217, en in toevoeging hierop is een andere O-ring 218 aangebracht tussen de afdichting van de plug 214 en het buisvormige deel 213 aan het 30 einde van de schroefdraad.
Bij de bovengenoemde uitvoeringsvorm, die getoond is in de figuur zijn de pennen 70 uitwendig van schroefdraad voorzien zodat hun van een flens 210 uitstekende einde een dop-moer 271 op kan nemen.
35 Om de adhesie van het weefsel om de pen 70 mogelijk te maken, zoals getoond in fig. 4, is deze pen voor de operatie voorzien van een polyetheen terephthalaatpijp die zijn geschiktheid heeft bewezen als ondersteuning bij het proces van de celvorming.
8401910 9
Bij de in fig. 2 getoonde uitvoeringsvorm is het klep-lichaam 310 nagenoeg ongewijzigd gebleven met uitzondering van een korter buisvormig van schroefdraad voorzien lichaam 311.
5 In dit geval is geen aan de rand van het buisvormige lichaam bevestigde zak aangebracht, terwijl een afdichting wordt verzekerd door een Q-ring 412 die opgenomen is in een overeenkomstige sleuf welke van tevoren aangebracht is aan de inwendige zijde van de holle plug.
10 De afwezigheid van de in fig. 1 gebruikte zak maakt echter de montage van een ontluchtingsklep 315 mogelijk die samengesteld is uit een druktoets 316 die bevestigd is aan een pen 317 welke door de holle plug steekt. Aan het andere einde is een sluitkop 318 gemonteerd. Een veer houdt de sluitkop 318 15 in stevig contact met zijn zitting en de ontgassing vindt slechts plaats wanneer de drukknop met opzet wordt ingedrukt.
Tussen de huid van de patiënt de flens 311 van het klep-lichaam 310 is een afdichting 320 aangebracht. Dit verzekert een goede afdichting als alternatief van de bij de in fig.
20 1 getoonde 0-ring 217 behorende elastische lip 216.
8401910

Claims (17)

1. Mechanische klep voor het afsluiten van een cutaan stoma, dat de patiënt het vermogen geeft van intestinaal transito op gewenste tijdsintervallen, met het kenmerk dat deze omvat een inwendig steunelement voor de buiten het 5 lichaam van de patiënt geplaatste werkelijke klep, waarbij de darm die om de rand van het gat van de buikwand en door middel van hechtingen aan het buitenvlak van de spierlagen is bevestigd, zich door het inwendige steunelement uitstrekt.
2. Mechanische klep volgens conclusie 1, met het k e n-10 m e r k, dat het inwendige steunelement van de werkelijke klep, die uitwendig is geplaatst, vervaardigd is van een afgeplatte ring met afgeronde randen die voorzien is van in een cirkel geplaatste gaten, waardoor de hechtpunten de spierlagen kunnen bereiken.
3. Mechanische klep volgens conclusie 2, met het ken merk, dat een geschikt aantal regelmatig in een cirkel geplaatste koppelpennen zijn aangebracht die buiten het lichaam van de patiënt uitsteken en zich uitstrekken door het vet-weefsel en de huid van de buikwand zodat de uitstekende einden 20 gebruikt kunnen worden voor het bevestigen van de, zelf uitwendig geplaatste, eigenlijke klep.
4. Mechanische klep volgens conclusie 3, met het k e n-m e r k, dat de buiten het lichaam, van de patiënt geplaatste werkelijke klep voorzien is van een flens die over de inwendige 25 steunflens aangebracht kan worden waarbij de dikte van het vetweefsel en van de huid van de buikwand tussen deze opgenomen wordt en welke samen kan werken met de koppelpennen die zich van de inwendige steunflens tot buiten de buikwand uitstrekken.
5. Mechanische klep volgens conclusie 4, met het ken merk, dat de koppelpennen zich uitstrekken door overeenkomstige gaten in de flens van de werkelijke, uitwendig geplaatste klep, waarbij een overeenkomstig aantal schroeven die in de aan de einden van de verbindingspennen aangebrachte 35 gaten geschroefd kunnen worden zijn aangebracht teneinde de gewenste klemkracht tussen de twee flenzen te kunnen bereiken.
6. Mechanische klep volgens conclusie 4, met het ken- 8401910 S’ merk, dat de flens van de eigenlijke klep aan zijn naar de huid van de patiënt toegekeerde zijde voorzien is van ten minste ëën afdichting.
7. Mechanische klep volgens conclusie 6, met het k e n-5 m e r k, dat de afdichtingen stevig bevestigd of gelast zijn in het binnenvlak van de genoemde flens, waarbij de radiale doorsnede daarvan toeloopt van de onderzijde naar de bovenzijde en naar de hartlijn van de as convergeert teneinde een afdichting te vormen, waarvan de doelmatigheid toeneemt bij 10 toename van de inwendige druk.
8. Mechanische klep volgens ëën van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de uitwendig geplaatste werkelijke klep een van een flens voorzien buisvormig lichaam omvat, waarbij het cilindrische deel een kleplichaam op kan ne- 15 men dat doorsneden wordt door een dwarssleuf waardoorheen een sluiter kan bewegen.
9. Mechanische klep volgens conclusie 8, met het k e n- m e r k, dat het cilindrische deel van het buisvormige van een flens voorziene lichaam aan zijn voet, dat wil zeggen in de 20 nabijheid van zijn flens, een gat omvat waarvoor eventueel een filter is aangebracht en dat een ontluchtingspen op kan nemen.
10. Mechanische klep volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het filter gevormd wordt door een inzetstuk van 25 een poreus materiaal met open cellen, bij voorkeur van poly-urethaan of een dergelijke kunststof.
11. Mechanische klep volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze een inwendige steunflens omvat met erbuiten uitstekende pennen welke in het weefsel gestoken en bevestigd 30 moeten worden, waarbij een kleplichaam uitwendig van de pennen aan de inwendige steunflens is bevestigd, en het kleplichaam een ringvormige flens omvat terwijl een van buitenschroefdraad voorzien buisvormig lichaam een holle stop op kan nemen.
12. Mechanische klep volgens conclusie 11, met het k e n-35 me r k, dat aan de rand van het buisvormige lichaam van het kleplichaam een ringvormige sleuf is aangebracht voor het opnemen van de elastisch versterkte rand van een buigzame opvouwbare zak welke in het buisvormige lichaam van het kleplichaam gestoken moet worden voordat de stop gesloten wordt. 84 0 1 9 1 0 V %
13. Mechanische klep volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de bodem van de holle stop een ringvormige sleuf omvat welke een O-ring op kan nemen die tegen het ringvormige einde van het buisvormige lichaam van het kleplichaam gedrukt 5 kan worden.
14. Mechanische klep volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de ringvormige flens van het kleplichaam een afdichtingslip omvat, die door middel van een O-ring in de maximaal doelmatige positie teruggetrokken wordt gehouden.
15. Mechanische klep volgens conclusie 11, met het ken merk, dat de ringvormige flens van het kleplichaam een oppervlak omvat dat voorzien is van ringvormige tanden welke tegen een geschikte afdichting van dezelfde vorm rusten, en welke aangebracht is tussen de flens en de opperhuid van de 15 patiënt.
16. Mechanische klep volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de van de inwendige steunflens uitstekende pennen van buitenschroefdraad zijn voorzien en dopmoeren op kunnen nemen.
17. Mechanische klep volgens conclusie 16, met het ken merk, dat de pennen bekleed zijn met een huls van poly-etheen terephthalaat, teneinde de hechting van de weefsels aan het oppervlak van de pennen te vergemakkelijken. 8401910
NL8401910A 1983-06-15 1984-06-15 Mechanische klep voor het sluiten van een cutaan stoma, dat de patient het vermogen van intestinaal transito verschaft op gewenste tijdsintervallen. NL8401910A (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
IT1254883 1983-06-15
IT12548/83A IT1171180B (it) 1983-06-15 1983-06-15 Valvola meccanica per la chiusura di una stomia cutanea che dia al paziente la facolta del transito intestinale in tempi desiderati
IT1244984 1984-03-01
IT12449/84A IT1180439B (it) 1984-03-01 1984-03-01 Valvola meccanica perfezionata per la chiusura di una stomia cutanea

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8401910A true NL8401910A (nl) 1985-01-02

Family

ID=26326519

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8401910A NL8401910A (nl) 1983-06-15 1984-06-15 Mechanische klep voor het sluiten van een cutaan stoma, dat de patient het vermogen van intestinaal transito verschaft op gewenste tijdsintervallen.

Country Status (6)

Country Link
DE (1) DE3421001A1 (nl)
ES (1) ES533401A0 (nl)
FR (1) FR2548015A1 (nl)
GB (1) GB2141346A (nl)
NL (1) NL8401910A (nl)
SE (1) SE8403170L (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6874914B2 (en) * 2002-12-04 2005-04-05 Sage Technology, Llc Adjustable lighting system
FR2904531B1 (fr) * 2006-08-02 2009-06-12 Eleph Ent Technology Sonde de gastrostomie percutanee
HU231399B1 (hu) * 2021-04-15 2023-08-28 Manopen Irodatechnikai Korlátolt Felelősségű Társaság Neosphincter

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1161436A (en) * 1966-11-29 1969-08-13 Chirana Zd Y Zdravotnicke Tech Improvements in or relating to Gastrostomy Apparatus
US3783868A (en) * 1971-05-06 1974-01-08 Gulf Oil Corp Percutaneous implant
DE2948949A1 (de) * 1979-08-15 1981-03-26 American Hospital Supply Corp., Evanston, Ill. Implantationselement
US4366819A (en) * 1980-11-17 1983-01-04 Kaster Robert L Anastomotic fitting
IT1154510B (it) * 1981-08-14 1987-01-21 Bentley Lab Dispositivo connettore impiantabile nel corpo e dispositivo di impiantazione vascolare associabile ad esso
EP0081724B1 (de) * 1981-11-27 1986-03-12 Fresenius AG Intraperitonealkatheter
DE3211576C2 (de) * 1982-03-29 1984-04-12 Hans Georg Prof. Dr. 4040 Neuss Bender Vorrichtung zur Drainage der Harnblase

Also Published As

Publication number Publication date
SE8403170L (sv) 1984-12-16
ES8600921A1 (es) 1985-10-16
SE8403170D0 (sv) 1984-06-13
ES533401A0 (es) 1985-10-16
DE3421001A1 (de) 1984-12-20
GB8415131D0 (en) 1984-07-18
GB2141346A (en) 1984-12-19
FR2548015A1 (fr) 1985-01-04

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4210132A (en) Artificial sphincter
US4828553A (en) Annular coupling system for ostomy equipment
JP5991920B2 (ja) 医療用閉鎖装置
US5501677A (en) Two-piece ostomy appliance and low-profile coupling ring assembly
RU2397740C2 (ru) Адаптер, крышка и соединитель для стомных мешков
US3736934A (en) Surgical drainage appliance
US4662890A (en) Tubular medical prosthesis
EP0270400B1 (fr) Dispositif perfectionné d&#39;ostomie
EP3375416B1 (en) Sphincter-type intestinal valve
US4210131A (en) Artificial sphincter with collection bag
FR2613613A1 (fr) Dispositif d&#39;assemblage pour poche d&#39;ostomie
US4359051A (en) Ostomy appliance closure
JP2649725B2 (ja) 医療および外科用捕集バッグアッセンブリ
US5112324A (en) Urinal and incontinence apparatus
US20200155338A1 (en) Prosthetic stoma device and method of application
ES2323990T5 (es) Sistema de inserto convexo para accesorio de ostomía
NL8401910A (nl) Mechanische klep voor het sluiten van een cutaan stoma, dat de patient het vermogen van intestinaal transito verschaft op gewenste tijdsintervallen.
US4294252A (en) Ostomy device
US4692159A (en) Ostomy pouch flush nozzle
US6902146B1 (en) Catheter valve to prevent bladder atrophy
JPH0653127B2 (ja) 人工肛門用器具
ITTO990306A1 (it) Dispositivo per impianti chirurgici di colostomia.
CA1111605A (en) Stoma adapter
US4004589A (en) Ostomy irrigation apparatus
CA3171931A1 (en) An ostomy appliance coupling assembly

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed