NL8401803A - Inrichting voor het vouwen en afdichten van eindpanelen van schaaldozen. - Google Patents

Description

ι

Inrichting voor het vouwen en afdichten van eindpanelen van schaaldozen.

Om een indruk te geven van de achtergrond van de uitvinding wordt vermeld dat de onderhavige uitvinding betrekking heeft op een schaaldoosoprichtraachine en meer in het bijzonder op een inrichting voor het vouwen en afdichten 5 van eindpanelen, die de eindpanelen en eindkleppen van de schaaldozen samen afdicht om de oprichting van de schaaldoos uit de plano daarvan te voltooien.

Schaaldoosmachines, die schaalplano1s om in de schaaldozen te verpakken artikelen oprichten, worden verbreid 10 toegepast in de frisdrank- en bierindustrie om of stellen van afzonderlijke drankblikken, of paren van twaalf-pak-dozen te verpakken. Deze schaaldoosmachines verpakken in het typerende geval tot zelfs 100 dozen per minuut en hierbij worden gewoonlijk statische vouwstaven aangewend voor het vouwen van de eind-15 panelen van de schalen tegen de eindkleppen en het bijeenhouden daarvan terwijl de voorafgaand tussen de eindkleppen en panelen aangebrachte lijm verhardt. Bij sommige van deze machines, zoals die welke in het Amerikaanse octrooischrift 3.504.478 geopenbaard is, wordt ook een hulpeindpaneelafdichter aangewend, die 20 bediend wordt wanneer de machine stopgezet wordt om het vouwen en afdichten van de eindpanelen en kleppen van de schaaldoos dan in het vouw- en afdichtstation te voltooien.

Bij schaaldoosmachines, waarbij de statische vouwstaven aangewend worden, stuit men op een probleem. De sta-25 tische staven, die beide de eindpanelen tegen de eindkleppen vouwen en drukken om de vorming van de schalen te voltooien, oefenen een sleepweerstand op de eindpanelen uit. Dit leidt ertoe dat tenminste enkele van de schaaldozen zodanig gevormd worden dat de eindpanelen niet goed uitgericht zijn met de eindkleppen 30 en zijpanelen. De schaaldozen zijn niet in hun vierkante model.

Dit is niet alleen een esthetisch probleem maar de uitstekende delen van de panelen kunnen op andere schalen of objecten vast komen te zitten en de behandeling van deze schalen kan een pro- 8401803 - 2 - ,£' bleem zijn.

Schaaldoosmachines, zoals die welke in het Amerikaanse octrooischrift 3.504.478 geopenbaard is, waarbij een hulpeindpaneelafdichter gebruikt wordt, die pneumatisch be-5 diend wordt, kunnen bijkomende problemen opleveren. Indien het pneumatische systeem verkeerd functioneert, zal de zich dan in het vouw- en afdichtstation bevindende schaal niet afgedicht worden. Indien het probleem wordt waargenomen, kan de schaal uit de machine verwijderd worden. Anders komt de schaaldoos uiteen 10 na uit de machine afgevoerd te zijn.

De schaaldoosmachine volgens de onderhavige uitvinding is voorzien van een vernuftige inrichting voor het vouwen van eindpanelen en afdichten van schalen. De statische eindpaneelvouwstaaf en de noodzaak voor een hulpeindklepafdich-15 ter is ondervangen door het mechanisme volgens de onderhavige uitvinding.

Het mechanisme voor het vouwen van de schaal-eindpanelen en het tegen de schaal ein.dkleppen drukken van de eindpanelen omvat een paar vouwplaten die binnen het vouw- en 20 afdichtstation gemonteerd zijn nabij en aan tegenovergestelde zijden van de schaaltransporteur. Elke vouwplaat is roteerbaar verbonden aan de ondereinden daarvan aan krukarmen van een paar krukken. De krukken zijn uiteengelegen, waarbij de ene kruk zich benedenstrooms van de andere kruk bevindt op een afstand 25 die kleiner is dan de lengte van de vouwplaat. De krukarmen van de krukken strekken zich evenwijdig aan elkaar uit en zijn gelijk in lengte. Zodoende bewegen, als de krukken in samenhang geroteerd worden, de vouwplaten, die in contact zijn met de schaaleindpanelen gedurende de bovenste helft van hun cyclussen, 30 in de benedenstroomse richting als de platen omhoog en omlaag bewogen worden om de eindpanelen te vouwen en de eindpanelen tegen de eindkleppen te drukken. Door de benedenstroomse beweging van de vouwplaten gedurende het vouwen van de eindpanelen en het afdichten van de schaal wordt de sleepweerstand door de vouw-35 platen op de eindpanelen in hoofdzaak ondervangen of verminderd.

8401803 V « * - 3 -

Zodoende kan de schaaldoosmachine volgens de onderhavige uitvinding schalen vormen, die in hun vierkante model zijn en met snelheden van meer dan 100 dozen per minuut.

Een ander voordeel van de onderhavige uit-5 vinding is de ondervanging van een hulpeindpaneelvouwmechanisme.

De krukmechanismen worden aangedreven door aandrijfstelsels die niet alleen de cyclussen van de vouwplaten synchroniseren met de beweging van de schaaltransporteur maar ook de vouwplaten bij het bovenste punt van hun cyclussen stoppen onder een normale 10 stopzetting. De eindpanelen van de schaal in het station worden tegen de eindkleppen gedrukt en gehouden om de schaal af te dichten en geen hulpmechanisme of pneumatische regelingen zijn vereist om de afdichtverrichting uit te voeren.

Andere oogmerken en voordelen van de onderhavige 15 uitvinding zullen nader blijken uit de volgende gedetailleerde beschrijving aan de hand van de tekeningen.

Figuur 1 is een schematisch bovenaanzicht van een schaaldoosmachine waarbij de onderhavige uitvinding toegepast is; 20 figuur 2 is een in doorsnede weergegeven zij aanzicht in het plak- en afdichtstation, dat het vouw- en af-dichtmechanisme aan de laadzijde van de machine met de vouwplaat in zijn bovenstroomse positie aan het begin van een vouw- en afdicht cyclus toont; 25 figuur 3 en 4 zijn doorsneden van het plak- en afdichtstation, bovenstrooms gezien vanaf het afvoerstation, aan het begin van de vouw- en afdichtoyclus en halverwege over de vouw- en afdichtcyclus respectievelijk; figuur 5-8 zijn afbeeldingen van het vouw- 30 en afdichtmechanisme aan de laadzijde van de machine, die de positie van de vouwplaat met tussenruimten van 90° bij de rotatie vein de krakken toont; en figuur 9-13 zijn schematische afbeeldingen, die de verrichtingen van het voltooien van de vorming van een 35 schaaldoos nadat deze met artikelen geladen is toont.

8401803 > * $ •m 4 *

Nu volgt een gedetailleerde beschrijving van de uitvinding.

Het schematische bovenaanzicht van de schaal-doosmachine 2 toont de typerende stations van een dergelijke 5 machine. De schaaldoosmachine 2 omvat een schaalplanohopper met toevoersysteem 4, een artikellaadstation 6, een plak- en af-dichtstation 8 en een afvoerstation 10 waar de schalen met de daarin verpakte artikelen verwijderd worden voor opslag of verzending.

10 Elke schaaldoos 11 omvat een bodempaneel 14, een paar zijpanelen 16 en 18, een paar eindpanelen 20, 22 en eindkleppen 24, 26, 28 en 30. De zijpanelen en eindpanelen zijn scharnierend verbonden aan het bodempaneel langs kerflijnen en de eindkleppen zijn scharnierend verbonden aan de einden van 15 de zijpanelen langs kerflijnen.

Een schaaldoostransporteur 32 bestaat uit paren schaaldraagnokken 34 die verbonden zijn door aandrijfkettingen 36 welke zich van de schaalplanohopper en het toevoersysteem 4 door het afvoerstation 10 uitstrekken. Als de paren nokken 14 20 benedenstrooms bewegen door de machine onder het meevoeren van de schaaldozen 12, bewegen de nokken over en nabij de zijranden van een bedplaat 38 die zich ook van de schaalplanohopper met toevoersysteem 4 door het afvoerstation 10 uitstrekt. De aangrenzende nokken 34 bevinden zich op. een afstand gelijk aan de breedte 25 van de schaaldozen 12 die zij door de machine transporteren.

De schaalplanohopper met toevoersysteem 4 kan er een zijn van verscheidene van dergelijke systemen, die op dit gebied bekend zijn, zoals het schaaltoevoersysteem, dat in het Amerikaanse octrooischrift 4.034.658 geopenbaard is, waarnaar 30 hier verwezen wordt. De functie van de schaalhopper met toevoer systeem is om schaalplano1s aan de transporteur 32 toe te voeren zodat de schaalplano1s opgericht, geladen en tot schaaldozen opgedicht kunnen worden.

Als de schaalplano's op de schaaldoostrans-35 porteur 32 geladen zijn, worden de schaalplano's gedeeltelijk op- 8401803 € ί - 5 - gericht zoals in figuur 9 weergegeven voor de laadverrichting door gebruikelijke vouwstaven en plooivingers die gewoonlijk voor dergelijke verrichtingen gebruikt worden- De zijpanelen 20 en 22 worden opgericht en opgericht gehouden door de nokken 34.

5 De eindpanelen worden geplaatst onder de neervouwstaven 40 (waar van slechts één weergegeven is), die zich van de schaalhopper met toevoersysteem door het laadstation uitstrekken. De neervouwstaven 40 zijn aan weerszijden van de bedplaat 38 onder het horizontale vlak van de bedplaat gemonteerd. De staven 40 10 bevinden zich nabij maar zijdelings op afstand van de bedplaat en zijn omlaag en naar buiten hellend om de eindpanelen neer te houden. De eindkleppen 24 en 36 aan de laadzijde van de schaal-doos worden naar buiten gevouwen om zich van elkaar af uit te strekken en in die positie tussen de nokken 34 en de verheven 15 staven 42 van de korfkettingtransporteur 44 gehouden. De eind kleppen 28 en 30 aan de tegenovergestelde zijde van de schaaldoos worden naar binnen naar elkaar toe gevouwen en in die positie gehouden door de klepvasthoudstang 46. De klepvasthoudstang strekt zich van de schaalhopper met toevoersysteem naar het plak-20 en afdichtstation uit. De stang is nabij de zijde van de bed plaat 38 op een hoogte van ongeveer de halve hoogte van de eindkleppen boven het horizontale vlak van de bedplaat 38 gemonteerd.

De in de schaaldozen te verpakken artikelen worden in de gedeeltelijk opgerichte dozen geladen ter plaatse 25 van het artikellaadstation 6. De te verpakken artikelen worden aan het laadstation 6 toegevoerd door een invoertransporteur 48.

De in de schaaldoos te verpakken artikelen bestaan in het typerende geval uit een van de volgende: vierentwintig afzonderlijke blikken, vier zes-pakken van blikken of flessen, of twee twaalf-30 pakken van blikken of flessen.

De invoertransporteur levert de te verpakken artikelen op de korfkettingtransporteur 44 toe. De korfkettingtransporteur 44 bevindt zich nabij en loopt evenwijdig aan en met dezelfde snelheid als de hoofdtransporteur 32. De korfket-35 tingtransporteur 44 bestaat uit een aantal secties 50, die opge- 8401803 - 6 - ; * bouwd zijn uit latten, welke gescheiden zijn door de paren verheven staven 42. De verheven staven 42 zijn uitgericht met de nokken 34 van de schaaldoostransporteur 32 en functioneren niet alleen om de artikelen op hun plaats op de korfkettingtransporteur 5 vast te houden maar ook, zoals in het voorgaande vermeld, om de eindkleppen 24 en 26 in de open positie vast te houden. De eind-kleppen 24 en 26 worden tussen de nokken 34 en verheven staven 42 vastgehouden als de schaaldozen door de laadpost 6 gaan. Elke sectie 50 van de transporteur 44 draagt de binnen één schaaldoos 10 12 af te zetten artikelen.

De in de schaaldozen 12 te verpakken artikelen worden in de schaaldozen geladen door een duwplaattransporteur 52. De duwplaattransporteur 52 verloopt onder een hoek vanaf de invoertransporteur 48, convergeert in de benedenstroomse rich-15 ting naar de schaaldoostransporteur 32 en eindigt nabij de schaal doostransporteur 32. De duwplaattransporteur 52 omvat een reeks door een ketting verbonden duwplaten 54, die met artikelen in contact komende oppervlakken 56 hebben, welke zich evenwijdig aan de bewegingsrichting van zowel de korfkettingtransporteur 44 20 als de schaaldoostransporteur 32 uitstrekken. Er treden in het typerende geval twee duwplaten 54 voor elke sectie 50 van de korfkettingtransporteur op. Als de duwplaattransporteur 52 in de benedenstroomse richting voortbeweegt komt elk paar duwplaten 54 in contact met de in de secties 50 meegevoerde artikelen en 25 worden deze hierdoor in een richting loodrecht op de bewegings richting van zowel de korfkettingtransporteur 44 als de schaaldoostransporteur 32 geduwd. Op deze wijze worden de artikelen van elke sectie 50 van de korfkettingtransporteur op het bodem-paneel 14 van de schaaldoos 12 die meegevoerd wordt door de schaal-30 doostransporteur 32 nabij die betreffende korfkettingtransporteur- sectie 50 geduwd.

De gedeeltelijk opgerichte schaaldozen met de daarin geladen artikelen worden dan door de schaaldoostransporteur 32 van het laadstation 6 naar het plak- en afdichtstation 35 8 voortgeleid. Daar wordt de oprichting van de schaal voltooid 8401803 . 4 ·* - 7 - en wordt de schaal afgedicht om de vorming van de schaal te voltooien.

Het plak- en afdichtstation 8 omvat zoals duidelijk in figuur 2, 3 en 4 voorgesteld is, een eindklepvouw-5 stang 58, een eindklepplooivinger 60, een paar eindpaneelvouw- staven 62, een paar eindpaneelsteunstangen 64, twee paar plak-pistolen 66 en 68, een elektronisch oog 70 en een paar eindpa-neelvouw- en afdichtmechanismen 72 en 74.

De eindklepvouwstang 58 voor het naar binnen 10 vouwen van de voorloopeindklep 24 en het op zijn plaats vasthouden van de voorloopeindklep 24 bestaat uit een statische staaf die net bovenstrooms van het eindpaneelvouw- en afdichtmechanisme 73 gemonteerd is. De stang 58 ligt nabij maar niet over de schaallaadzijde van de bedplaat 38. De hoogte van de stang 58 15 boven het horizontale vlak van de bedplaat 38 is gelijk aan onge veer de halve hoogte van de eindklep 24. De stang 58 vouwt de eindklep 24 in de positie die in figuur 10 voorgesteld is.

De eindklepplooivinger 60 voor het naar binnen vouwen van de achteraankomende eindklep 26 is in figuur 1 en 2 20 voorgesteld. De plooivinger 60 roteert in de zin van de wijzers van het uurwerk en de rotatie daarvan is gesynchroniseerd met de beweging van de schaaldoostransporteur 32 zodat deze de achteraankomende eindklep 26 in een benedenstroomse richting vouwt en de achteraankomende eindklep op zijn plaats houdt tot de klep achter 25 de statische stang 58 langs gaat, die deze op zijn plaats houdt tot het eindpaneel 20 omhoog gevouwen is. Zie figuur 11.

Het paar eindpaneelvouwstaven 62 zijn vlak tegenover elkaar net bovenstrooms van de eindpaneelvouw- en afdichtmechanismen 72 en 74 en nabij de zijden van de bedplaat 38 30 gemonteerd. De paneelvouwstaven 62 zijn driehoekig van vorm met bovenoppervlakken die omhoog hellend zijn in de benedenstroomse richting. Als de eindpanelen 20 en 22 onder de neervouwstaven 40 langs gaan, worden de onderzijden van de eindpanelen door de vouwstaven 62 aangegrepen en door de vouwstaven verheven onder 35 een hoek van ongeveer 20° tot 30° boven het horizontale vlak, 8401803 V·' 5 - 8 - .Figuur 11 toont de schaaldoos met de eindpanelen gedeeltelijk opgericht door de vouwstaven als de voorloopeinden van de eindpanelen tegen de vouwstaven op bewegen.

Wanneer de eindpanelen 20 en 22 eenmaal door 5 de vouwstaven 62 verheven zijn, lopen de panelen benedenstrooms op de eindpaneelsteunstangen 64 als de schaaldozen door het plak-en afdichtstation bewogen worden door de schaaldoostransporteur 32. De paneelsteunstangen 64 zijn vlak tegenover elkaar aan weerszijden van de bedplaat 38 gemonteerd. De paneelsteunstangen 10 64 verlopen horizontaal op een hoogte boven het vlak van de bed plaat 38 die voldoende is om de panelen onder de door de vouwstaven 62 ingestelde hoeken te ondersteunen. De stangen 64 zijn zijdelings van de bedplaat 38 af gelegen op afstanden die voldoende zijn om de vouwplaten 76 en 78 van de vouw- en afdichtmecha-15 nismen tussen de paneelsteunstangen 64 en de bedplaat 38 door te laten gaan.

Zoals in figuur 1 weergegeven is, zijn de twee paar plakpistolen 66 en 68 aan weerszijden van de bedplaat 38 gemonteerd en worden deze bediend door een elektronisch oog 20 70 om tegelijkertijd lijm op beide eindpanelen 20 en 22 aan te brengen. De tussenafstand tussen de plakpistolen van elk paar is zodanig dat de kralen van door de pistolen aangebrachte lijm zich op de voorloop- en achteraankomende einden van de eindpanelen 20 en 22 bevinden om met de eindkleppen samen te vallen 25 wanneer de eindpanelen gevouwen worden. Onmiddellijk nadat de lijmkralen aangebracht zijn, worden de eindpanelen 20 en 22 aangegrepen door de eindpaneelvouw- en afdichtmechanismen 72 en 74 die het vouwen en afdichten van de eindpanelen voltooien.

Figuur 3 en 12 tonen de schaaldoos als de lijm aangebracht is 30 en vóór het contact tussen de eindpanelen en de vouwplaten 76 en 78.

Zoals in figuur 1 weergegeven, bevinden de eindpaneelvouw- en afdichtmechanismen 72 en 74 zich aan weerszijden van en nabij de bedplaat 38 net benedenstrooms van de 35 paneelvouwstaven 62 en net bovenstrooms van het afvoerstation 10.

8401803 - 9- 5- <

Zoals in figuur 2-4 voorgesteld is, omvatten de eindpaneelvouw-en afdichtmechanismen 72 en 74 elk een vouwplaat 76 en 78 respectievelijk en een paar krukken 80, 82 en 84, 86.

De vouwplaten 76 en 78 zijn ongeveer gelijk 5 in lengte aan de breedte van de schaaldozen. De hoofdgedeelten van de vouwplaten 76 en 78 zijn vertikaal en plat. De boveneinden van de vouwplaten 76 en 78 verlopen echter hellend naar buiten van de bedplaat af zodat door het aanvankelijke contact tussen de vouwplaten en de schaaldocseindpanelen 20 en 22 de eind-10 panelen niet beschadigd worden. De boveneinden van de vouwplaten hebben uitgesneden gedeelten 88 zoals in figuur 2 voorgesteld, om speling te verschaffen voor de plakpistolen als de vouwplaten door de bovenste helft van hun cyclussen gevoerd worden.

Zoals in figuur 2 weergegeven is, is de vouw-15 plaat 76 roteerbaar gemonteerd nabij de onderste bovenstroomse en benedenstroomse einden daarvan aan de knikarmen van de krukken 80 en 82. Zoals in figuur 1 weergegeven is, is de vouwplaat 78 roteerbaar gemonteerd nabij de onderste benedenstroomse en bovenstroomse einden daarvan aan krukarmen van de krukken 84 en 86. De 20 krukarmen van al de krukken zijn van gelijke lengte en strekken zich evenwijdig aan elkaar uit. De rotaties van de krukken 80, 82, 84 en 86 zijn gesynchroniseerd met elkaar zodat de vouwplaten 76 en 78 in samenhang bewegen. De krukken 80 en 82 van het in figuur 2 voorgestelde vouw- en afdichtmechanisme 72 roteren in de zin 25 tegengesteld aan die van de wijzers van het uurwerk. Natuurlijk roteren de krukken 84 en 86 van het vouw- en afdichtmechanisme 74 tegenover het in figuur 2 voorgestelde mechanisme in de zin van de wijzers van het uurwerk. Terwijl figuur 5 t/m 8 de vouwen terugkeercyclus voor het vouw- en afdichtmechanisme 72 met 30 tussenruimten van 90° tonen, dient wel te worden verstaan dat het vouw- en afdichtmechanisme 74 zich in corresponderende posities bevindt op dezelfde tussenruimten van de cyclus daarvan.

De rotaties van de krukken 80, 82, 84 en 86 en zodoende de bewegingen van de vouwplaten 76 en 78 zijn ook 35 gesynchroniseerd met de beweging van de schaaldóostransporteur 8401803 #' · - 10 - 32 zodat de vouwplaten eerst in contact komen met de schaal-eindpanelen 20 en 22 op het punt van hun cyclussen dat in figuur 2, 3 en 5 voorgesteld is. Als de schaal door het plak- en af-dichtstation gaat, bewegen de vouwplaten 76 en 78 omhoog en bene-5 denstrooms. Wanneer de schaaldoos zich halverwege over het plak- en afdichtstation 8 bevindt, zijn de vouwplaten 76 en 78 tot het bovenste deel van huri cyclussen bewogen zoals in figuur 4 en 6 voorgesteld. Als het voorloopdeel van de schaaldoos tussen de samendrukstaveri 90 van het afvoerstation door begint te gaan, 10 bewegen de vouwplaten van hun bovenste positie zoals in figuur 4 en 6 voorgesteld·naar hun meest benedenstroomse positie zoals in figuur 7 voorgesteld. Op het punt dat de vouwplaten 76 en 78 hun meest benedenstroomse positie bereiken is de schaaldoos 12 geheel vrijgegeven door de vouwplaten en worden de panelen 15 alleen aangegrepen door de samendrukstaven 90 van het afvoersta tion. Figuur 8 toont de plaatsing van de vouwplaten halverwege over het terugkeer- of bovenstroomse gedeelte van hun cyclussen. Bij een andere 90° van beweging bevinden de vouwplaten zich weer aan het begin van hun vouwcyclus en staan deze op het punt om 20 het eindpaneel van de volgende schaal aan te grijpen.

De samendrukstaven 90 van het afvoerstation zijn nabij de zijden van maar niet over de bedplaat 38 heen gemonteerd. De samendrukstaven strekken zich van een hoogte net boven de bedplaat tot een hoogte ongeveer gelijk aan de hoogte 25 van de eindpanelen uit. De samendrukstaven bevinden zich op een zodanige afstand van elkaar dat de staven de eindpanelen van de schalen aangrijpen en druk op de eindpanelen bewaren. Vanuit het afvoerstation worden de schalen met de artikelen daarin verzonden of in opslag gevoerd.

30 De werking van het vouw- en afdichtstation in zal nu'detail beschreven worden.

Nadat de schaaldozen door het laadstation gevoerd zijn en voordat zij geplakt en afgedicht word.en ter plaatse van het afdichtstation, moeten de eindkleppen 24 en 26 35 aan de laadzijde van de schaaldozen 12 in positie gevouwen wor- 8401803 « * - 11 - den. Als de eindkleppen 24 en 26 door de nokken 34 en verheven staven 42 vrijgegeven worden, veren zij naar buiten. De voor-loopeindklep 24 is dan in contact gebracht met de statische klep-vouwstang 58 die de eindklep 24 op zijn plaats vouwt. De achter-5 aankomende eindklep 26 wordt dan op zijn plaats gevouwen door de roterende plooivinger 60 die de klep 76 op zijn plaats houdt tot deze achter de klepvouwstang 58 langs gaat.

Wanneer de eindkleppen 24, 26, 28 en 30 zich op hun plaats bevinden, worden als de eindpanelen 20 en 22 onder 10 de neervouwstaven 40 uit komen de panelen aangegrepen door de omhoog hellende oppervlakken van de vouwstaven 62. De vouwsta-ven 62 verheffen de eindpanelen iets boven het horizontale vlak en de eindpanelen worden op de eindpaneelsteunstangen 64 gevoerd en daardoor ondersteund. Vlak voor de eindpanelen 20 en 22 aan-15 gegrepen worden door de vouwplaten 76 en 78 worden de plakpisto- len 66 en 68 door het elektronische oog 70 bediend en worden hierdoor lijmkralen afgezet ter plaatse van de voorloop- en achteraankomende einden van de eindpanelen in uitgericht verband met de eindkleppen.

20 De eindpanelen worden dan omhoog op hun plaats gevouwen door de vouwplaten 76 en 78 die in een opwaartse en benedenstroomse richting bewegen als zij aanvankelijk contact maken met de eindpanelen. De vouwplaten vouwen als zij door de bovenste helft van hun cyclussen gaan niet alleen de eindpa-25 nelen 20 en 22 in positie maar drukken de eindpanelen ooktegen de eindkleppen 24, 26, 28 en 30 als de lijm tenminste gedeeltelijk verhardt. De artikelen in de schaal vormen een rugsteun zodat de eindkleppen en eindpanelen samengedrukt worden tussen de artikelen en de vouwplaten. Als de vouwplaten door het laatste 30 deel van het bovenste gedeelte van hun cyclus gaan, bewegen de vouwplaten nog benedenstrooms maar bewegen zij ook omlaag onder het vrijgeven van de schaaldozen 12 naar de samendrukstaven 90 van het afvoerstation 10 die de voorloopgedeelten van de schaaldozen aangrijpen terwijl de achteraankomende gedeelten van de 35 schaaldozen nog tussen de vouwplaten vastgegrepen zijn. De ge- 8401803 - 12 - plakte en afgedichte schaal-, zoals in figuur 13 voorgesteld, is dan gereed voor opslag of verzending. De artikelen zijn uit de tekeningen achterwege gelaten zodat de werking van de machine en de vorming van de schaaldoos beter voorgesteld konden worden.

8401803

Claims (5)

1. Machine voor het verpakken van artikelen in een schaaldoos, die een centraal bodempaneel, scharnierend aan het bodempaneel verbonden zijpanelen, scharnierend aan het 5 bodempaneel verbonden eindpanelen en scharnierend aan de einden van de zijpanelen verbonden kleppen heeft, welke machine voorzien is van een schaaldoostransporteur voor het voortleiden van de schaaldozen benedenstrooms door de machine, middelen aan een artikellaadzijde van de schaaldoostransporteur voor het naar 10 binnen vouwen van de eindkleppen van de schaaldozen aan de laad- zijde van de transporteur om zich naar elkaar toe uit te strekken, middelen die aan weerszijden van de schaaldoostransporteur aangebracht zijn voor het aanbrehgen van lijm op de eindpanelen van de schaaldozen en middelen voor het tegen de eindkleppen vouwen 15 van de eindpanelen en het samendrukken van de eindpanelen en eindkleppen om de schaaldozen af te dichten, bestaande uit een paar eindpaneelvouwplaten die beweegbaar vlak tegenover elkaar gemonteerd zijn aan weerszijden van en nabij de schaaldoostransporteur en middelen voor het in samenhang omhoog en in een 20 benedenstroomse richting bewegen van de vouwplaten om de eind- platen tegen de eindkleppen te vouwen.

2. Machine volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat de middelen voor het in samenhang in een opwaartse en benedenstroomse richting bewegen van de vouwplaten eerste en 25 tweede paren krukaandrijvingen omvatten, die roteerbaar verbon den zijn aan de vouwplaten door krukarmen, waarbij de kruk bewe-gingscyclussen heeft, die samenvallen, zodat de krukarmen en de vouwplaten in samenhang bewegen.

3. Machine volgens conclusie 2, gekenmerkt 30 doordat een paar statische vouwstaven nabij maar bovenstrooms van de vouwplaten gemonteerd zijn, welke vouwstaven vlak tegenover elkaar aan weerszijden van en nabij de schaaldoostransporteur gemonteerd zijn, en welke vouwstaven bovenoppervlakken hebben, die omhoog hellend verlopen in de benedenstroomse rich-35 ting om het omhoog vouwen van de eindpanelen vóór het contact 8401803 V - 14 - tussen de eindpanelen en de vouwplaten aan te vangen.

4. Machine volgens conclusie 2, gekenmerkt doordat de krukaandrijvingen onder een normale stopzetting met de vouwplaten in hun bovenste positie stoppen onder het zodoende 5 voltooien van de vouw- en afdichtverrichting voor de af te dich ten schaaldoos.

5. Inrichting, in hoofdzaak zoals voorgesteld in de beschrijving en/of tekeningen. 8401803