NL8401641A - Munt afgeefinrichting. - Google Patents

Description

V ' -1- 23951/CV/ps

Korte aanduiding: Munt afgeefinrichting.

De uitvinding heeft betrekking op een munt afgeefinrichting van het schijftype. Dergelijke inrichtingen, worden gebruikt voor het 5 afgeven van munten in verschillende muntverwerkingsmachines en in het bijzonder in pokermachines (ook bekend als sleufmachines of fruitmachines) en in,de'handel in dergelijke machines zijn deze inrichtingen bekend als toevoermagazijnen.

Munt afgeefinrichtingen van het schijftype bestaan in het 10 algemeen .uit een door een electromotor aangedreven schijf, die is opgesteld om te draaien in een hellende schaal. In omtrekrichting op afstand van elkaar gelegen zijn op het oppervlak van de schijf kleine pénnen of functioneel equivalente constructies aangebracht om een munt mee te nemen, die ligt tegen het vlak van de schijf 15 tussen een paar naburige pennen en de munt mee te nemen naar een tangentieel opgesteld geleidingsorgaan waarlangs de munten worden gedwongen de inrichting te verlaten. Concentrisch met de de munten aan-. drijvende schijf is een kleinere schijf, welke insteker wordt genoemd en is opgesteld om tegen het oppervlak van de schijf te 20 liggen en die een dikte heeft gelijk of een weinig minder dan de dikte van een munt waarmede de afgeefinrichting moet werken. Ten gevolge van de beperkte dikte van de insteker zal de schijf slechts een laag munten opnemen en het daarbij toestaan dat iedere tweede laag terugvalt in de schaal. De schijf wordt gevoed door een massa 25 in de schaal liggende munten die onder invloed van de zwaartekracht naar de schijf worden gedrongen. Een dergelijke munt afgeefinrichting wordt hierna aangeduid als munt afgeefinrichting van de bekende soort.

Munt afgeefinrichtingen van de bekende soort worden zodanig 30 vervaardigd, dat de dikte van de insteker gebruikelijk een weinig minder is dan de muntdikte, zodat slechts een laag munten op de schijf wordt meegedragen en iedere tweede laag, die ongesteund is, terugvalt in de schaal. Er'zijn echter zeldzame gevallen waarin de massa munten in het werkgebied van de schaal groot is en werkt om 35 te voorkomen dat de tweede laag munten vrij terug valt. Onder deze omstandigheden kunnen extra munten ontsnappen uit het toevoermagazijn i hetgeen resulteert in het afgeven van meer munten dan was bedoeld.

8401641 Λ -2- 23951/CV/ps

Om dit te voorkomen is voorgesteld een afsluiting te plaatsen op een hoogte een weinig boven muntbreedte teneinde het slechts een enkele laag op de schijf rustende munten toe te staan onder de afsluiting door te bewegen. Een dergelijke afsluiting heeft echter 5 het nadeel dat iedere munt op de schijf met zijn achterliggende rand zittende boven op een een munt aandrijvende pen zal vastlopen onder de afscheiding en-daarbij een situatie scheppen, die aanzienlijk slechter is dan het eventueel een keer afgeven van een extra munt. Op grond hiervan zijn in het verleden afsluitingen in de vorm 10 van bladveren aangebracht. Deze zijn echter niet volledig succesvol gebleken.

De huidige uitvinding bestaat in een munt afgeefinrichting van het schijftype voorzien van een door een electromotor aangedreven schijf, waarbij de schijf is opgesteld om te draaien in een huis, 15- dat een deel vormt van een muntopslagschaal, een aantal van in omtreksrichting op afstand van elkaar gelegen pennen of functioneel equivalente constructies op het vlak van de schijf opgesteld om munten in de schaal, die tegen het vlak van de schijf tussen naburige pennen liggen mee te nemen, indien de schijf draait, een centraal 20 concentrisch insteekorgaan op het vlak van *de schijf van een dikte gelijk aan of een weinig minder dan de dikte van een munt waarmede de afgeefinrichting moet werken opgesteld voor het ondersteunen van . munten gedragen tussen de pennen en een tangentieel ten opzichte van de omtrek van de insteker opgesteld geleidingsorgaan waaraan tussen de pennen 25 op de insteker gedragen munten worden geleverd, gekenmerkt doordat een munt afgeefinrichting is opgesteld in dichte nabijheid van het munt-geleidingsorgaan, de inrichting bestaande uit een orgaan scharnierend bevestigd aan het huis van het toevoermagazijn, het orgaan voorzien zijnde van een vlak oppervlak evenwijdig opgesteld aan het opper-30 vlak van de schijf en daarvan op een afstand gelegen zodanig dat een enkele laag munten vrij tussen dit orgaan en de schijf kan bewegen naar het muntgeleidingsorgaan,waarbij het orgaan op een vlak tegenover dit oppervlak een hellend verlopend oppervlak heeft zodanig dat het orgaan een fijne naar aankomende munten wijzende rand bezit en de 35 opstelling zodanig is, dat een tweede door de schijf naar het orgaan gedragen laag munten wordt gedwongen hetzij terug te vallen in het toevoermagazijn door het héllende oppervlak of, indien voort- 8401641 » l -3- 23951/CV/ps gestuwd door een pen en in contact met de fijne rand te werken om dit orgaan te verzwenken op zodanige wijze, dat de munt, terwijl deze wordt toqgestaan voorbij te bewegeri op het munt geleidingsorgaan wordt beïnvloed door het orgaan om van het muntkanaa-1 terug te vallen in 5 het toevoermagazijn.

De' uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een in bijgaande figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de constructie volgens de uitvinding.

Fig.' 1 toont in perspectief het toevoermagazijn met de 10 uitstekende schaal verwijderd;

Fig. 2 is een dwarsdoorsnede over fig. 1 door het hart daarvan;

Fig. 3 is een vooraanzicht van het toevoermagazijn waarbij de werking is weergegeven van de uitwerpinrichting in het afbuigen van een tweede laag munten waar de munten niet onder de invloed zijn 15 van een aandrijvende pen;

Fig. 4 is een met fig. 3 overeenkomend aanzicht waarbij de werking van de uitwerper is weergegeven op een munt welke onder de aandrijvende invloed van een pen is; en

Fig. 5 toont de werking van een afleidorgaan onder de om-20 standigheden weergegeven in fig. 3. *

Fig. 1 toont een toevoermagazijn voor een pokermachine. Hieraan is normaal een uitstekende schaal bevestigd voorzien van een hellend verlopende vloer, welke een massa munten bevat, die onder invloed van de zwaartekracht worden gedrongen in contact met de 25 schijf 1 van de muntafgever welke voor draaiing is aangebracht in een huis 2 op een geschikte kogelleger en wordt aangedreven door een aan de achterzijde van het huis 2 aangebrachte electromotor.

Munten voor afgifte uit het toevoermagazijn worden opgenomen tussen de aandrijvende pennen 3 welke in omtreksrichting op afstand van 30 elkaar zijn aangebracht op de schijf 1 en daarbij een zodanige onderlinge afstand bezitten, dat een enkele munt, die vlak aan ligt tegen het bovenvlak van de schijf tussen ieder paar pennen 3 kan worden opgenomen. Normaal worden munten 10 rondgevoerd om de insteker 4 totdat het muntgeleidingsorgaan 5 is bereikt waarop zij worden overgebracht 35 naar het bovenste tangentiële oppervlak van het muntgeleidingsorgaan 5 en uit het toevoermagazijn worden afgegeven. Zo ls echter in fig, 1 is.weergegeven kan zich een tweede laag munten vormen op de munten 10 die op 8401641 ψ , . -4- 23951/CV/ps het oppervlak van de schijf liggen. Daarvan is een enkele munt 11 weergegeven. Het zal echter duidelijk zijn, dat het hele gebied voor de schijf een massa munten in willekeurige ligging is.

Onmiddéllijk voor het muntgeleidingsorgdan 5 is een afleidorgaan 12 5 aangebracht^ dat scharnierend is bevestigd aan het huis 2 en in normale omstandigheid.in de in fig. 1 weergegeven stand wordt gehouden door een bladveer 13. Het uitwerporgaan 12 heeft een vlak * oppervlak 12a evenwijdig opgesteld aan het oppervlak van de schijf en op een zodanige afstand daarvan, dat een munt 10a van fig. 5 10 tussen de schijf en het oppervlak 12a kan doorbewegen. Het uitwerporgaan 12 heeft aan de tegenover het vlak 12a liggende zijde een hellend vlak 12b dat het vlak 12a snijdt onder een scherpe hoek voor het vormen van een mesrand 12, welke is gericht naar aankomende munten. Het effect hiervan onder bepaalde omstandigheden is weer-15 gegeven in fig. 3 en 5 waarin de tweede laag munten waarvan een munt 11a is weergegeven, niet door een van de pennen 3 tegen het afleidorgaan 12 wordt gedrongen. In dat geval wordt de munt'11a slechts door hét vlak 12b omgeleid zoals weergegeven in fig. 5 en gedwongen om terug te vallen in het toevoermagazijn. Indien anderzijds, zoals 20 weergegeven in fig. 4, de munt 11b, die precies boven een niet zichtbare munt 10b op het oppervlak van de schijf ligt,’door een pen 3 wordt voortgestuwd en tegen de mesrand 12c wordt gedrongen, wordt het omleidorgaan 12 gedwongen te scharnieren tegen de veerkracht van de veer 13 zoals weergegeven in fig. 4, waarbij de 25 munt 11b wordt opgesloten tussen de rand 12c en de bovenzijde van het mun6ele:i-dingsorgaan 5 terwijl de munt daarbij constant voorwaarts wordt gedrongen door de pen 3. Waarnemingen hebben aangetoond dat in deze omstandigheden de munt 11b in een onstabiele stand op het orgaan 5 beweegt en terugvalt in het toevoermagazijn. De reden hiervan is 30 niet volledig begrepen, maar het schijnt een gevolg te zijn van het feit dat wrijving bij de bovenzijde van de munt groter is dan aan de onderzijde en de munt door de pen 3 met tegenzin wordt voortgeduwd en wordt gedwongen om tegen de wijzers van de klok in te draaien terwijl deze schuif,tang het muntgeleidingsorgaan, waarbij deze 35 draaiing tegen de wijzers van de klok een instabiliteit van de munt veroorzaakt die resulteert in een terugvallen in het toevoermagazijn.

Het hierboven beschreven uitvoeringsvoorbeeld van de uit- 8401641 ψ -5- 23951/CV/ps vinding is Slechts als voorbeéld van een de voorkeur gegeven uitvoeringsvorm gegeven* maar het zal duidelijk zijn, dat hierop variaties en/of aanvullingen mogelijk zijn.

i t 84 0 1 6 4 1

Claims (1)

1. 2. Inrichting althans nagenoeg zoals hierboven is omschreven en/ of is afgebeeld in bijgaande figuren. 8401641