NL8401605A - Lichtkast voor het geven van een achtergrondverlichting met helderheidswaarden die plaatselijk zijn aangepast aan de zwarting van een via de lichtkast te bekijken doorzichtbeeld. - Google Patents

Description

: _ ___4 * j VO 6240 -1- 9.

Lichtkast voor het geven van een achtergrondverlichting met helderheidswaarden die plaatselijk zijn aangepast aan de zwarting van een via de lichtkast te bekijken doorzichtbeeld.

De uitvinding heeft betrekking op een lichtkast met een ver-lichtbaar scherm voor het bekijken van een doorzichtbeeld zoals gevormd door een voor of op het scherm geplaatste transparante beelddrager, zoals b.v. een röntgenfoto.

5 Het is gebruikelijk om dergelijke doorzichtbeelden met behulp van zulk een lichtkast te bekijken. Daartoe wordt de foto op het scherm gelegd, waarbij door het scherm een in hoofdzaak uniforme achtergrondverlichting wordt gegeven. Teneinde normale doorzichtbeelden of foto’s goed te kunnen waarnemen dient de lichtstroom die per 10 eenheid van filmoppervlak wordt ontvangen, betrekkelijk hoog te zijn, b.v. 1000 a 10000 Lux.

In het algemeen is de zwartingsomvang van dergelijke te bekijken foto's betrekkelijk groot- Hierdoor bestaat het bezwaar dat de donkere partijen van zulk een foto minder duidelijk waarneembaar 15 zijn tengevolge van de grote helderheid van omringende beelddelen.

Met de uitvinding is beoogd aan dit bezwaar tegemoet te komen door het beschikbaar stellen van een lichtkast waarbij het contrast van het waargenomen doorzichtbeeld plaatselijk kan worden aangepast in afhankelijkheid van plaatselijke helderheidsniveaus.

20 Daartoe is een lichtkast volgens de uitvinding gekenmerkt door adapterende besturingsmiddelen voor het zodanig besturen van de bron dat het scherm wordt verlicht volgens een twee-dimensionale verdeling met helderheidswaarden die plaatselijk zijn aangepast aan de plaatselijke zwarting van het te bekijken doorzichtbeeld.

25 Ter nadere toelichting van de uitvinding zal in het onder staande een voor de uitvinding illustratief uitvoeringsvoorbeeld worden beschreven met verwijzing naar de tekening, waarin: fig. 1 een algemeen schema weergeeft ter illustratie van het principe waarop de uitvinding steunt; en 30 fig. 2 een schema weergeeft van een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding, als nadere uitwerking van het in verband met fig. 1 te beschrijven principe.

8401605

O

-2-

Een lichtkast volgens de uitvinding omvat een bestuurbare bron die in staat is om op een scherm dat als achtergrond dient voor een te bekijken doorzichtbeeld, 'zoals een plaat-, blad- of filmvormige transparante beelddrager, een naar plaats en intensiteit bestuurbare 5 lichtvlek te vormen. Daartoe kan gebruik worden gemaakt van b.v. een 67 cm T.V. weergeefbuis die in fig. 1 is aangeduid door 1.

Alhoewel strikt genomen niet noodzakelijk is een als diffusor fungerend transparant scherm 2 aangebracht voor het beeldscherm van deze weergeefbuis. Een te bekijken doorzichtbeeld dat is gevormd 10 op een film- of bladvormige transparante drager 3, is gelegd op dit scherm 2.

Een en ander kan nu zodanig worden ingericht dat als gevolg hiervan de beeldbuis werkzaam wordt met dien verstande dat de elektronenbundel rasters gaat schrijven met een frequentie van b.v. 50 rasters 15 per seconde, als gevolg waarvan het beeldscherm in hoofdzaak uniform wordt verlicht. M.a.w. is in eerste aanleg de bundel intensiteit constant en wel zodanig dat de op het scherm 2 gelegde · film met een normale verlichtingssterkte wordt verlicht.

Verder behoort bij een lichtkast volgens de uitvinding 20 een vrij-toegankelijk beeldgeheugen 4. De rangschikking en het aantal van de geheugenposities van dit beeldgeheugen is bepalend voor een matrix verdeling van het scherm resp. het doorzichtbeeld. M.a.w. dit scherm resp. doorzichtbeeld is verdeeld in een aantal rijen en kolommen waardoor een aantal elementair gebieden (pixels) is gegeven 25 dat overeenkomt met het aantal posities (adressen) van het beeldgeheugen.

In het kader van de onderhavige uitvinding wordt in eerste aanleg de (gemiddelde) helderheid van elk van deze elementair gebieden of pixels gemeten. Dit proces is te kwalificeren als de opneemmodus. Daartoe wordt een lichtgevoelige detector 5 tegenover het doorzicht-30 beeld geplaatst. Eenvoudigheidshalve is deze detector uitgevoerd in de vorm van een gemakkelijk hanteerbare staaf met een lichtgevoelige strook waarvan de lengte is aangepast aan de breedte van het formaat van de te bekijken foto.

Door deze detector b.v. met de hand één of meer keer langs 35 het verlichte doorzichtbeeld te bewegen, is het mogelijk om elk van de posities van het beeldgeheugen te vullen met een beeldsignaal dat representatief is voor de gemiddelde helderheid van een elementair 1401605 ft -3- gebied of pixel van. de denkbeeldige matrix die het doorzichtbeeld bedekt* Het beeldgeheugen heeft b.v. een "diepte” van 5 bits, zodat per geheugenpositie één van 32 verschillende beeldhelderheidsniveaus kan worden opgeborgen. Met een beeldgeheugen van b.v. 100 x 100 = 5 10000 geheugenposities, is bedoelde matrix van het formaat 100 x 100, zodat een te bekijken doorzichtbeeld is onderverdeeld in 10000 pixels.

Elk van de aldus opgeslagen beeldsignalen kan met een geschikte functie f(b^) worden vervormd. De aldus verkregen stuursignalen f(b^) worden volgens de uitvinding dan gebruikt om 10 de elektronenbundel van de T.V. weergeefbuis 1 te moduleren tijdens de op de opneemmodus volgende verlichtingmodus.

Daardoor wordt de op het beeldscherm resp. diffusorscherm 2 gevormde lichtvlek gedurende het "schrijven" van rasters door de elektronenbundel, dienovereenkomstig gemoduleerd, zodat een aan de 15 zwartingsomvang van het doorzichtbeeld aangepaste achtergrondver- lichting ontstaat, waardoor de inspectiemogelijkheid van het doorzichtbeeld wordt verbeterd.

In principe kan ofwel de intensiteit, ofwel de snelheid van de elektronenbundel resp. de lichtvlek in afhankelijkheid van de 20 stuursignalen worden gemoduleerd.

Snelheidsmodulatie verdient de voorkeur aangezien daarbij de intensiteit van de elektronenbundel resp. lichtvlek op een optimaal gunstige, in hoofdzaak constante waarde kan worden gehouden, waarbij de contrastomvang in hoofdzaak is bepaald door het bundelsnelheids-25 modulatiebereik.

Tevens is het in principe mogelijk om in plaats van een staaf vormige lichtgevoelige detector, gebruik te maken van een detector met een lichtgevoelig oppervlak van een zodanige ontvang dat het gehele doorzichtbeeld daardoor "wordt omvat". Een dergelijke detector behoeft 30 dan slechts tegenover het doorzichtbeeld te worden geplaatst om het beeldgeheugen met de daarvoor representatieve beeldsignalen te vullen.

In fig. 2 is een schema weergegeven ran een uitvoeringsvoor-beeld van de uitvinding, waarbij van het bovenbeschreven snelheids-modulatieprincipe gebruik wordt gemaakt.

35 De onderdelen die een equivalent zijn van onderdelen die in fig. 1 zijn weergegeven, zijn door dezelfde verwijzingssymbolen aangeduid.

8401605 5 f** -4- %

In eerste aanleg wordt eenvoudigheidshalve aangenomen dat wanneer de staafvormige detector 5 langs het op het diffusorscherm 2 gelegde doorzichtfotobeeld 3 wordt bewogen, b.v. eenmaal van boven naar beneden, de adrespositieinformatie van de telkens afgetaste 5 pixels bekend is. Eenvoudigheidshalve wordt er van uitgegaan dat in elke stand waarin de detector zich op een bepaald moment tegenover het fotobeeld bevindt, een analoog signaal wordt verkregen dat representatief is voor het helderheids ver loop van de rij van pixels die door de detector is waargenomen. Een dergelijk analoog signaal 10 wordt toegevoerd aan een analoog-digitaalomzetter 6. Deze is ingericht om de daaraan aangeboden analoge signalen te bemonsteren met een door een hoofdklok 7 geleverde bemonsteringsfrequentie, alsook voor elke door de detector beschouwde pixel van het doorzichtbeeld, een gedigitaliseerd codesignaal te ontwikkelen. Elk zulk een codesignaal is 15 representatief voor de gemiddelde helderheid van een desbetreffende pixel. Deze codesignalen dienen als besturing voor een programmeerbare frequentiedeler 8 die vanuit de hoofdklok 7 wordt aangedreven.

Deze frequentiedeler is zodanig ingericht dat de deelverhouding b.v. een macht van 2 is bepaald door de vanaf de omzetter 6 aangeboden 20 code. Bij een aantal verschillende helderheidsniveaus van b.v. 32 (2^) wordt aan de uitgang van de deler 8 telkens een van de 32 verschillende frequenties afgegeven. De desbetreffende ene frequentie f is dan een maat voor de gemiddelde helderheid van een desbetreffende pixel. De aan de uitgang van de deler ontwikkelde frequentiesignalen 25 fu worden aangeboden aan een adresgenerator 9. Deze adresgenerator 9 is ingericht om de posities van het beeldgeheugen 4 aan te wijzen in afhankelijkheid van de instantane positie van de door de elektronenbundel op het diffusorscherm 2 gevormde lichtvlek. Met een geheugen-diepte van b.v. 5-bitposities, wordt een door de generator 9 aangewe-30 zen geheugenpositie dan via het inschrijfpad i s gevuld met een 5-bits patroon dat is gegeven door de aangeboden stuurfrequentie f resp. de gemiddelde helderheid van de met het aangewezen geheugen-adres corresponderende pixel van het doorzichtbeeld. Aldus kan het beeldgeheugen 4 worden gevuld met een aantal van b.v. 33 x 33 = 1089 35 van 5-bits patronen die elk de gemiddelde helderheidswaarde voorstellen van een van de 1089 pixels waarin het door de detector geschouwde 8401605 ^ -5- doorzichtbeeld is onderverdeeld.

Een voor het verzorgen van de horizontale (x-richting) en de verticale (y-richting) afbuiging van de elektronenbundel dienende afbuig-generator 10, is bij voorkeur zodanig uitgevoerd dat op het beeldscherm 5 van de weergeefbuis zig-zagvormige rasters, m.a.w. zonder "gedoofde" terugslag worden geschreven, bij voorkeur met een frequentie van y 50 rasters per seconde..

Daarbij is deze afbuiggenerator op een niet nader aangegeven wijze teruggekoppeld naar de adresgenerator 9, zodanig dat elke positie 10 van de elektronenbundel resp. de daardoor veroorzaakte lichtvlek op het diffusorscherm 2, door deze adresgenerator wordt vertaald in een met die positie corresponderend adres van het beeldgeheugen 4.

Teneinde te verzekeren dat het beeldgeheugen na een enkele passage van de detector 5 langs het doorzichtbeeld 3 is gevuld met beeld-15 signalen, die met de configuratie van adressen waarin zij zijn opgeborgen representatief zijn voor het doorzichtbeeld,kan de detector worden voorzien van een tweede lichtgevoelige strook 5r die evenwijdig verloopt aan de lichtgevoelige strook 5. Deze beide lichtgevoelige detec-torstroken 5 en 5' zijn tot een constructieve eenheid samengevoegd.

20 Wanneer deze eenheid langs het doorzichtbeeld wordt bewogen, kan worden bereikt dat de ras ter schrijvende heen en weer bewegende lichtvlek (in de figuur van links naar rechts en vice versa) alshetware blijft gevangen in het door de beide lichtgevoelige detectorstroken 5 en 5' begrensde kader. Daartoe kunnen b.v. de van deze beide detectorstroken 25 5 en 5' afgeleide signalen, (na elk op passende wijze te zijn geinte- greerd ),.-met elkaar worden vergeleken. Bij ongelijkheid van deze met elkaar vergeleken signalen, hetgeen betekent dat de lichtvlek buiten het bovenbedoelde kadergebied is geraakt, wordt de afbuiggenerator 10 dein zodanig gestuurd dat de elektronenbundel resp. de lichtvlek 30 in een uitgangspositie die bij voorkeur is gerelateerd aan de positie waarbij de lichtvlek het kadergebied heeft verlaten, wordt teruggezet.

Nadat de in het voorafgaande beschreven opneemmodus is voltooid en het geschouwde doorzichtbeeld in het beeldgeheugen 4 is opgeborgen, kan de detector ter zijde worden gelegd en worden overgegaan 35 naar de verlichtingsmodus. Daartoe wordt het beeldgeheugen via het uitleespad u s uitgelezen. Hierbij worden de lichtvlekposities weer via de adresgenerator 9 vertaald in beeldgeheugenadressen (posities), 8401605

3 /V

-6- waarbij een aldus aangewezen geheugenadres dan via het pad u s wordt uitgelezen. De hierbij verkregen helderheidswaarde behorende bij het aangewezen pixel, wordt via een functievormer omgezet in een desbetreffend van de in het voorafgaande bedoelde f (bj_)-signalen.

5 Deze f (bj_)-signalen zijn bepalend voor de instantane deel verhouding die door de deler 8 wordt geïntroduceerd. Aldus wordt telkens een sub-klokfrequentie f ontwikkeld die een maat is voor de op dat moment uitgelezen helderheidswaarde. Deze sub-klokfrequentiesignalen f zijn via de adresgenerator 9 werkzaam Om een snelheidsmodulerende hulp-10 generator 11 te besturen.

De adresgenerator geeft voor elk van de 2^ = 32 verschillende f(b^)-waarden een daarvoor kenmerkend stuursignaal ss af, dat behoort bij het door de adresgenerator 9 aangewezen geheugenadres. De hulp-generator 11 is ingericht om een met het daaraan aangeboden stuur-15 signaal ss corresponderend modulatiesignaal ms te ontwikkelen. Zulk een modulatiesignaal bewerkstelligt dat de afbuiggenerator 10 de elektronenbundel langs het beeldscherm verplaatst met een snelheid overeenkomende met de instantaan geldende en afgeleide f{bi)-waarde.

Zulks betekent dat een pixel waarvoor bij de opneemmodus een hoge 20 resp. lage helderheidswaarde werd opgeslagen tijdens de verlichtings-modus wordt doorlicht met een lage resp. hoge lichtstroom (afhankelijk van de gekozen functie f, M.a.w. de elektronenbundel wordt tijdens de verlichtingsmodus met een relatief hoge resp. lage snelheid langs de desbetreffende pixel voortbewogen. Aldus kan het helderheidsniveau 25 van de lichtkast tijdens de verlichtingsmodus plaatselijk worden aangepast aan de zwarting van het doorzichtbeeld.

8401605

Claims (5)

1. Lichtkast met een door een bron te verlichten scherm voor het bekijken van een doorzichtbeeld zoals gevormd door een voor het scherm geplaatste transparante beelddrager, zoals b.v. een röntgenfoto, gekenmerkt door adapterende besturingsmiddelen voor het zodanig 5 besturen van de bron dat het scherm wordt verlicht volgens een tweedimensionale verdeling met helderheidswaarden die plaatselijk zijn aangepast aan de plaatselijke zwarting van het te bekijken doorzichtbeeld.

2. Lichtkast volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de lichtbron is ingericht voor het op het scherm vormen van een naar plaats 10 en intensiteit bestuurbare lichtvlek; welke lichtkast verder is gekenmerkt door een voor deze lichtkast plaatsbare lichtgevoelige detector voor het meten van plaatselijke helderheidswaarden die elk representatief zijn voor de plaatselijke lichtsterkte van het te bekijken doorzichtbeeld; een vrij-toegankelijk geheugen waarvan de 15 geheugenposities bepalend zijn voor de matrixverdeling en dienende om de via de detector gemeten helderheidswaarden in de desbetreffende geheugenposities op te slaan; en een besturingsinrichting dienende om de intensiteit van de lichtvlek volgens een omgekeerd evenredig verband met de uit het geheugen gelezen helderheidswaarden te moduleren.

3. Lichtkast volgens conclusie 2 met het kenmerk, dat de bestu ringsinrichting is ingericht om de snelheid waarmee de lichtvlek langs het scherm wordt verschoven te moduleren.

4. Lichtkast volgens een van de voorafgaande conclusies 1 t/m 3, met het kenmerk, dat de detector een rechtlijnige lichtgevoelige 25 strook omvat, welke strook langs het scherm beweegbaar is.

5. Lichtkast volgens conclusie 4 met het kenmerk, dat de detector een tweede zich in hoofdzaak evenwijdig aan de eerste strook uit strekkende lichtgevoelige strook omvat, waarbij deze eerste en tweede lichtgevoelige detectorstroken als een geheel langs het scherm beweegbaar 30 zijn. 8401605