NL8401490A - Mondstukkonstruktie voor reinigingsstelsels voor ketels en dergelijke. - Google Patents

Description

” * r . v N.O. 32332 1

Mondstukkonstruktie voor reinigingsstelsels voor ketels en dergelijke.

De onderhavige uitvinding is in brede zin toepasbaar bij reini-gingsinrichtingen van het soort gebruikt voor het reinigen van warmte-wisselende oppervlakken om roet, slak, as en andere geaccumuleerde afzettingen daarop te verwijderen om de doelmatigheid van de werking 5 daarvan te handhaven. De verbeterde mondstukkonstruktie vindt in het bijzonder toepassing, maar is daar niet noodzakelijkerwijs toe beperkt, bij automatische blaasreinigingsinrichtingen voor roet zoals lange roetblazers van het intrekbare soort zoals in het algemeen beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 3.608.125; roetblazers van het korte 10 intrekbare soort zoals beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 3.377.026; en een automatische roetblazer voor het alternatief ontladen van een vloeibaar en gasvormig blaasmedium zoals beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 4.209.028.

Een probleem dat voortdurend samenhangt met reinigingsinrichtingen 15 van de soorten waarop de onderhavige aanvrage van toepassing is, is de neiging van de straal of stroom fluïdum als blazend medium dat ontladen is uit het mondstuk de samenhang daarvan tussen het ontlaadpunt en het slaan op het oppervlak dat gereinigd moet worden te verliezen door de verstoring van de stroom door gasstromen die aanwezig zijn in de warm-20 tewisselinrichtingen, zoals met hoge druk werkende ketels, waarin deze gebruikt worden. Dergelijke verstoringen hebben het uitwaaieren of verspreiden van de stroom of straal tot gevolg, waardoor een vermindering van de gemiddelde en maximum snelheden van de stroom veroorzaakt wordt, zodat een geringere piekstootdruk (PIP) van de stroom of straal op het 25 botsingspunt verkregen wordt waardoor de doelmatigheid en het rendement van de reinigingshandeling verminderd wordt. Dit probleem treedt in het bijzonder op de voorgrond bij verhoudingsgewijs uitzonderlijke reini-gingsafstanden zoals regelmatig ondervonden bij drukketels met groot vermogen. Het voorgaande probleem wordt verder veremstigd door het 30 feit dat het optimale mondstukontwerp en de optimale omstandigheden met betrekking tot de mondstuk!nlaat in aanzienlijke mate beperkt worden door de beperkte ruimte die aanwezig is in de lansbuis waarin de mondstukken aangebracht zijn.

De onderhavige uitvinding voorziet in een verbeterde mondstukkon-35 struktie, die geschikt is om aangebracht te worden in een buisvormige lans verbonden met een toevoer van onder druk staand blaasmedium, waardoor een meer rendabel en doelmatig reinigen verkregen wordt met gebruik van dezelfde hoeveelheid blaasmedium als vergeleken met mondstuk- 8401490 y 2 ken volgens de stand der techniek, of alternatiefwaardoor een even werkzame reiniging verkregen wordt met kleinere hoeveelheden blaasmedi-um waardoor wezenlijke verminderingen in het gebruik van blaasmedium verkregen wordt om de warmte-uitwisselaarinrichting in optimale be-5 drijfstoestand te houden.

De voordelen van de onderhavige uitvinding worden verwezenlijkt door een verbeterde mondstukkonstruktie geschikt om gedragen te worden in de wand van een lansbuis, en welke omvat een buisvormig element gevormd met een eerste opening die zich in hoofdzaak in het midden daar 10 doorheen uitstrekt waarbij een inlaatkeel begrensd wordt die in verbinding met het inwendige van de lansbuis aangebracht is en een uitlaat-keel begrensd wordt voor het ontladen van het blaasmedium in een met betrekking tot de richting georiënteerde primaire stroom. Het buisvormige element is verder voorzien van een veelheid van tweede openingen, 15 die elk een inlaatopening hebben in verbinding aangebracht met het onder druk gebrachte blaasmedium en een ontlaadopening buiten de ontlaad-keel daar omheen en radiaal op afstand liggend aangebracht voor het ontladen van een veelheid secundaire stromen blaasmedium met omgevend radiaal op afstand liggend verband om de eerste stroom en een omgevende 20 omhulling vormend. De ontlaadas van het mondstuk kan gevarieerd worden in overeenstemming met de bijzondere reinigingsfunctie die uitgevoerd moet worden en ligt in het algemeen binnen een bereik tussen ongeveer 70° en een stand in hoofdzaak loodrecht ten opzichte van de langsas van de lansbuis.

25 In overeenstemming met een uitvoering van de onderhavige uitvin ding is de lansbuis voorzien van ingedrukte komvormige aanbrengbevesti-gingen waarin een mondstuk aangepast is om met schroefdraad bevestigd te worden aan het ontlaadeinde daarvan geplaatst bij of enigszins binnen het omtreksvlak van de lansbuis waardoor het terugbewegen van de 30 lansbuis en mondstuksamenstellen door een gebruikelijke wandkast tijdens periode van niet gebruik naar binnen mogelijk wordt. Een dergelijke mondstukkonstruktie maakt bij voorkeur gebruik van een inlaatkeel met vergrote diameter die in een ontlaadkeel met verminderde diameter eindigt, die een in hoofdzaak cirkelcilindrische vorm heeft en een in 35 hoofdzaak gelijkblijvende diameter heeft en een samenhangende stroom of straal vormt, die in het bijzonder geschikt is voor het gebruik bij het ontladen van vloeibare blaas- of reinigingsfluida. Bovendien en bij voorkeur is de inlaatkeel van dergelijke mondstukken eveneens voorzien van geleidingsschoepen voor het verminderen van de turbulentie van het 40 vloeibare reinigingsfluïdum dat daardoor gaat en het vergroten van de 8401490 * * 3 axiale stroomcomponent in een stand evenwijdig aan de as van de ont-laadkeel.

In overeenstemming met een alternatieve, bevredigende uitvoering van de onderhavige uitvinding, is de mondstukkonstruktie voorzien van 5 een in het midden liggende opening met een venturi-achtige vorm omvattende een convergerende inlaatkeel en een divergerende ontlaadkeel welke in het bijzonder bruikbaar is voor het ontladen van een gasvormig blaaemedium zoals stoom en/of lucht* De secundaire openingen die de secundaire stralen of stromen begrenzen, kunnen in een richting in hoofd-10 zaak evenwijdig aan de as van de in het midden liggende ontlaadkeel georiënteerd worden, of kunnen alternatief georiënteerd worden met een hoek die in hoofdzaak evenwijdig is aan de hoek van het ringvormige divergente oppervlak dat de ontlaadkeel begrenst.

In beide gevallen wordt een samengestelde stroom van onder druk 15 staand blaasfluldum ontladen uit het mondstuk omvattende een in het midden liggende, samenhangende stroom met hoge snelheid omgeven door een veelheid van secundaire stromen in radiaal op afstand liggend verband aangebracht om en een beschermende omhulling vormend voor tenminste een deel van de loopbaan van de in het miden liggende stroom vanaf 20 de ontlaadkeel, waardoor verstorende invloeden op de samenhang van de in het midden liggende stroom door dwarsstromen van convectiegassen aanwezig in de warmtewisselaarinrichting belet worden.

De onderhavige uitvinding voorziet verder in een verbeterde werkwijze voor het reinigen van warmtewisselaaroppervlakken met gebruik van 25 de verbeterde mondstukkonstruktie volgens de onderhavige uitvinding.

Verdere voordelen van de onderhavige uitvinding zullen duidelijk worden bij het lezen van de beschrijving van de voorkeursuitvoeringen in samenhang met de bijgaande tekening, waarin: figuur 1 een gedeeltelijk vertikaal langsdoorsnede-aanzicht is ge-30 deeltelijk schematisch, van een mondstukbloksamenstel omvattende twee verwijderbare mondstukken geconstrueerd in overeenstemming met een eerste uitvoering volgens de onderhavige uitvinding; figuur 2 een vergroot zijaanzicht is met het benedendeel daarvan in doorsnede, van een mondstuk gebruikt in het samenstel dat in figuur 35 1 afgebeeld is; figuur 3 een zijaanzicht is van het rechts liggende einde van het mondstuk dat in figuur 2 afgebeeld is; figuur 4 een zijaanzicht is van het links liggende einde van het mondstuk dat in figuur 2 afgebeeld is; 40 figuur 5 een gedeeltelijke vertikale langsdoorsnede is, gedeelte- 840 1 4 9 0 4 lijk schematisch} van een mondstukblok met gebruik van twee mondstukken vervaardigd in overeenstemming met een alternatieve bevredigende uitvoering van de onderhavige uitvinding; figuur 6 een vergroot bovenaanzicht is van het ontlaadeinde van 5 een van de in figuur 5 getoonde mondstukken; figuur 7 een dwarsdoorsnede is van het mondstuk genomen in figuur 6 langs de lijn VTI-VTI daarvan; en figuur 8 een dwarsdoorsnede-aanzicht overeenkomstig aan figuur 7 is van een mondstuk vervaardigd in overeenstemming met nog een verdere 10 alternatieve bevredigende uitvoering.

In figuur 1 van de tekeningen is een mondstuksamenstel 10 afgeheeld omvattende een lansbuis 12 die bij het buitenliggende einde afgesloten is door een half bolvormige wand 14. Een paar komvormige beves-tigingsorganen 16 is vast bevestigd aan de wand van de lansbuis 12, zo-15 als door lassen, en de ringvormige grondvlakken 18 daarvan zijn voorzien van een zich axiaal uitstrekkende van schroefdraad voorziene boring 20, waarin een mondstuk 22 middels schroefdraad bevestigd is. De buiteneinden van de mondstukken 22 zijn bij voorkeur binnen het omhulsel aangebracht dat de cirkelvormige omtrek van het uitwendige opper-20 vlak van de lansbuis 12 begrenst, zodat de lansbuis bij niet gebruik teruggetrokken kan worden in èen wandkast aanwezig in de wand van een warmtewisselaarinrichting.

Het inwendige van de lansbuis 12 is op passende wijze verbonden met een toevoer van onder druk gebracht blaasmedium geschikt om ontla-25 den te worden uit de mondstukken 22 tijdens het uitvoeren van een rei-nigingskringloop. Zoals schematisch in figuur 1 afgeheeld is, is een passende pomp 24 aanwezig, die een compressor kan bevatten in het geval van lucht als blazend medium of een druk opwekkende waterpomp kan omvatten in het geval vloeistof het blazende medium is, of alternatief 30 een stoomkast kan omvatten in het geval het blazende medium stoom is.

In alle gevallen is de pomp 24 met een regelafsluiter 26 voor de stroming verbonden om het fluïdum als blazende medium naar de lansbuis toe te voeren in overeenstemming met een van de inrichtingen zoals afge-beeld en ontvouwt in de hiervoor genoemde Amerikaanse octrooischriften 35 die hier de achtergrond van de stand der techniek vormen. Het fluïdum als blaasmedium wordt aan de lansbuis op een wijze toegevoerd om aan de translatoire en roterende beweging daarvan tijdens een reinigingskring-loop aangepast zijn.

Normaliter wordt bij het op gang brengen van een reinigingskring-40 loop de lansbuis naar buiten gestoken vanaf een volledig naar binnen 3401490 5 gebrachte stand binnen een wandkast naar. een uitgestoken reinigende stand terwijl de lansbuis gedraaid wordt waardoor het blaasmedium ontladen wordt in de vorm van een schroefvormig blaaspatroon tegen de warmtewisselaaroppervlakken die gereinigd moeten worden. In de bijzon-5 dere uitvoering die in figuur 1 afgeheeld is, is de as van elk mondstuk 22 van een achterwaartse helling voorzien om de stroom blaasmedium tegen de oppervlakken van de inwendige wand van de warmtewisselaarinrich-ting waarop de roetblazer aangebracht is te richten. In het algemeen is de ontlaadas van het mondstuk 22 georiënteerd binnen een hoek die nor-10 maliter ligt in het bereik tussen ongeveer 70° en een hoek die in hoofdzaak loodrecht is ten opzichte van de longitudinale as van de lansbuis hetgeen overeenkomt met het bijzondere soort reinigingshande-ling dat uitgevoerd moet worden.

Het mondstuk 22 omvat, zoals het meest duidelijk blijkt uit de fi-15 guren 2 tot en met 4, een buisvormig lichaam met een van schroefdraad voorzien deel 30 voor het losneembaar bevestigen van het mondstuk in de van schroefdraad voorziene boring 20 van de bevestigingsorganen 16, een hexagonaal in het midden liggend deel 32 om het draaien van het mondstuk tijdens het aanbrengen en verwijderen zoals door een sleutel te 20 vergemakkelijken en een getrapt ontlaaddeel 34 dat in een plat vlak 36 eindigt. Het buisvormige lichaam 28 is gevormd met een boring die zich in hoofdzaak in het midden daardoor uitstrekt, omvattende een inlaat-keeldeel 38 met in hoofdzaak cirkelcilindrische vorm en met in hoofdzaak gelijkblijvende dwarsdoorsnede; een ontlaadkeel 40 axiaal in lijn 25 liggend met de inlaatkeel aangebracht en met een verkleinde diameter en met in hoofdzaak gelijkblijvende cirkelvormige dwarsdoorsnede; en een tussenliggend overgangsdeel 42 met hellende hoek. De inlaatkeel 38 is bovendien en bij voorkeur voorzien van geleidingsschoepen 44 die zich In hoofdzaak axiaal daarlangs uitstrekken voor het verminderen van tur-30 bulentie in het fluïdum dat het mondstuk binnentreedt en laminaire axiale stroom daaraan oplegt.

Een veelheid van tweede openingen 46 is gevormd In het ontlaaddeel 34 van het mondstuk en langs de omtrek om de ontlaadkeel 40 met in hoofdzaak gelijke onderlinge afstanden aangebracht om de ontlaadkeel 40 35 met het inlaateinde daarvan aangebracht in verbinding met het ingaande onder druk staande blaasmedium in het gebied van het overgangsdeel en de ontlaadopeningen daarvan eindigend bij het vlak 36 van het mondstuk. In de bijzondere inrichting die afgebeeld is in de figuren 2-4, worden zes secundaire openingen 46 gebruikt waarvan de assen in hoofdzaak 40 evenwijdig zijn aan de as van de ontlaadkeel 40.

8401490 i , 6

De in figuur 1-4 afgebeelde inrichting is in het bijzonder geschikt voor het ontladen van een onder druk staande vloeistof als blaasmedium tegen warmt ewi s s elaar o pp ervlakken, welke vloeistof typisch kan omvatten water» waterige oplossingen die toegevoegde componenten 5 omvatten alsmede waterige dispersies die fijn verdeelde toegevoegde componenten omvatten» zoals alkalische stoffen voor het veroorzaken van een gecombineerde reiniging en behandeling van de warmtewisselaaropper-vlakken die gereinigd worden. Het ontladen van een dergelijke vloeistof vindt in de vorm van een samengestelde stroom plaats» omvattende een in 10 het midden liggende samenhangende stroom of straal ontladen uit de keel 40 van het mondstuk, die in een op afstand liggend verband omgeven wordt bij tenminste de plaats van ontladen door een veelheid van secundaire stromen die een omgevende cilindrische omhulling vormen, die de in het midden liggende stroom beschermt tegen het uiteen vallen door 15 gasstromingen aanwezig in het inwendige van de warmtewisselaarinrich-ting.

In overeenstemming met een alternatieve bevredigende uitvoering, is, zoals het meest duidelijk afgeheeld is in de figuren 5 tot en met 8, een daar afgebeeld mondstuksamenstel in het bijzonder geschikt voor 20 het ontladen van een gasvormig blaasmedium zoals stoom en/of lucht tegen warmtewisselaaroppervlakken die gereinigd moeten worden. Zoals afgebeeld in figuur 5 omvat het mondstuksamenstel 48 een lansbuis 50 die aan het einde daarvan afgesloten is door een half bolvormige wand 52 en die bij het voorste eind daarvan voorzien is van een paar diametraal 25 tegenover elkaar liggende mondstukken 54. Elk mondstuk 54 omvat, zoals het meest duidelijk blijkt uit de figuren 6 en 7, een buisvormig element 56 dat gevormd is met een zich in het midden uit strekkende opening in de gedaante van een venturivorm omvattende een convergerende inlaat-keel 58 en een divergerende ontlaadkeel 60. Een veelheid van tweede 30 openingen 62 is aanwezig in het ringvormige deel van het buisvormige element en is met in hoofdzaak gelijke afstanden langs de omtrek om de ontlaadkeel 60 van het mondstuk aangebracht. In de bijzondere uitvoering die in figuur 6 en 7 afgebeeld is, zijn acht secundaire openingen aanwezig waarvan de as van het ontlaadeinde in hoofdzaak evenwijdig aan 35 de langsas van de ontlaafkeel aangebracht is. Bijzonder bevredigende resultaten zijn verkregen met gebruik van ontlaadkelen waarbij de hoek van het divergente oppervlak dat de keel begrenst met een hoek van ongeveer 7 graden ten opzichte van de as van de keel aangebracht is.

In overeenstemming met een alternatieve bevredigende uitvoering 40 van het mondstuksamenstel 48, kan een mondstuk 64 zoals afgebeeld in 8401490 f 7 figuur 8 eveneens op bevredigende wijze gebruikt worden en omvat een inlaatkeel 66, een uitlaatkeel of ontlaadkeel 68 en een veelheid van tweede openingen 70 die langs de omtrek onderling op afstand aangebracht zijn zoals afgeheeld in figuur 6, maar waarbij de assen daarvan 5 georiënteerd zijn in een divergerende richting ten opzichte van de longitudinale in het midden liggende as van de ontlaadkeel 68. In de bijzondere, in figuur 8 afgebeelde uitvoering, zijn de assen van de tweede openingen 70 in hoofdzaak evenwijdig met het divergerende oppervlak dat de ontlaadkeel 68 begrenst, aangebracht.

10 De werking van het mondstuksamenstel 48 is in hoofdzaak gelijk aan die eerder beschreven in samenhang met het mondstuksamenstel 10 uit figuur 1. Voor dit doeleinde wordt een pomp of geschikte onder druk staande toevoer van blaasmedium 72 verbonden door middel van een regel-afsluiter 74 voor stroming met het inwendige van de lansbuis 50, welk 15 medium daarna ontladen wordt in de vorm van een samengestelde stroom, omvattende een in het midden liggende primaire stroom omgeven door een veelheid van secundaire stromen in de vorm van een omgevende omhulling.

Hoewel het duidelijk zal zijn dat de hier beschreven uitvinding 20 goed doorgerekend is om de hierboven vermelde voordelen te verkrijgen, moet opgemerkt worden dat de uitvinding aan wijzigingen veranderingen en wisselingen onderhevig kan zijn zonder buiten het bereik van de onderhavige uitvinding te geraken.

8401490

Claims (20)

1. Reinigingslnrichting, in het bijzonder een roetblazer voor het reinigen van warmtewisselaaroppervlakken door het botsen van een straal fluïdum als blazend medium daartegen, omvattende een lansbuis aange- 5 bracht in verbinding met een bron onder druk staand blaasmedium, met het kenmerk, dat tenminste een mondstuk in de omtrekswand van de lansbuis aangebracht is voor het ontladen van een samengestelde stroom blaasmedium daardoor, waarbij het mondstuk omvat een buisvormig element gevormd met een eerste opening die zich in hoofdzaak in het midden daar 10 doorheen uitstrekt en een inlaatkeel aangebracht in verbinding met het inwendige van de lansbuis en een uitlaatkeel voor het ontladen van het blaasmedium in een met betrekking tot de richting georiënteerd primaire stroom, waarbij het buisvormige element gevormd is met een veelheid tweede openingen, die elk een inlaatopening hebben, aangebracht in ver-15 binding met het onder druk staande blaasmedium en een ontlaadopening aangebracht buiten om en radiaal op afstand van de ontlaadkeel voor het ontladen van een veelheid secundaire stromen blaasmedium met een omhullend radiaal op afstand liggend verband om de primaire stroom.

2. Reinigingslnrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 20 de as van elke ontlaadopening in hoofdzaak evenwijdig aan de langsas van de ontlaadkeel aangebracht is.

3. Reinigingslnrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de as van elke ontlaadopening gericht is in een met betrekking tot de hoek hellende divergerende richting ten opzichte van de langsas van de 25 ontlaadkeel.

4. Reinigingslnrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de as van elke ontlaadopening in hoofdzaak evenwijdig aan de as van de andere ontlaadopening aangebracht is.

5. Reinigingslnrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat 30 de as van elke ontlaadopening in hoofdzaak in, met betrekking tot de hoek, gelijke hellende divergerende richtingen aangebracht is.

6. Reinigingslnrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met 'het kenmerk, dat de ontlaadkeel een in hoofdzaak cirkelcilindrische vorm heeft.

7. Reinigingslnrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elke ontlaadopening een in hoofdzaak cirkelcilindrische vorm heeft.

8. Reinigingslnrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ontlaadkeel een in hoofdzaak gelijkblijvend 40 dwarsdoorsnede-oppervlak heeft. 8401490

9. Reinigingsinrichting volgens een van de conclusies 1-5 of 7, 8, * met het kenmerk, dat de ontlaadkeel een ia hoofdzaak toenemend dwars- doorsnede-oppervlak heeft bij beweging vanaf het stroomopwaartse naar het stroomafwaartse deel daarvan.

10. Reinigingsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de as van de ontlaadkeel met een hoek ten opzichte van de longitudinale as van de lansbuis aangebracht is.

11. Reinigingsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de as van de ontlaadkeel met een hoek aangebracht 10 is die in hoofdzaak dwars ligt ten opzichte van de longitudinale as van de langsbuis.

12. Reinigingsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze bovendien geleidingsmiddelen omvat stroomopwaarts van de ontlaadkeel aangebracht en een axiaal stroompatroon op 15 het blaasmedium dat door het mondstuk gaand opleggend.

13. Reinigingsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het mondstuk losneembaar bevestigd is door een van schroefdraad voorziene verbinding aan de buis.

14. Reinigingsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, 20 met het kenmerk, dat het ontlaadeinde van het mondstuk in hoofdzaak binnen het vlak dat het omtreksoppervlak van de lansbuis begrenst, aangebracht is.

15. Reinigingsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de eerste opening een venturigedaante heeft be- 25 grensd door een convergerende inlaatkeel en een divergerende ontlaad-keel bij beweging in de richting van de stroom van het blazende medium.

16. Reinigingsinrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat het oppervlak dat de divergerende ontlaadkeel begrenst met een hoek 30 van ongeveer 7° ten opzichte van de in het midden liggende as van de ontlaadkeel aangebracht is.

17. Reinigingsinrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de as van elke uitlaatopening met een hoek aangebracht is die in hoofdzaak evenwijdig is aan het oppervlak dat de divergente uitlaat- 35 poort begrenst.

18. Werkwijze voor het reinigen van warmtewisselaaroppervlakken met het kenmerk, dat deze omvat de stappen van het voorzien in een reinigingsinrichting omvattende een lansbuis met tenminste een mondstuk zoals beschreven in conclusie 1, aangebracht in de omtrekswand daarvan, 40 het inbrengen van een onder druk staand blaasmedium in het inwendige 8401490 ’ t V Ψ van de lansbuis voor het ontladen in de vorm van een samengestelde stroom vanaf het mondstuk tegen de warmtewisselaaroppervlakken die gereinigd moeten worden, waarbij de samengestelde stroom een in het midden liggende wat betreft de richting georiënteerde stroom omvat en een 5 tweede stroom omvat die in hoofdzaak de in het midden liggende stroom omgeeft in de vorm van een op afstand liggende omhulling.

19. Werkwijze volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat het blaasmedium een vloeistof bevat.

20. Werkwijze volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat het 10 blaasmedium een gas omvat. ********* 8401490