NL8401137A - Werkwijze voor het zichtbaar maken van genetisch materiaal. - Google Patents

Werkwijze voor het zichtbaar maken van genetisch materiaal. Download PDF

Info

Publication number
NL8401137A
NL8401137A NL8401137A NL8401137A NL8401137A NL 8401137 A NL8401137 A NL 8401137A NL 8401137 A NL8401137 A NL 8401137A NL 8401137 A NL8401137 A NL 8401137A NL 8401137 A NL8401137 A NL 8401137A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
cells
stained
dye
dna
cell
Prior art date
Application number
NL8401137A
Other languages
English (en)
Original Assignee
First Neal Lloyd
Critser Elizabeth Shea
Lohse Jan Karlotta
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by First Neal Lloyd, Critser Elizabeth Shea, Lohse Jan Karlotta filed Critical First Neal Lloyd
Publication of NL8401137A publication Critical patent/NL8401137A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01NINVESTIGATING OR ANALYSING MATERIALS BY DETERMINING THEIR CHEMICAL OR PHYSICAL PROPERTIES
    • G01N1/00Sampling; Preparing specimens for investigation
    • G01N1/28Preparing specimens for investigation including physical details of (bio-)chemical methods covered elsewhere, e.g. G01N33/50, C12Q
    • G01N1/30Staining; Impregnating ; Fixation; Dehydration; Multistep processes for preparing samples of tissue, cell or nucleic acid material and the like for analysis
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C12BIOCHEMISTRY; BEER; SPIRITS; WINE; VINEGAR; MICROBIOLOGY; ENZYMOLOGY; MUTATION OR GENETIC ENGINEERING
    • C12NMICROORGANISMS OR ENZYMES; COMPOSITIONS THEREOF; PROPAGATING, PRESERVING, OR MAINTAINING MICROORGANISMS; MUTATION OR GENETIC ENGINEERING; CULTURE MEDIA
    • C12N15/00Mutation or genetic engineering; DNA or RNA concerning genetic engineering, vectors, e.g. plasmids, or their isolation, preparation or purification; Use of hosts therefor
    • C12N15/09Recombinant DNA-technology
    • C12N15/10Processes for the isolation, preparation or purification of DNA or RNA
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C12BIOCHEMISTRY; BEER; SPIRITS; WINE; VINEGAR; MICROBIOLOGY; ENZYMOLOGY; MUTATION OR GENETIC ENGINEERING
    • C12NMICROORGANISMS OR ENZYMES; COMPOSITIONS THEREOF; PROPAGATING, PRESERVING, OR MAINTAINING MICROORGANISMS; MUTATION OR GENETIC ENGINEERING; CULTURE MEDIA
    • C12N15/00Mutation or genetic engineering; DNA or RNA concerning genetic engineering, vectors, e.g. plasmids, or their isolation, preparation or purification; Use of hosts therefor
    • C12N15/09Recombinant DNA-technology
    • C12N15/87Introduction of foreign genetic material using processes not otherwise provided for, e.g. co-transformation
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C12BIOCHEMISTRY; BEER; SPIRITS; WINE; VINEGAR; MICROBIOLOGY; ENZYMOLOGY; MUTATION OR GENETIC ENGINEERING
    • C12QMEASURING OR TESTING PROCESSES INVOLVING ENZYMES, NUCLEIC ACIDS OR MICROORGANISMS; COMPOSITIONS OR TEST PAPERS THEREFOR; PROCESSES OF PREPARING SUCH COMPOSITIONS; CONDITION-RESPONSIVE CONTROL IN MICROBIOLOGICAL OR ENZYMOLOGICAL PROCESSES
    • C12Q1/00Measuring or testing processes involving enzymes, nucleic acids or microorganisms; Compositions therefor; Processes of preparing such compositions
    • C12Q1/68Measuring or testing processes involving enzymes, nucleic acids or microorganisms; Compositions therefor; Processes of preparing such compositions involving nucleic acids

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Genetics & Genomics (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Biotechnology (AREA)
  • Bioinformatics & Cheminformatics (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Biomedical Technology (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Molecular Biology (AREA)
  • Biochemistry (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Microbiology (AREA)
  • Biophysics (AREA)
  • Proteomics, Peptides & Aminoacids (AREA)
  • Analytical Chemistry (AREA)
  • Immunology (AREA)
  • Plant Pathology (AREA)
  • Crystallography & Structural Chemistry (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Pathology (AREA)
  • Micro-Organisms Or Cultivation Processes Thereof (AREA)
  • Investigating Or Analysing Biological Materials (AREA)
  • Measuring Or Testing Involving Enzymes Or Micro-Organisms (AREA)
  • Sampling And Sample Adjustment (AREA)

Description

• ' t · * * , 'y *
Werkwijze voor het zichtbaar maken van genetisch materiaal
De uitvinding heeft betrekking op kleuringstechnieken voor genetisch materiaal, en in het bijzonder op een werkwijze voor het zichtbaar maken van 1) de pronuclei van levende pronucleaire cellen met inbegrip van ova en eencellige 5 bevruchte eieren, 2} het gecondenseerde DNA in de kop van spermatozoa, en 3) de kernen van embryo's voor implantatie.
Het zichtbaar maken van genetisch materiaal in dit soort levende cellen is van belang voor verder onderzoek en ontwikkeling van in vitro bevruchting en rijping, om genen en 10 kernen te kunnen overbrengen en daarop volgend kloneren van embryo’s van domesticale dieren. Tot nog toe zijn pronuclei' en sperma DNA niet gezien bij levende, levensvatbare zoogdiercellen behalve bij knaagdieren en mensen waarvan het cytoplasma in deze cellen helder is. Bij iets rijpere embryo's kan van de 15 kernen worden gezien maar omdat de cellen kleiner zijn is het niet mogelijk om de afzonderlijke kernen zichtbaar te maken.
In de veeteelt blijft men zoeken naar genetische verbetering en betere selectietechnieken. In het bijzonder bij melkvee bijvoorbeeld is de melkproduktie aanzienlijk toege-20 nomen door op grote schaal gebruik te maken van genetische super - verwekkers en kunstmatige inseminatie. Koeien produceren tegenwoordig twee keer zo veel melk als 30 jaar geleden. Verder kan genetische verbetering worden bereikt door vermenigvuldiging van super- of genetisch behandelde embryo's door kloneren.
25 Embryo's kunnen worden gekloneerd door 1) pronuclei* of nuclei in een bevruchte eicel te vervangen door donorpronuclei Of nuclei van een vroeg veelcellig embryo of 2} overbrengen van een waardevol gen in de pronucleus of nucleus.
Voor het overbrengen van genen is het nodig om de 30 pronucleus of nucleus van de ontvangercel zichtbaar te maken zodat DNA fragmenten die de gewenste gensequenties bevatten, door microteehniek rechtstreeks in een van de pronuclei of 8401137 Τ ϊ - 2 - de nucleus kunnen worden overgebracht. Anderzijds moet voor het overbrengen van nuclei de nucleus of de mannelijke en vrouwelijke pronucleï . zichtbaar worden gemaakt zodat zij uit de bevruchte cel kunnen worden verwijderd om uit gewisseld 5 te worden tegen een nucleus uit de gewenste klonale lijn. Tech nieken zoals deze waarbij genetisch materiaal wordt gemanipuleerd, zijn ontwikkeld bij onderzoek met murine embryo's waarvan het cytoplasms van de pronucleaire en embryo-cel helder is zodat het nucleaire materiaal in levende cellen door lichtmicroscopie 10 zichtbaar kan worden gemaakt.
Bij runder- en varkensgarneten alsook bij pre-implanta-tie embryocellen is de situatie totaal anders. Het cytoplasma van deze cellen is dicht en korrelig en bevat dikke vloeistof-druppeltjes. Het genetisch materiaal wordt verduisterd en kan 15 niet door lichtmicroscopie zichtbaar worden gemaakt. Gebruike lijke nucleaire kleurstoffen zijn niet-vitale kleurstoffen, dat wil zeggen dat de cellen voor het aankleuren gefixeerd en opgehelderd moeten worden. Runder- en varkensgarneten alsook pre-implantatie embryo-cellen zijn dan ook tot nog toe aan 20 gefixeerde, opgehelderde en niet-levende specimina onderzocht.
Zoals boven vermeld moet voor verbetering in genetische technieken zoals het overbrengen van genen en kernen het nucleaire of pronucleaire materiaal in levende pronucleaire of embryocellen selectief worden aangekleurd. De uitvinding verschaft 25 daartoe een werkwijze die op levende cellen kan worden toegepast en de vereiste sèlectiviteit bezit.
Met de werkwijze volgens de uitvinding is het mogelijk om mannelijke en vrouwelijke pronucleï in levende zoogdier-cellen zichtbaar te maken, zelfs in die waarin de dichtheid van 30 het celcytoplasma de pronucleï normaal donker maakt.
Het zichtbaar maken van pronucleï in levende cellen is tot nog toe niet eerder beschreven behalve voor knaagdieren humane cellen.
Verder is het met de werkwijze volgens de uitvinding 35 mogelijk om het nucleaire materiaal van veel cellige embryo's 84 0 1 1 37 w % - 3 - zichtbaar te maken waardoor het mogelijk is om het aantal cellen dat in een zich ontwikkelend embryo na elke deling aanwezig is te tellen, alsook om hét genetisch materiaal te manipuleren voor het overbrengen van genen en kernen.
5 Het zichtbaar maken wordt uitgevoerd door de levende cellen aan te kleuren met een kleurstof die specifiek is voor dubbelstrengig DNA maar zonder de levensvatbaarheid van de cel aan te tasten. Fluorescerende kleurstoffen zoals DAPI of bis-benzimidazoolverbindingen worden gebruikt. De kleurstof 10 wordt toegevoegd aan het cultuurmedium dat gameten, eencellige bevruchte eieren of meercellige embryo's bevat. Na enkele minuten incuberen kan het genetisch materiaal zichtbaar worden gemaakt door expositie aan ultraviolet licht. De pronucleaire of nucleaire strukturen verschijnen dan als gekleurde gebieden 15 in het cytoplasms. De fluorescentie'*intensiteit varieert van zeer zwak tot helder.
Door de werkwijze volgens de uitvinding worden handelingen in het laboratorium zoals het overbrengen van genen en kernen en het bestuderen van de patronen en voortgang 20 van in vitro rijping van oocyten alsook in vitro bevruchting en kweken van embryocellen vergemakkelijkt.
Met de werkwijze volgens de uitvinding is het mogelijk om de pronucleï van levende pronucleaire cellen zichtbaar te maken, en in het bijzonder om het mannelijke en 25 vrouwelijke DNA of pronucleaire materiaal van levende zoogdier- gameten en eencellige bevruchte eieren van in het bijzonder runderen en varkens zichtbaar te maken. Verder is het mogelijk om het nucleaire materiaal van meercellige embryo's zichtbaar te maken. Voorts om het genetisch materiaal en de cytoplasma-30 inhoud verschillend te kleuren.
En dit alles zonder de gezondheid en levensvatbaarheid van de levende kiemcellen en embryocellen aan te tasten en het genetisch materiaal al te zeer te beschadigen of te veranderen.
Bepaald genetisch materiaal dat met de werkwijze 35 volgens de uitvinding verschillend aangekleurd kan worden, 8401137 » -» - k - is tot nog toe bij levende cellen nooit zichtbaar gemaakt.
De fluorescerende kleurstoffen die bij de werkwij ze volgens de uitvinding worden gebruikt om het genetisch materiaal in de cellen selectief te kleuren, maken het overbodig om de cellen 5 te fixeren en te verhelderen. De selectiviteit van de Heurings- techniek volgens de uitvinding vergemakkelijkt verder onderzoek naar bevruchting, embryologische ontwikkeling en het overbrengen van genen en kernen in embryo’s van domesticale dieren.
Hoewel de werkwijze volgens de uitvinding toegepast 10 kan worden om het genetisch materiaal van elk species selectief te kleuren, is hij bij uitstek geschikt voor die species waarvan het cytoplasmamateriaal (zoals lipiden) het levende pronucleaire of nucleaire materiaal donker maakt. Daardoor is de werkwijze volgens de uitvinding van bij zonder belang voor het fokken van 15 runderen en varkens, hoewel andere domesticale dieren en andere toepassingen ook in aanmerking komen.
De werkwijze volgens deüitvinding berust op de vondst dat bepaalde fluorescerende kleurstoffen selectief kleuren zonder de gezondheid en levensvatbaarheid van cellen aan te tasten of 20 de cellen op andere wijze te beschadigen of te veranderen.
Zo genoemde "vitale kleurstoffen", dat wil zeggen kleurstoffen waarmee het niet nodig is om de cellen te fixeren en helder te maken en die de ontwikkeling van de cel niet storen, kunnen bij de werkwijze volgens de uitvinding als fluorescerende 25 kleurstoffen worden gebruikt. Verder dient de kleurstof in de cel te worden geïncorporeerd en door het dubbelstrengig DM in levende kiemcellen of embryocellen te worden opgenomen.
Bijzonder geschikt zgn fluorescerende bis-benzimidazool kleurstoffen met de formule op het formuleblad. Een aantal 30 daarvan is verkrijgbaar bij Hoechst AG, Frankfurt, Duitsland.
Vxrbeelden van deze verbindingen omvatten: 8401137
* V
- 5 -
Hoechst no. R R* 32020 CE3“liC -Cl 32021 CH^N' -0CH3
33258 CH3-N( -OH
5 333^2 CH3-ÏÏ^ -OC2H5 33662 C-H--NC -OCH- ^ch33
3^580 CH -NC -H J
^®3 38312 H-Cs -Cl 383 it h-c<; -nh2 10 Onderzoekingen door S.A. Latt et al. gepubliceerd onder de titel "Spectral Studies on 33258 Hoechst and Related Bisbenzimidazole Dyes Useful for Fluorescent Detection of Deoxyribonucleic Acid Synthesis" in Journal of Histochemistry and Cytochemistry, Vol. 23, biz. 2l*-33 (1976) hebben aangetoond 15 dat de boven aangegeven verbindingen soortgelijk zijn en dat zij gebruikt kunnen worden voor het aantonen van DNA synthese in somatische cellen.
Uit de onderstaande voorbeelden blijkt dat de Hoechst kleurstoffen 33258 en 3331*2 geschikt zijn voor toepassing 20 bij de werkwijze volgens de uitvinding. De Hoechst kleurstof no. 33258 is 2-/ 2-(l*-hydroxyfenyl)-6-benzimidazoyl7“ 6-(1 -methyl-l*-piperazyl)-benzimidazool en de Hoechst kleurstof no. 333l*2 is 2-/ 2-(l*-ethoxyfenyl)-6-benzimidazoyl7-6-( 1-eth.yl-l*-piperazyl)-benzimidazool. Verwacht mag worden dat de 25 verwante bis-benzimidazoolverbindingen ook geschikt zijn voor het selectief zichtbaar maken van genetisch materiaal in levende kiemcellen of embryocellen.
Van de twee onderzochte verbindingen bleek de Hoechst kleurstof no. 333l*2 aanzienlijk beter dan de Hoechst 30 kleurstof no. 333258 zodat eerst genoemde kleurstof bij voorkeur bij dewerkvijze volgens de uitvinding wordt toegepast. Het is echter gebleken dat celen van verschillende diersoorten 8401137 f » - 6 - de kleurstoffen in verschillende mate opnemen. Zo wordt bijvoorbeeld de Hoechstkleurstof no. 33258 snel opgenomen door muizen embryocellen maar nogal langzaam door runder embryocellen.
Andere fluorescerende kleurstoffen die aan de 5 boven aangegeven voorwaarden voldoen, dat wil zeggen DNA- bindende fluorchroomkleurstoffen die als vitale kleurstoffen gebruikt kunnen worden, zijn eveneens geschikt voor toepassing bij de werkwijze volgens de uitvinding. Voorbeelden daarvan zijn DAPI (V,6-diamidino-2-fenylindool) en DIPI (een soortgelijke 10 verbinding als DAPI).
De werkwijze volgens de uitvinding om genetisch materiaal in gameten of embryocellen te kleuren wordt in het algemeen uitgevoerd door de cellen met een geschikte fluorescerende kleurstof in aanraking te brengen, te incuberen en daarna 15 te bestralen met ultraviolet licht. De hoeveelheid kleurstof en de incubatietijd zijn afhankelijk van onder andere de . gebruikte kleurstof en de bedoeling van het zichtbaar maken.
Geen valse positieven zijn gevonden, dat wil zeggen dat geen andere materialen dan nucleair of pronucleair DMA aan-20 merkelijk worden aangekleurd. Wel treedt bij overmatig aangekleurde cellen enige achtergrond kleuring op. Valse negatieven zijn wel gevonden, dat wil zeggen dat sommige cellen waarin met andere methoden nuclei of pronucleï werden aangetoond, niet fluoresceerden. Maar dit zal de bruikbaarheid van de werkwijze volgens 25 de uitvinding in het laboratorium of in de industrie niet storen of ongunstig beïnvloeden.
Eicellen (oocyten), eencellige bevruchte eieren of pre-implantatie embryo'sworden verkregen uit geslachtsrijpe vrouwelijke dieren volgens gebruikelijke methoden die de 30 gezondheid van de cellen niet aantasten. Spermacellen (sperma- tozoën) worden verkregen uit het ejaculaat van geslachtsrijpe mannelijke dieren of afgezonderde testes, epididymis of een gedeelte van het afvoerkanaal. Kiemcellen of gameten (oo'cyten en spermatozoën) zijn haploïde cellen die met een eicel een bevruchte 35 cel vormen. De bevruchte eicel (die de mannelijke en vrouwelijke 84 0 1 1 3 7 m i.
- T - pronuclel Devat) ondergaat syngamie (vereniging van de mannelijke en vrouwelijke pronucleï tot een zygoot nucleus) gevolgd door een aantal celdelingen. Tijdens een aantal mitotische delingen ontwikkelt het embryo zich via het morula-stadium tot 5 het blastocyst-stadium waarbij weefseldifferentiatie en speciali satie optreden. Dit leidt tenslotte tot de vorming van de foet us en placenta die dan in de uteruswand worden geïmplanteerd.
Het is op het embryo in de pre-implantatiestadia alsook op de kiemcellen en eencellige bevruchte eicellen waarop 10 de werkwijze volgens de uitvinding op de eerste plaats van toepassing is. Deze zeer vroege cellen zijn het onderwerp van intensief onderzoek. Bij het overbrengen van genen en kernen waarvan in het bovenstaande sprake, worden bevruchte eicellen en vroege embryocellen gebruikt. Deze techniek is ook voor 15 ander embryologisch onderzoek geschikt gebleken. Hij heeft bijvoorbeeld onderzoekers in staat gesteld om de ontwikkeling van in vitro bevruchte eicellen, de symmetrie van nucleaire en cytoplasmatische deling, het verschijnen van een eenkem in elk blastomeer, het aantal cellen in het embryo na elke 20 deling, etc. te bestuderen. Daarnaast is deze techniek ook geschikt voor het bestuderen van de gezondheid en motiliteit van spermatozoën.
De kiemcellen of embryocellen worden bij voorkeur in een cultuurmedium gebracht waarin de gezondheid en levens-25 vatbaarheid van de cellen behouden blijven. Dergelijke cultuur- media voor een bepaalde toepassing zoals voor cellen van een bepaalde diersoort en in een bepaald ontwikkelingsstadium zijn algemeen bekend en voorbeelden van geschikte media zijn in de onderstaande voorbeelden gegeven. Sperma kan worden onderzocht 30 in zaad, in zaad met gebruikelijke verdikkingsmiddelen zoals eierdooier of melkstremsel, of in het cultuurmedium.
De kleurstof wordt bij voorkeur als een oplossing gebruikt. Daarmee kan de dosering nauwkeurig worden geregeld en is het mogelijk om zeer verdunde kleurstofoplossingen te 35 gebruiken. Aangenomen wordt dat met lage doses de kans op 8401137 £ ·¥ - 8 - genetische beschadiging van de cel kleiner is,
Een voorraadoplossing van de kleurstof kan worden "bereid met elk geschikt oplosmiddel dat de levende cellen niet aantast. Voorbeelden daarvan omvatten Dulbecco's fosfaat 5 gebufferde zoutoplossing, TALP, Whittens of Eagles medium, of elk ander medium of oplosmiddel waarin de cellen hun levensvatbaarheid behouden. De voorraad oplossing wordt bij voorkeur bij koelkasttemperatuur, in het bijzonder ongeveer 0-^°C, bewaard om de kans op verontreiniging zo klein mogelijk te 10 maken. Vriestemperatuur dient te worden vermeden omdat dan de zouten uit de oplossing kunnen neerslaan.
De voorraad-kleurstofoplossing kan op elke gewenste sterkte worden ingesteld. Met een sterke oplossing wordt het genetisch materiaal in een korte tijd gekleurd terwijl met een 15 zwakke oplossing een langere incubatietijd nodig is voordat het materiaal fluoresceert. Bovendien is de snelheid waarmee de kleurstof wordt opgenomen afhankelijk van de diersoort, waarbij runder- en varkenscellen een veel langere incubatietijd nodig hebben dan murinecellen. Lage doseringen van de kleurstof 20 hebben zoals gezegd de voorkeur omdat dan de gezondheid en levensvatbaarheid van de cellen behouden blijven.
Met bijvoorbeeld een voorraadoplossing van 20 jxg kleurstof per ml Dulbecco's gebufferde zoutoplossing is maar 1 jü. in jOl medium (50 yul totaal volume ) dat eencellige 25 muizen embryocellen bevat, nodig om een scherpe fluorescentie van pronucleï en tenminste een polair lichaampje binnen 15 min. te verkrijgen. Eencellige ruhderembryocellen aangekleurd met 20 ^ig/ml voorraad oplossing in een dosis van 2 jxL· in ^8 yul cultuurmedium dat· de embryocellen bevat, geven binnen 30 min.
30 fluorescerende polaire lichaampjes terwijl de pronucleï niet na eerder dan/1-2 uren zichtbaar worden. Uit de onderstaande voorbeelden blijkt dat de dosering en incubatietijd aan het experiment of aan andere doeleinden kunnen worden aangepast.
De aangekleurde strukturen kunnen microscopisch 35 zichtbaar worden gemaakt door bestralen met ultraviolet licht.
8401137 » ·«.
- 9 -
Licht met een exeitatiegolflengte van ongeveer 350 nm en emissie van ongeveer h60 nm is geschikt. De kernen en pronuclei verschijnen als blauw gekleurde regio's in het celcytoplasma. Spermaceilen hebben geen discrete pronuclei; het DM is 5 verdicht en verzameld in de kop van de spermatozoën waarin het met de werkwijze volgens de uitvinding zichtbaar kan worden gemaakt. Waar sprake is van pronuclei wordt mede bedoeld het sperma-DM tenzij andere vermeld. Afhankelijk van de door het DM opgenomen hoeveelheid kleurstof, die bepaald wordt door 10 de dosis en tijd, varieert de fluorescentieintensiteit van zeer zwak tot helder.
In de hierna volgende voorbeelden werden de volgende voorraadoplossingen en cultuurmedia gebruikt,
Dulbecco's fosfaat gebufferde zoutoplossing (DFGZ) 15 Samenstelling:
Oplossing 1 8,00 g NaCl 0,20 g KC1 1,15 g WagHPO^ 0,20 g KH2P0^ 20 800,00 ml gedeioniseerd gedestilleerd water
Oplossing 2 0,1 g CaClg 100,0 ml gedeioniseerd gedestilleerd water
Oplossing 3 0,1 g MgClg ^ 100,0 ml gedeioniseerd gedestilleerd water
Elke oplossing werd afzonderlijk 20 min. verhit bij 120-125°G en daarna afgekoeld. De drie oplossingen werden in een 1 liter kolf gemengd en het volume werd met in een autoclaaf 30 gedeioniseerd gedestilleerd water aangevuld tot 1 liter.
Hierna werd de DFGZ voorraadoplossing in een koelkast bewaard bij ongeveer k°C.
Alvorens met de DFGZ voorraadoplossing cellen te wassen werd eerst per 100 ml 5 mg (0,1 ml) gentamycine-sulfaat- 35 voorraadoplossing toegevoegd. Deze bevatte 50 mg gentamjrcine- 8401137 4 * - 10 - SQ^/ml NaCl.
Bereiding van voorraadonlossingen Voorraad-kleurstofoplossingen van Hoechst no. 3331+2 werden bereid in de volgende concentraties:
5 10 ^ig/ml DFGZ
20 ^ïg/ml DFGZ 60 ^ig/ml DFGZ
Voorraad-kleurstofoplossingen van Hoechst no. 33258 werden bereid in de volgende concentraties:
10 10 jig/mL DFGZ
20 yj.g/ml DFGZ
De voorraad kleurstofoplossingen werden bewaard bij 1+°C.
TALP (Tyróde-Albumine-lactaat-Pyruvaat) medium ^ Samenstelling: hoeveelheid
NaCl 9,210 g/l water KC1 1,237 g/100 ml water
CaClg (211^0) 1,332 g/100 ml water
MgCl2 (6H20) 2,1+36 g/100 ml water 20 NaHC03 1,1+03 g + 1 mg/100 ml water fenolrood glucose 5,310 g/100 ml water
Na lactaat 1,0 ml DL-melkzuur*
NaHgPO^ (H20) 28,0 mg** 2^ *DL-melkzuur, natriumzout als 60 %-ige siroop (Sigma Chemical Co.). 1,0 ml melkzuursiroop werd in 35 ml water geroerd totdat het was opgelost. Eén druppel fenolrood werd toegevoegd. De pH werd met natriumhydroxyde op ongeveer 7,1+ ingesteld (uit schiet en kan worden gecorrigeerd door een klein druppeltje lactaat toe te voegen).
**28 mg NaHgPO^ (ïïgO) werd met 10 ml van de aldus bereide glucose voorraadoplossing gemengd.
De componenten voor elke voorraad oplossing werden gemengd en het mengsel werd over Millipore (0,22 poriengrootte) 8401137 V ^ - 11 - \ gefiltreerd in steriele flessen die bij ongeveer k°C werden weggezet in een koelkast.
Het TALP medium werd bereid door mengen van de volgende hoeveelheden voorraadoplossingen ï 5 Voorraad concentratie concentratie hoeveelheid oplossing voorraadop- in medium _lossing_
NaCl 157,0 mM Πί+,00 mM tot 100 ml KC1 166,0 mM 3,16 mM 1,90 ml'
CaCl0 (2Ho0) 120,0 mM 2,00 mM 1,70 ml 10 d d
MfeGlg (6H20) 120,0 mM 0,50 mM 0,1+1 ml
HaflCO^ 167,0 mM 25,00 mM 15,00 ml ITeHgPO^ (HgO) 20,5 mM 0,35 mM 7 1,70 ml
glucose 295,0 mM 5,00 vMJ
Ha lactaat 150,0 mM 10,00 mM 6,70 ml ^ De aangegeven hoeveelheden werden gemengd samen met voldoende HaCl om het eindvolume op 100 ml te brengen waarna 6,5 mg penicilline (100 I.U./ml) en 1,0 mg fenolrood werden toegevoegd. Het mengsel werd over Millipore (0,22 ji poriengrootte) gefiltreerd in een steriele fles.
20
Op de dag van gebruik werd het TALP medium afhankelijk van het beoogde gebruik als volgt gesupplementeerd: 1) Bevruchtingsmedium 6 mg runderserum albumine (RSA) (afkomstig van Sigma
Chemical Co., vetzuurvrij) en 10 ul natriumpyruvaat·*voorraad- 25 ' oplossing werden per ml TALP toegevoegd waarna werd gefiltreerd over Millipore.
2) Rij ningsmedium
Aan 4,5 ml TALP werden 500 jü. fetaal runderserum (10 %}, 50 jjlL natriumpyruvaat«voorraadoplossing en 10 mg FSH/ml 30 TALP toegevoegd waarna werd gefiltreerd over Millipore.
8401137 - ·> - 12 -
Whittens medium
Samenstelling; Hoeveelheid
NaCl 51M mg KC1 3β,0 mg 5 KHgPO^ 16,0 mg
MgS02 (7H20) 29,0 mg
NaHCO 190,0 mg
Ha Pyruvaat 3,5 mg
Ca lactaat (5H20) 53,0 mg 10 glucose 100,0 mg 1 K penicilline 8,0 mg
Streptomycine-SO^ 5,0 mg
Het medium werd bereid door de componenten in een 100 ml kolf te brengen en 0,37 ml 60 $-ige natriumlactaatsiroop 15 (afkomstig van Sigma Chemical Co.) en 0,1 ml \ % fenolrood toe te voegen. Na aanvullen met gedeioniseerd gedestilleerd water tot 100 ml werd het medium gefiltreerd over Millipore (0,22 jx poriengrootte) en bewaard bij 4°C. Op de dag van gebruik werd het medium gesupplementeerd met 1,5 mg ESA/ml 20 (afkomstig van Sigma Chemical Co.).
Voorbeeld I
In dit voorbeeld werden muizenembryo’s gebruikt om de specificiteit van de kleurstof voor genetisch materiaal in levende eencelembryo's aan te tonen omdat muizepronucleï ' 25 zichtbaar zijn in ongekleurde toestand. De embryo’s werden verkregen uit geslachtsrijpe vrouwtjesmuizen die de nacht te voren waren bevrucht. De dieren werden gedood door cervicale dislokatie en de eierstokken en eierleiders werden verwijderd.
De eierleiders werden open gelegd en eencelembryo’s werden 30 weggenomen door een uitgestulpte regio in de eierleiderwand te punkteren met fijne naalden en scharen. De cumuluscellen werden verwijderd door in de regio van de opengelegde eierleider 100-200 yjl hyaluronidase oplossing (10 mg/ml DFGZ) op te brengen en daar 10 min. te laten zitten. De eencelembryo’s 35 werden gewonnen door pipetteren en 3 keer gewassen met een 84 01 1 3 7 * 5 - 13 - oplossing van 3 mg RSA/mi DFGZ (RSA afkomstig van Sigma Chemical Co.) alvorens toe te voegen aan Whittens medium.
Druppels Whittens medium werden op een kweekplaat van kunststof gebracht en gekrast om ze aan de plaat te laten 5 hechten waarna ze werden bedekt met olie. De êêncelembryo's werden in de druppels gelegd. De pronucleï werden zichtbaar gemaakt met een lichtmicroscoop alvorens met de werkwijze volgens de uitvinding te worden aangekleurd.
Voor het aankleuren werd de voorraadoplossing van 10 Hoechst no. 333½ met een concentratie van 20 jig/ml gebruikt.
De dosering bedroeg 0, 1, 2, 5 en 10 ^il voorraadoplossing bij een totaal volum^ediumrembryo-kleurstof van 50 jiL per druppel. Daarvoor moesten de medium-embryodruppels in verschillende grootte worden verdeeld, dat wil zeggen volumina van k9 jü.
15 medium-embryo voor 1 jil kleurstof, k8 jü. medium-embryo voor 2 ƒ11 kleurstof etc. De embryo's werden in 5 % kooldioxyde bevattende lucht aangekleurd bij 37°C en een pH 7,2. Zij werden in de kleurstof zichtbaar gemaakt.
De pronucleï en polaire lichaampjes van de êêneel 20 muize-embryo's werden zichtbaar gemaakt met behulp van een
Nikon epi-fluorescentiesysteem no. TMD-EF voor Inverted Microscope DIAPHQT-TMP (Nikon). Bij dit systeem wordt een hoge druk kwiklamp gebruikt. De gebruikte uy filters waren van Nikon. Met dit systeem kan tegelijkertijd met licht en 25 door fluorescentie zichtbaar worden gemaakt zodat het mogelijk was om de regio's van fluorescentie positief als pronucleï en polaire lichaampjes te herkennen.
Alle aldus aangekleurde 66 embryo's vertoonden duidelijke fluorescentie van zowel pronucleï als tenminste 30 éên polair lichaampje binnen 15 min. na het begin van aan kleuren ongeacht de dosis. In de meeste gevallen was slechts êên polair lichaampje te zien omdat het tweede met verloop van tijd degenereert.
Hierna werden 2k êéncel muizen-embryo' s op dezelfde 35 wijze aangekleurd met alleen de kleinste dosis kleurstof· 8401137 - 1U - V * van 1 ƒx1 op U9 ƒx1 medium-embryodruppel. Binnen 5 min. vertoonden 23 van de 2b fluorescentie.
Voorbeeld II
Voorbeeld I werd herhaald met êencel hamsterembryo’s 5 die werden aangekleurd met 10yxl kleurstof oplossing per 50 ƒx1 totaal druppelvolume. Het eerste gekleurde polaire lichaampje na verscheen/15 min. De pronucleï fluoresceerden pas na 30 min.
Voor het volledig zichtbaar maken van de twee pronucleï en tenminste êén polair lichaampje in elke cel waren b5 min.
10 npdig. Evenals in voorbeeld I kleurden beide polaire lichaampjes
niet altijd.-Voorbeeld III
Voorbeeld I werd herhaald met gerijpte runderoocyten in het eencel en tweecel stadium. De eierstokken kwamen uit een 15 slachthuis. De oocyten werden uit de follifeels gezogen. De cumuluscellen werden verwijderd alvorens aan te kleuren met hyaluronidase en pipetteren zoals in voorbeeld I.
Enkele oocyten werden gebruikt voor aankleuren en enkele voor in vitro bevruchting. De oocyten werden 2b uren 20 geincubeerd bij 39°C in TALP rijpingsmedium en daarna geincubeerd met stiere-ejaculaat in TALP bevruchtingsmedium.
Eencellige bevruchte cellen werden 2b uren na het incuberen gewonnen, gewassen met DFGZ-gentamycine-oplossing en opnieuw gesuspendeerd in vers TALP bevruchtingsmedium.
25 Tweecel embryo’s werden op dezelfde wijze geprepareerd maar k8 uren na incuberen met sperma in bevrucht ingsmedium gewonnen en daarna gewassen en opnieuw gesuspendeerd in vers bevruchtingsmedium.
Voor het aankleuren werd de voorraadoplossing van 30 Hoechst no. 333^2 met een concentratie van 20 ^ig/ml DFGZ gebruikt.
De dosering bedroeg 2 en 5 ƒx1 per 50 ƒx1 totaal volume medium-embryp-kleurstof. De kleurstof-cultuurmengsels werden geincubeerd bij 39°C, opgebracht op glasplaatjes en afgedekt, en zichtbaar gemaakt onder omgevingsomstandigheden.
35 Binnen 30 min, na het aankleuren werden polaire 8401137 3 ·.
- 15 - lichaampjes zichtbaar. De pronucleï van de oocyten en ééncel embryo's en de nuclei van de tweecel embryo's werden na 1-2 uren of langer zichtbaar.
Voor een controle op het aanwezige chromatine werden 5 de gekleurde cellen gefixeerd en opgehelderd. De plaatjes met de gekleurde embryo's en oocyten werden in Coplinflessen gebracht die ongeveer Uö ml van een 1:3 (vol./vol.) mengsel van azijnzuur en ethanol bevatten en 'snaehts bij kamertemperatuur werden weggezet om de cellen te laten ophelderen.
10 Chromatine werd aangekleurd met 1 gew./vol. % aceto-orcexne (1 % orceine kleurstof in een kO:6o oplossing van azijnzuur in water). Het chromatine werd zichtbaar gemaakt met een lichtmicroscoop onder gebruikmaking van ïlemarsky en fase-optiek.
Vastgesteld werd dat ongeveer 15 % oocyten en vroege 15 eencelembryo*s metafaseplaatjes of pronucleï bevatten hoewel zij na het aankleuren niet hadden gefluoresceerd. De tweecel embryo's daarentegen vertoonden allen fluorescentie van de nucleus. De kleurstof gaf geen enkel vals positief; Blijkens het onderzoek volgens de tweede methode bevatten alle fluores-20 cerende embryo's chromatine.
Het chromatine was in êén van de volgende vormen aanwezig: 1) verstrooid of als metafaseplaatjes voor oocyten (met inbegrip van germinalqAresicae voor de onrijpe oocyten), 2) pronucleï voor bevruchte eicellen, 3)nucleï voor ernbryo-25 cellen, of ^gecondenseerde spermakoppen die de oocyt waren binnengedrongen maar geen normale deeondensatie hadden ondergaan tot de mannelijke pronucleus.
Voorbeeld IV
Voorbeeld III werd herhaald met varkens-oöcyt en, 30 eencellige bevruchte eieren en tweecel-/viercelembryo's.
De oocyten waren verkregen uit bevruchte zeugen door chirurgisch spoelen van de eierleiders en werden gesuspendeerd in TALP rijpingsmedium. Voor het aankleuren werd de voorraad-oplossing van Hoechst no. 333^2 met een concentratie van 35 60 yig/ml gebruikt overeenkomstig voorbeeld I in doses van 840 1 1 37 - 16 - 0, 1, 5 en 1Q yul per 50 yul totaal volume medium- embryo-kleurstof. De mengsels werden 3 uren bij 39°C geincubeerd.
De metafaseplaatjes en polaire lichaampjes in de niet-bevruchte en bevruchte oocyten kleurden zeer duidelijk 5 maar de pronuclei minder duidelijk. Bovendien fluoresceerden de spermakoppen die in de oocyten waren binnengedrongen. De nuclei v in de tweecel- en viercelembryo's vertoonden zeer duidelijke fluorescentie. De dosis van 10 yul gaf een sterke acht ergrondkleur ing.
10 De gekleurde cellen werden gefixeerd en opgehelderd zoals in voorbeeld III maar opgehelderd in een mengsel van azijnzuur en ethanol gedurende U8 uren. De resultaten waren soortgelijk als in voorbeeld III. Ongeveer Uo % oocyten en éêncelembryo's fluoresceerden niet, hoewel geen valse positieven 15 werden waargenomen. De meercelembryo’s werden routinematig met de Hoechstkleurstof aangekleurd.
Voorbeeld V
De in vitro ontwikkeling van met de Hoechst kleurstof no. 333k2 aangekleurde embryo's werd onderzocht aan muizen-20 embryo's in het tweecelstadium en morulastadium. De embryo's varen verkregen en geprepareerd zoals in voorbeeld I. Voor het aankleuren werd een dosis gebruikt van 10 yiL kleurstof-oplossing (20 ug/ml concentratie, resulterend in een dosis van 0,2 yug per 50 yul totaal druppelvolume).
25 De embryo's werden 15 min. met de kleurstof in aanraking gehouden. Hierna werden zij 3x met DFGZ-gentamycine-oplossing gewassen en vervolgens gekweekt in Whittens medium.
Van de 2β aangekleurde tweecel muize-embryo's ontwikkelden er zich 16 (65 %) tot het morula-stadium. Dit laat 30 zich vergelijken met 21 van 26 niet-aangekleurde controles (80 %), dat wil zeggen 15 min. geincubeerd met 10 yul alleen DFGZ.
Bij aankleuren van embryo's in het morulastadium ontwikkelden zich 23 van de Uk (51 %) tot blastocysten tegen 35 23 van de 31 (7k %) controles (alleen DFGZ).
84 0 1 1 3 7 ® - 17 -
Voorbeeld VI
Voorbeeld I werd herhaald met de Hoechst kleurstof 33258 met concentraties van 10 en 20 yig/mlvoor het aankleuren van êêncel muizeembryo's. De doses bedroegen 0, 5 en 10 jjI per 5 50 yul totaal volume mediumrembryo-kleurstof. Het aankleuren van de embryo’s werd 30 min. onder omgevingsomstandigheden uitgevoerd.
Bij het zichtbaar maken fluoresceerden de pronucleï en polaire lichaampjes en dat deze het waren kon worden bevestigd door lichtmicroscopie zoals in voorbeeld I. Verder gaf bij routine-10 /matig aankleuren de dosis van 10 jü. geen achtergrondkleuring. Voorbeeld VII
Hunderspermatozoën werden aangekleurd met de Hoechst kleurstof no. 333^2*om de sperma mobiliteit en het patroon van de sporen te volgen. Vers stiere-ejaculaat werd gewassen met 15 DFGZ en gecentrifugeerd. De gevormde pellet werd gesuspendeerd •in TALP medium en aangekleurd met de Hoechst kleurstof 333^2 met een concentratie van 20 ^ig/ml in een dosis van 3 yul/50 yUl.
Het mengsel van medium, sperma en kleurstof werd 15 min. geincubeerd bij 39°C.
20 Ha het aankleuren werd het sperma zichtbaar gemaakt met het Nikon fluorescentiesysteem zoals beschreven in voorbeeld I. Het kleur-tijdsverloop werd met een camera in het optisch gedeelte van de microscoop vastgelegd bij een expositie-tijd van ongeveer 10-20 sec. De door het fluorescerend DM 25 gevormde sporen op de ontwikkelde foto’s werden onderzocht op snelheid en patroon van sperma-motiliteit. De procedure werd herhaald onder toevoeging van cumulus-oóeytcomplexen aan het medium en de foto ’ s werden onderzocht op liet effekt van deze cellen op de snelheid en het patroon van sperma motiliteit.
30 Voorbeeld VIII
In dit voorbeeld werd de deling van varkenembryo ’ s in verschillende stadia onderzocht. De embryo's waren verkregen uit de reproduktieve tractus van zeugen met superovulatie 18-120 uren na het begin van oestrus. De na 35 slachten verkregen reproduktieve tractus werd gespoeld in het 8401137 - 18 - laboratorium om de embryo's te verwijderen. Het stadium waarin een deze verkeerden varieerde van /: cel (48 uren) tot meercel morula (120 uren). Na 2x wassen met een DFGZ-RSA oplossing werden de embryo's aangekleurd en gekweekt in Whittens medium 5 en ter controle zonder aankleuren gekweekt in voomoemd medium.
Voor het aankleuren werd de Hoechst kleurstof no. 333^2 met een concentratie van 60 yag/ml gebruikt.
De embryo's werden 1 uur bij 39°C geincubeerd in 1, 5 en 10 ^lL kleurstofoplossing per 50 jü. totaal volume embryo-,10 medium-kleurstof. Hierna werden zij 3x 30 min. gewassen met schoon DFGZ (1,5 mg/RSA/ml) en daarna 2b uren gekweekt in Whittens medium (1,5 mg/RSA/ml). Na afloop werd onderzocht hoe zij zich hadden ontwikkeld (voltooiing splijting-deling).
De resultaten zijn in de onderstaande tabel vermeld.
15 Tabel
Stadium Dosis_ controle 1 ^1 5 yol 10 ^il éêncel of tweecel 6/12(50 %) - ' 2/llj-(ll$) 1/12(8,3$) viercel 28/36(Tt%) 17/27(62$) 1^/37(37$) 20 meercel 15/16(9^) 13/23(56$) 84 0 1 1 3,7

Claims (36)

1. Werkwijze voor het aankleuren van DNA in levende kiemcellen, eencellige bevruchte eicellen en pre-inplantatie embryoeellen, met het kenmerk dat, de cellen worden aangekleurd 5 met een fluorescerende kleurstof en geincübeerd totdat het DNA fluoresceert bij bestralen met ultraviolet licht.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de cellen zich in een cultuurmedium bevinden.
3· Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk 10 dat, het aankleuren wordt uitgevoerd met DAPI, DIPI of een bis-benzimidazoolverbinding. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk dat, het aankleuren wordt uitgevoerd met een oplossing van de kleurstof. 15 5· Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk dat, het aankleuren wordt uitgevoerd met een hoeveelheid kleurstof van ongeveer 0,001-10 ^ig per 50 yal cultuur van de cellen.
6. Kiemcellen, eencellige bevruchte eicellen en 20 pre-implantatie embryoeellen, met het kenmerk dat, het DNA in de cellen is aangekleurd met de werkwijze volgens conclusie 1. 7» Cellen volgens conclusie 6, met het kenmerk dat, het DNA in de cellen is aangekleurd met DAPI, DIPI of een bis-benzimidazoolverbinding.
8. Cellen volgens conclusie 7, met het kenmerk dat, het DNA in de cellen is aangekleurd met een oplossing van de kleurstof. 9» Cellen volgens conclusie 7S met het kenmerk dat, het DNA in de cellen is aangekleurd met ongeveer 0,001 - 10yug 30 kleurstof per 50 yul cultuur van de cellen.
10. Levende cel of kloon, met het kenmerk dat, deze af stamt van een cel volgens conclusie 6.
11. Werkwijze voor het aankleuren van pronucleï in levende pronucleaire zoogdiercellen, met het kenmerk dat, 8401137 / ^ - 20 - de cellen worden aangekleurd met een fluorescerende kleurstof en geincubeerd totdat de pronucleï fluoresceren,
12. Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk dat, eencellige bevruchte eicellen van runderen of varkens 5 worden aangekleurd.
13. Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk dat, de cellen zich in een cultuurmedium bevinden.
14. Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk dat, de cellen worden aangekleurd met DAPI, DIPI of een 10 bis-benzimidazoolverbinding.
15· Werkwijze volgens conclusie 1^, met het kenmerk dat, de cellen worden aangekleurd met een oplossing van de kleurstof.
16. Werkwijze volgens conclusie 1^+, met het kenmerk 15 dat, de cellen worden aangekleurd met ongeveer 0,0Q1-10^ug kleurstof per druppel van 50 jxL cultuur van de cellen.
17· Levende pronucleaire zoogdiercel, met het kenmerk dat, de pronucleus daarin is aangekleurd met de werkwijze volgens conclusie 11,
18. Levende cel of kloon, met het kenmerk dat, deze afstamfc van een cel volgens conclusie 17·
19. Werkwijze voor het verwijderen van genetisch · materiaal uit levende kiemcellen, eencellige bevruchte eicellen pf pre-implantatie embryocellen, met het kenmerk dat, 25 a) de cellen worden gesuspendeerd in een medium, b) de suspensie in aanraking wordt gebracht met een fluorescerende kleurstof, c) de cellen worden geincubeerd totdat het genetisch materiaal fluoresceert bij bestralen met ultraviolet licht, en d) het genetisch materiaal uit de cellen wordt verwijderd.
20. Werkwijze volgens conclusie 19, met het kenmerk dat, de pronucleaire cellen eencellige bevruchte eicellen van runderen of varkens zijn.
21. Werkwijze volgens conclusie 19, met het kenmerk dat, de cellen worden aangekleurd met DAPI, DIPI of een 35 bis-benzimidazoolverbinding. 8401137 -21 - «r. \ »
22. Werkwijze volgens conclusie 21, met het kenmerk dat, de cellen worden aangekleurd met een oplossing van de kleurstof.
23. Werkwijze volgens conclusie 21, met het kenmerk 5 dat, de cellen worden aangekleurd met ongeveer 0,001-10yug kleurstof per druppel van 50 jlL cultuur van de cellen. 2k. Genetisch materiaal, met het kenmerk dat, het materiaal is geïsoleerd met de werkwijze volgens conclusie 19.
25. Werkwijze voor het overbrengen van genetisch materiaal in pronucleï van levende pronucleaire zoogdiercellen, met het kenmerk dat, a) de cellen worden aangekleurd met een fluorescerende kleurstof, b) worden geincubeerdtotdat de pronucleï fluoresceren, en c) het genetisch materiaal wordt 15 overgebracht in een pronucleus of pronucleaire cel.
26. Werkwijze volgens conclusie 25, met het kenmerk dat, de pronueelaire cellen eencellige bevruchte eicellen van runderen of varkens zijn.
27. Werkwijze volgens conclusie 25, met het kenmerk 20 dat, de cellen zich in een cultuurmedium bevinden.
28. Werkwijze volgens conclusie 25, met het kenmerk dat, de cellen worden aangekleurd met DAPI, DIPI of een bis-benzimidazoolverbinding.
29. Werkwijze volgens conclusie 28, met het kenmerk 25 dat, de cellen worden aangekleurd met een oplossing van de kleurstof.
30. Werkwijze volgens conclusie 28, met het kenmerk dat, de cellen worden aangekleurd met ongeveer 0,001 - 10yig kleurstof per druppel van 50 ^il cultuur van de cellen.
31. Levende cel met veranderd genetisch materiaal, met het kenmerk dat, in de cel genetisch materiaal is gebracht met de werkwijze volgens conclusie 25.
32. Levende cel of kloon, met het kenmerk dat, deze af stamt van een cel volgens conclusie 31.
33. Werkwijze volgens conclusie 25, met het kenmerk 8401137 ί - 22 - dat, het genetisch materiaal is geïsoleerd door a) de cellen die het genetisch materiaal bevatten aan te kleuren met een fluorescerende kleurstof, b) te incuberen totdat het genetisch materiaal fluoresceert, en c) het genetisch materiaal uit de 5 cellen te verwijderen. 3U. Werkwijze volgens conclusie 33, met het kenmerk dat, de cellen worden aangekleurd met DAPI, DIPI of een bis-benzimidazoolverbinding.
35. Werkwijze volgens conclusie 3^, met het kenmerk 10 dat, de cellen worden aangekleurd met een oplossing van de kleurstof.
36. Werkwijze volgens conclusie 3^, met het kenmerk dat, de cellen worden aangekleurd met ongeveer 0,001 - 10 jig per 50 jü. cultuur van de cellen die het genetisch materiaal 15 bevatten. 37« Fluorescerend DNA in levende kiemcellen, eencellige bevruchte eicellen en pre-implantatie embryocellen, met het kenmerk dat, de cellen zijn aangekleurd met een fluorescerende kleurstof en geincubeerd totdat het DNA 20 fluoresceert bij bestralen met ultraviolet licht.
38. Fluorescerend DNA volgens conclusie 37 > met het kenmerk dat, voor het prepareren van het fluorescerend DNA levende eencellige bevruchte eicellen van runderen of varkens zijn gebruikt en dat het fluorescerend DNA de pronucleï 25 van de cellen bevat.
39· Fluorescerend DNA volgens conclusie 37, met het kenmerk dat, het fluorescerend DNA is verkregen door de cellen aan te kleuren met DAPI, DIPI of een bis-benzimida-zoolverbinding. 30 ho. Fluorescerend DNA volgens conclusie 39, met het kenmerk dat, het fluorescerend DNA is verkregen door de cellen aan te kleuren met een oplossing van de kleurstof. M. Fluorescerend DNA volgens conclusie 39, met het kenmerk dat, het fluorescerend DNA is verkregen door 35 de cellen aan te kleuren met ongeveer 0,001 - 10 yag per 8401137 \ - 23 - 50 pl. cultuur van de cellen.
42. Werkwijze voor het fotografisch weergeven van de beweging en het patroon van sporen van spernatozoën» met het kenmerk dat, a) spermacellen worden aangekleurd met 5 een fluorescerende kleurstof, b) worden geincubeerd totdat het DNA in de spermakoppen fluoresceert bij bestralen met ultraviolet licht, en c) het kleur- tijdsverloop in de fluorescerende sperma fotografisch wordt vastgelegd.
43. Werkwijze volgens conclusie 42, met het kenmerk 10 dat, de spermacellen worden aangekleurd met DAPÏ, DIPI of een bis-benzimidazoolverbinding.
44. Werkwijze volgens conclusie 43, met het kenmerk dat, de spermacellen worden aangekleurd met een oplossing van deKLeurstof. 15 45· Werkwijze volgens conclusie 43, met het kenmerk dat, de spermacellen worden aangekleurd met ongeveer 0,001-10 yug kleurstof per 50 pl zaad, verdikt zaad of cultuursuspensie van het zaad.
46, Werkwijze voor het vergelijkingsgewijs onder-20 zoeken van de motiliteit en het patroon van sporen van spermatozoën, met het kenmerk dat, het onderzoek wordt verricht aan een fotografische weergave verkregen met de werkwijze volgens conclusie 42 om de kwalitatieve of kwantitatieve aspecten van het sporenpatroon vast te stellen. 25 4j. Werkwijzen en daarbij verkrijgbare of verkregen materiële resultaten zoals beschreven in de werkwijze en voorbeelden. 8401137 1-· R N—r^Jf V ^·Ν\ λ-^ VO-*’ H w H 8401137 Neal Lloyd First, Madison, Wisconsin, Yer.St.v.Amerika Elizabeth Shea Critser, Madison, Wisconsin, Ver.St.v.Amerika Jan Karlotta Lohse, Madison, Wisconsin, Ver.St.v.Amerika
NL8401137A 1983-08-05 1984-04-10 Werkwijze voor het zichtbaar maken van genetisch materiaal. NL8401137A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US52062983A 1983-08-05 1983-08-05
US52062983 1983-08-05

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8401137A true NL8401137A (nl) 1985-03-01

Family

ID=24073420

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8401137A NL8401137A (nl) 1983-08-05 1984-04-10 Werkwijze voor het zichtbaar maken van genetisch materiaal.

Country Status (10)

Country Link
JP (2) JPH07104341B2 (nl)
AU (1) AU581409B2 (nl)
CA (1) CA1271716A (nl)
CH (1) CH669670A5 (nl)
DE (1) DE3427553C2 (nl)
FR (1) FR2550218B1 (nl)
GB (1) GB2144542B (nl)
MX (1) MX161889A (nl)
NL (1) NL8401137A (nl)
NZ (1) NZ207393A (nl)

Families Citing this family (21)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3636991A1 (de) * 1986-03-03 1987-09-24 Transgene Gmbh Verfahren zur uebertragung organischer und/oder anorganischer substanzen auf ei- und/oder somazellen von tieren sowie entsprechende zusammensetzungen
GB2214518A (en) * 1988-01-28 1989-09-06 Innofinance Altalanos Innovaci Process and equipment for the rapid determination of the spermium cell count and/or living spermium count
NZ239893A (en) * 1990-09-25 1993-11-25 Hoechst Japan A method for introducing a foreign dna into a cell
ATE298084T1 (de) 1997-01-31 2005-07-15 Horticulture & Food Res Inst Optische vorrichtung und methode
US6149867A (en) 1997-12-31 2000-11-21 Xy, Inc. Sheath fluids and collection systems for sex-specific cytometer sorting of sperm
DE19829495A1 (de) * 1998-07-02 2000-01-05 Jacques Paysan Reagenzien und deren Anwendung zur Untersuchung von Wechselwirkungen zwischen zellulären Molekülen und deren Lokalisation in Zellen
FR2800736B1 (fr) * 1999-11-05 2002-08-23 Aventis Pharma Sa Derives d'oligobenzimidazoles, les compositions les contenant et leurs utilisations
DK1230223T3 (da) * 1999-11-05 2004-06-14 Aventis Pharma Sa Oligobenzimidazolderivater og deres anvendelse som midler til DNA-transfektion
US7208265B1 (en) 1999-11-24 2007-04-24 Xy, Inc. Method of cryopreserving selected sperm cells
US7713687B2 (en) 2000-11-29 2010-05-11 Xy, Inc. System to separate frozen-thawed spermatozoa into x-chromosome bearing and y-chromosome bearing populations
US7094527B2 (en) 2000-11-29 2006-08-22 Xy, Inc. System for in-vitro fertilization with spermatozoa separated into X-chromosome and Y-chromosome bearing populations
EP1545203B1 (en) 2002-08-01 2016-10-19 Xy, Llc Low pressure sperm cell separation system
US8486618B2 (en) 2002-08-01 2013-07-16 Xy, Llc Heterogeneous inseminate system
AU2003265471B2 (en) 2002-08-15 2009-08-06 Xy, Llc. High resolution flow cytometer
US7169548B2 (en) 2002-09-13 2007-01-30 Xy, Inc. Sperm cell processing and preservation systems
DE10305768A1 (de) * 2003-02-11 2004-08-19 Justus-Liebig-Universität Giessen Verfahren zum Färben von lipophilen Zellbestandteilen einer biologischen Probe
EP3511693B1 (en) 2003-03-28 2022-08-24 Inguran, LLC Apparatus for detecting the breakoff point of a droplet generation system
AU2004242121B2 (en) 2003-05-15 2010-06-24 Xy, Llc. Efficient haploid cell sorting for flow cytometer systems
WO2005095590A2 (en) 2004-03-29 2005-10-13 Monsanto Technology Llc Sperm suspensions for sorting into x or y chromosome-bearing enriched populations
CA2574499C (en) 2004-07-22 2016-11-29 Monsanto Technology Llc Process for enriching a population of sperm cells
CN102944456A (zh) * 2012-11-07 2013-02-27 西北农林科技大学 一种观察早期胚胎体内发育时空分布的组织切片的制备方法及应用

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4094745A (en) * 1973-06-22 1978-06-13 John Scholefield Method of staining microscopic organisms
US3872312A (en) * 1973-07-02 1975-03-18 Block Engineering Method and apparatus for detecting and classifying nucleic acid particles
JPS5262080A (en) * 1975-11-15 1977-05-23 Particle Tech Inc Method of and apparatus for classifying organism cell
DE2651060C3 (de) * 1976-11-09 1980-06-26 Boehringer Mannheim Gmbh, 6800 Mannheim Differential-diagnostische Spermauntersuchung
CA1155041A (en) * 1980-04-21 1983-10-11 Michael E. Jolley Fluorescent nucleic acid stains
CA1197186A (en) * 1982-03-19 1985-11-26 Robert A. Hoffman Method of enumerating serologically selected cell populations

Also Published As

Publication number Publication date
JPH0751059A (ja) 1995-02-28
JPH07104341B2 (ja) 1995-11-13
AU581409B2 (en) 1989-02-23
JPS6044869A (ja) 1985-03-11
CH669670A5 (nl) 1989-03-31
CA1271716A (en) 1990-07-17
MX161889A (es) 1991-02-26
DE3427553A1 (de) 1985-02-14
NZ207393A (en) 1987-03-31
FR2550218B1 (fr) 1989-01-20
DE3427553C2 (de) 1994-04-14
AU3115984A (en) 1985-02-07
FR2550218A1 (fr) 1985-02-08
GB2144542A (en) 1985-03-06
GB2144542B (en) 1987-05-07
GB8419143D0 (en) 1984-08-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8401137A (nl) Werkwijze voor het zichtbaar maken van genetisch materiaal.
Westhusin et al. Viable embryos and normal calves after nuclear transfer into Hoechst stained enucleated demi-oocytes of cows
Kishikawa et al. Fertility of mouse spermatozoa retrieved from cadavers and maintained at 4 C
Maxwell et al. The relationship between membrane status and fertility of boar spermatozoa after flow cytometric sorting in the presence or absence of seminal plasma
Wall et al. Development of porcine ova that were centrifuged to permit visualization of pronuclei and nuclei
Hewitt et al. Nuclear staining and culture requirements for in vitro maturation of domestic bitch oocytes
Yoshida et al. Confocal and fluorescence microscopic study using lectins of the distribution of cortical granules during the maturation and fertilization of pig oocytes
Conover et al. Pre-loading of mouse oocytes with DNA-specific fluorochrome (Hoechst 33342) permits rapid detection of sperm–oocyte fusion
Thundathil et al. The use of in vitro fertilization techniques to investigate the fertilizing ability of bovine sperm with proximal cytoplasmic droplets
Saraf et al. Sperm functional attributes and oviduct explant binding capacity differs between bulls with different fertility ratings in the water buffalo (Bubalus bubalis)
EP1255812A1 (en) Process for the production of non-human embryos of high-genetic value and of predetermined sex
US5858354A (en) Repopulation of testicular Seminiferous tubules with foreign cells, corresponding resultant germ cells, and corresponding resultant animals and progeny
Chrenek et al. Effect of body condition and season on yield and quality of in vitro produced bovine embryos
Báez et al. Effect of season on germinal vesicle stage, quality, and subsequent in vitro developmental competence in bovine cumulus-oocyte complexes
Niwa et al. Transplantation of blastula nuclei to non‐enucleated eggs in the medaka, Oryzias latipes
刀禰重信 et al. A method of vital staining of mouse eggs using Hoechst dye.
Velilla et al. Effect of Hoechst 33342 staining on developmental competence of prepubertal goat oocytes
Daigneault et al. Novel and traditional traits of frozen-thawed porcine sperm related to in vitro fertilization success
Polge How does embryo manipulation fit into present and future pig reproduction
Van Soom et al. Sucrose-induced shrinkage of in vitro produced bovine morulae: effect on viability, morphology and ease of evaluation
Ismail et al. Effect of Different Cryoprotectant Agents on Mitochondrial Distribution and Oocyte Developmental Competence in the Buffalo (Bubalus Bubalis)
Pursel et al. Cleavage of pig embryos after labeling with fluorescent dyes
Bartsch Influence of protein source in culture media for IVM, IVF and embryo culture on the development of domestic cat oocytes
Raseona Comparative evaluation of different extenders of bull semen stored under different conditions
CN111280163B (zh) 牛活体采卵用的抽卵液及其制备方法和用途

Legal Events

Date Code Title Description
CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: GRACE & CO.-CONN. W.R. -

BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: ABS GLOBAL, INC.

BV The patent application has lapsed