NL8401088A - Werkwijze voor het synchroniseren van magneetregistratie-/weergeefinrichtingen met roteerbare kop en stelsel voor het uitvoeren van deze werkwijze. - Google Patents

Werkwijze voor het synchroniseren van magneetregistratie-/weergeefinrichtingen met roteerbare kop en stelsel voor het uitvoeren van deze werkwijze. Download PDF

Info

Publication number
NL8401088A
NL8401088A NL8401088A NL8401088A NL8401088A NL 8401088 A NL8401088 A NL 8401088A NL 8401088 A NL8401088 A NL 8401088A NL 8401088 A NL8401088 A NL 8401088A NL 8401088 A NL8401088 A NL 8401088A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
signal
information
primary
count
response
Prior art date
Application number
NL8401088A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Ampex
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ampex filed Critical Ampex
Publication of NL8401088A publication Critical patent/NL8401088A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B20/00Signal processing not specific to the method of recording or reproducing; Circuits therefor
    • G11B20/10Digital recording or reproducing
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B20/00Signal processing not specific to the method of recording or reproducing; Circuits therefor
    • G11B20/10Digital recording or reproducing
    • G11B20/12Formatting, e.g. arrangement of data block or words on the record carriers
    • G11B20/1201Formatting, e.g. arrangement of data block or words on the record carriers on tapes
    • G11B20/1207Formatting, e.g. arrangement of data block or words on the record carriers on tapes with transverse tracks only
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B20/00Signal processing not specific to the method of recording or reproducing; Circuits therefor
    • G11B20/22Signal processing not specific to the method of recording or reproducing; Circuits therefor for reducing distortions
    • G11B20/225Signal processing not specific to the method of recording or reproducing; Circuits therefor for reducing distortions for reducing wow or flutter
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B27/00Editing; Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Monitoring; Measuring tape travel
    • G11B27/10Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B27/00Editing; Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Monitoring; Measuring tape travel
    • G11B27/10Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel
    • G11B27/11Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel by using information not detectable on the record carrier
    • G11B27/13Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel by using information not detectable on the record carrier the information being derived from movement of the record carrier, e.g. using tachometer
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B27/00Editing; Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Monitoring; Measuring tape travel
    • G11B27/10Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel
    • G11B27/19Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel by using information detectable on the record carrier
    • G11B27/28Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel by using information detectable on the record carrier by using information signals recorded by the same method as the main recording
    • G11B27/30Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel by using information detectable on the record carrier by using information signals recorded by the same method as the main recording on the same track as the main recording
    • G11B27/3027Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel by using information detectable on the record carrier by using information signals recorded by the same method as the main recording on the same track as the main recording used signal is digitally coded
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B20/00Signal processing not specific to the method of recording or reproducing; Circuits therefor
    • G11B20/10Digital recording or reproducing
    • G11B20/10527Audio or video recording; Data buffering arrangements
    • G11B2020/10537Audio or video recording
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B2220/00Record carriers by type
    • G11B2220/90Tape-like record carriers

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Signal Processing For Digital Recording And Reproducing (AREA)
  • Television Signal Processing For Recording (AREA)

Description

t J, s 70 6130
Werkwijze voor het synchroniseren van magneetregistratiev^eergeef-inrichtingen met roteerbare kop en stelsel voor het uitvoeren van deze werkwijze.
De uitvinding heeft betrekking op een stelsel en een werkwijze voor het synchroniseren van hoogfrequente digitale signalen, welke worden weergegeven uit een magnetisch medium, onder gebruik van registratie-/weergeefinrichtingen met roteerbare kop.
5 Magnetische registratie-inrichtingen met roteerbare kop bij voorbeeld van het dwarse of schroefvormige aftasttype, zoals die, welke worden toegepast bij video-, instrumentatie- of andere registra-tietoepassingen, maken, zoals bekend, gebruik van transducenten, die in een roteerbare trommel zijn ingebracht en op gelijke afstanden IQ van elkaar langs de omtrek daarvan zijn opgesteld. De trommel roteert met een betrekkelijk grote snelheid, terwijl een magneetband zich bij de trommel met een relatief geringe snelheid voortbeweegt en elke registratie— of weergeeftransducent zich over de band langs een voorafbepaalde baan beweegt, die in het algemeen als een spoor wordt 15 betiteld. Bij het weergeven van hoogfrequente digitale signalen uit een magnetisch medium is het essentieel een synchronisatie van het weergegeven signaal met de originele registratie te verkrijgen teneinde het verloren gaan van of de vervorming van de informatie-inhoud te vermijden. Teneinde dit te bereiken is het bekend een bekend syn— 20 chronisatiewoord in de te registreren informatiestroom bij het begin van elk spoor te introduceren. Voorts is het bekend, dat synchronisa-tiesignalen met het informatiesignaal worden doorschoten en in elk spoor worden geregistreerd voor het verkrijgen van verdere synchronisatie .
25 Steals bekend bestaat het bovengenoemde synchronisatiewoord, dat ook als een correlatiewoord wordt betiteld, in het. algemeen uit een blok van van informatie met een voorafbepaalde lengte en een bekende reeks bits. Bij weergave wordt het correlatiewoord gedetecteerd door een bekende digitale correlator, die in responsie daarop 30 op een bekende wijze een synchronisatiesignaal opwekt. Het synchro-nisatiesignaal activeert op zijn beurt een besturingsketen, die de gewenste synchronisatie van de weergegeven informatie verschaft.
"* ·ι···ι_»ιη rij I111 *·^·ι»'·· _ 84 0 1 0 8 8 ______ f f -2-
Voor het verkrijgen van een nauwkeurige uniformiteit van de geregistreerde sporen is het naast andere bekende criteria noodzakelijk de respectieve, koppen op een nauwkeurige wijze langs de roteerbare trommel op een afstand van elkaar op te stellen. Het is bekend 5 dat bij magnetische registratie-inrichtingen met dwarsaftasting gebruik kan worden gemaakt van vier equidistante transducenten, die op een afstand van 90 graden van elkaar om een roteerbare trommel zijn opgesteld. Tengevolge van kleine verschillen in de afstand tussen deze. transducenten kunnen evenwel· in de geregistreerde signalen tem-10 peerfouten optreden, in het algemeen bekend als "quadratuurfouten" ten opzichte van de vier gebruikte koppen. Bij bekende analoge registratie-inrichtingen is een; onjuiste transducentcentrering van bijvoorbeeld van de orde van ±100 ^ïcm acceptabel en kan deze door bekende tijdbasiscorrectie-inrichtingen worden gecorrigeerd.
15 Bij: het. registreren en weergeven van hoogfrequente digitale· signalen met. een frequentie- van bijvoorbeeld meer dan 100 MHz door registratie-inrichtingen met roteerbare kop, bijvoorbeeld van het dwarsaftasttype, is het echter nodig een digitale synchronisatie van het weergegeven signaal te verkrijgen voordat een tijdbasiscorrectie 20 kan plaatsvinden. Ten gevolge van quadratuurfouten kunnen sommige koppen bij de evenwijdige· sporen vroeger of later beginnen te registreren dan voor het bepaalde type registratie-inrichting is opgegeven . Wanneer het op deze wijze geregistreerde signaal wordt weergegeven wordt het synchronisatiewoord naar de tijd verschoven en derhalve kan 25 de synchronisatie van de weergeefinformatie worden verborgen en de informatie-inhoud worden vervormd. De bovenstaande tempeerfouten worden groter wanneer andere transducenttrommels voor respectievelijke registratie en weergave worden gebruikt.
Er kan ook een verloren gaan van de weergeefinformatie op— 30 treden wanneer het synchronisatiewoord niet door de correlator wordt geïdentificeerd.· ten gevolge van een betrekkelijk geringe signaal-ruisverhouding. Wanneer het synchronisatiewoord niet aan het begin van elk weergeefspoor wordt gedetecteerd kunnen de verdere synchroni-satiesignalen, de met de geregistreerde informatie zijn doorschoten, 35 niet worden geïdentificeerd in verband met de tempeerfouten in het signaal, geïntroduceerd door de quadratuurfouten.
8401088__ * τ -3-
Een reductie van de quadratuurfouten tot een acceptabele waarde bij registratie-inrichtingen met grote dichtheid door mechanische middelen vereist het onderhouden van een kop-tot-kop-afstand met een nauwkeurigheid van een fractie van een bitcel. Dit laatste 5 is evenwel een onredelijk mechanisch oogmerk wanneer de pakkings-dichtheden toenemen terwijl digitale correctie van deze fouten te verkrijgen mechanische toleranties mogelijk maakt.
Derhalve beoogt de uitvinding te voorzien in een stelsel en een werkwijze voor het synchroniseren van digitale signalenwelke 10 uit een magnetisch medium worden weergegeven door een magnetische registratie-/weergeefinrichting met roteerbare kop, waarbij de bovengenoemde bezwaren zich niet voordoen.
Volgens de uitvinding wordt een informatietype-teller gebruikt om het aantal informatiebits overeenkomende met de lengte 15* van elk informatiespoor van het. weergeefsignaal te tellen. Het uitgangssignaal van de teller wordt in een statusvergelij kingsinrich-ting vergeleken met een normale telling waarbij een primair synchro-nisatiesignaal in het ideale geval optreedt, dat wil zeggen wanneer er geen tempeerfout is ten opzichte van het eind van een onmiddellijk 20 voorafgaand spoor. De statusvergelijkingsinrichting geeft de richting van een tempeerfout tussen opeenvolgende sporen aan. Een correc-tiesignaal voor elke koppassage wordt in een geheugen opgeslagen en afhankelijk van de richting van het uitgangssignaal van de vergelij— kingsinrichting op peil gebracht. Het op peil gebrachte correct!e-25 signaal wordt gebruikt om de bloktype-teller te verschuiven teneinde de tempeerfout te reduceren.
Wanneer het synchronisatiesignaal aan het begin van elk spoor wordt gedetecteerd wordt de type-teller daarmede gesynchroniseerd. Wanneer dit synchronisatiesignaal evenwel niet kan worden ge-30 detecteerd zal de type-teller in plaats daarvan worden gesynchroniseerd. door het bovenbeschreven correctiesignaal, dat in het geheugen is opgeslagen.
Bij de voorkeursuitvoeringsvorm wordt ook een statusaccumuia-tor gebruikt om de invloed van dynamische fouten op korte termijn uit 35 de statische tempeerfouten te elimineren. De accumulator ontvangt de respectieve uitgangssignalen uit de statusvergelijkingsinrichting 8 4 0 1 0 8 8________ i % ^ _______ -4- voor elk eind en levert een stuursignaal om het geheugen slechts op peil te brengen wanneer een voorafbepaald aantal respectieve tempeer-fouten in dezelfde richting voor hetzelfde eind is gedetecteerd.
De uitvinding zal onderstaand nader worden toegelicht onder 5 verwijzing naar de tekening. Daarbij toont: fig. 1 schematisch een roteerbaar kopstelsel en bijbehorend magnetisch medium; fig- 2. een. aanzicht over de· lijn XI-II van fig. 1; fig. 3. een blokschema van een voorkeursuitvoeringsvorm van 10 een stelsel volgens de uitvinding; fig. 4A - 4K tempeerdiagraromen ter toelichting van de normale werking van de voorkeursuitvoeringsvorm, waarbij deze figuren in het algemeen als fig. 4 zullen worden betiteld; fig. 5A - 5K. tempeerdiagrammen, welke het effect van het 15- ontbreken van: een synchronisatie tonen wanneer geen tempeerfoutcor-rectia plaatsvindt, waarbij deze· figuren in het algemeen als fig. 5 worden betiteld? fig. 6A - 6K tempeerdiagrammen, welke de invloed van de tem-peerfoutcorrectie. tonen,, waarbij deze figuren in het algemeen als 20 fig- 6 worden betiteld; fig., ? een schema van- de statusaccumulator volgens fig. 3; fig·. S een schema van het correctiesignaalgeheugen volgens fig. 3 ? fig. 9 een schema van de bloktypeteller, de bijbehorende 25 logische besturingsketen en de venstergenerator volgens fig. 3; fig. 10 een schema van de statusvergelijkingsinrichting en de woardopslaginrichting volgens fig. 3; fig. 11A een schema van de eindteller volgens fig. 3; fig. 11B- een schema van de blokte lier- en registratie-30 inschakelgenerator volgens, fig. 3; en fig- 12. - 14 vereenvoudigde stroomdiagrammen van de werking van verschillende gedeelten van het stelsel volgens fig. 3.
Bij de hier beschreven voorkeursuitvoeringsvorm wordt een informatiestroom bijvoorbeeld bij een frequentie van 120 MHz op een 35 magneetband met een breedte van 2,5 cm door een roteerbare registra-tieinrichting met dwarse aftasting geregistreerd. De· registratie- 8401088__ 1 l 1 i i ii. .Μ 1 i ."i .1' . y" _ 'i >·ιι>.·Μ>ΐ"·ι··Μ·^. '* I'.·'* * *.
-5- inrichting bevat bij voorkeur zes transducenten 16a - 16f, die op gelijke afstanden, van elkaar langs de ontrek van een roteerbaar trom-melstelsel 10 zijn ongesteld, als aangegeven in de fig. 1 en 2.
Set is evenwel duidelijk, dat het aantal transducenten en andere 5 parameters kan verschillen afhankelijk van de bepaalde registratie/-weergeeftoepassing. Zo kan bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van vier, acht of een ander geschikt aantal transducenten-. Elke transdu-cent,.ook..betiteld als eert roteerbare kop, beweegt zich achtereenvolgens over de magneetband 12 in de richting van de peil 26, waarbi j 10 informatie op de bekende wijze op de band wordt geregistreerd of uit de band wordt weergegeven- De respectieve transducenten worden ingeschakeld wanneer zij boven de registratieband worden gebracht en worden uitschakeld bij het verlaten van de band. Ten aanzien van de eerder beschreven "quadratuur"-fouten, welke optreden bij vier equi— 15 distante; roteerbare transducenten zal naar soortgelijke tampeerfouten, welke bij de voorkeursuitvoeringsvorm, optreden, warden verwezen als "hexatuurfouten,r bij de zes gebruikte transducenten- Wanneer het stelsel 10 zich in de registratiemodus bevindt, wordt op de band 12 een aantal evenwijdige sporen geregistreerd waarvan zes sporen 20a 20 tot 20f periodiek tijdens elke volledige rotatie van het stelsel 10 worden hethaald en. een spoorreeks 22 bepalen- Elk spoor 20a --20f behoort bij een verschillende kop 16a — 16f, zoals bekend. Als een voorbeeld van de eerdergenoemde onnauwkeurige afstand langs de om— trek van de roteerbare trommel 10, zijn de koppen 16d en 16b in fig. 2 25 weergegeven als koppen met respectieve onjuiste hoekcentreringen van +S1? -S2 graden ten opzichte van een referentiehoek van 60 graden tussen deze koppen en de onmiddellijk voorafgaande koppen 16e,· 16c in de rotatierichting 18 van de trommel 10. De respectieve hoeken +S1, -S2 liggen bijvoorbeeld in de orde van i 0,01 graad. Tengevolge 30 van de bovengenoemde onjuiste centreringen zal het begin van het spoor· 20b, geregistreerd door de kop 16b, over een lengte +T1, dat wil zeggen in positieve richting, zijn verschoven en het begin van het spoor 20d over een lengte -T2, dat wil zeggen in negatieve richting zijn verschoven, ten opzichte van een referentielijn 11, welke 35 het begin van sporen aangeeft, die door nauwkeurig gecentreerde koppen worden geregistreerd. Bij de voorkeursuitvoeringsvorm kunnen de 84 0 1 088_______ -4 β * -6- lengten Tl, T2 bijvoorbeeld van de orde van 35.IQ mm zijn.
De voorkeursuitvoeringsvorm van het stelsel en de werkwij ze voor het synchroniseren van roteerbare kopinrichtingen volgens de uitvinding zal thans onder verwijzing naar het blokschema van fig. 3 5 en de respectieve tijddiagrammen, weergegeven in de fig. 4-6, worden beschreven. Bij dit voorbeeld is het geregistreerde informatie-type het volgende. Elk spoor van geregistreerde informatie omvat 91 opeenvolgende informatieblokken, waarbij elk; blok een vaste lengte van 424 bits· heeft, als aangegeven in fig. 4A. Het eerste informatie-10 blok van elk spoor omvat een synchronisatiewoord, ook betiteld als correlatiewoord, waarvan de lengte 128 bits bedraagt en welk woord op een bekende wijze voor de registratie van elk spoor in de informatiestroom is geïntroduceerd. Het correlatiewoord omvat een bekende reeks van informatiebits, zoals bekend. Bij de weergave wordt de 15' informatie teruggewonnen door een magnetische weergeef inrichting, welke· op- de bekende wij ze overeenkomt met de registratieinrichtingv De teruggewonnen informatie A wordt via een lijn 13 toe gevoerd aan een digitale correlator 14, weergegeven in fig. 3. Bij voorkeur wordt gebruik gemaakt, van een digitale correlator van het type, beschreven 20 in de Amerikaanse octrooiaanvrage serial number 342.257, ofschoon ook gebruik kan worden gemaakt van een willekeurige bekende correlator..
Opgemerkt wordt, dat de respectieve alfabetische referenties A — K welke signalen aanduiden, waarvan de tijddiagrammen zijn weergegeven in de fig. 4-6, ook op overeenkomstige plaatsen in fig.. 3 25 zijn aangegeven om een kruiselingse verwijzing te vereenvoudigen.
Op een soortgelijke wijze is in de tijddiagrammen volgens fig. 4-6 eveneens kruiselings verwezen naar de respectieve lijngetallen, welke in fig. 3 lijnen aangeven, die deze verschillende signalen voeren.
30 De correlator 14 wekt bij het detecteren van het correlatie— woord: in de informatiestroom, uit de band een synchronisatiepuls C op, welke verder zal worden betiteld als een primair synchronisatiesig— naai of spoorsynchronisatiesignaal, op de lijn 15, welke puls normaliter samenvalt met het midden van het correlatiewoord, dat wil ____„ 35: zeggen met de 64ste bit daarvan, als aangegeven in. fig. 4C. Bovendien wekt de correlator 14 op de lijn 17 een secundaire synchronisatie- 84 0 1 0 8 8_____ * » -7- puls S op, welke samenvalt met het begin van de infarmatieblakken, als aangegeven in fig. 4E. De correlator 14 ontvangt voorts over de lijn 19 een stelselkloksignaal, dat uit de band is teruggewonnen en synchroon is met de informatie op de lijn 13 en dezelfde frequentie 5 van 120 MHz heeft. De correlator 14 levert behalve dat deze de bovenbeschreven respectieve primaire en secundaire synchronisatiesignalen op de lijnen 15 en 17 levert, tevens opnieuw, geklokte informatie op de lijn 13a- en een kloksignaal op de lijn 104, welke laatstgenoemde signalen synchroon zijn met de synchronisatiesignalen op de lijnen 10 15, 17. Het kloksignaal op de lijn 104 wordt toegevoerd aan de res pectieve inrichtingen van fig. 3 teneinde op een bekende wijze een synchronisatie te verkrijgen..
Een informatietypeteller 21, welke bij voorkeur wordt gerealiseerd door een vrij lopende vooraf instelbare bloktypeteller,. wordt 15 gebruikt om. normaliter van nul tot het'aantal informatiebits, dat in. elk blok wordt gebruikt, te teller, dat wil zeggen bij de voorkeurs— uitvoeringsvorm van 0’ tot 423. De teller 21 kan vooraf worden inge— steld op een correctiewaarde, die door de tijdfout op peil wordt gebracht en in een geheugen wordt opgeslagen voor het compenseren van 20 de tijdfouten, zoals uit de hierna volgende· beschrijving zal blijken.
De teller volgt de weergegeven digitale signaalcomponenten uit elk spoor,, inclusief informatie, synchronisatiesignalen, informatiefout— correctiesignalen, enz. Zowel het primaire als secundaire synchroni-satiesignaal op de respectieve lijnen 15, 17 wordt gebruikt voor het 25 synchroniseren van de bloktypeteller 21 en de andere inrichtingen, zoals later zal worden toegelicht.
De telling M van de teller 21 op de lijn 23 evenals de eind-telling G daarvan op de lijn 25, aangegeven in fig. 4G, worden respectievelijk toegevoerd aan een logische besturingsketen 24, welke 30 tevens via dë respectieve, lijnen 15, 17 de primaire en secundaire synchronisatiesignalen ontvangt. De- logische besturingsketen 24 wekt inwendig primaire en secundaire synchronisatievensterpulsen 3, D of in het kort "vensters" in responsie op de telling op de lijn 23 op, als aangegeven in de respectieve fig. 4B en 4D. Deze "vensters" zijn 35- nodig om de- responsie op foutieve correlaties in de· informatiestroom te elimineren. Bij dit voorbeeld heeft het primaire· synchronisatie— 8 4 0 1 0 8 R_ '_ » · ί -8- venster. B een breedte van 128 bits en heeft het secundaire synchro-nisatievenster D een breedte van 8 bits. Uit de fig. 4B - 4E blijkt, dat in het ideale geval de primaire en secundaire synchronisatiesig-nalen in het midden van de bijbehorende respectieve vensters optreden.
5 Wanneer het primaire synchronisatiesignaal op de lijn 15 door de keten 24 binnen de. duur van het. primaire synchronisatievenster B volgens fig. 4B wordt ontvangen , levert de logische besturingsketen 24 een belastingsbesturingssignaal H. op de lijn 27 aan. de bloktype-teller 21, als aangegeven in fig. 4H. In responsie op het belastings-10 besturingssignaal H voert de teller 21 een ingangssignaal I aan de lijn 28 toe, als aangegeven in fig. 4Ξ en zoals later zal worden beschreven.
Een tachometer-ingangssignaal, ontvangen op de lijn 30, wordt uit: de rotatiebeweging van het roteerbare trommelstelsel 10, weergeld geven in fig. 2,. op een bekende wijze af genomen. Bij de voorkeursuitvoeringsvorm worden tijdens een volledige rotatie van de trommel 10 zes tachometerpulsen in serie verkregen, dat wil zeggen, dat één tachometerpuls juist voor het begin van elke zwaaibeweging van elke transducent 16a — 16f over- het. registratiemedium 12 wordt verkregen.
20 De tachometerpulsen op de- lijn 30 worden toegevoerd aan een venstergenerator 31, welke· bij voorkeur wordt gerealiseerd door mono— stabiele multi vibrator en, die in responsie op de lijn 32 pulsen leveren, welke overeenkomen met de primaire synchronisatievensters B, aangegeven in fig. 4B. Het signaal op de lijn 32 bestuurt de schake-25 ling van het ingangssignaal I op de lijn 28 van de bloktypeteller 21 waar deze is weergegeven door een schakelaar 33, die met 'deze ingangs-lijn 28 als volgt is verbonden. Een constante woordopzamelinrichting 34 bevat een constant binair getal, overeenkomende met het aantal bits vanaf het begin van het eerste informatieblok, dat ook overeen-30 komt met het eindevan het laatste informatieblok van een onmiddellijk voorafgaand, spoor, waarbij het primaire· synchronisatiesignaal op de lijn 15 normaliter optreedt., dat wil zeggen wanneer geen hexatuur-fout aanwezig is. Bij de voorkeursuitvoeringsvorm is het constants binaire woord, dat in de woordopzamelinrichting^34^is opgeslagen, 35 gelijk aan- 360 bits. De· woordopzamelinrichting 34 voert dit uitgangssignaal via. de lijn 35 aan de schakelaar 33 toe.
' «401088_ m ·· -9-
Bij het. begin van elk primair synchronisatievenster B wordt de schakelaar 33 via de lijn 32 zodanig bestuurd/ dat de ingangslijn 28 van de teller 21 met de uitgangslijn 35 van de woordopzamelinrich-ting 34 wordt verbonden. Kort daarna wordt een belastingsbesturingssig-5 naai H op de lijn 27 vanuit de besturingsketen 24 synchroon met het primaire synchronisatiesignaal C op de lijn 15 tijdens het primaire synchronisatievenster aan de lijn 32 toegevoerd. Derhalve wordt, de binaire teller 21 via. de lijn 28 vooraf ingesteld op de 360 bits, welke telling overeenkomt met. het normale optreden van het primaire 10 synchronisatiesignaal C op de lijn 15, zoals uit fig. 4 blijkt en boven is beschreven, üit de bovenstaande toelichting blijkt onder verwijzing naar fig. 4, dat tijdens het normale bedrijf de typeteller 21 wordt gesynchroniseerd bij het ontvangen van elk primair synchro— nisatiesignaal op de lijn 15.
15· BUc secundair synchronisatiesignaal op de lijn 17 voorziet in een verdere synchronisatie van het weergeefsignaal bij elk. spoor van de geregistreerde informatie teneinde een eventuele slip van de buiten-bandklok als volgt te compenseren. Wanneer een secundair synchronisatiesignaal E op de lijn 17, als aangegeven in fig. 4E, door 20 de besturingsketen 24 wordt ontvangen tijdens een secundair synchro— nisatievenster, dat door deze keten wordt geleverd en in fig. 4D is-aangegeven, wordt de bloktypeteller 21 via de lijn 103 synchroon op nul teruggesteld. De bloktypeteller 21 wordt alternatief op nul teruggesteld via de lijn 103 in responsie op zijn eigen eindtelling G 25 op de lijn 25. Laatstgenoemde eindtelling is weergegeven in fig. 4G. üit de fig. 4E en 4G blijkt, dat wanneer de teller 21 op de juiste wijze is gesynchroniseerd de eindtelling op de lijn 25 en het secun-daire synchronisatiesignaal op de lijn 17 bij het begin van elk blok informatie, aangegeven in fig. 4,. samenvallen. Op een soortgelijke 30 wijze, zal wanneer het primaire synchronisatiesignaal op de lijn 15 aanwezig isr de typeteller 21 daardoor bij het begin van elke koppas-sage worden gesynchroniseerd, zoals boven is beschreven. .
In het geval, dat het primaire synchronisatiesignaal C op de lijn 15 niet door de correlator 14 wordt opgewekt bijvoorbeeld ten-35 gevolge van te veel ruis in de weergegeven informatie op de lijn 13 en het dientengevolge niet in. staat zijn van de correlator om het corre- 84 0 1 03 8_;____ -10- v -i' latiewoord bij weergave te indentificeren, zal de teller 21 bij elke eindtelling op nul worden teruggesteld, zoals boven is beschreven, doch zal niet op 360 vooraf worden ingesteld in responsie op het primaire synchronisatiesignaal aan het begin van elk spoor van weer-5 gegeven informatie. Het laatste geval is aangegeven in de tijddia-grammen volgens fig. 5, waarbij het primaire synchronisatiesignaal C is aangegeven door een stippellijn als ontbrekende tijdens, het primaire synchronisatievenster B van de transducent 2- Aangezien de be— sturingsketen 24 het belastingssignaal H op de lijn 27 niet zal toe-10 voeren voor het' vooraf instellen van de bloktypeteller 21 met de vaste waarde van 360 bits, zoals boven is beschreven, zal de teller 21 derhalve uit synchronisatie komen... Dientengevolge, zullen de secundaire synchronisaties ignalen E mogelijk niet optreden, tijdens de secundaire synchronisatievensters, als aangegeven in de fig. SE en 5D.
- 15» In andere gevallen waarbij' een hexatuurfout optreedt, zoals aangegeven bij "U”' in fig. 5A, kunnen de secundaire synchronisatiesignalen op de lijn 17, aangegeven in fig. 5E, ook buiten het gebied van de secundaire synchronisatievensters, geleverd door de besturings-keten. 24 en aangegeven in fig. 5D,. vallen. Derhalve zal wanneer geen· 20 tijdfo ut correctie wordt verschaft, als aangegeven in fig. 5, de tel ler 21 uit synchronisatie komen met het eerdergenoemde weer geef signaal op de lijn 13a van fig. 3.
Het bovenbeschreven verloren gaan van de synchronisatie wordt geëlimineerd door het synchronisatiestelsel en de werkwijze volgens 25 de uitvinding, zoals uit een verdere toelichting op fig. 6 zal blijken. Overeenkomstig de voorkeursuitvoeringsvorm volgens fig. 3 worden de tachometerpulsen op de lijn 30 verder toegevoerd aan een transducent-teller 37, welke is uitgevoerd,als een modulo-6-teller. De telling K uit de transducentteller 37, aangegeven in fig. 6K, adresseert via 30- de lijn 40 zowel een. statusaccumulator 41 als een hexatuurgeheugen 42, waarvan·, de respectieve handelingen later zullen worden beschreven.
Een digitale statusvergelijkingsketen 43 ontvangt bij één ingang via de lijn 23 het eercjer beschreven uitgangssignaal M uit de type te lier 21, Bij een^feweede ingang ontvangt de keten 43 via de lijn 35· 44 een constante binaire waarde N, welke is opgeslagen in. een con- stante-woordopslaginrichting 45, welke waarde bij de voorkeursuitvoe- 8401088_ -u- ringsvorm vooraf wordt ingestald op N = 360. Zoals uit de eerdere omschrijving blijkt, komt de waarde N overeen met het midden van het correlatiewoord van elk geregistreerd spoor en valt met het primaire synchronisatiesignaal C op de lijn 15 samen indien er geen hexatuur-5 fout is, zoals boven onder verwijzing naar fig. 4 is toegelicht.
De vergelijkingsinrichting 43 vergelijkt de respectieve signalen M en Ν' continu en· levert een uitgangssignaal op lijn 46 daarvan op het moment, dat het primaire synchronisatiesignaal C op de lijn 15 wordt ontvangen. Derhalve geeft het signaal op de lijn 46 bij het begin van 10 elke koppassage aan of de teller uit de typeteller 21 op tijd is, voorijlt of achterijlt ten opzichte van het primaire synchronisatiesignaal uit de band op de lijn 15. 3ij de voorkeursuitvoeringsvorm volgens fig. 1 wordt gebruik gemaakt van de volgende bitcombinaties op de lijn 46: 15 Signaal op lijn 46 Status van bloktypeteller 21 11 Μ < N teller achter 01 Μ > N teller voor 00 M = N teller juist 10 combinatie niet toegestaan 20 tabel 1
Het signaal op de lijn 46 wordt toegevoerd aan de status-accumulatorketen 41,. welke wordt gebruikt om statische tijdfouten als. volgt te onderscheiden van dynamische tijdfouten* Zoals bekend zijn dynamische tijdfouten, zoals die, welke worden veroorzaakt door servo-25 instabiliteit, mechanische trillingen van de roteerbare trommel, enz., welke bij opeenvolgende koppassages in elke richting variëren, betrek-kelijk klein vergeleken met quadratuur-, hexatuur- of analoge tijdfouten, die van statische aard zijn. Het is derhalve gewenst deze dynamische fouten, buiten beschouwing te laten bij het verschaffen van 30 hexatuurfouttomiddeling. Hiertoe levert de accumulator 41 een uitgangs- signaaL op de één van de lijnen 50 of 51 slechts nadat een tijdfout in dezelfde richting voor een bepaalde kop gedurende een. totaal van vier gangen over de band is gedetecteerd. De statusaccumulator 41 is zodanig geprogrammeerd, dat deze het aantal koppassages voor elke kop 35 gedurende welke het verschil tussen de waarden M eh. N dezelfde zin of richting heeft, telt.. Wanneer een deviatie in één richting ten op- 840 1 08 8 ______ -* «j—.·.’ ' . w.afcJ··. ·: - ‘V · ' '.· ° . - ’··.. .1 “ v "·· .· J ·· · ·';· v'~ ',- 5 -v \-· ... .' * *'’· ’ · ·· -12- zichte van een bepaalde kop gedurende vier gangen wordt gedetecteerd wordt een overeenkomstig uitgangssignaal als volgt op lijn 50 of 52 geleverd. Wanneer M < N, dat wil zeggen wanneer de teller 21 achter loopt, als aangegeven in tabel 1, wordt op de lijn 50 een uitgangs-5 signaal verschaft, dat op zijn beurt een incrementeertrap van het hexatuurgeheugen 42 in werking stelt. Op een analoge wijze stelt wanneer M > N, dat wil zeggen wanneer de teller 21 voorloopt, een uitgangssignaal, op de lijn 52 een decrementeertxap van het geheugen . 42 in werking. Tenslotte stelt wanneer M = N, een uitgangssignaal op 10 de lijn 51 een "niets doen"-trap van het hexatuurgeheugen 42 in werking.
Het hexatuurgeheugen 42 wordt gebruikt voor het opslaan en op peil brengen van een gemiddelde hexatuurfoutcorrectiewaarde HA in de vorm van een telling waarop de typeteller 21 vooraf wordt in-15 gesteld bij het begin van, elke koppassage over het magnetische medium. Derhalve zamelt aan het begin, van een weergave het hexatuurgeheugen 42 een waarde nuL voor elke· transducent 16a - 16f op. Tijdens· de weergave, wanneer de bovengenoemde deviaties door de vergelijkings-inrichting 43 worden gedetecteerd,- wordt de initiële in het geheugen 20 42 opgeslagen waarde op peil gebracht wanneer op de lijn 50 of 52 uit de accumulator 41 een signaal aanwezig is. Wanneer één van de incre— menteer- of decrementeertrappen. van het geheugen 42 via de respectieve lijnen 50, 52 in werking wordt gesteld, wordt de op dat moment daarin opgeslagen waarde met één gelncrementeerd op gedecrementeerd.
25 De op deze wijze gelncrementeerde of gedecrementeerde waarde stelt een gemiddelde hexatuurfoutcorrectiewaarde HA voor en deze wordt in het hexatuurgeheugen 42 opgeslagen tot een verdere verandering daarvan. In het geval, dat via de lijn 51 de "niets doen"-trap in werking wordt gesteld, blijft het in het geheugen; 42 opgeslagen signaal onge-30 wijzigd.
De hexatuurfoutcorrectiewaarde HA wordt, dan via de lijn 53,. de eerder beschreven schakelaar 33 en de lijn 28 aan de· teller 21 toegevoerd. Laatstgenoemde waarde HA stelt een telling voor waarop de teller 21 vooraf wordt ingesteld in responsie op een. stuursignaal op 35 de lijn 27' aan het eind. van elke kopaftasting, zoals later zal worden beschreven.
84 0 1 0 8 8 _______ ί ·* -13-
Thans zal een besturingshandeling worden beschreven/ welke een voorafgaande instelling van de bloktvpeteller 21 op de waarde SA die in het hexatuurgeheugen 42 is op ges lagen, effectueert. Men maakt gebruik van een informatieblokteller 54, die bij de voorkeursuitvoe-5 ringsvorm is uitgevoerd als een modulo-91-teller ten opzichte van het aantal gebruikte informatieblokken. De informatieblokteller 54 ontvangt over de lijn 25 de eerdergenoemde eindtelling G, aangegeven in fig. 6G, uit de tvpeteller 21 en levert een uitgangspuls F op de lijn 55, aangegeven in fig. 6F, welke samenvalt met de duur van het laat-10 ste informatieblok, dat wil zeggen van het 91ste blok van elk weergegeven inforaatiespoor. Het signaal op de lijn 55 wordt toegevoerd aan een registratie-inschakelgenerator 56, welke in responsie daarop een registratie-inschakelpuls J op de lijn 57 levert, aangegeven in fig.
6J. Zoals uit fig- 3 blijkt, wordt de puls J op de lijn 57 toegevoerd 15 aan het hexatuurgeheugen 42, de statusaccumulator 41 en de statusver-gelij kings inrichting 43, Het signaal J op lijn 57 stelt de statusaccumulator 41 in werking om het uitgangssignaal op de lijn 46 uit de statusvergelijkingsinrichting 43 te introduceren, geeft vervolgens de statusvergelijkingsinrichting vrij en stelt het hexatuurgeheugen 20 42 in werking om het op peil gebrachte signaal HA te introduceren voor opzameling in dit geheugen in responsie op één van de stuursignalen op de respectieve lijnen 50 - 52.
De bovenbeschreven puls F op de lijn 55 wordt ook toegevoerd aan de logische besturingsketen 24, die in responsie daarop en samen-25 vallend met de eindtelling op de lijn 25 een belastingssignaal op de lijn 27 aan de bloktypeteller 21 toevoert, zoals blijkt uit de fig.
6F - 6H. Derhalve stelt het signaal op de lijn 28, dat tijdens het laatste blok het HA-signaal uit het geheugen 42 voorstelt, de type-teller 21 vooraf in, als aangegeven in fig. 6Γ. De teller 21 begint.
30 dan te tellen vanaf deze initiële telling totdat de teller wordt teruggesteld door het signaaL op de lijn 103, zoals boven is beschreven.
üit de bovenstaande toelichting onder verwijzing naar het tijddiagram volgens fig. 6 blijkt, dat wanneer één of meer primaire synchronisatiesignalen C ontbreken, zoals aangegeven in fig. 6C, 35 tijdens de aftasting door de transducent 2, de teller 21 niet vooraf synchroon op 360 bits kan worden ingesteld zoals tijdens het normale 84 0 1 0 8 8__ 1 ' ....... —............. ............ II. m. I I.,. .... . , -14- bedrijf. In plaats daarvan zal de teller 21 periodiek aan het eind van het laatste informatieblok vooraf op de hexatuurfoutcorrectie-waarde HA worden ingesteld. Derhalve wordt de werking van de teller 21 in nauw synchronisms met de weergeefinformatie A gehouden totdat 5 het opwekken van het primaire synchronisatiesignaal C of het secundaire synchronisatiesignaal S door de correlator 14 wordt hervat.
Voor het verschaffen van een meer gedetailleerde beschrijving van de voorkeursuitvoeringsvorm zullen nu de verschillende inrichtingen, aangegeven in het blokschema volgens fig. 3, en de res-10 pectieve werkingen daarvan worden beschreven onder verwijzing naar de respectieve fig. 7 - 14. Om een vergelijking te vereenvoudigen, zijn overeenkomstige elementen, in alle figuren van dezelfde verwijzingen voorzien.
Fig.. 7' toont een meer gedetailleerd schema van de statusaccu— 15 mulator 41 volgens fig. 3. De accumulator omvat een RAM. 60, bijvoorbeeld. van het type 10.145, een PROM 61, bijvoorbeeld van het type 10139 en een grendelinrichting 62 bijvoorbeeld van het type 10176. De respectieve ingangs- en uitgangslijnen 40, 46, 50 tot 52 en 57 van de statusaccumulator 41, aangegeven in fig. 7, komen overeen met die, 20 welke boven onder verwijzing naar fig. 3 zijn beschreven. Derhalve ontvangt de RAM 60 over de Lijnen 40 de eerder beschreven transducent-telling K. 1 - 6 uit de transducentteller 37 van fig. 3, waarbij de daarin opgeslagen waarde, behorende bij één van de roteerbare koppen 16a - 16f wordt geadresseerd. De RAM 60 levert op de lijn 63 een van 25 een teken voorzien geheel getal ±NA met een waarde van -3 tot +3, dat voor de op dat moment geadresseerde kop 16a - 16f het totale aantal hexatuurfouten aangeeft, dat in dezelfde richting plaatsvindt.
Een positief teken "plus" geeft een positieve hexatuurfout aan, overeenkomende-met een status M > N op de lijnen 46, terwijl een 30 negatief teken "minus'" een negatieve hexatuurfout aan geeft,, dat wil zeggen wanneer M- < N' is. Opgemerkt, wordt, dat twee lijnen 63 voor de binaire notatie worden gebruikt en de· derde lijn het teken aangeeft.
De PROM 61 ontvangt het. signaal +NA op de lijnen 63 en ontvangt tevens het boven aangegeven statussignaal op de lijnen 46 uit de statusver-35 gelijkingsinrichting 43 volgens fig. 3, zoals eerder onder verwijzing naar tabel 1 is·· beschreven. Afhankelijk van de waarde van het status- 8401088 -15- > , signaal op de lijnen 46 telt de PROM 61 een binaire één bij het signaal ±NA op de lijnen 63 op of trekt deze binaire één van het betreffende signaal af en voert de op deze wijze op peil gebrachte waarde NA' via de lijnen 64 aan de grendelinrichting 62 toe. De grsndelin-5 richting 62 zamelt de laatstgenoemde waarde NA' op totdat een eerder beschreven registratie-inschakelsignaal WE via de lijnen 57 uit de registratie-inschakelgenerator 56 van fig. 3 wordt ontvangen, dat op zijn beurt een vervanging van de eerder opgeslagen waarde ±NA in de RAM 60 door de op peil gebrachte waarde ±NAr effectueert. Het blijkt 10 uit een verdere toelichting, dat wanneer de waarde NA' gelijk is aan respectievelijk +3 of -3, een overeenkomstig uitgangssignaal op de lijnen 52 of 50 uit de PROM 61 wordt opgewekt en de in de RAM 60 opgeslagen waarde voor die bepaalde kop op nul wordt teruggesteld.
Wanneer het uitgangssignaal op de lijnen 64 gelijk is aan +-3 15’ of —3 en het. signaal, dat over de lijn 46 wordt ontvangen, een hexa-tuurfout in dezelfde richting aangeeft, levert de PROM 61 een overeenkomstig uitgangssignaal op één van de lijnen 50 of 52, zoals boven is beschreven. Indien de absolute waarde van het signaal op de· lijnen 64 kleiner* is. dan 3 voert de PROM 61 een "niets doen"-stuursignaal 20 aan de lijn 51 toe. De respectieve signalen op de lijnen 50 - 52 worden toegevoerd aan het hexatuurgeheugen 42 waarvan een gedetailleerd schema is weergegeven in fig. 8 en welk geheugen later zal worden beschreven.
De bovenstaande werking van de statusaccumulator 41 wordt 25 verder geïllustreerd door het volgende voorbeeld, dat hierna onder verwijzing naar fig. 3 en 7 zal worden beschreven. Verondersteld wordt, dat een bepaalde weergeefkop van een roteerbare transversale registra-tieVweergeefinrichting, zoals de kop I6d, weergegeven in fig. 2 een statische tijdbasisfout bezit, ook betiteld als een hexatuurfout, 30 en wel van M > N gelijk, aan +4 bits, terwijl de dynamische fout wordt verwaarloosd. Voorts wordt aangenomen, dat op dat moment in het hexatuurgeheugen 42 een gemiddelde hexatuurfoutcorrectiewaarde HA met een waarde nul is opgeslagen voor die bepaalde kop. Na de volgende passage van die transducent over de band detecteert de vergelijkingsinrich-35' ting 43 een positieve tijdfout aangezien de typeteller 21 tot 364 in plaats van tot 360 heeft geteld wanneer de primaire synchronisatie- 8 4 0 1 0 8 8 __ -16- puls op de lijn 15a aanwezig is. Derhalve geeft het uitgangssignaal op lijn 46 aan, dat M > N als aangegeven in tabel 1. Op een overeen-·· komstige wijze is het signaal +NA op de lijn 63 van fig. 7 gelijk, aan nul en voert de PROM 61 een waarde +1 via. de lijnen 64 aan de 5 grendelinrichting 62 voor die bepaalde transducent toe. Het vergrendelde signaal +1 wordt dan in responsie op het signaal WE op de· lijn 57 in. de RM 60 opgeslagen.. Indien tijdens een volgende passage van dezelfde kop de PROM 61 een signaal op de lijnen 46 ontvangt, dat aangeeft, dat M « N, dat wil zeggen geen hexatuurfout 10 aangeeft, wordt het op dat moment in de RAM 60 opgeslagen signaal op de waarde +1 gehouden. Indien tijdens een volgende passage van dezelfde kop de PROM 61 een signaal op de lijnen 46 ontvangt, dat aan-' geeft, dat M < N, dat wil zeggen een negatieve hexatuurfout, dan wordt het op dat moment in de RAM 60 opgeslagen signaal met 1 ver-15 laagd, waardoor het tot nul terugkeert_ In de bovenstaande gevallen zal een. uitgangssignaal op de lijn 51 uit de- accumulator 41 de "niets doen "-trap van het hexatuur geheugen 42 van fig. 3 in werking stellen. Thans wordt veronderstelt, dat een totaal aantal van drie pulsen, aangevende, dat M: > N, in de. RAM 60 voor een bepaalde kop is 20 opgeslagen en een extra puls, welke dezelfde status aangeeft, via de lijnen 46 door de PROM 61 wordt ontvangen. De PROM 61 voert dan een stuurpuls aan de lijn 52 toe, welke de· decrementeertrap van het hexatuur geheugen 42 in werking- stelt,, welke trap op zijn beurt de op dat moment in het hexatuurgeheugen 42 opgeslagen waarde HA met één decre-25 menteert. Indien de op dat moment opgeslagen waarde gelijk is aan nul, is de resulterende op peil gebrachte waarde gelijk aan één minder dan nul, hetgeen in het geval van het gebruikte informatietype 423 bits is aangezien bij dit voorbeeld de status van nul bits dezelfde is als een. status, van 424 bits ten opzichte van de vrij lopende teller 21 30 van fig. 3. Derhalve zal voor de volgende koppassage van de bepaalde kop het uitgangssignaal HA op de lijn 53 uit het. geheugen 42 423· zijn in plaats van 0, dat wil zeggen, dat de teller 26 één bit. meer dan eerst zal tellen. Derhalve zal de vergelijkingsinrichting 43 opnieuw een positieve fout detecteren aangezien het primaire synchro-35 nisatiesignaal op de lijn 15a bij een telling, gelijk aan 363 bits, zal arriveren. Indien dezelfde fout achtereenvolgens driemaal meer ___84 0 1 0 8 8_ s « -17- wordt aangegeven, zal de in het geheugen 42 opgeslagen HA-waarde vervolgens met één worden gedecrementeerd en de fout tot +2 bits worden verminderd, vervolgens naar +1 bit en tenslotte naar nul. Wanneer de fout, gedetecteerd door de vergelijkingsinrichting 21, gelijk is aan 5 nul, dat wil zeggen, dat M = N, welk geval overeenkomt met het geval, dat het primaire synchronisatiesignaal op de lijn 15a samenvalt met de telling 360 op zowel de lijn 23 uit de teller 21 als op de lijn 44 uit.de woordopzamelinrichting 45, stelt de PROM 61 van de accumulator 41 de "niets doen"-trap via de lijn 51 in werking, welke trap dan 10 de op dat moment in het geheugen 42 opgeslagen waarde HA ongewijzigd terugbrengt.
Het blijkt uit het bovenstaande voorbeeld, dat een correctie van een hexatuurfout in tegengestelde zin wanneer M < N op een analoge wijze zal plaatsvinden onder gebruik van de incrementeertrap 15 van het hexatuurge heugen 42-
De bovenbeschreven werking van de statusaccumulator 41 volgens fig. 4 wordt verder toegelicht door een stroomdiagram, weergegeven in fig. 12, dat op een conceptuele wijze deze werking omschrijft. Laatstgenoemde werking van de statusaccumulator 41 kan het best wor— 20 den geregeld door een microprogramma, aanwezig in de PROM 61, gebaseerd op dit stroomdiagram, zoals op zichzelf bekend is.
Een- gedetailleerd schema van het hexatuurgeheugen 42 volgens fig. 3. vindt men in fig. 3 en zal thans worden beschreven. Bij de voorkeursuitvoeringsvorm omvat het hexatuurgeheugen 42 een "niets 25 doen”-trap 66, een decrementeertrap 67, een incrementeertrap 68 en een hexatuurfoutopzameltrap 71. De "niets doen"-trap 66 omvat acht EN-poorten 72 bijvoorbeeld bestaande uit geïntegreerde ketenelementen van het type 10104. Een ingang· van elke poort 72 dient voor het ontvangen van het "niets doen"-stuursignaal op de lijn 51 uit de status-30 accumulator 41, welk signaal boven onder verwijzing naar fig. 7 is beschreven- Elke EN-poort 72 ontvangt aan de andere ingang daarvan één bit van een uit 8 bits bestaand uitgangssignaal HA, dat op de lijnen 53 uit de HA-foutopzamelinrichting 71 aanwezig is, als aangegeven in fig. 8, en welke lijnen overeenkomen met de eerder beschre-35' ven uitgangslijn 53 uit het hexatuurgeheugen 42 van fig- 3. De respectieve uitgangssignalen van de poorten 72 worden via lijnen 75 teruggevoerd naar de HA-foutopzamelinrichting 71.
—8-4-04-0. 8 8---- >. jwwea>!i .w m unni.wj jwr^'-n* n naiiep-w—c^uwi·. m r*vrr« w-«-r -18-
De: decrementeertrap 67 en de incrementeertrap 68 omvatten elk twee PROM's 73, resp. 79, bij voorkeur van het type 10149. Het uitgangssignaal op de lijnen 53 uit de opzamelinrichting 71 adresseert de respectieve PROM's 73, 79 en het respectieve op peil gebrachte 5 uitgangssignaal daaruit wordt via de lijnen 75 teruggevoerd naar de opzamelinrichting 71,'waar dit signaal de oude HA-waarde vervangt, zoals, boven: is. beschreven.
De· HA-foutopzamelinrichting 71 omvat twee RAM's 74,. bij voorkeur van het type 10145, en twee quad-D-flip-flops 76, 77, bij voor-10 keur van het type 10176. De RAM's 74 worden gebruikt voor het opzamelen van de hexatuurfoutcorrectiewaarde HA, zoals boven is beschreven en het toevoeren van de· op dat moment opgeslagen waarde via de lijnen · 53 en 28 aan de bloktypeteller 21 evenals aan de respectieve trappen 66 - 68 van het hexatuurgeheugen 42. Afhankelijk van het feit welke 15· van de besturingslijnen 50 - 52 uit de eerder beschreven statusaccu-mulator 41 wordt geactiveerd, wordt één van de laatstgenoemde trappen in werking gesteld om. het signaal HA op lijn 53 als volgt: op peil te brengen. Wanneer de trap 66 via de lijn 51 in werking wordt gesteld voeren de poorten 72 het ongewijzigde, signaal op de lijnen 53 via de· 20 lijnen 75 aan de opzamelinrichting 71 terug. Wanneer de decrementeer-trap 67 via de lijn 52 in werking wordt gesteld, decrementeren de PROM's 73 de waarde van HA op de lijnen 53 met één en voeren de resulterende waarde van HA' via de lijnen 75 aan de opzamelinrichting 71 terug. Op een analoge wijze incrementeren, wanneer de incrementeertrap 25· 68 via de lijn 50 in werking wordt gesteld, de PROM's 79 de signaal- waarde HA op de lijnen 53 met één en voeren het op deze wijze op peil gebrachte signaal HA' via de lijnen 75 aan de opzamelinrichting 71 terug. Het op deze wijze op peil gebrachte signaal HA' op de lijnen 75 wordt eerst toegevoerd, aan. de f-lip-flops 76, 77 voor tijdelijke 30 opslag en. wordt vervolgens aan de RAM's 74 toegevoerd in responsie op het eerder beschreven registratie-inschakelsignaal WE. op de lijnen 57. De op deze wijze op peil. gebrachte, waarde HA' vervangt de eerder in de RAM's 74 opgeslagen waarde HA.
De eerder beschreven schakelaar 33 van fig. 3 wordt bij de 35. uitvoeringsvorm volgens fig. 8 als volgt gerealiseerd. Tijdens het primaire synchronisatievenster B op de lijn 32, als aangegeven in 8 4 0 1 0 8 8________ 7 ψ -19- fig. 6Β, wordt de constante-woordopzamelinrichting 34, bij voorkeur bestaande uit een PROM van het type 10149, in werking gesteld en wordt het constante woord daaruit via lijnen 35 en 28, welke daarmede zijn verbonden toegevoerd aan de eerder beschreven bloktvpeteller 21 5 van fig. 3. wanneer aan het eind van elk primair synchronisatievenster B de constante-woordopzamelinrichting 34 buiten werking wordt gesteld, wordt de hexatuurfoutcorrectiewaarde HA op de lijnen 53 toegevoerd aan de teller 21, zoals het best blijkt uit het tijddiagram volgens fig. 4. üit de bovenstaande beschrijving volgt, dat de schakelaar 33 10 volgens fig. 3 in wezen in fig·. 8 wordt gerealiseerd door het stuursignaal op de lijn 32 te gebruiken om een uitgangssignaal uit de woordopzamelinrichting 34 aan de bloktypeteller 21 toe te voeren tijdens het primaire synchronisatievenster onmiddellijk nadat de waarde HA op de lijn 53 daaraan, is toegevoerd, zoals het best blijkt uit 15 fig. 41.
Wanneer derhalve het primaire synchronisatiesignaal op de lijn 15 ontbreekt, zoals bijvoorbeeld is aangegeven in fig. 6C, is aan de teller 21 reeds via de lijnen 53 en 28 de hexatuurfoutcorrec-tiewaarde toegevoerd. De teller 21 zal dan in responsie op de eind— 20 telling daarvan via de lijnen 25, de logische besturingsketen 24 en de lijnen 103 worden teruggesteld, zoals later meer gedetailleerd onder verwijzing naar fig. 9 zal worden beschreven.
Bij de bepaalde uitvoeringsvorm volgens fig. 8 wordt een èxclu— sieve OF-poort 58 gebruikt om de meest significante bit vance telling 25 op de lijnen 28 om te keren teneinde een uit 9 bits bestaand ingangssignaal, dat door de teller 21 wordt vereist, uit een uit 8 bits bestaand uitgangssignaal van de RAM's 74 te verkrijgen.
De bovenbeschreven werking van het hexatuurgeheugen 42 volgens fig. 8. wordt verder toegelicht door een stroomdiagram, weerge— 30 geven in fig. 13, dat op een conseptuele wijze deze werking beschrijft.
Fig. 9 toont een gedetailleerd schema van de bloktypeteller 21, welke bij voorkeur bestaat uit vooraf instelbare tellers 81 van het type 100136 en van de logische besturingsketen 24, welke met de teller 21 samenwerkt, welke respectieve inrichtingen onder verwijzing 35 naar fig. 3 zijn beschreven. Bij de voorkeursuitvoeringsvorm tellen de tellers 81 van nul tot 423 wanneer geen hexatuurfout wordt gedetec- 84 0 1 0 8 ft_ -20- teerd. De telling uit de tellers 81 wordt continu via de lijnen 23 toegevoerd aan een synchronisatievenstergenerator 82, welke bij voorkeur bestaat uit een PROM van het type 10139. De telling op de lijnen 23 adresseert de PROM 82, welke op zijn beurt op de lijn 83 primaire 5 vensterpulsen, in het kort "vensters", levert, die elk een breedte van 128 bits hebben. De pulsen op de lijn 83 komen overeen met de eerder beschreven, pulsen, aangegeven in fig. 4B, doch zij worden afgenomen uit. de telling1 23 en derhalve is hun tempering· meer nauwkeurig. De PROM 82 levert, secundaire vensterpulsen op de lijn 84, elk 10 met een breedte van 8 bits, als aangegeven in fig. 4D. Uit de fig. 4A tot 4E blijkt, dat het primaire synchronisatiesignaal, ontvangen over de lijn 15, in het ideale geval in het midden van de primaire vensterpulsen optreedt en het. secundaire synchronisatiesignaal, ontvangen over de lijn 1T, in het midden van de secundaire vensterpulsen op-IS treedt.
Onder verdere- verwijzing naar de tijddiagrammen volgens fig.
4, voert, wanneer de eindtelling G op- de lijn 25 uit de tellers 81 wordt ontvangen door de multiplexinrichting 85, bijvoorbeeld van het type 100171, gedurende de puls op de lijn 55 uit de blokteller 54 20 van fig. 3, welke puls samenvalt met het laatste blok 18 van het informatiespoor, als aangegeven in fig. 4F, de multiplexinrichting 85 een belastingssignaal via de lijn 27 aan de tellers·. 81 toe, welk signaal samenvalt met de laatste bit van het laatste blok. In responsie daarop wordt aan de tellers 81 de eerder beschreven hexatuurfout-r 25 correctiewaarde HA via. de lijnen 28 uit het hexatuurgeheugen 42 van fig. 8 toegevoerd, als aangegeven in fig. 41.
Da venstergenerator 31 omvat bij voorkeur twee in serie verbonden één-periodemultivibratoren 125, 126. De eerste multivibrator 125' ontvangt de eerder beschreven, tachometarpulsen op de lijn 30 en 30- vertraagt deze zodanig, dat zij samenvallen met het eerste informa-' tieblok, terwij 1 da tweede· multivibrator 126 de breedte van de uit-gangspuls: op de lijn. 321 bepaalt, als aangegeven in fig. 4B. Zoals eerder beschreven, worden tijdens de normale werking de beide primaire en secundaire synchronisatiepulsen op de respectieve uitgangs-35 lijnen 15 , 1.7 uit de correlator 14 ontvangen tijdens de bijbehorende respectieve vensters, die op de lijnen 83, 84 aanwezig zijn.
8401088_ * * -21- OF-poorten 91, 92 worden gebruikt om een puls op de lijn 15a aan de multiplexinrichting 85 toe te voeren wanneer het primaire synchroni-satiesignaal op de lijn 15 tijdens of het venster op de lijn 83a uit de FROM 82 of op de lijn 32 uit de venstergenerator 31 wordt ontvan-5 gen. Afhankelijk van het eerder beschreven statuskiesbesturingssig-naal, dat daaraan via de lijn 55 uit de blokteller 54 wordt toegevoerd, activeert de multiplexinrichting 85 de eerder beschreven be-lastingsüjn 27, terwijl het constante woord van 360 bits via de lijnen 28 uit de woordopzamelinrichting 34 aan de tellers 81 wordt 10 toegevoerd, zoals eerder onder verwijzing naar de fig. 3 en 4 is beschreven. Derhalve worden elke keer, dat op de lijn 15 een primair synchronisatiesignaal optreedt, de tellers 81 via de lijnen 28 vooraf ingesteld op een waarde 360, als aangegeven in de fig.. 4A - 4C en 4X. Opgemerkt wordt, dat de flip-flop 95 in fig. 9 wordt gebruikt om de 15 'genoemde primaire en secundaire synchronisatievensters te vergrende len.
Uit de bovenstaande omschrijving blijkt, dat in het geval, dat het primaire synchronisatiesignaal niet tijdens of het venster op de lijn 32 resp. 83a optreedt,, het stuursignaal op de lijn 27 de 20 toevoer van het constante woord aan de tellers 81 niet zal activeren.
In plaats daarvan zal. de eerder toegevoerde foutcorrectiewaarde HA deze tellers 81 hebben gestart, waarbij deze tellers worden teruggesteld en de synchronisatie daarvan als volgt plaatsvindt.
Wanneer het secundaire synchronisatiesignaal op de lijn 17 25 tijdens het bijbehorende venster op de lijn 84a door een OF-poort 93 wordt ontvangen, wordt een stuursignaal via de lijn 96 toegevoerd aan een D-flip-flop 97, welke op zijn beurt een terugstelpuls via de terugstellijn 103 toevoert teneinde de tellers 81 bij het begin van elk blok op nul terug te stellen. De D-flip-flop 97, bij voorkeur van 30 het type 100131, wordt tezamen met een NOF-poort 98 gebruikt om de duur van de terugstelpuls te verkorten, zoals op zichzelf:bekend is.
Alternatief worden de tellers 81 teruggesteld door hun eigen eindtelling G op de lijn 25, welke via één ingang van de NOF-poort 101 en de lijn 102 aan de D-flip-flop 97 wordt toegevoerd. De andere 35 ingang van de NOF-poort 101 ontvangt de eerder beschreven laatste— blokbesturingspuls op de lijn 55, aangegeven in fig. 4F, welke in 84 01 0 8 a__ -22- samenwerking met de multiplexinrichting 85 de eindtelling G aan de tellers 81 toevoert, zoals- eerder is beschreven.
Uit de bovenstaande beschrijving blijkt, dat in het geval, dat het secundaire synchronisatiesignaal op de lijn 17 niet binnen 5 het bijbehorende venster, opgewekt op de lijn 84a, wordt ontvangen en derhalve in responsie daarop geen terugstelpuls op de lijn 103 wordt verschaft, de tellers. 81 bij een eigen eindtelling G op de lijn 25 zulleit worden, teruggesteld, en derhalve de synchronisatie zal worden behouden.
10 De bovenbeschreven werking van de keten volgens fig. 9 wordt verder toegelicht door een stroomdiagram, weergegeven in fig. 14, dat deze werking conceptueel omschrijft.
Fig. 10 toont een gedetailleerd schema van de statusvergelij-kingsinrichting 43 en. de constante-woordopzamelinrichting 45 volgens 15 fig- 3. De statusvergelijkingsinrichting 43 omvat een waarde-verge— lijkingsinrichting 105, bij- voorkeur van het type 100166, en D-flip-flops. 106 en 107, bij voorkeur van het type 100131. De vergelijkings-inrichting 105 ontvangt aan één ingang een continu veranderende telling M op de lijnen 23 uit de bloktypeteller 21 en bij een andere 20 ingang een constant woord N via lijnen 44 uit de constante-woord-opzamelinrichting 45. De woordopzamelinrichting 45 volgens fig- 10 wordt bij voorkeur gevormd door subminiatuurschakelaars 47, waarvan de' contacten zodanig worden ingesteld,, dat een binaire telling N = 360 aanwezig is waarbij het primaire synchronisatiesignaal op de lijn 25 15a ideaal, optreedt, dat wil zeggen wanneer geen hexatuurfout aanwezig is. De vergelijkingsinrichting 105 vergelijkt de respectieve ingangssignalen. Μ, N daarvan continu bit voor bit en levert op de lijnen 111 daaruit een uitgangssignaal, dat de huidige status van de vergelijking aangeeft, zoals eerder onder verwijzing naar fig. 3 en tabel· 1 30! is beschreven.. Het signaal op de- lijnen 111 wordt, toegevoerd aan de D-flip-flop- 107' en.· wordt daarin geklokt in. responsie.· op het eerder beschreven primaire synchronisatiesignaal. op de lijn 15a, dat door de. logische besturingsketen 24 wordt geleverd.. Het uitgangssignaal van. de flip-flop 107 komt overeen met het eerder beschreven uitgangs-35» signaal op de- lijn 46 uit de statusvergelijkingsinrichting 43 en wordt aan-.de statusaccumulator 41 van fig. 3 toegevoerd, zoals later zal. worden- beschreven- —8-4-0 1-8-8 8——--- -23-
Wanneer de flip-flop 106 de registratie-inschakelpuls op de lijn 57 samenvallend met het begin van het laatste blok van de kop-aftasting ontvangt, wordt deze puls door een kloksignaal op de lijn 113, dat op zijn beurt wordt afgenomen uit de telling op de lijnen 5 23 uit de teller 21 bij een vierde van de klokfrequentie op de lijn 104, opnieuw geklokt. Derhalve komt het uitgangssignaal op de lijn 112 uit de flip-flop 106 overeen met het signaal op de lijn 57, vertraagd door het signaal op de lijn 113, en wordt het signaal gebruikt om de uitgang van de vergelijkingsinrichting 105 na het op-10 treden van elke registratie-inschakelpuls op de lijn 57 vrij te geven.
Fig. llA toont een gedetailleerd schema van de transducent-teller 37, welke boven onder verwijzing naar het blokschema van fig. 3 is beschreven. De transducentteller 37, bij voorkeur een teller 114 van 4 bits van het type 10136, is als een moduIo-6-teller uitgevoerd, 15 die continu van nul tot vijf telt en synchroon via de EN-poort 116 op nul wordt teruggesteld, zoals op zichzelf bekend is.
In fig. 113 vindt men een gedetailleerd schema van de blok— teller 54 respectievelijk de registratie-inschakelpulsgenerator 56.
De blokteller 54, bij voorkeur bestaande uit twee tellers 115 van 20 4 bits van hét type 100136, is uitgevoerd als een modulo-91-teller, welke continu van nul tot 90 telt en door de eindtelling daarvan synchroon op nul wordt teruggesteld. De teller 115 wordt ook asynchroon teruggesteld door de eerder beschreven puls op de lijn 15a, dat wil zeggen in responsie op de primaire synchronisatiepuls van 25 fig. 4C, welke door de logische besturingsketen 24 opnieuw is gesynchroniseerd, zoals boven is beschreven. De registratie-inschakelpuls, generator 56 omvat een D-flip-flop 118, bij voorkeur van het type 100131, en een NOF-poort 124 en een omkeerinrichting 121. De pulsgenerator 55 ontvangt de modulo-91-eindtelling, welke de laatste-30 blokpuls op de lijn 55 uit de teller 115 aangeeft en levert zowel een. registratie-inschakelpuls WE. en een geïnverteerde registratie-inschakelpuls WE op de respectieve lijnen 57 voor een verder gebruik door de inrichtingen 41, 42 en 43, zoals boven is beschreven.
35.
84 0 1 0 8 8____

Claims (15)

1. Stelsel voor het verschaffen van synchronisatie van een digitaal signaal, dat geregistreerd is op en vervolgens wordt weer-· gegeven uit een magnetisch medium met registratiesporen van een bekende lengte, waarbij een synchronisatiesignaal aan het begin van 5 elk spoor wordt geregistreerd en waarbij een primair synchronisatie— signaal» in: responsie op elk weergegeven synchronisatiesignaal wordt verschaft,,. gekenmerkt door eerste organen, welke dienen om het aantal införmatiebits overeenkomende met de lengte van elk spoor in synchronisatie met het weergegeven digitale signaal te tellen, 10 tweede organen, welke de telorganen met het primaire synchronisatiesignaal synchroniseren, derde organen voor het detecteren van een tijd-fout tussen opeenvolgende sporen als een verschilsignaal tussen, een normaal optreden van het primaire synchronisatiesignaal ten opzichte van het. eind van een onmiddellijk voorafgaand spoor en een werkelijk 15- optreden van het primaire synchronisatiesignaal en het in responsie daarop verschaffen, op peil brengen en opslaan van een correctie-signaal, en vierde organen bestemd om het opgeslagen, correctiesignaal toe te voeren teneinde de telorganen in de afwezigheid van het primaire. synchronisatiesignaal te verschuiven om de· tijdfout te reduce-20 ren.
2. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat. elk spoor een bekend aantal informatieblokken met een. bepaalde lengte heeft en waarbij een secundair synchronisatiesignaal verder in responsie op elk blok van weergegeven informatie wordt verschaft, en waarbij de 25 eerste organen het aantal införmatiebits overeenkomende met de lengte van elk informatieblok tellen en de tweede organen dienen om de telorganen met het secundaire synchronisatiesignaal te synchroniseren»
3» Stelsel volgens conclusie 1, gekenmerkt door vijfde organen bestemd om het aantal aanwezigheden van het verschilsignaal, ver— 30 schaft door de derde organen, in dezelfde richting te accumuleren en het correctiesignaal te verschaffen wanneer een voorafbepaald aantal verschijningen in één richting wordt verkregen. 84 0 1 0 8 8___ 7-.··' j··"*·’· »-·»......— I ------ -25-
4. Stelsel voor het verschaffen van synchronisatie van digitale signalen, welke zijn geregistreerd op en vervolgens worden weergegeven uit een magnetisch medium onder gebruik van een magnetische om-zetinrichting met ten minste twee op een gelijke afstand van elkaar 5 opgestelde registratie-/weergeeftransducenten, die op een roteerbare trommel zijn opgesteld, waarbij het geregistreerde signaal een syn-chronisatiesignaai omvat, dat aan het begin van elk informatiespoor is geregistreerd, welk stelsel het' weergegeven signaal ontvangt en een primair synchronisatiesignaal in responsie op elk weergegeven 10 synchronisatiesignaal verschaft, gekenmerkt door informatietype-telorganen, bestemd voor het ontvangen van een bekende constante telling in responsie op elk primair synchronisatiesignaal en het verschaffen van een telling, synchroon met de weergegeven informatie, waarbij de bekende constante telling overeenkomt met een normaal op— 15 treden van het primaire synchronisatiesignaal ten opzichte van het eind van een. onmiddellijk. voorafgaand spoor, vergelijkingsorganen met een eerste ingang, welke dient voor het ontvangen van de telling uit de informatietypetelorganen, een tweede ingang, welke dient voor het ontvangen van de bekende constante telling, en een besturings-20 ingang, welke dient voor het ontvangen van het primaire synchronisa— tiesignaal, waarbij de vergelijkingsorganen zijn voorzien van een uitgang, welke dient voor het leveren van een verschilsignaal, dat een tijdf out tussen de respectieve ingangssignalen daarvan op het moment van het ontvangen van het primaire synchronisatiesignaal aan-25 geeft, geheugenorganen, welke dienen voor het op peil brengen en opslaan van een variabele vooraf instelbare telling van-de telorganen, waarbij de vooraf instelbare telling op peil wordt gebracht in responsie op het verschilsignaal teneinde- de tijdfout ten opzichte van het weergegeven signaal te reduceren, en besturingsorganen, welke 30 dienen om het synchroon toevoeren van de- variabele vooraf ingestelde telling uit de- geheugenorganen. aan de informatietypetelorganen synchroon te besturen bij het begin van elk informatiespoor in afwezigheid van het primaire synchronisatiesignaal om de tijdfout te reduceren. 8401088_ -26- * ' η — . —.... -—·· - - - -- '
5. Stelsel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat elk spoor een bekend aantal informatieblokken met een bepaalde lengte heeft en het secundaire synchronisatiesignaal verder wordt geleverd in responsie op elk blok van weergegeven informatie, waarbij de informatie- 5 typetelorganen verder dienen om het aantal informatiebits, overeenkomende met de lengte van elk. informatieblok te tellen en de bestu-ringsorganen verder dienen, om de informatietypetelorganen met het secundaire· synchronisatiesignaal te synchroniseren.
6. Stelsel volgens conclusie 4, gekenmerkt door accumulatie-10 organen met een ingang, welke dient voor het ontvangen van het uitgangssignaal van de vergelijkingsorganen en het accumuleren van het aantal malen, dat de tijdfout in dezelfde richting optreedt en het toevoeren van een stuursignaal aan de geheugenorganen om de opgeslagen variabele vooraf ingestelde telling, op peil te brengen wanneer 15 een voorafbepaald aantal verschijnselen in één richting wordt verkregen.
7. Stelsel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de geheugenorganen verder zijn voorzien van een incrementeer- respectievelijk een decrementeertrap, waarbij het verschilsignaal, dat door de ver- 20 gelijkingsorganen wordt geleverd, een richting van de tijdfout aan— geeft en waarbi j de accumulatieorganen dienen voor het leveren van een eerste stuursignaal en het toevoeren daarvan aan de incrementeer-trap wanneer het voorafbepaalde aantal optredens van de tijdfout in één. richting wordt verkregen en het verschaffen van het' tweede stuur-25 signaal en het toevoeren daarvan aan de decrementeertrap in responsie op het voorafbepaalde aantal optredens van de tijdfout in de tweede richting, tegengesteld aan de eerste richting.
8. Stelsel volgens conclusie· 5, met het kenmerk, dat het synchronisatiesignaal wordt geregistreerd in een eerste blok van infor- 30 matie op elk spoor en waarbij de besturingsorganen verder dienen voor het verschaffen·, van- een,, derde stuursignaal, synchroon met het begin van elk. eerste blok, teneinde het toevoeren van de variabele vooraf ingestelde telling uit de· geheugenorganen aan de typetelorganen te besturen en een vierde stuursignaal te verschaffen om het toevoeren 35- van de bekende constante telling· aan de informatietypetelorganen synchroon met het ontvangen van het primaire synchronisatiesignaal en na het toevoeren van het derde stuursignaal daaraan te besturen. _14 0 1 0 8 3___ •w *" 4 _ ......... ______ __ ___ ___ -27-
9. Stelsel voor het verschaffen van synchronisatie van digitale signalen, welke zijn geregistreerd op en vervolgens worden weergegeven uit evenwijdige sporen van een magnetisch medium, onder gebruik van een magnetische omzetinrichting met ten minste twee op een gelijke 5 afstand van elkaar opgestelde registratie-/weergeeftransducenten, die op een roteerbare trommel zijn aangebracht, waarbij elk spoor een bekend aantal informatieblokken met een bekende lengte omvat, een synchronisatiesignaal in. een eerste blok van elk informatiespoor is geregistreerd, het stelsel het weergegeven signaal ontvangt en 10 een primair synchronisatiesignaal in responsie op elk synchronisatiesignaal verschaft en een secundair synchronisatiesignaal in responsie op elkinformatiefclok verschaft, gekenmerkt door bloktypetelorganen, bestemd voor het ontvangen van een bekende constante telling in responsie op elk primair synchronisatiesignaal en het verschaffen van 15 een telling,, synchroon· met de weergegeven informatie en overeenkomende met de lengte van elk informatieblok, waarbij de bekende vaste telling overeenkomt met een normaal optreden van het. primaire, synchronisatiesignaal ten opzichte van het eind van een onmiddelüjk voorafgaand spoor, vergelijkingsorganen met een eerste ingang, bestemd voor 20 het ontvangen van de telling uit de informatietypetelorganen, een tweede ingang bestemd voor het ontvangen van de bekende constante telling en een besturingsingang, bestemd, voor het ontvangen van het primaire synchronisatiesignaal, waarbij de vergelijkingsorganen zijn voorzien van een uitgang, welke dient voor het verschaffen van een 25 verschilsignaal, dat de richting van de tijdfout tussen de respectieve ingangssignalen daarvan op het tijdstip van het ontvangen van het primaire synchronisatiesigaal aangeeft, accumulatie-organen met een ingang, welke bestemd is voor het ontvangen van het uitgangssignaal van de vergelijkingsorganen en het accumuleren van het' aantal 30 optredens van de tijdfout in dezelfde richting, welke accumulatie-organen dienen voor het verschaffen van een eerste stuursignaal wanneer een. voorafbepaald aantal van de optredens in één richting wordt verkregen en het verschaffen van een tweede stuursignaal wanneer een voorafbepaald aantal optredens wordt verkregen in een tweede 35 richting,, tegengesteld aan de eerste richting, geheugenorganen, welke dienen voor het opzamelen van een variabele vooraf ingestelde telling 640 1 0 88__ 5 _________ _ ___ ______________________ ______________ _ ___________________ -28- van de telorganen om de opgeslagen telling in responsie op het eerste stuursignaal te incrementeren en de opgeslagen telling in responsie op het tweede stuursignaal te decrementeren, en besturingsorganen, welke dienen om de bloktypetelorganen met het secundaire synchroni-5 satiesignaal te synchroniseren voor het verschaffen van een derde stuursignaal, synchroon met het begin van elk eerste blok, om het toevoeren van de variabele vooraf ingestelde telling uit de geheugen— organen aan de typetelorganen te besturen en te voorzien in een vierder stuursignaal om het toevoeren van de bekende vaste telling aan 10 de informatie typetelorganen synchroon met de ontvangst van het primaire synchronisatiesignaal en na het toevoeren van het derde stuursignaal daaraan te besturen.
10« Werkwijze voor het verschaffen van synchronisatie van een digitaal signaal, dat geregistreerd is op en vervolgens wordt weer-15 gegeven uit een magnetisch medium met. registratiesporen met een bekende- lengte, waarbij een synchronisatiesignaal aan het begin van elk spoor wordt geregistreerd en waarbij een primair synchronisatie— signaal in responsie op elk· weergegeven synchronisatiesignaal wordt verschaft, met het kenmerk, dat. het aantal informatiebits, overeen-20 komende met de lengte van elk weergegeven spoor synchroon met het weergegeven digitale signaal wordt geteld, waarbij deze telling in responsie op respectieve optredens van het primaire synchronisatie— signaal wordt gesynchroniseerd, een tijdfout tussen opeenvolgende sporen als een verschil tussen een normaal optreden van het primaire 25 synchronisatiesignaal ten opzichte van het eind van een onmiddellijk voorafgaand spoor en een werkelijk optreden van het primaire synchronisatiesignaal wordt gedetecteerd en in responsie daarop een correc-tiesignaal respectievelijk op peil wordt gebracht en opgeslagen, en het opgeslagen correctiesignaal wordt gebruikt om de telling te 30 verschuiven, teneinde de tijdfout in afwezigheid van een primair synchronisatiesignaal te reduceren«
11. Werkwijze volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat. elk spoor een bekend aantal informatieblokken met een bepaalde lengte omvat, waarbij een secundair synchronisatiesignaal wordt verschaft 35- in responsie op elk blok van weergegeven informatie en waarbij de telstap het tellen van het aantal informatiebits, overeenkomende met §401088 -29- de lengte van elk informatieblok synchroon met een optreden van het secundaire synchronisatiesignaal omvat.
12. Werkwijze volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de detec-tiestap het verschaffen van een signaal, dat een richting van de tijd-5 fout aangeeft omvat en waarbij de werkwijze voorts de stappen van het accumuleren, van het aantal optredens van de tijdfout in dezelfde richting en het verschaffen van het correctiesignaal wanneer een voorafbepaald aantal van deze optredens in één richting wordt verkregen, omvat.
13. Werkwijze volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat een eerste stuursignaal wordt verschaft wanneer het voorafbepaalde aantal optredens van de tijdf out in een eerste richting wordt verkregen, een waarde van het correctiesignaal in responsie op het eerste stuursignaal wordt gelncrementeerd, een tweede stuursignaal wordt geleverd 15 wanneer het voorafbepaalde aantal optredens van de tij df out in een tweede richting, tegengesteld aan de eerste richting, wordt verkregen, en een waarde van het correctiesignaal in responsie op het tweede stuursignaal wordt gedecrementeerd.
14. Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk,, dat het 20 synchronisatiesignaal in een eerste blok van informatie op elk spoor wordt geregistreerd, een derde stuursignaal synchroon met het begin van elk eerste blok wordt verschaft, het op peil gebrachte opgeslagen correctiesignaal wordt gebruikt om de telling van de informatiebits in responsie op het derde stuursignaal te verschuiven, een vierde 25 stuursignaal synchroon met de ontvangst van het primaire synchronisatiesignaal en na het derde stuursignaal wordt verschaft, en de telling in responsie op het vierde stuursignaal wordt gesynchroniseerd.
15. Werkwijze voor het verschaffen van synchronisatie van digi-30 tale signalen, welke worden geregistreerd op en vervolgens worden weergegeven uit evenwijdige sporen van. een magnetisch medium onder gebruik van een magnetische omzetinrichting met ten minste twee op een gelijke afstand van elkaar opgestelde registratie-/weergeef-transducenten, die op een roteerbare trommel zijn aangebracht, waar-35 bij elk spoor een bekend aantal iaformatieblokken met een bekende lengte omvat, een. synchronisatiesignaal in een eerste blok van elk 8401008_ “*****"—' w.»‘i·. U4.11 ί*1. wv ·»ττ*>· "«rinM *ry ».·?.*?--..-·; ·.· ".'i'**-'*"'*7"y ~ — -30- inf ormatiespoor is geregistreerd, een primair synchronisatiesignaal in responsie op elk weergegeven synchronisatiesignaal wordt verschaft en een secundair synchronisatiesignaal in responsie op alk informatie-blok wordt verschaft, met het kenmerk, dat het aantal informatiehits, 5 overeenkomende met de lengte van elk informatieblok synchroon met respectieve optredens van de primaire en secundaire synchronisatie-signalen. wordt geteld, de richting van een tijdfout tussen opeenvolgende- sporen als· een verschil tussen een normaal optreden van het primaire synchronisatiesignaal. ten opzichte van het eind van een on— 10 middellijk voorafgaand spoor en een werkelijk optreden van het primaire synchronisatiesignaal wordt gedetecteerd en in responsie daarop een tijdfoutrichtingssignaal wordt verschaft, een aantal optredens van het tijdfoutrichtingssignaal in dezelfde richting wordt geaccumuleerd en een eerste stuursignaal wordt geleverd wanneer een vooraf-15· bepaald aantal van deze. optredens in een eerste richting, wordt verkregen en een tweede stuursignaal wordt geleverd, wanneer een vooraf— bepaald aantal van deze optredens wordt verkregen in een tweede richting, tegengesteld aan de eerste richting, een correctiesignaal wordt geleverd en opgeslagen om: dé tijdfout in responsie op het tijd— 20 foutrichtingssignaal te reduceren, het opgeslagen correctiesignaal op peil wordt gebracht door het signaal in responsie op respectievelijk het eerste of tweede stuursignaal, te incrementeren of te decre-menteren, en het op peil gebrachte correctiesignaal wordt gebruikt om de telling synchroon met het begin van het eerste informatieblok 25 van elk spoor voor het optreden van het primaire synchronisatiesignaal te verschuiven. 8 4 0 1.0 8 8 --„— -----------———--
NL8401088A 1983-04-06 1984-04-05 Werkwijze voor het synchroniseren van magneetregistratie-/weergeefinrichtingen met roteerbare kop en stelsel voor het uitvoeren van deze werkwijze. NL8401088A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US06/483,005 US4525754A (en) 1983-04-06 1983-04-06 System and method for synchronization of rotary head magnetic recording/reproducing devices
US48300583 1983-04-06

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8401088A true NL8401088A (nl) 1984-11-01

Family

ID=23918261

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8401088A NL8401088A (nl) 1983-04-06 1984-04-05 Werkwijze voor het synchroniseren van magneetregistratie-/weergeefinrichtingen met roteerbare kop en stelsel voor het uitvoeren van deze werkwijze.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US4525754A (nl)
JP (1) JPS59198515A (nl)
FR (1) FR2544145B1 (nl)
GB (1) GB2137853B (nl)
NL (1) NL8401088A (nl)

Families Citing this family (18)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4786985A (en) * 1986-08-21 1988-11-22 Ampex Corporation Method and apparatus for extracting binary signals included in vertical blanking intervals of video signals
US4750054A (en) * 1986-10-06 1988-06-07 Eastman Kodak Company Noise-impervious video timing recovery and automatic skew compensation
DE3639886A1 (de) * 1986-11-21 1988-06-01 Thomson Brandt Gmbh Schaltung zur verarbeitung digitaler signale
JPH01144738A (ja) * 1987-11-30 1989-06-07 Nec Home Electron Ltd ウインドウ法同期保護回路
US4933955A (en) * 1988-02-26 1990-06-12 Silicon General, Inc. Timing generator
US5088077A (en) * 1988-11-10 1992-02-11 Ampex Corporation Synchronization of record media transports and tracking adjustment
KR920004224B1 (ko) * 1989-12-31 1992-05-30 삼성전자 주식회사 A/c헤드의 x거리 무조정방식의 자기기록 재생장치
JP2998161B2 (ja) * 1990-01-17 2000-01-11 富士通株式会社 記録媒体の同期信号読取方法及び装置
FR2709899B1 (fr) * 1993-09-07 1995-11-10 Sagem Procédé de détection d'une perte de synchronisation dans un réseau numérique de communication et terminal pour la mise en Óoeuvre du procédé.
JPH08185652A (ja) * 1994-12-29 1996-07-16 Sony Corp サーボ装置
US5796537A (en) * 1995-11-13 1998-08-18 Seagate Technology, Inc. Method and arrangement for servoing and formatting magnetic recording tape
US5847892A (en) 1995-11-13 1998-12-08 Seagate Technology, Inc. Servoing and formatting magnetic recording tape in an arcuate scanner system
US6130792A (en) * 1995-11-13 2000-10-10 Seagate Technology, Inc. Flat servo bursts for arcuate track scanner
US5675447A (en) * 1995-11-13 1997-10-07 Seagate Technology, Inc. Method and arrangement for initiating search for start of data in arcuately recorded data tracks
US6029208A (en) * 1996-10-09 2000-02-22 Samsung Electronics Co., Ltd. System for generating block address by replacing second count with second valid block address whenever sync is detected or symbol count is reached in one complete block
JPH11328784A (ja) * 1998-05-19 1999-11-30 Mitsubishi Electric Corp 磁気記録再生装置
US6936353B1 (en) 2003-07-02 2005-08-30 Seagate Technology Llc Tilted recording medium design with (101-2) orientation
US10348333B2 (en) * 2016-09-22 2019-07-09 Everspin Technologies, Inc. Two bit error correction via a field programmable gate array

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3497634A (en) * 1967-03-17 1970-02-24 Ampex Wideband instrumentation rotary head system using redundant recording and reproducing
CA995811A (en) * 1973-04-03 1976-08-24 Battelle Development Corporation Method and apparatus for synchronizing photographic records of digital information
JPS5514513A (en) * 1978-07-14 1980-02-01 Sony Corp Recording and reproducing unit for digital signal
JPS5580867A (en) * 1978-12-12 1980-06-18 Sony Corp Block synchronous signal extracting circuit
GB2068687A (en) * 1980-01-09 1981-08-12 Decca Ltd Digital synchronising system
JPS5720052A (en) * 1980-07-11 1982-02-02 Toshiba Corp Input data synchronizing circuit
FR2487146B1 (fr) * 1980-07-18 1986-11-14 France Etat Systeme de multiplexage numerique sur canal a debit continu
JPS5750313A (en) * 1980-09-05 1982-03-24 Matsushita Electric Ind Co Ltd Synchronizing circuit of digital signal reproducer

Also Published As

Publication number Publication date
JPS59198515A (ja) 1984-11-10
GB8408564D0 (en) 1984-05-16
US4525754A (en) 1985-06-25
GB2137853A (en) 1984-10-10
FR2544145B1 (fr) 1990-09-21
JPH0473239B2 (nl) 1992-11-20
GB2137853B (en) 1986-11-05
FR2544145A1 (fr) 1984-10-12

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8401088A (nl) Werkwijze voor het synchroniseren van magneetregistratie-/weergeefinrichtingen met roteerbare kop en stelsel voor het uitvoeren van deze werkwijze.
EP0189195B1 (en) Apparatus for correcting time base error of video signal
EP0357218A2 (en) Apparatus for playback of magnetically recorded data having a variable input rate
NL7908952A (nl) Inrichting voor het onttrekken van een synchroni- satiesignaal aan een digitaalinformatiesignaal.
GB2126451A (en) Apparatus for recording a colour video signal
US4635134A (en) Video signal processing apparatus for processing video signals at the time of a special reproduction mode
EP0395347B1 (en) Sampling frequency reproduction system
EP0564234B1 (en) Reproducing apparatus
US4423440A (en) Code signal reading apparatus
US4974081A (en) Clock pulse generating circuit
EP0122561B1 (en) Television video signal synchronizing apparatus
EP0627731B1 (en) Reproducing apparatus with tracking control means
US4908812A (en) Synchronizing signal reproducing circuit in a disc playback device
EP0421486B1 (en) Skew error correction circuit for video signal reproducing apparatus
KR910001063B1 (ko) 횡형기록방식의 자기테이프장치를 위한 트래킹 제어시스템
US5331618A (en) Synchronizing signal detector for multi-beam optical disk unit
US4325090A (en) Device for synchronizing a clock pulse generator with a serial data signal
EP0439246B1 (en) Magnetic recording/reproducing apparatus
US5612938A (en) Correcting recorded marks and land lengths taken from an optical disk
KR920002669B1 (ko) 정극성의 수평동기신호를 갖는 영상신호를 기록하는데 적합한 영상신호의 기록재생장치 및 방법
US4868686A (en) Method and system for recording asynchronous biphase encoded data on a video tape recorder and for recovering the encoded recorded data
US5121219A (en) Spindle servo utilizing a vertical sync mark
US4750054A (en) Noise-impervious video timing recovery and automatic skew compensation
GB1247717A (en) Electronic phasing system
EP0460964A2 (en) Time base correcting apparatus

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: AMPEX SYSTEMS CORPORATION

BV The patent application has lapsed