NL8400770A - Versterker voor een auto-antenne. - Google Patents

Description

- 1 -

Versterker voor een auto-antenne.

De uitvinding heeft betrekking op een versterker voor een auto-antenne voor het lange, middene, en kortegolfgebied (LMK-gebied) en het ultrakortegolfgebied (UK -gebied) voor aansluiting aan vanouds bekende passieve auto-antennes, 5 aan voorruitantennes, aan antennes met een korte staaf en aan andere elektromagnetische stralingopnemende constructies.

Elektronische auto-antennes, waarin de signalen van het LMK- en het UK-gebied in aparte aktieve elementen worden versterkt, zijn op dit ogenblik in wezen uitgevoerd volgens 10 de onderstaande schakelprincipes, waarvoor beschermende rechten aangevraagd resp. verleend werden: a) in het DE-AS 1919749 wordt een inrichting beschreven, waarin telkens aparte aktieve overdrachtwegen voor het LMK-en het ÜK-gebied tussen de passieve antennegeleider, die de 15 straling opneemt en de uitgangsaansluiting van de elektronische antenne gevormd zijn.

b) In het DE-PS 2310616 wordt een speciale uitvoering van de vorming van aparte overdrachtwegen tussen de opnemende an-tennegeleider en de uitgangsaansluiting met behulp van een 20 inductief gekoppeld bandfilter voor het UK-gebied beschermd.

c) In het DD-PS 139680 worden schakeltechnische maatregelen onder bescherming gesteld, die het mogelijk maken de signalen van het LMK- en het UK-gebied van de opnemende passieve antennegeleider gemeenschappelijk via een signaalweg onder 25 vermijding van aanvullende belastingscapaciteiten aan de ingang van een veldeffecttransistor toe te voeren, waarin slechts he.t LMK-gebied wordt versterkt en in het UK-gebied door een kortsluiting benaderende toestand van zijn afvoer-bronweg als een capaciteit werkzaam is, die bestanddeel van 30 <je primaire keten van een bandfilter voor het UK-gebied is.

De signalen van het LMK- en het UK-gebied worden aan de uitgang van de veldeffecttransistor over aparte overdrachtwegen verdeeld.

Volgens het DE-AS 1919749 en het DE-PS 2310616 evenals 35 de onderstaande publikaties,

Lindenmeier, H.: Wirkungsweise und Technik einer aktiven Autoantenne - Funkschau 1969, Heft 17, bladzijde 569-571; Lindenmeier, H.: Wirkungsweise und Leistungsvermogen 840077ö ϊ ΐ - 2 - < moderner Autoantennen - NTZ 1974, Heft 1, bladzijde 17-23;

Lindenmeier, H.; Meinke, H.H.: Elektronische Autoantennen - heute - Funkschau 1976, Heft 14, bladzijde 68-70; en 5 Lindenmeier, H.: Aktive Autoantennen für Standardemp- fanger und elektronisch abstimmbare Empfanger, Rundfunk-technische Mitteilungen 1977, Heft 6, bladzijde 253-260, is de voetpuntimpedantie van de passieve antennegeleider onderdeel van de primaire keten van een bandfilter 20 voor het UK-gebied.

In het DD-PS 139680, fig. 3 en 4, zijn de desbetreffende.

vervangingsschema's weergegeven- Zij tonen dat telkens in het hooggelegen jbunt van de primaire keten de impedantie van de passieve geleider werkzaam is. De voor elektroni-25 sche autoantennes gebruikelijke lengte van de antennestaaf van ongeveer 40 cm wordt er door bepaald, dat bij deze lengte van de staaf de voetpuntimpedantie hoogohmig en capacitief is en met de zelfinductie van de primaire keten de resonantiefrequentie vastlegt en de kwaliteit in het 20 bedrijf bepaalt. Bij ongeveer dezelfde kwaliteit in het bedrijf van de secondaire keten en kritische of licht over-kritische koppeling ontstaat een bandbreedte, die een gelijkmatige signaaloverdracht binnen het UK-gebied waarborgt en goede selectiewaarden geeft. Dit geldt op dezelfde 25 wijze voor de oplossing volgens de uitvinding van het DD-PS 139680. Daar is in fig- 8 de schakelinrichting voor een voetpunt gekoppeld bandfilter voor het UK-gebied aangegeven. Uiteraard geldt dat ook voor de bandbreedte van een enkele keten, die als frequentiebepalend overdrachtelement in 30 varianten met weinig apparatuur is 'aangegeven.

De voetpuntimpedantie van een staaf van 40 cm bedraagt in het UK-gebied ongeveer (10 - j 150) ohm als parallel-vervangingsschakeling 2,26 kOhm parallel met llpF. Deze functionele afhankelijkheid van de overdraagverhouding van 35 de bandfilter van het aan het hoge punt van de primaire keten aangesloten impedantie in de aangegeven orde van grootte is voor zulke gevallen een nadeel waarin de voetpuntimpedantie van de passieve antennegeleider bij benadering reëel is en in de orde van grootte van de golf-40 weerstand van gebruikelijke hoogfrequentleidingen lig^, 84007ί 0 ~ 3 ~ - £ - * zoals bijv. bij bekende geometrieën van antennegeleiders van voorruitantennen of bij vanouds bekende passieve auto-antennes het geval is. In deze gevallen daalt de kwaliteit in bedrijf van de primaire keten van het bandfilter en 5 wordt de bandbreedte groter. De bekende maatregelen voor impedantietransformatie aan trillingsketens zijn niet meer toepasbaar, aangezien aanvullende impedanties ten opzichte van de referentiespanning het overdrachtsgedrag in het LMK-gebied ongunstig beïnvloeden, en daarom niet 10 toelaatbaar zijn. Dit heeft tot gevolg, dat de overdracht-eigenschappen van het bandfilter ten aanzien van selectie, frequentie-afhankelijkheid van de overdrachtsdemping en de aanpassing voor minimale ruis niet zodanig gedimensioneerd kunnen worden als bij de gegeven toepassing van 15 constructiedelen met het ogenblik op een praktisch nut daarvan gewenst zou zijn.

In het DE-OS 211567 en in de afsplitsing daarvan, het DE-OS 2166898 wordt een schakelinrichting aangegeven, waarin de verschillende frequentiegebieöen gemeenschappe-20 lijk in een veldeffecttransistor worden versterkt en de verdeling over verschillende overdrachtwegen zodanig plaatsheeft, dat bij de bron de signalen van het LMK-gebied en bij de afvoer de signalen van het UK-gebied worden uitgekoppeld. Door de scheiding van de signalen 25 van het UK-gebied en het LMK-gebied over aparte over— drachtwegen bij de uitgang van een veldeffecttransistor wordt de aanvullende capacitieve belasting aan de stuur-electrode van de veldeffecttransistor vermeden en de gevoeligheid in het LMK-gebied verbeterd. Schakelinrich-30 tingen, waarin de signalen van de verschillende freguentie-gebieden gemeenschappelijk inactieve elementen versterkt worden, hebben evenwel tegenover de beschreven schakel-inrichtingen met aparte overdrachtwegen onder meer wezenlijk slechtere eigenschappen bij sterke signalen, aange-35 zien door de niet-linearitèit' van de overdrachtskarak-teristiek de signalen van het UK- en die van het LMK-gebied elkaar storen, zodat in totaliteit de nadelen overwegen. Dergelijke schakelconcepties hebben geen partische toepassing gevonden. Men zie ook Rundfunktechnische Mit-40 teilungen 1977, Heft 6, bladzijde 257, punt 4.1 8 4 0 G 7 7 0 - 4 -

Volgens het kenmerkende deel van de hoofdconclusie van het DE-OS 2166898 is de capaciteit van de passieve antennegeleider onderdeel van een trillingsketen voor het UK-gebied. Zover zijn de boven in hetzelfde verband naar 5 voren gebrachte nadelen ook hier van toepassing.

Door de toenemende zenderdichtheid wordt de veldsterkte in het UK-gebied in nagenoeg alle ontvangstgebieden groter, waardoor de ontvangkwaliteit beter wordt, maar ook de waarschijnlijkheid van het optreden van storingen groter 10 wordt, die de vakman bekend zijn onder begrippen als in-termodulatie, kruismodulatie, meervoudige ontvangst enz.

In het bijzonder autoontvangers zijn aan zeer uiteenlopende veldsterkteomstandigheden blootgesteld, waardoor aan hen bijzonder hoge eisen ten aanzien van bestendigheid tegen 15 sterktesignalen gesteld moeten worden. De technische verdere ontwikkeling van de autoontvangers heeft er in de laatste jaren toe geleid, dat de gevoeligheid bij dergelijke moderne ontvangers in het UK-gebied door een electronische autoantenne slechts op onwezenlijke mate verbeterd kan 20 worden, terwijl anderzijds de eigenschappen bij sterk signaal verslechterd worden. In het LMK-gebied bestaan aan de voordelen van electronische autoantennes bijv. met een korte antennestaaf, bij achtermontage (Heckmontage) van de antenne of bij uitvoering als voorruitantenne, buiten 25 twijfel. Het schijnt daarom voordelig in het elektronische deel van de antenne slechts signalen van het LMK-gebied te versterken en de signalen van het UK-gebied onversterkt aan de uitgangsaansluiting van de elektronische antenne toe te voeren.

30 In het DD-PS 139680 is een schakelinrichting aange geven, waarin volgens de beschrijving van de uitvinding slechts de signalen van het LMK-gebied versterkt worden en de signalen van het UK-gebied onversterkt, bijv. volgens fig. 8 via een voetpuntgekoppeld bandfilter, aan 35 de uitgangsaansluiting toegevoerd kunnen worden.

In het DE-OS 2932651 wil men een hoogfrequentver-sterkingsinrichting beschermen, waarin, zoals uit het DD-PS 139680 bekend is, slechts signalen van het LMK-gebied versterkt worden en voor de signalen van het UK-40 gebied een capacitieve overbrugging aanwezig is. Volgens 8400770 - 5 - ' een aantal volgconclusies is de voetpuntimpedantie van een passieve antennegeleider bestanddeel van verschillende trillingsketens of bandfilterconfiguraties. In een verdere volgconclusie wordt de voorwaarde gesteld, dat de verster-5 king van de versterker voor het LMK-gebied bij benadering 1 bedraagt en de faseverdraaing ongeveer 0° bedraagt. Ten aanzien van de overdrachtseigenschappen in het LMK-gebied heeft deze schakelinrichting aanmerkelijke nadelen, aangezien de signaal-ruisverhouding door een aantal in het 10 volgende uiteengezette oorzaken verslechterd wordt. De overbruggingscapaciteit belast op bekende wijze de hoog-ohmige ingang van het LMK-gebied, de spanningsversterking is door de serieschakeling van een bron- en een emitter-volger merkbaar kleiner dan 1 en de transistoren leveren 15 een aanvullende bijdrage aan de ruis. Aan de uitgang van de versterker staan in het LMK-gebied signalen ter be-schiking, die een geringere spanning en een geringere signaal-ruisverhouding hebben dan in de passieve antennegeleider het geval is. Inzoverre lijkt de toepassing van 20 een dergelijke schakelinrichting twijfelachtig. Ook de lage uitgangsimpedantie van de emittervolger ten opzichte van de hoogohmige capacitieve impedantie van de passieve antennegeleider laat in het LMK-gëbied geen voordeel in de samenwerking met de autoontvanger zien.

25 Het doel van de uitvinding is een schakelinrichting voor een autoantenneversterker aan te geven, die aan vanouds bekende autoantennes aan antennes met een korte staaf, aan voorruitantennes of andere elektromagnetische straling opnemende constructies wordt aangesloten, die 30 in het UK-gebied aansluitimpedanties van de grote orde van gebruikelijke geleidingsgolfweerstanden hebben. Voor deze aansluitimpedanties zijn met de bekende schakelin-richtingen van de zogenaamde "bandfiIterantennes" in het UK-gebied geen aanpassingsvoorwaarden realiseerbaar, 35 waarmede dezelfde gunstige overdrachtseigenschappen als bij een hoogohmige bron, waarvan het de impedantie, frequentie en kwaliteit in bedrijfbepalend bestanddeel van de primaire keten een bandfilter is, bereikt kan worden.

Dit nadeel moet de bovengenoemde schakelinrichting op-40 heffen en bovendien mogelijk maken, dat de overdrachtweg 8400770 r Ψ - 6 - van het UK-gebied passief of actief kan worden uitgevoerd en in de overdrachtweg van het LMK-gebied de versterking en de fasevoorwaarden aan geen bepaalde waarden zijn gebonden. Door de mogelijkheid de overdrachtweg van het UK-gebied 5 passief uit te voeren vervallen de anders bij autoantenne- versterkers of elektronische autoantennes dikwijls optredende storingen door sterke signalen volledig. Bijzonder voordelig, dat voor dit geval niet afgezien behoeft te worden van de versterking in het LMK-gebied, in tegenstelling tot 10 het DE-OS 2932651. In totaliteit wordt met deze uitvoeringsmogelijkheden een wezenlijk hogere vrijheidsgraad bij het optimaliseren van de ontvangeigenschappen van autoantennes verkregen, dan met de bekende sehakelinrichtingen het geval is.

15 Probleem van de uitvinding is een schakelinrichting voor een autoantenneversterker aan te geven, waarvan de in-gangsweerstand in het UK-gebied laagohmig van de orde van grootte van gebruikelijke leidingsgolfweerstanden is en waarvan de overdrachtskarakteristiek in het UK-gebied zo-20 danig kan worden uitgevoerd, dat zij die van een bandfilter-doorlaatkromme met licht overkritische koppeling benadert en in hoge mate van de bronimpedantie onafhankelijk is, waarbij de belastingsweerstand aan de uitgang van de versterker in het UK-gebied eveneens laagohmig van de orde 25 van grootte van gebruikelijke leidingsgolfweerstanden moet zijn.

De overdrachtweg voor het UK-gebied moet passief met geringe doorgangsdemping maar ook aktief uitgevoerd kunnen worden.

30 In de overdrachtweg van het LMK-gebied moeten ver sterking en fasevoorwaarden aan geen bepaalde waarden zijn gebonden. Dit probleem wordt bij een autoantenneversterker voor het UK- en het LMK-gebied, waarvan de ingangsweerstand in het LMK-gebied hoogohmig is en die een geringe ingangs-35 capaciteit heeft en waarin de signalen van het UK- en het LMK-gebied van de ingangsaansluiting via een scheidings-capaciteit en een langsinductie op de stuurelectrodeaan-sluiting van een veldeffecttransistor worden overgedragen, waarbij een capaciteit aan de afvoer-bronweg daarvan paral-40 lel is verbonden, die in het LMK-gebied het overdrachtsge- 8400770 - 7 - * drag niet beïnvloedt, in het UK-gebied de afvoer-bronweg evenwel bij benadering kortsluit, waardoor de veldeffect-transistor tussen stuurelectrode en af'voeraans lui ting als een capaciteit werkzaam is en tussen de bronaansluiting en 5 de bedrijfsspanningaansluiting, die voor hoge frequenties via een capaciteit met de referentiespanning is verbonden, een smoorspoel, die de signalen van het UK-gebied blokkeert, is uitgevoerd en de signalen van het UK-gebied door de afvoeraansluiting via een scheidingscapaciteit naar een 10 aparte overdrachtweg worden doorgegeven en de signalen van het LMK-gebied van de bronaansluiting via een smoorspoel, die de signalen van het UK-gebied blokkeert, in een aparte actieve overdrachtweg van de uitgangsaansluiting toegevoerd worden, daardoor opgelost, dat de ingangsweerstand in het 15 UK-gebied laagohmig van de grote orde van gebruikelijke leidingsgolfweerstanden is en dat de langsinductie en de tussen de stuurelectrode aansluiting en de afvoeraansluiting werkzame capaciteit een serie trLllingsketen vormen, die tussen de ingangsaansluiting en de uitgangsaansluiting 20 of de ingang van een versterker voor het UK-gebied frequentie selectief passief overdrachtelement voor het UK-gebied is of dat de smoorspoel door een zelfinductie wordt vervangen en de tussen de ingangsaansluiting en de afvoer-aansluiting werkzame serie trillingsketen met een verdere 25 aan de afvoeraansluiting aangesloten serie trillingsketen een band doorlaat van het type van een volledig T-element vormt, dat tussen de ingangsaansluiting en de uitgangsaansluiting of de ingang van een versterker voor het UK-gebied als frequentieselectief passief overdrachtelement 30 werkzaam is.

De lage ingangsweerstand van de orde van grootte van gebruikelijke leidingsgolfweerstanden, wordt daardoor gerealiseerd, dat in plaats van de bekende vorming van een paralleItrillingsketen of een bandfilter voor de over-35 dracht van de signalen in het UK-gebied, een serie trillingsketen in de langstak van de overdrachtweg voor het UK-gebied of een banddoorlaat'op de wijze van volledig T-element of een half-T-element werkzaam is. Uit de theorie van dergelijke zeefschakelingen is bekend, dat zij 40 voor bron- en lastweerstanden van de aangegeven orde van 84 ü 0 7 7 0 9 v - 8 - grootte en voor Het aangegeven frequentiegebied uitgevoerd -kunnen worden. Voor Het realiseren van de bovenaangegeven opgaven van de uitvinding heeft de overgang van het band-filterprincipe op het banddoorlaatprincipe zwaarwegende 5 betekenis. Banddoorlaten zijn voor grotere bandbreedten geschikter dan bandfilters. Zij maken grotere flanksteil-heden bij de bandgrenzen mogelijk en vertonen een geringere doorgangsdemping/ evenals betere aanpassingswaarden.

Volgens bekende dimensioneringsvoorschriften ontstaat 1 10 bijv. bij een banddoorlaat van het UK-gebied op de wijze van een volledig T-element met dwarsinductie en een bron of belastingsweerstand van 150 ohm een serie keten capaciteit van ongeveer 5pF. Deze waarde komt ongeveer overeen met de som van de stuurelectrodes-broncapaciteit en 15 de afvoer-stuurelectrodecapactiteit van vandaag de dag gebruikelijke blokkeerlaag-veldeffecttransistors/ hetgeen het gebruik van de veldeffecttransistor als trillingske-ten-capaciteit mogelijk maakt. De genoemde nominale in-gangsweerstand voor autoontvangers bedraagt in het UK-20 gebied 150 ohm.

De werking van de oplossing volgens de uitvinding wordt in het volgende nader toegelicht. De signalen van het UK- en het LMK-gebied bereiken gemeenschappelijk vanuit de ingangsaansluiting van de antenneversterker via 25 een scheidingscapaciteit en een langsinductie de stuur-electrode van een veldeffecttransistor. Voor het geval van de signaaloverdracht in het UK-gebied werkt de veldeffecttransistor door de nagenoeg volledige kortsluiting van zijn afvoer-bronweg tussen de stuurelectrodeaansluiting 30 en de afvoerelectrode aansluiting als een capaciteit, waarvan de waarde uit de stuurelectrodes-broncapaciteit en de afvoer-stuurelectrodecapaciteit door optelling vormt en die met de langsinductie een serie trillingsketen voor het UK-gebied vormt. In het eenvoudigste geval wordt 35 de afvoeraansluiting via scheidingscapaciteit met de uitgangsaansluiting van de autoantenne versterker verbonden. Terugkoppelingen in het LMK-gebied van de uitgangsaan-sluiting naar de hoogohmige electrode-aansluiting kunnen niet optreden, aangezien de afvoeraansluitingen via een 40 smoorspoel, die de signalen van het UK-gebied blokkeert 8400770 « - 9 - en voor de signalen van het LKM-gebied praktisch een kortsluiting vormt, met de bedrijfsspanningsaansluiting, die wat hoge frequenties betreft identiek is met de refe-rentiespanning, is verbonden. Wanneer de overdrachtskarak-5 teristiek van een serie trillingsketen voor het UK-gebied voldoende is dan vormt deze oplossing een weinig apparatuur vergende variant. Grotere bandbreedten en zeer geringe verschillen in de doorgangsdemping binnen het overdrachtsgebied zijn realiseerbaar, wanneer de tussen de ingangsaansluiting en de afvoeraansluiting werkzame serie trillingsketen met een zelfinductie tussen de afvoer en de bedrijfsspanningsaansluiting en een verdere serie trillingsketen tussen de afvoer en de uitgangsaansluiting tot een banddoorlaat van het type van een volledig T-^ element wordt gecombineerd.

Verdere uitvoeringsmogelijkheden van de overdrachts-eigenschappen in het ÜK-gebied worden daardoor gegeven, dat de dwarstak van de banddoorlaat behalve met een spoel met een capaciteit of een paralleltrillingsketen is uit- 20 gerust. Daardoor is het mogelijk het dempingsgedrag buiten het doorlaatgebied volgens bekende principes uit te voeren.

Wordt afgezien van de aan de afvoeraansluiting aangesloten serie trillingsketen, dan ontstaat een banddoorlaat van het type met een half-T-element. Deze uitvoerings-25 variant heeft ten opzichte van de aanpassing aan een versterker voor het UK-gebied voordelen.

Het in verschillende varianten uitvoerbare passieve frequentieselectieve overdrachtseleraenten voor het UK- gebied kan met de uitgangsaansluiting-UK-overdrachtweg 30 passief - of met de ingang van een versterker - UK-over- drachtweg aktief - verbonden worden.

De constructieelementen die aan de veldeffecttransis- tor zijn aangesloten en in functioneel verband met de overdrachtweg van het UK-gebied staan, zijn in het IMK-35 gebied praktisch onwerkzaam zodat de veldeffecttransis- tor op bekende wijze als bronvolger werkzaam is.

De uitvinding wordt aan de hand van uitvoeringsvoor- beelden nader toegelicht. De getekende weergaven betekenen: fig. 1 een principeweergave van de schakelinrichting 40 volgens de uitvinding met een serie trillingsketen als 8400770 ' *. - 10 -* frequentieselectief overdrachtelement in de UK-overdracht-weg; fig. 2 een vervangingsschema van de UK-overdrachtweg volgens fig. 1; 5 fig. 3 een principeweergave van de schakelinrichting volgens de uitvinding met een banddoorlaat van het type met een volledig T-element als frequentieselectief over-drachtselement in de UK-overdrachtweg; fig. 4 een vervangingsschema van de UK-overdrachtsweg 10 volgens fig. 3; fig. 5 een principeweergave van de schakelinrichting volgens de uitvinding met een banddoorlaat van het type van een half-T-element als frequentieselectief overdrachtelement in de UK-overdrachtsweg; 15 fig. 6 een vervangingsschema van de UK-overdrachtsweg volgens fig. 5; fig. 7 een vervangingsschema van de werkingswijze van de veldeffecttransistor als capaciteit; fig. 8 een gedeelte van een schakeling met een capa-20 citeit als dwarstak van de banddoorlaat volgens fig. 4 en fig. 6 ; fig. 9 een gedeeltelijk schema van een paralleltril-lingsketen als dwarstak van de banddoorlaat volgens fig.

4 en 6; 25 fig. 10 een vervangingsschema dat van toepassing is op de overdracht in het IMK-gebied; en fig. 11 een volledige schakeling van een versterker voor 'I. voorruitantennes.

In fig. 1 worden signalen uit het UK- en het LMK-gebied 30 gemeenschappelijk via een scheidingscapaciteit Cl en een langsinductie LI aan de stuurelectrode van een veldeffecttransistor VI toegevoerd, waarvan de afvoer-bronweg parallel verbonden is met een capaciteit C4, die in het UK-gebied volgens fig. 7 een kortsluiting tot stand brengt, 35 zodat de veldeffecttransistor VI tussen zijn stuurelectrode en zijn afvóeraansluiting werkzaam is als een capaciteit C7. Via C3 is de serie trillingsketen LI, C7 met de uit-gangsaansluiting 3 op de ingang van een versterker V2 voor het UK-gebied verbonden. Fig. 2 toont het vervangings-40 schema zoals dat voor de overdracht van signalen in het 8400770 - 11 - 1 % UK-gebied werkzaam is. De afvoeraansluiting is via de smoor-spoel L4r die de signalen in het üK-gebied blokkeert, verbonden met de bedrijfsspanningsaansluiting 2. Via C5 is de bedrijfsspanningsaansluiting wat hoge frequenties be-5 treft verbonden met de referentiespanning. Voor de werking van de veldeffecttransistor VI als bronvolger in het IMK- gebied is het in fig. 10 weergegeven vervangingsschema geldend. De signalen van het LMK-gebied worden via versterker V3 voor het LMK-gebied en een smoorspoel K6 die de 10 signalen van het UK-gebied blokkeert, aan de uitgangsaan-sluiting 3 toegevoerd.

In fig. 3 wordt met de serie trillingsketen LI, C7 en een dwarsinductie L2 en een verdere serie trillingsketen C2, L3 een banddoorlaat van het type met een volledig 15 T-element gevormd.

Fig. 4 toont het voor de overdracht van het UK-gebied werkzame vervangingsschema. In plaats van de dwarsinductie L2 kunnen ook een capaciteit C8 en een parallel trillingsketen L7 ,C9 worden aangesloten. Schakeltechnische reali-20 seringsmogelijkheden zijn in fig. 8 en fig. 9 aangegeven.

In fig. 5 wordt met de serie trillingsketen L1,C7 en een dwarsinductie L2 een banddoorlaat van het type met een half T-element gevormd.

Fig. 6 toont het voor de overdracht van het UK-gebied 25 werkzame vervangingsschema. Ook hier kunnen in plaats van de dwarsinductie L2 een capaciteit C8 of een parallel trillongsketen L7,C9 worden aangesloten.

Fig. 10 toont een volledige schakelinrichting van een versterker voor een voorruitantenne.

30 De UK-overdrachtsweg is passief met een banddoorlaat van het type met een volledig T-element met dwarsinductie. Voor een betere veraanschouwlijking zijn de referentie-cijfers uit de principeweergave van fig. 1 t/m 9 gebruikt.

Conclusies 35 --- 8400770

Claims (3)

1. Autoantenneversterker voor het UK- en het LMK- gebied/ waarvan de ingangsweerstand in het LMK-gebied hoogohmig is en een geringe ingangscapaciteit heeft en waarin de signalen van het UK- en het LMK-gebied vanuit de 5 ingangsaansluiting (1) via een scheidingscapaciteit (Cl) en een langsinductie (LI) op de stuurelectrode aansluiting van een veldeffecttransistor (VI) worden overgedragen, waarbij een capaciteit (C4) parallel is verbonden met de afvoer-bronweg daarvan, welke capaciteit in het LMK-10 gebied het overdrachtsgedrag niet beïnvloedt, maar in het UK-gebied de afvoer-bronweg bij benadering kortsluit, waardoor de veldeffecttransistor (VI) tussen de stuurelec-trdde en de afvoeraansluiting werkzaam is als een capaciteit (C7) en tussen de afvoeraansluiting en de bedrijfs-15 spanningaanslüiting (2), die wat hoge frequenties betreft via een condensator (C5) met de referentiespannimg is verbonden, een smoorspoel (4) is opgenomen, die de signalen van het UK-gebied blokkeert en de signalen van het UK-gebied vanaf de afvoeraansluiting via een scheidings-20 capaciteit (C3) naar een aparte overdrachtweg worden gebracht en de signalen van het LMK-gebied vanaf de bron-aansluiting via een smoorspoel (L5), die de signalen van het UK-gebied blokkeert, in een aparte actieve overdrachtweg naar de uitgangsaansluiting (3) worden gevoerd, m è t 25 het kenmerk, dat de ingangsweerstand in het UK-gebied laagohmig van de orde van grootte van gebruikelijke leidingsgolfweerstanden is en dat de langsinductie (LI) en de tussen de stuurelectrode aansluiting en de afvoeraansluiting werkzame capaciteit een serie trillings-30 keten vormen, die tussen de ingangsaansluiting (1) en de uitgangsaansluiting (3) over de ingang van een versterker (V2) voor het UK-gebied een frequentieselectief passief overdrachtselement voor het UK-gebied is of dat de smoorspoel (L4) door een inductie (L2) vervangen is en de tussen 35 de ingangsaansluiting (1) en de afvoeraansluiting werkzame serie trillingsketen (L1,C4) met een verdere aan de afvoeraansluiting aangesloten serie trillingsketen (C2, 8400770 - 13 - L3) een banddoorlaat van het type met een volledig T-element vormt, die tussen de ingangsaansluiting (1) en de uitgangsaansluiting (3) of de ingang van een versterker (V2) voor het UK-gebied als frequentieselectief passief over-5 drachtelement werkzaam is.

2. Autoantenneversterker volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de zelfinductie (L2) door een capaciteit (C8) of een parallel trillingsketen (L7,C9) 10 vervangen is.

3. Autoantenneversterker volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de tussen de ingangsaansluiting (1) en de afvoeraansluiting werkzame serie trillingsketen 15 (L1,C7) met de tussen de afvoer en de bedrijfsspanning- aansluiting opgenomen inductie (L2) of capaciteit (C8) of parallel trillingsketen (17,C9) een banddoorlaat vormt van het type met een half T-element, die tussen de ingangs-aansluiting (1) en de uitgangsaansluiting (3) of de ingang 20 van een versterker (V2) voor het UK-gebied als frequentieselectief passief overdrachtelement werkzaam is. 8400770