NL8400561A - GAS-FIRED GEISER. - Google Patents
GAS-FIRED GEISER. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8400561A NL8400561A NL8400561A NL8400561A NL8400561A NL 8400561 A NL8400561 A NL 8400561A NL 8400561 A NL8400561 A NL 8400561A NL 8400561 A NL8400561 A NL 8400561A NL 8400561 A NL8400561 A NL 8400561A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- flow
- valve
- venturi tube
- gas
- water
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F23—COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
- F23N—REGULATING OR CONTROLLING COMBUSTION
- F23N1/00—Regulating fuel supply
- F23N1/08—Regulating fuel supply conjointly with another medium, e.g. boiler water
- F23N1/087—Regulating fuel supply conjointly with another medium, e.g. boiler water using mechanical means
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F23—COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
- F23N—REGULATING OR CONTROLLING COMBUSTION
- F23N2235/00—Valves, nozzles or pumps
- F23N2235/12—Fuel valves
- F23N2235/18—Groups of two or more valves
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F23—COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
- F23N—REGULATING OR CONTROLLING COMBUSTION
- F23N2235/00—Valves, nozzles or pumps
- F23N2235/12—Fuel valves
- F23N2235/20—Membrane valves
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F23—COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
- F23N—REGULATING OR CONTROLLING COMBUSTION
- F23N2235/00—Valves, nozzles or pumps
- F23N2235/12—Fuel valves
- F23N2235/24—Valve details
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Control Of Combustion (AREA)
- Instantaneous Water Boilers, Portable Hot-Water Supply Apparatuses, And Control Of Portable Hot-Water Supply Apparatuses (AREA)
Description
* - 1 -* - 1 -
Met gas gestookte geiser .Gas-fired geyser.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een met gas gestookte geiser met een door een brander verwarmde warmteuitwisselaar, waaraan het water is toegevoerd via een waterschakelaar, in het huis waarvan in de doorstroom-5 richting gezien een doors trooxnbegr enz er alsmede een ven-turibuis zijn aangebracht, waarbij de ruimte tussen de doorstroombegrenzer en de venturibuis is verbonden met een membraankamer, die een zijde van het membraan bedient, terwijl de andere zijde is aangesloten op de nauwe plaats 10 van de venturibuis, waarbij twee omloopleidingen voor de venturibuis zijn aangebracht, waarvan de ene stroomafwaarts van de doorstroombegrenzer loopt en door een met de stand van het membraan variabele klep is beheerst en waarvan de andere is voorzien van een smoorklep.The present invention relates to a gas-fired geyser with a heat exchanger heated by a burner, to which the water is supplied via a water switch, in the house of which, viewed in the flow-through direction, there are a doors trooxnbegr etc and a venturi tube. the space between the flow limiter and the venturi tube being connected to a membrane chamber, which serves one side of the membrane, while the other side is connected to the narrow location of the venturi tube, with two bypass pipes for the venturi tube being provided, of which one runs downstream of the flow limiter and is controlled by a valve variable with the diaphragm position, the other of which is equipped with a throttle valve.
15 Een dergelijke net gas gestookte geiser is bekend door de apparaten van het type MAG-W van de aanvraagster. Bij deze apparaten is echter nadelig gebleken, dat de tweede omloopleiding voor de venturibuis stroomafwaarts van de venturibuis maar vdör de eigenlijke warmteuitwisselaar 20 uitmondt. Daarmede komt al het water door de warmteuitwisselaar. Dit is in zoverre nadelig, dat het niet mogelijk is in zijn doorstroming onbegrensd water langs de begrenzer en de warmteuitwisselaar in de tapleiding te leiden om dus aan de gebruiker de mogelijkheid te geven de taptem-25 peratuur ook in het gebied van het nominale vermogen van de geiser te variëren.Such a mains gas-fired geyser is known by the applicant's MAG-W apparatus. With these devices, however, it has been found to be disadvantageous that the second bypass pipe for the venturi tube flows downstream of the venturi tube but before the actual heat exchanger 20 opens. All of the water comes through the heat exchanger. This is disadvantageous in that it is not possible in its flow to flow unlimited water along the limiter and the heat exchanger in the tap pipe, so that the user can also have the tap temperature in the range of the nominal power of vary the geyser.
Aan de onderhavige uitvinding ligt het probleem ten grondslag deze mogelijkheid te verschaffen.The present invention is based on the problem of providing this possibility.
De oplossing volgens de uitvinding bes^taat daarin, 30 dat de andere omloopleiding stroomopwaarts van de doorstroombegrenzer begint en stroomafwaarts van de warmteuitwisselaar eindigt. Daarmede bestaat demogelijkheid van het veranderen van de tapwatertemperatuur ook bij lage aansluitdrukken in het voedende waternet. Verder 35 bestaat ook het probleem een snel aanspringen van de geiser te waarborgen. Daartoe’ moet de eerste omloopleiding in de ruststand zijn gesloten maar worden geopend, 8400561 ί τ " 2 ^ wanneer de gasklep wordt geopend. Verder is het doel van t de uitvinding deze leidingvoering optimaal uit te voeren. Deze problemen worden volgens de uitvinding opgelost, doordat de uitvoering van de doorstroombegrenzer als 5 constante stroomregelinrichting de andere omloopleiding stroomafwaarts van de stelopening van de regelinrichting begint, door het stellichaam van de regelinrichting loopt en stroomopwaarts van de warmteuitwisselaar uitmondt, en doordat bij de uitvoering van de doorstroombegrenzer 10 als constante stroomregelinrichting de andere omloopleiding stroomafwaarts van de stelopening van de constante stroomregelinrichting begint, door het stellichaam van de regelinrichting loopt en stroomafwaarts van de warmteuitwisselaar uitmondt.The solution according to the invention consists in that the other bypass line starts upstream of the flow limiter and ends downstream of the heat exchanger. This makes it possible to change the tap water temperature even at low connection pressures in the supplying water network. Furthermore, there is also the problem of ensuring a rapid starting of the geyser. To this end, the first by-pass must be closed in the rest position but be opened when the gas valve is opened. The object of the invention is furthermore to make this pipe arrangement optimal. These problems are solved according to the invention, in that the design of the flow limiter as a constant flow control device starts the other bypass downstream of the adjusting opening of the control device, passes through the adjusting body of the control device and opens upstream of the heat exchanger, and because in the design of the flow limiter 10 as a constant flow control device by-pass starts downstream of the adjustment opening of the constant flow control device, passes through the adjusting body of the control device and opens downstream of the heat exchanger.
15 Verdere uitvoeringsvormen en bijzonder voordelige verdere ontwikkelingen van de uitvinding zijn mogelijk en blijken uit de onderstaande beschrijving, die een uit-voeringsvoorbeeld van de uitvinding aan de hand van de figuren 1 tot 5 van de tekening nader toelicht.Further embodiments and particularly advantageous further developments of the invention are possible and will become apparent from the description below, which illustrates an exemplary embodiment of the invention with reference to Figures 1 to 5 of the drawing.
20 Daarin tonen: fig. 1 schematisch de waterweg van een met gas gestookte geiser, fig. 2 een diagram, fig. 3 schematisch eenverdere waterweg van een met 25 gas gestookte geiser volgens een gewijzigde uitvoeringsvorm van de uitvinding, fig, 4 de waterschakelaar in een grotere doorsnede en fig. 5 een detail van de waterschakelaar.Fig. 1 shows schematically the waterway of a gas-fired geyser, fig. 2 shows a diagram, fig. 3 schematically a further waterway of a gas-fired geyser according to a modified embodiment of the invention, fig. 4 shows the water switch a larger cross section and fig. 5 a detail of the water switch.
In al de figuren geven gelijke verwijzingstekens 30 telkens dezelfde onderdelen aan.In all the figures, identical reference characters 30 each indicate the same parts.
De met gas gestookte geiser 1 volgens fig. 1 heeft als centraal deel een door een gasbrander 2 verwarmde warmteuitwisselaar 3, waarop stroomafwaarts een tapleiding 4 aansluit, die is beheerst door een tapklep 5, Het koude 35 water stroomt in de richting van een pijl 6 uit een koud-waternet in een stuurinrichting 7, die binnen een huis een toevoerleiding 8 met een leidingvertakking 9 heeft. Van de vertakking 9 voert een omloopleiding 10 direct naar de tapleiding 4, waarop de omloopleiding stroomafwaarts van 40 de warmteuitwisselaar 3 ’.en stroomopwaarts van de tapklep 5 8400561 i i - 3 - is aangesloten. In de omloopleiding 10 is een justeerklep 11 en een door een handgreep 12 gestuurde smoorklep 13 gevoegd. Van de vertakkingsplaats 9 takt een aan de omloopleiding niet evenwijdige lijn 14 af, die leidt naar 5 een doorstroombegrenzer 15, die uitneembaar aan het huis is gelegerd, doordat een schroef 16 wordt verwijderd. Achter de doorstroombegrenzer 5 is een membraankamer 17 aangebracht, waarin een van een membraanbord 18 voorzien membraan 19 langs zijn rand drukdicht is geklemd, zodat 10 in het huis een onderdruk-membraankamer 20 en een overdruk-membraankamer 21 gorden gevormd. Terwijl de doorstroombegrenzer 15 de inlaat in de overdruk-mem/braankamer 21 vormt, is een uitlaat daarvan door een venturibuis 22 gevormd, op de nauwe plaats 23 waarvan een leiding 24 15 uitmondt, die leidt naar de onderdruk-membraankamer 20.The central part of the gas-fired geyser 1 according to Fig. 1 is a heat exchanger 3 heated by a gas burner 2, to which a tapping pipe 4 connected downstream, which is controlled by a tapping valve 5. The cold water flows in the direction of an arrow 6 from a cold water network in a control device 7, which has a supply pipe 8 with a pipe branch 9 within a housing. From the branch 9, a bypass line 10 leads directly to the tapping line 4, to which the bypass line is connected downstream of the heat exchanger 3 and upstream of the tapping valve 5 8400561 i - 3. An adjustment valve 11 and a throttle valve 13 controlled by a handle 12 are inserted in the bypass line 10. From the branch location 9, a line 14 which is not parallel to the bypass line branches off, leading to a flow limiter 15, which is removably mounted on the housing by removing a screw 16. A membrane chamber 17 is arranged behind the flow limiter 5, in which a membrane 19 provided with a membrane board 18 is clamped pressure-tight along its edge, so that an underpressure membrane chamber 20 and an overpressure membrane chamber 21 are formed in the housing. While the flow restrictor 15 forms the inlet into the overpressure membrane / chamber 21, an outlet thereof is formed by a venturi tube 22, at the narrow location 23 of which a conduit 24 opens, leading to the underpressure membrane chamber 20.
Op de uitlaat van de venturibuis 22 is een verbin-dingsleiding 25 aangesloten, die de stuurinrichting 7 met de inlaatzijde van de warmteuitwisselaar 3 verbindt.A connecting line 25 is connected to the outlet of the venturi tube 22 and connects the control device 7 to the inlet side of the heat exchanger 3.
Van de overdruk-membraankamer takt een tweede omlooplei-20 ding 26 af, die aan een klepzitting 27 begint, die nog een deel van de overdruk-membraankamer 22 respektievelijk van de stuurinrichting 7 is. De omloopleiding 26 mondt in een uitmonding 33 in de leiding 25 tussen de venturibuis en de warmteuitwisselaar uit. De klepzitting 27 wordt 25 door een kegelvormig kleplichaam 28 beheerst, dat via een stang 29 met het membraanbord 18 is verbonden. Met het membraanbord is een verdere stang 30 verbonden, die leidt tot een kleplichaam 31, dat een deel van een gasklep in de loop van een gastoevoerleiding 32 is, die is verbon-30 den met de brander 2.A second bypass line 26 branches off from the overpressure diaphragm chamber and starts at a valve seat 27, which is still part of the overpressure diaphragm chamber 22 and the control device 7, respectively. The bypass line 26 opens into a mouth 33 in the line 25 between the venturi tube and the heat exchanger. The valve seat 27 is controlled by a conical valve body 28, which is connected to the membrane board 18 via a rod 29. A further rod 30 is connected to the membrane board, which leads to a valve body 31, which is part of a gas valve in the course of a gas supply pipe 32, which is connected to the burner 2.
In fig. 2 is een diagram weergegeven, dat de afhan- 3 -1 kelijkheid van <è waterdoorstroming in dm min als functie van de druk P in bar respektievelijk als functie van de temperatuurverhoging At in °C weergeeft, 35 De functie van de geiser, die is beschreven in fig. 1, wordt nu aan de hand van fig. 2 nader toegelicht’. Er wordt uitgegaan van de rusttoestand van het apparaat, dat wil zeggen de justeerklep 11 bevindt zich in een geopende middenstand, de tapklep 5, de smoorklep 12, de klep 27/28 40 en de gasklep 31 zijn gesloten. Er vindt geen gas- en 84 0 05 6 f 4 * - 4 - waterdoorstroming plaats.Fig. 2 shows a diagram showing the dependence of 3 -1 water flow in dm min as a function of the pressure P in bar and as a function of the temperature increase At in ° C, 35 The function of the geyser which is described in Fig. 1, will now be explained in more detail with reference to Fig. 2. The idle state of the device is assumed, i.e. the adjusting valve 11 is in an open middle position, the tapping valve 5, the throttle valve 12, the valve 27/28 40 and the gas valve 31 are closed. There is no gas and water flow 84 0 05 6 f 4 * - 4.
Wanneer nu voor het in bedrijf stellen van de met gas gestookte geiser de tapklep 5 wordt geopend, ontstaat direct een waterstroom die is begrensd door de doorstroombegrenzer 5 15, door de overdruk-membraankamer 21, de venturibuis , de leiding 25 en 4 en door de warmteuitwisselaar 3. Als gevolg van deze waterdoorstroming ontstaat via de leiding 24 en de aan de venturibuis veroorzaakte onderdruk een onderdruk in de onderdruk-membraankamer 20, wat een oplichten van 10 het membraan 19 tegen de terugzetkracht van de drukveer 76 tot gevolg heeft, een oplichten van het membraan veroorzaakt via de stang 30 een aflichten van het kleplichaam 31 van zijn klepzitting en daarmede een vrijgeven van de gasklep.When the tapping valve 5 is now opened for the commissioning of the gas-fired geyser, a water flow which is limited directly by the flow limiter 5, by the overpressure membrane chamber 21, the venturi tube, the pipe 25 and 4 and by the heat exchanger 3. As a result of this water flow, a negative pressure is created via the pipe 24 and the negative pressure caused on the venturi tube in the negative membrane chamber 20, which results in the diaphragm 19 lifting up against the return force of the compression spring 76, a lifting up of the diaphragm causes the valve body 31 to lift off the valve body 31 from its valve seat, thereby releasing the gas valve.
Op het ogenblik, waarop het openen van de gasklep l5 plaats vindt, vindt echter ook een openen van de klep 27/ 28 plaats en daarmede een vrijgeven van de omloopleiding 26. Het vrijgeven van de omloopleiding vindt geleidelijk plaats, zodat via de omloopleiding bij sterker wordende waterdoorstroming een geringer druk aan de venturi wordt 20 ontwikkeld, zodat het openen van de gasklep weliswaar evenredig met de waterdoorstroming is, maar minder sterk toeneemt dan de waterdoorstroming. Al het water, dat door de venturibuis en door de omloopleiding 2.6 vloeit, wordt in de warmteuitwisselaar 3 verwarmd en via de tapleiding 25 4 ter beschikking gesteld van de tapklep. Daartoe kan een via de smoor- en justeerklep 11,13 beheerste waterdoorstroming langs de warmteuitwisselaar worden geleid en direct terbeschikking gesteld van de^gene die de tapklep bedient.However, at the moment when the opening of the gas valve 15 takes place, an opening of the valve 27/28 also takes place and, with it, a release of the bypass line 26. The release of the bypass line takes place gradually, so that the bypass line is more strongly water flow, a lesser pressure is developed at the venturi, so that the opening of the gas valve is proportional to the water flow, but increases less strongly than the water flow. All the water that flows through the venturi tube and the bypass line 2.6 is heated in the heat exchanger 3 and made available to the tap valve via the tap line 4. To this end, a water flow controlled via the throttle and adjustment valve 11, 13 can be guided along the heat exchanger and made directly available to the person operating the tapping valve.
3O Uit het diagram van fig. 2 is eerst een groep krom men 40,41,42 en 43 zichtbaar, die uitgaat van het nulpunt en bij bepaalde maximale watervoordrukken, die door het voedende net vooraf bepaald zijn,naar. bepaalde doorstromingen leiden. Zo ontstaat de kromme 40 bij een wat^er-35 druk van 6 bar door min of meer groot open draaien van de smoorklep 13. Uit de kromme blijkt, welke waterdoorstroming door de omloopleiding 10 plaats vindt, wanneer een bepaalde maximale watervoordruk is gegeven. Bij een maximale waterdruk van 4 bar ontstaat dejkromme 41 en bij 1 bar 40 de kromme 43.From the diagram of Fig. 2, a group of curves 40, 41, 42 and 43 is first seen, starting from the zero point and at certain maximum water pressures, which are predetermined by the feed net, towards. lead certain flows. Thus, the curve 40 is created at a water pressure of 6 bar by opening the throttle valve 13 more or less wide open. The curve shows which water flow through the by-pass 10 takes place when a certain maximum water pre-pressure is given. At a maximum water pressure of 4 bar, the curve 41 is created and at 1 bar 40 the curve 43 is formed.
8400561 - 5 -8400561 - 5 -
De kromme 44 geeft de karakteristiek van de doorstroom-begrenzer 15 weer. Van een waterdruk van o-l bar loopt de kromme steil van het nulpunt tot een punt 45 om aansluitend na genoeg horizontaal naar binnen te zwenken. Daaruit 5 blijkt, dat een boven een bar liegende watervoordruk geen verdere invloed heeft op de waterdoorstroming via de leidingen 14 en 25 en door de warmteuitwisselaar,Curve 44 shows the characteristic of the flow limiter 15. From a water pressure of o-1 bar, the curve runs steeply from the zero point to a point 45 and then swings in horizontally after enough. It can be seen from this that a water pre-pressure above a bar has no further influence on the water flow through the pipes 14 and 25 and through the heat exchanger,
De kromme 46 ontstaat nu door de samenstelling van de kromme 40 met de bijbehorende kromme 44. De andere 10 kromme 47 cntsfaat door samenstelling van de krommen 42 en 44. De krommen 46 en 47 eindigen bij de maximale apparaat- typische temperatuurverhoging, hier 25°C, of bij de maxi- 3 -1 male waterdoorstroming van 10 dm min , Uit de krommen 46 en 47 blijkt, dat men door variatie van de waterdoor-15 stroming in de omloopleiding 10 door verstellen van de smoorklèp 13 zowel de temperatuurverhoging en daarmede de taptemperatuur van al het water als de doorstroming afhankelijk van de vooraf bepaalde watervoordruk kan variëren. De justeerklep dient om een gemiddelde doorstroming 20 door de installateur van het apparaat met het oog op de op de opstellingsplaats heersende watervoordruk te laten instellen, die als maximale omloopdoorstroming mogelijk wordt gemaakt. De gebruiker van het apparaat kan deze doorstroming door bediening van de smoorklèp 13 weliswaar 25 verkleinen maar niet vergroten.The curve 46 now arises from the composition of the curve 40 with the associated curve 44. The other curve 47 condensate from the composition of the curves 42 and 44. The curves 46 and 47 end at the maximum device-typical temperature increase, here 25 ° C, or at the maximum 3 -1 water flow of 10 dm min. Curves 46 and 47 show that by varying the water flow in the by-pass 10, by adjusting the throttle valve 13, both the temperature increase and thus the tapping temperature of all water as the flow can vary depending on the predetermined water pre-pressure. The adjustment valve serves to have an average flow 20 set by the installer of the appliance in view of the water pre-pressure prevailing at the installation site, which is made possible as a maximum circulation flow. Although the user of the device can reduce this flow by operating the throttle valve 13, it cannot increase it.
Wanneer de tapklep 5 een kleinere dwarsdoorsnede heeft dan de smoordwarsdoorsnede van de doorstroombegrenzer 15, dan volgt daaruit een met de tapstand van de tapklep veranderlijke doorstroomkromme tot aan het gebruiken van 30 de begrenzer. Deze kromme correspondeert met de kromme 48 in fig. 2. In het punt 45 van deze kromme begint de begrenzer, zodat de waterdoorstroming dan onafhankelijk, van de stand van de tapklep volgens de kromme 44 constant of nagenoeg constant verloopt.When the tapping valve 5 has a smaller cross-section than the throttle cross-section of the flow limiter 15, a flow curve that changes with the tapping position of the tapping valve results from this until the use of the limiter. This curve corresponds to the curve 48 in Fig. 2. At the point 45 of this curve, the limiter starts, so that the water flow then proceeds constantly or almost constantly independent of the position of the tap valve according to curve 44.
35 Wanneer nu de smoorklèp 13 door het bedienen van de handgreep 12 wordt geopend, is in de loop van de leiding 10 een waterdoorstroming het gevolg, die niet door de begrenzer 15 wordt gegrepen. Deze waterdoorstroming kan door corresponderende verstelling van de smoorklèp 13 40 voortdurend vergroot en verkleind worden. Wanneer de 8400561 ~ 6 - 4 · smoordwarsdoorsnede van de smoorklep kleiner is dan de aan de justeerklep 11 ingestelde dwarsdoorsnede, beheerst de smoorklep 13 de doorstroming door de omloop. Wanneer de smoordwarsdoorsnede groter is, wordt de doorstroming 5 van al het water beheerst door de dwarsdoorsnede van de justeerklep 11. In geval de dwarsdoorsnede van de smoorklep kleiner is, ontstaat een kromme volgens de kromme 49 tot aan het punt 50. In het punt 50 treedt weer de begrenzer in werking, zodat de kromme 49 afbuigend als 10 kromme 46 verder loopt, De krommenloop 49/46 ontstaat uit een samenstelling van de krommen 48 en 44 tot ëën van de krommen 40 tot 42, De krommen 40 tot 42 geven op zichzelf alleen slechts de doorstroming voor de omloop-weg weer. De helling van de afzonderlijke krommen 40 15 tot 42 ontstaat uit de stand van de nauwste klepdwars-doorsnede in de omloop.When the throttle valve 13 is opened by operating the handle 12, a water flow results in the course of the pipe 10, which is not caught by the limiter 15. This water flow can be continuously increased and decreased by corresponding adjustment of the throttle valve 13 40. When the throttle cross section of the throttle valve is smaller than the cross section set on the adjustment valve 11, the throttle valve 13 controls the flow through the bypass. When the throttle cross-section is larger, the flow 5 of all the water is controlled by the cross-section of the adjusting valve 11. In case the cross-section of the throttling valve is smaller, a curve is created according to curve 49 up to point 50. At point 50 the limiter is activated again, so that the curve 49 deflects as curve 46 continues, The curve run 49/46 arises from a combination of curves 48 and 44 to one of curves 40 to 42, Curves 40 to 42 give up itself only the flow for the bypass road again. The slope of the individual curves 40 to 42 arises from the position of the narrowest valve cross-section in the circulation.
Wanneer de gebruiker van het apparaat een regel-kromme heeft gevonden, die het beste met zijn voorstellingen correspondeert, wordt de justeerklep 11 op 20 de dwarsdoorsnede gebracht, waarmee de kromme door het verstellen van de handgreep 12 aan de smoorklep 13 wordt gevonden. Daarmede is deze dwarsdoorsnede en de kromme vast in het apparaat gejusteerd. Voor de gebruiker van het apparaat is het mogelijk de doorstroming 25 van koud water door de omloop door het veranderen van de stand van de smoorklep 13 te verkleinen. Bij een dergelijke verkleining wordt de doorstroming in de omloop-weg van koud water verminderd, de doorstroming in de weg van- de warmteuitwisselaar blijft daarentegen onveran-30 derd. Het gevolg van een dergelijke smoring is dus een temperatuursverhoging van het uitstromende warme water onder vermindering van de totale doorstroming.When the user of the device has found a control curve that best corresponds to his representations, the adjustment valve 11 is brought to the cross-section, whereby the curve is found by adjusting the handle 12 on the throttle valve 13. This cross-section and the curve are thus fixed in the device. It is possible for the user of the device to reduce the flow of cold water through the circulation by changing the position of the throttle valve 13. With such a reduction, the flow in the circulation path of cold water is reduced, the flow in the path of the heat exchanger, on the other hand, remains unchanged. The consequence of such a throttling is thus an increase in temperature of the outflowing hot water while reducing the total flow.
Dit effect kan echter ook worden bereikt, wanneer de stand, van de kleppen 11 en 13 onveranderd wordt gela-35 ten, maar daarentegen de smoorgraad van de tapklep 5 wordt verkleind. Onder de voorwaarde van de doorstroming in de weg van de warmteuitwisselaar 3 die -in hoofdzaak wordt beheerst door de doorstroombegrenzerl5, bewerkt een smoren van de tapklep 5 slechts een verandering 40 (verkleining) van de doorstroming in de omloopweg. Hêt 8400561 • * - 7 - gevolg i's hetzelfde, namelijk een stijging van de tapwa-tertemperatuur bij geringe verkleining van de doorstroming van tapwater. De vooruitgang van deze oplossing ligt in het feit, dat de gebruiker door een eenvoudig ver-5 anderen van de stand van de tapklep tot tapwater van verschillende temperatuur (hoewel de hoeveelheid ongelijk is) kan komen.However, this effect can also be achieved if the position of the valves 11 and 13 is left unchanged, but on the other hand the throttle of the tap valve 5 is reduced. Under the condition of the flow in the way of the heat exchanger 3, which is mainly controlled by the flow limiter 15, a throttling of the tapping valve 5 effects only a change 40 (decrease) of the flow in the bypass path. The result is the same, namely an increase in the tap water temperature with a small reduction in the flow of tap water. The advancement of this solution lies in the fact that the user can come to tap water of different temperature (although the amount is uneven) by simply changing the position of the tapping valve.
De kromme 47 in fig. 2 zou worden-verkregen, wanneer slechts een wateraansluitdruk van 2 bar aanwezig zou zijn, 10 omdat bij deze waarde reeds de nominale waterdoorstro-ming plaats vindt. De kromme tak 47 ontstaat weer door samenstelling van de kromme 44 met de waarde van de kromme 42.The curve 47 in Fig. 2 would be obtained if only a water connection pressure of 2 bar were present, because at this value the nominal water flow already takes place. The curved branch 47 again arises by assembling the curve 44 with the value of the curve 42.
De in de fig. 3 weergegeven met gasgestookte geiser, 15 die voor het verkrijgen van wam gebruikswater dient, heeft als centraal deel een door een gasbrander 2 verwarmde warmteuitwisselaar 3, waarop stroomafwaarts een tapleiding 4 aansluit, die door een tapklep 5 is beheerst.The gas-fired geyser 15 shown in Fig. 3, which serves to obtain hot water for use, has as its central part a heat exchanger 3 heated by a gas burner 2, to which a tapping pipe 4, which is controlled by a tapping valve 5, is connected downstream.
Het koude water vloeit in de richting van een pijl 6 uit 20 een koudwaternet in een waterschakelaar 7. Deze heeft in een huis een toevoerleiding 8 met een leidingsvertakking 9. Van de vertakking 9 leidt een omloopleiding 10 in een alternatief, die in fig. 3 met streeplijnen is weergegeven, direct na de tapleiding 4, waarop de omloop-25 leiding stroomafwaarts van de warmteuitwisselaar 3 en stroomopwaarts van de tapklep 5 is aangesloten» In de omloopMding 10 is een justeerklep 11 en een door een handgreep 12 gestuurde smoorklep 13 gevoegd. Van de vertak-kingsplaats 9 takt een aan de omloopleiding 10 even-30 wijdige leiding 14 af, die is-beheerst door eaismoor spleet 60 die door een nauwe plaats in het huis 7 enerzijds ei een klqplichaam 61 van een waterconstante stroomregelinrichting 62is gevormd. Aan de zijde van de smoorspleet 60, die is afgekeerd van de leidingsvertakking 9, is de leiding 14 door 35 een membraankamer 17 geleid, waarin een van een membraan-bord 18 voorzien membraan 19 langs zijn rand drukdicht is geklemd, zodat in het huis een onderdruk-membraanka-mer 20 en een bovendruk-membraankamer 21 wordt gevormd.The cold water flows in the direction of an arrow 6 from a cold water network into a water switch 7. This has in a house a supply line 8 with a line branch 9. From the branch 9, a bypass line 10 leads in an alternative, which is shown in Fig. 3. is shown in dashed lines immediately after the tapping line 4, to which the bypass line is connected downstream of the heat exchanger 3 and upstream of the tapping valve 5. In the bypass 10, an adjusting valve 11 and a throttle valve 13 controlled by a handle 12 are connected. From the branching site 9, a conduit 14 parallel to the by-pass line 10 branches off, which is dominated by eaismore slit 60 which is formed on the one hand by a clamping body 61 of a water-constant flow control device 62 through a narrow location in the housing 7. On the side of the throttle gap 60, which faces away from the pipe branch 9, the pipe 14 is passed through a membrane chamber 17, in which a membrane 19 provided with a membrane board 18 is clamped pressure-tight along its edge, so that in the housing negative pressure membrane 20 and an upper pressure membrane chamber 21 is formed.
Terwijl de smoorspleet 60 van de regelinrichting voor de 40 co nstante stroom de inlaat in de overdruk-membraankamer S* 00 56-1 ¥ * - 8 - vormt, is een uitlaat daarvan door een venturibuis 22 gevormd, op de nauwe plaats 23 waarvan een leiding 24 uitmondt, die leidt naar de onderdruk-membraankamer 20,While the throttle gap 60 of the constant flow control device forms the inlet into the positive pressure membrane chamber S * 00 56-1 ¥ * - 8 -, an outlet thereof is formed by a venturi tube 22, at the narrow point 23 of which a conduit 24 opens, which leads to the underpressure membrane chamber 20,
Op de uitlaat van de venturibuis 22 is een verbin-5 dingsleiding 25 aangesloten, die de waterschakelaar 7 met de inlaatzijde van de warmteuitwisselaar 3 verbindt. Van de overdruk-membraankamer 21 takt een tweede oraloop-leiding 26 af, die met een opening 63 en een centrale boring 64 in het kleplichaam 61 stroomafwaarts van de 10 smoorspleet 60 van de regelinrichting 62 begint en de hoge drukkamer onder vermijding van de venturibuis aan een uitmonding 33 met de leiding 25 verbindt, waarbij de uitmonding stroomafwaarts van de venturi maar stroomopwaarts van de warmteuitwisselaar is aangebracht.A connecting line 25 is connected to the outlet of the venturi tube 22 and connects the water switch 7 to the inlet side of the heat exchanger 3. A second oraloop conduit 26 branches off from the positive pressure diaphragm chamber 21, which starts with an opening 63 and a central bore 64 in the valve body 61 downstream of the throttle gap 60 of the control device 62 and the high pressure chamber avoiding the venturi tube. connects an outlet 33 to conduit 25, the outlet being located downstream of the venturi but upstream of the heat exchanger.
15 Het als kleplichaam uitgevoerde stelorgaan 61 is via het verlengstuk, dat de boring 63 en het centrale kanaal 64 bevat, stijf met het membraanbord 18 verbonden. Het stelorgaan 61 is aan de onderzijde, die is afgekeerd van het membraanbord 18, als huls 65 uitgevoerd, die een 20 drukveer 66 opneemt, die steunt tegen een vast met het huis verbonden leger 67.The adjusting member 61, which is designed as a valve body, is rigidly connected to the membrane board 18 via the extension piece, which contains the bore 63 and the central channel 64. The adjusting member 61 is designed on the underside, which faces away from the membrane board 18, as sleeve 65, which receives a compression spring 66, which supports against a bearing 67 fixedly connected to the housing.
De venturibuis 22 vormt samen met de membraankamer 17 en met het stelorgaan 61 een waterconstante-stroomregel-inrichting, waarvan de geleiding^sgrootte door de openings-25 graad van de tapklep 5 vooraf bepaald is. Dat wil zeggen dat de waterstroom, die vooraf bepaald is door de openingsgraad van de watertapklep 5, door de regelinrichting constant wordt gehouden.The venturi tube 22, together with the membrane chamber 17 and with the adjusting member 61, forms a water constant flow control device, the conductivity of which is predetermined by the opening 25 degree of the tap valve 5. That is, the water flow, which is predetermined by the degree of opening of the water tap valve 5, is kept constant by the control device.
Volgens een verdere gewijzigde uitvoeringsvorm van 30 de uitvinding is het mogelijk de tweede omloopleiding 10, in plaats van zoals met streeplijnen weergegeven in fig.According to a further modified embodiment of the invention, it is possible to use the second bypass line 10, instead of as shown by dashed lines in fig.
3, niet stroomafwaarts van de warmteuitwisselaar 3 in de tapleiding 4, maar ook, zoals met getrokken lijnen aangeduid, stroomopwaarts van de warmteuitwisselaar 3 35 in de verbindingsleiding 25 te laten uitmonden.3, not downstream of the heat exchanger 3 in the tapping line 4, but also, as indicated by solid lines, terminating in the connecting line 25 upstream of the heat exchanger 3.
De gasbrander 2 wordt door eengastoevoerleiding 32 gevoed, waarin een gasklep 31 is aangebracht. Het kleplichaam van deze gasklep 31 is via een stang 30 bedien-baar, die aan de van het stelorgaan 61 afgekeerde 40 zijde van het membraanbord 18 daaraan is bevestigd.The gas burner 2 is fed through a gas supply line 32, in which a gas valve 31 is arranged. The valve body of this throttle valve 31 is operable via a rod 30, which is attached to the side of the membrane board 18 remote from the adjusting member 61.
8400561 - 9 - *8400561 - 9 - *
De constructie opbouw van de waterschakelaar blijkt uit fig. 4. Weergegeven is de functioneerstand, Daaruit is in de eerste plaats zichtbaar, dat de waterschakelaar bestaat uit een onderste huisdeel 68 en een bovenste 5 huisdeel 69, die met een pen aan elkaar zijn bevestigd en zijn aaneengeschroefd en tussen elkaar het membraan 19 klemmen. Het bovenste deel 69 heeft een doorgang 70, waardoor de stang 30 gas- en waterdicht is geleid. Het membraanbord 28 steunt via een drukveer 76 tegen de on-10 derzijde van het bovendeel 69, zodat dit en daarmede het membraan de neiging heeft zich naar de onderste eindstand te bewegen. Tegen de onderzijde van het apparaat komt het stelorgaan 61 met zijn kop 72 te liggen, dat onder de werking van de terugstelveer 66 staat. De veerconstante 15 van de veer 66 is kleiner dan die van de veer 71, zodat deze laatste de werking van de eerste overtreft. Daarmede is in de ruststand weliswaar de gasklep 31 gesloten, maar het stelorgaan 61 geeft de smoordwarsdoorsnede 60 van de regelinrichting voor de constante stroom vrij.The construction of the water switch is shown in Fig. 4. The operating position is shown. It is first visible from this that the water switch consists of a lower housing part 68 and an upper housing part 69, which are fastened together and are screwed together and clamp the membrane 19 between each other. The upper part 69 has a passage 70, through which the rod 30 is guided in a gas and watertight manner. The membrane board 28 is supported by a compression spring 76 against the underside of the upper part 69, so that this and thereby the membrane tends to move to the lower end position. The adjusting element 61 comes to rest against the underside of the device with its head 72, which is under the action of the return spring 66. The spring constant 15 of the spring 66 is smaller than that of the spring 71, so that the latter exceeds the action of the former. Thus, in the rest position, the throttle valve 31 is closed, but the adjusting member 61 releases the throttle cross-section 60 of the constant current control device.
20 Het tegenleger 67 is uitgevoerd als schroef, die in een boring 73 in het huis 68 is geschroefd. Op de boring 73 zijn zowel de leidingen 8 als 26 aangesloten. De leger-schroef is op zijn beurt hulsvormig uitgevoerd en heeft een holle binnenruimte 74, Deze holle binnenruimte 25 staat via een radiale boring 75 met de binnenruimte van de leiding 26 in verbinding, die als boring is uitgevoerd. De buitenmantel van de legerschroef is door een ronde snoerring ten opzichte van de binnenmantel van de boring 73 afgedicht en de binnenmantel van de boring 30 74 is ten opzichte van de buitenmantel van het stelorgaan 61, die door haa i^gelegerd, via ronde snoerringen afgedicht. Dus bestaat een weg uit de inlaat 8 via de smoorspleet 60, die wordt beheerst door het stelorgaan 61, alsmede via de boringen 63 en 64 in de binnen-35 ruimte van het stelorgaan 62, overgaand in de boring 74 en aansluitend via de radiale boring 75 en de leiding 26 stroomafwaarts van de venturi respektievelijk naar de verbindingsleiding 25. Dit kanaal, dat een omloop ten opzichte van de nauwe plaats 23 van de venturibuis 40 22 vormt, is enerzijds via de smoorspleet 60, die 9400561 9 w . — 10 — wordt beheerst door het stelorgaan 61, in zijn stroom-dwarsdoorsnede, anderzijds echter ook via de door de huls 65 sluitbare boring 75 beheerst, In de ruststand is de huls 65 bewogen over de boring 75 en daarmede is de 5 boring gesloten, de smoordwarsdoorsnede 60 is volledig geopend. In de andere eindstand is de smoordwarsdoorsnede 60 gesloten door het stelorgaan 61, maar daarentegen is de boring 75 geopend, omdat de huls 65 zich over zijn dwarsdoorsnede naar boven heeft bewogen, 10 In fig. 4 is de regelstand bij geopende stand van de tapklep 5 weergegeven, In de ruststand is de leiding 26 gesloten, zie fig, 3 waarin deze stand is weergegeven. Derhalve moet voor het aanspringen van het apparaat de gehele waterdoorstroming door de geopende 15 smoorspleet plaats vinden. Daarmede ontstaat op het ogenblik van het openen van de tapklep 5 in de hoge-drukkamer 21 een overdruk. Deze overdruk wordt gedeeltelijk via de venturibuis 22 en voor het andere deel via de omloopleiding 10 verminderd, Hoe snel deze ver-20 mindering plaats vindt, hangt af van de openingsdwars-doorsnede van de smoorklep 13. Vanneer deze is gesloten, vindt de gehele vermindering plaats via de venturibuis, wat een corresponderend grotere verschildrukvorming in de beide membraankamers tot gevolg heeft. Het gevolg is 25 een zeer snel aanspreken van de waterschakelaar en een snel openen van de gasklep, omdat het membraan 19 in één klap naar boven tegen de terugstelkracht van de veer 71 naar buiten worden geleid. Onder de terugstelkracht van de veer 66 volgt het stelorgaan 61 de 30 membraanbeweging en bewerkt een smoren van de smoorspleet 60. Door het volgen van het stelorgaan 61 wordt echter ook een vrijgeven van de omloopleiding 26 veroorzaakt, zodat water langs de venturibuis 22 wordt geleid, waarmede de verschildruk tussen de membraankamers 35 gedeeltelijk wordt verminderd. Dat betekent, dat direct na de bewegingsopneming voor het openen van de gasklep de gasdoorstroming weliswaar evenredig met de water-doorstroming door het apparaat volgt, maar de evenredig-heidsfactor <1 is.The counter bearing 67 is designed as a screw, which is screwed into a bore 73 in the housing 68. Both lines 8 and 26 are connected to bore 73. The bearing screw is in turn sleeve-shaped and has a hollow inner space 74. This hollow inner space 25 communicates via a radial bore 75 with the inner space of the pipe 26, which is designed as a bore. The outer jacket of the bearing screw is sealed by a round cord ring to the inner jacket of the bore 73, and the inner jacket of the bore 74 is relative to the outer jacket of the adjusting member 61, which is alloyed by its round cord rings. . Thus, a path consists of the inlet 8 through the throttle gap 60, which is controlled by the adjuster 61, as well as through the bores 63 and 64 in the interior of the adjuster 62, passing into the bore 74 and then through the radial bore 75 and the conduit 26 downstream of the venturi and the connecting conduit 25 respectively. This channel, which forms a circulation with respect to the narrow location 23 of the venturi tube 40, is on the one hand via the throttle gap 60, which is 9400561 9. - 10 - is controlled by the adjusting member 61, in its flow cross-section, but on the other hand also controlled by the bore 75 which can be closed by the sleeve 65. In the rest position, the sleeve 65 is moved over the bore 75 and the bore is thus closed, throttle cross section 60 is fully open. In the other end position, the throttle cross-section 60 is closed by the adjusting member 61, but on the other hand, the bore 75 is opened, because the sleeve 65 has moved upwards over its cross-section. In Fig. 4 the control position when the tap valve 5 is open In the rest position, the line 26 is closed, see fig. 3 in which this position is shown. Therefore, the entire water flow through the opened throttle gap must take place before the device is energized. This results in an overpressure at the time of opening the tap valve 5 in the high-pressure chamber 21. This overpressure is partly reduced via the venturi tube 22 and for the other part via the bypass line 10. The speed at which this reduction takes place depends on the opening cross-section of the throttle valve 13. When closed, the entire reduction takes place. place via the venturi tube, which results in a correspondingly greater differential pressure formation in both membrane chambers. The result is a very rapid activation of the water switch and a rapid opening of the gas valve, because the membrane 19 is guided upwards in one fell swoop against the resetting force of the spring 71. Under the restoring force of the spring 66, the adjusting member 61 follows the membrane movement and effects a throttling of the throttle gap 60. However, following the adjusting member 61 also causes the bypass line 26 to be released, so that water is passed along the venturi tube 22, whereby the differential pressure between the membrane chambers 35 is partially reduced. This means that, immediately after the movement sensor for opening the gas valve, the gas flow rate is proportional to the water flow through the device, but the proportionality factor is <1.
40 Evenwijdig hieraan kan een min of meer groot openen 840 0 5 6 1 • - 11 - van de oraloopleiding 10 door een verstelling van de handgreep 12 plaats vinden. Ook hierbij wordt de venturibuis 22 overbrugd, wat tot gevolg heeft dat de evenredigheids-factor nog verder kan worden verkleind.40 Parallel to this, a more or less large opening 840 0 5 6 1 • - 11 - of the oral conduit 10 can take place by adjusting the handle 12. Here too, the venturi tube 22 is bridged, as a result of which the proportionality factor can be reduced even further.
5 Uit fig, 5 blijkt de uitvoering van het tegenleger 67 en de radiale boring 75. Het tegenleger 67 is een van een groot aantal trappen voorzien cilinderdeel, dat een eerste hulsdeel 77 heeft, dat hol cilindrisch is uitgevoerd. Dit: hulsdeel neemt met zijn binnenmantel de bui-10 tenmantel van de huls 65 op, die een deel van het klep-lichaam 61 is. Een aan de buitenomtrek van het hulsdeel 77 gelegerde.ronde snoerring 78 dicht de buitenmantel van het tegenleger af ten opzichte van de binnenmantel van de boring 73. De boring 75 bevindt zich tussen het 15 einde 79 van het hulsdeel 77 en de eerste trap 80, waaraan het tegenleger overgaat in een groter manteldiameter-gebied 81, dat een uitwendige schroefdraad 82 heeft, waarmee het tegenleger in een inwendig schroefdraadge-bied van de boring 73 is gelegerd. Op het gebied 81 20 sluit via een verdere trap 83 het eindgebied 84 van het tegenleger 67 aan, dat de grootste diameter heeft en dat polygonaal kan zij.n uitgevoerd om hem met een werktuig in de waterschakelaar 7 te kunnen schroeven.Fig. 5 shows the construction of the counter bearing 67 and the radial bore 75. The counter bearing 67 is a multi-stage cylinder part which has a first sleeve part 77, which is hollow cylindrical. This sleeve portion, with its inner jacket, receives the outer jacket of the sleeve 65, which is part of the valve body 61. A round cord ring 78 alloyed on the outer circumference of the sleeve portion 77 seals the outer jacket of the counterpart from the inner jacket of the bore 73. The bore 75 is located between the end 79 of the sleeve portion 77 and the first stage 80, to which the counterpart merges into a larger jacket diameter region 81, which has an external thread 82, with which the counterpart is alloyed in an internal thread region of the bore 73. The area 81 of the counterpart 67, which has the largest diameter and which is polygonal, can be connected to the area 81 by a further stage 83 in order to be able to screw it into the water switch 7 with a tool.
Uit fig. 5 blijkt, dat de boring 75 niet rond 25 maar ongeveer driekantig is uitgevoerd, De driekant ligt zo, dat bij een bewegen van de onderste kant van de huls 65 eerst het topgébied van de driekant wórdt vrijgegeven, zodat dus bij voortschrijdende (opwaartse) beweging van de huls 65 het vrijgeven van de dwarsdoor-30 snede van de boring 75 geleidelijk toeneemt.It can be seen from Fig. 5 that the bore 75 is not round about 25, but approximately triangular. The triangular position is such that when the lower side of the sleeve 65 is moved, the top region of the triangular is first released, so that as a result of advancing ( upward movement of the sleeve 65 gradually increasing the release of the cross-section of the bore 75.
Het is mogelijk in het tegenleger 67 een afzonderlijke driekantig uitgevoerde boring 75 of ook een groot aantal van dergelijke boringen aan te brengen, De tophoek van de driekant moet worden aangepast aan de om-35 standigheden van het warmwaterapparaat, van de uitvoering van de tophoek hangt de evenredigheidsfactor af, waarmee de gastoevoerverandering de waterstroomveran-dering volgt.It is possible to make in the counter bearing 67 a separate triangular bore 75 or a large number of such bores. The top angle of the triangular must be adapted to the conditions of the water heater, depending on the design of the top angle the proportionality factor with which the gas supply change follows the water flow change.
Het is natuurlijk ook mogelijk in plaats van zoals 40 in het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 4 de huls als 8400561 - 12 - binnendeel en het tegenleger als buitendeel aan te brengen, beide delen te verwisselen en de huls 65 het buitendeel, het tegenleger 67 daarentegen het binnendeel te laten vormen. Eveneens wordt hetzelfde bereikt, wanneer de 5 driekantig uitgevoerde boring.75 in de huls is aangebracht en door een kant van het tegenleger min of meer wordt bedekt.It is of course also possible, instead of arranging the sleeve as an inner part and the counterpart as an outer part, as in the exemplary embodiment according to Fig. 4, to exchange both parts and the sleeve 65 to replace the outer part, the counterpart 67 to the other part. inner part. The same is also achieved when the triangular bore 75 is arranged in the sleeve and is more or less covered by one side of the counter-bearing.
-Conclusies- 8400561-Conclusions- 8400561
Claims (7)
Applications Claiming Priority (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
DE19838305010 DE8305010U1 (en) | 1983-02-23 | 1983-02-23 | GAS HEATED CONTINUOUS HEATER |
DE8305010 | 1983-02-23 | ||
DE19848401256 DE8401256U1 (en) | 1984-01-13 | 1984-01-13 | GAS HEATED CONTINUOUS HEATER |
DE8401256 | 1984-01-13 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8400561A true NL8400561A (en) | 1984-09-17 |
Family
ID=25949486
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8400561A NL8400561A (en) | 1983-02-23 | 1984-02-23 | GAS-FIRED GEISER. |
Country Status (7)
Country | Link |
---|---|
AT (1) | AT384883B (en) |
CH (1) | CH666113A5 (en) |
FR (1) | FR2541434B1 (en) |
GB (1) | GB2136936B (en) |
IT (1) | IT1173351B (en) |
LU (1) | LU85225A1 (en) |
NL (1) | NL8400561A (en) |
Families Citing this family (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CH672672A5 (en) * | 1985-12-10 | 1989-12-15 | Vaillant Gmbh | |
BE1000106A3 (en) * | 1986-02-18 | 1988-03-29 | Cofrabel Sa | Slow-ignition FOR A gas-fired water heater. |
DE3810836A1 (en) * | 1988-03-30 | 1989-10-12 | Bosch Gmbh Robert | GAS HEATED CONTINUOUS WATER HEATER |
EP1852654A3 (en) * | 2006-05-03 | 2015-11-04 | Vaillant GmbH | Water switch for gas water heater |
DE102018217832A1 (en) * | 2018-10-18 | 2020-04-23 | Robert Bosch Gmbh | Proportional valve as well as heating and / or cooling system with a proportional valve |
DE102020126791A1 (en) * | 2020-10-13 | 2022-04-14 | Mosmatic Ag | Surface cleaner with suction and simplified operation |
Family Cites Families (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE1070807B (en) * | 1959-12-10 | |||
DE717398C (en) * | 1935-09-14 | 1942-02-13 | Junkers & Co | Boiling water heater |
DE2153687A1 (en) * | 1971-10-28 | 1973-05-03 | Junkers & Co | GAS-HEATED CURRENT WATER HEATER |
-
1984
- 1984-02-10 FR FR8402486A patent/FR2541434B1/en not_active Expired
- 1984-02-13 CH CH668/84A patent/CH666113A5/en not_active IP Right Cessation
- 1984-02-17 AT AT0052984A patent/AT384883B/en not_active IP Right Cessation
- 1984-02-21 GB GB08404559A patent/GB2136936B/en not_active Expired
- 1984-02-22 LU LU85225A patent/LU85225A1/en unknown
- 1984-02-23 NL NL8400561A patent/NL8400561A/en not_active Application Discontinuation
- 1984-02-23 IT IT19762/84A patent/IT1173351B/en active
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
FR2541434A1 (en) | 1984-08-24 |
GB2136936B (en) | 1986-03-12 |
AT384883B (en) | 1988-01-25 |
IT1173351B (en) | 1987-06-24 |
LU85225A1 (en) | 1984-09-24 |
FR2541434B1 (en) | 1987-01-30 |
CH666113A5 (en) | 1988-06-30 |
GB8404559D0 (en) | 1984-03-28 |
GB2136936A (en) | 1984-09-26 |
IT8419762A0 (en) | 1984-02-23 |
ATA52984A (en) | 1987-06-15 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US5622203A (en) | Hot water circulation apparatus with adjustable venturi | |
NL8400561A (en) | GAS-FIRED GEISER. | |
US6674963B2 (en) | Electrical heating apparatus | |
KR20160099278A (en) | Water heating apparatus of water purifier | |
CA2384058A1 (en) | Hydraulic installation comprising a flow rate regulator to reduce variation in temperature of water drawn from a mixing device | |
US3618855A (en) | Radiator valves | |
JPS6157974B2 (en) | ||
US3105468A (en) | Liquid regulators for boilers | |
GB535215A (en) | Improvements in or relating to water heaters | |
DE2052404C3 (en) | Control device for the gas supply in gas-fired instantaneous water heaters | |
GB860622A (en) | Improvements in or relating to liquid pressure actuated control devices for automatically switching on and off the heating means of liquid flow heaters | |
KR950009264B1 (en) | Gas boiler | |
ES2068924T3 (en) | CONTROLLING DEVICE WITH TWO CONTROLLED OUTPUTS REGARDING CIRCULATION. | |
JPH0224055Y2 (en) | ||
DE723588C (en) | Instant liquid heater | |
JPS5922432Y2 (en) | instant gas water heater | |
GB1585695A (en) | Gas-fired continuous-flow water heater | |
JPS602575B2 (en) | Thermal response type flow control device | |
JPH0239170Y2 (en) | ||
KR960012164B1 (en) | Mass flow control device for gas boiler | |
KR900700826A (en) | Gas instantaneous water heater | |
KR860000300Y1 (en) | Water heater | |
JPH029337Y2 (en) | ||
CN2300857Y (en) | Water heater with flow stabilizer | |
JP3765917B2 (en) | Water heater |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
BV | The patent application has lapsed |