NL8400174A - Richten van geschut. - Google Patents

Richten van geschut. Download PDF

Info

Publication number
NL8400174A
NL8400174A NL8400174A NL8400174A NL8400174A NL 8400174 A NL8400174 A NL 8400174A NL 8400174 A NL8400174 A NL 8400174A NL 8400174 A NL8400174 A NL 8400174A NL 8400174 A NL8400174 A NL 8400174A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
axis
indicator
alignment
gun
correction
Prior art date
Application number
NL8400174A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Secr Defence Brit
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Secr Defence Brit filed Critical Secr Defence Brit
Publication of NL8400174A publication Critical patent/NL8400174A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F41WEAPONS
    • F41GWEAPON SIGHTS; AIMING
    • F41G3/00Aiming or laying means
    • F41G3/10Aiming or laying means with means for compensating for canting of the trunnions

Description

> " ' ' : Γ-: ' 1 /·, Ν.Ο. 32.266 χ
Richten van geschut.
De uitvinding heeft betrekking op het richten van geschut, in het 5 bijzonder op inrichtingen voor het korrigeren van de uitrichting van geschut an taphelling te kanpenseren.
Als een kanon wordt afgeschoten op de wijze die gewoonlijk de in-dirékte afschietwijze wordt genoemd, dat wil zeggen als het doel niet zichtbaar is vanaf het geschut, zodat het direkt waarnemen onmogelijk 10 is, wordt het gewoonlijk gericht vanaf een kcmnandopost, die gegevens kan verzamelen van de positie van het doel door bepaalde middelen, zoals naar voren geplaatste waarnemers. Als de kcmnandopost de relatieve posities van het doel en het geschut weet, kunnen de elevatie en het uitrichten noodzakelijk opdat het kanon het doel raakt, worden bereikend en 15 worden doorgegeven aan het kanon. Het uitrichten hangt af van de richting van het doel ten opzichte van het kanon en andere faktoren zoals drift, windeffekten en aardrotatie. De elevatie hangt af van faktoren zoals de relatieve hoogten van kanon en doel, de afstand van het doel vanaf het kanon en het type gebruikte lading.
20 Om te verzekeren dat de elevatie en het uitrichten, aangegeven door het richtorgaan van het kanon, overeenkomt met de elevatie en het uitrichten van het kanon is het bekend een nivelleringsinrichting te gebruiken, die integraal is met het richtsysteem met mechanische over-brengorganen naar het kanon, waardoor het richtorgaan automatisch wordt 25 verplaatst cm fouten in de elevatie en het uitrichten geïntroduceerd door de helling van de tap te kanpenseren. Als deze werkwijze wordt toegepast bij een zelfvoortstuwend kanon, hierna SP genoemd, is het noodzakelijk dat een grote opening in de beplating van de koepel van het voertuig aanwezig is, zodat het richtorgaan in een vertikale stand kan 30 worden bewogen. Dit is echter zeer ongewenst cmdat hierdoor op ernstige wijze de bescherming van de bemanning van het kanon wordt gereduceerd.
De noodzakelijkheid van een grote opening wordt vermeden door het gebruik van een vast richtorgaan met een richtkop buiten de koepel, die over 360° in azimuth draaibaar is. Een artillerist met de SP kan buiten 35 de koepel kijken via een richtorgaan en kan de richting regelen en besturen waarin de richtpunten door middel van regelingen en instrumenten samenwerken met het richtorgaan. De vereiste elevatie en uitrichting worden weer vanaf de kcmnandopost overgebracht naar de SP, maar de kor-rekties cp de elevatie en de uitrichting, noodzakelijk voor het kcrnpen-40 seren van taphelling, worden bepaald door een elektronische vlakcmzet- •v 2 ter, aangebracht in de SP.
Om een geschutsbatterij op te zetten wordt een werkwijze, bekend als "inmeten" ("surveying-in") uitgevoerd ati het kanon van elke SP qp het midden van een boog te oriënteren, dat wil zeggen op het benaderde 5 midden van een boog waarin de veronderstelde doelen zijn geplaatst. Als elke SP de stand heeft bereikt van waaruit zal worden geschoten, stelt de richter een theodoliet cp een plaats op waar hij kan zien en worden gezien door elke SP. De schutter van elke SP roteert het richtorgaan totdat dit op een lijn ligt met de richter. De uitrichting van het kanon 10 vanaf de richter en het boogmidden van de uitrichting worden overge-bracht naar de SP en toegevoerd aan de elektronische vlakonzetter. De elektronische vlakonzetter wordt dan gebruikt on het kanon te richten op het boogmidden van de uitrichting.
Als een SP met zijn kanon gericht op het boogmidden beweegt de 15 schutter zijn richtorgaan totdat dit wijst naar een gemakkelijk te identificeren kenmerk, wat dat richtpunt is waarop het kanon van de SP is gericht. Het richtpunt van het kanon moet verder dan 2000 m vanaf de SP liggen. Ook kan een parallelloscocp worden gebruikt voor het bepalen van een referentierichting. De glij schalen van het richtorgaan worden dan 20 ingesteld voor het af lezen van de uitrichting van het boogmidden.
Als het kanon moet worden gericht op een doel brengt de schutter het richtorgaan op het richtpunt van het kanon en de gerichte uitrichting en elevatie worden toegevoerd aan de elektronische vlakonzetter, die dan wordt gebruikt voor het richten van het kanon.
25 Gedurende het inmeten en richten korrigeert de elektrische vlak- cmzetter de elevatie en het uitrichten van het kanon voor het kanpen-seren van enige taphelling. In het geval van het falen van de elektronische vlakonzetter kan de elevatie van het kanon worden ingesteld door het gebruik van een elevatietrarmel, maar vereist wordt voor de niet 30 elektronische inrichting, dat hij in staat is de verplaatsing in het uitrichten van een kanon te bepalen als gevolg van de taphelling. Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een dergelijke niet elektronische inrichting.
Volgens de uitvinding wordt een richthulp voor een kanon verschaft % 35 met het kenmerk, dat hij anvat: een steunorgaan; een indxkatieorgaan voor het uitrichten, scharnierend aangebracht cp het ondersteuningsorgaan, zodat hij schamierbaar is cm een eerste hartlijn en een indikatiedeel bezit dat zich uitstrekt in een vlak even-40 wijdig met de eerste hartlijn; 3 een referentieorgaan, dat roteerbaar is aangebracht op het steun-orgaan, zodat hij roteerbaar is om een tweede hartlijn die de eerste hartlijn loodrecht snijdt op een gemeenschappelijk snijpunt; een korrektie-indikator, die scharnierend is aangebracht op het 5 referentieorgaan, zodat hij schamierbaar is cm een derde hartlijn die de tweede hartlijn snijdt op het genoende gemeenschappelijke snijpunt en in aanraking kan worden gébracht met een indikatiedeel van het orgaan dat het uitrichten indiceert; een meetinrichting, die samenwerkt met het referentie-orgaan en de 10 korrektie-indikator samen voor het meten van hun relatieve hoekverplaat-sing cm de derde hartlijn; en niveau-indikatiemiddelen, die zo zijn uitgevoerd, dat zij indiceren wanneer het indikatiedeel van het orgaan dat het uitrichten indiceert en de derde hartlijn in vertikale vlakken liggen.
15 Als het eerste vlak evenwijdig is met de hartlijn van de kanons loop, dat wil zeggen de "gun-line", en de tweede hartlijn evenwijdig is met de taphartlijn, wat gemakkelijk kan warden bereikt door het vastzetten van het steunorgaan van het hulpmiddel voor het richten van het kanon op de tap in de juiste oriëntatie, is elk vertikaal vlak even-20 wijdig met de eerste hartlijn evenwijdig met de "gun-line" en daardoor evenwijdig met de werkelijke uitrichting van het kanon. In het bijzonder ligt het indikatiedeel van het indikatieorgaan voor de uitrichting in een zodanig vlak als het vertikaal is gericht.
Als het uitrichtorgaan van het kanon is ingesteld in deze stand 25 loopt de horizontaal, die gaat door het gemeenschappelijke snijpunt en die ook ligt in het vertikale vlak, dat de eerste hartlijn bevat, evenwijdig met de werkelijke uitrichting van het kanon. De horizontaal, die gaat door het gemeenschappenjke snijpunt en loodrecht staat op de tweede as is evenwijdig met de uitrichting, die het kanon zou hebben als het 30 naar de horizontaal cmlaag werd gébracht of arihoog werd gebracht. De snijhoék van deze twee horizontalen is daardoor gelijk aan de wijziging in de uitrichting van het kanon als gevolg van elevatie van het kanon vanuit de horizontaal als taphelling optreedt.
Als het referentieorgaan wordt geroteerd cm de tweede hartlijn tot 35 de derde hartlijn ligt in een vertikaal vlak is hij cp een lijn met de horizontale "gun-line" voor alle hoeken van de taphelling en verschaft aldus een referentie met behulp waarvan de verplaatsing van de tap kan worden gemeten.
Als de korrektie-indikator vordt gescharnierd ten opzichte van het 40 referentieorgaan cm kontakt te handhaven met het indikatiedeel van het 4 indikatieorgaan voor de uitrichting, scharniert hij ten opzichte van het referentieorgaan naar een hoek gelijk aan de verplaatsingshoek. Deze relatieve hoekverplaatsing van de kor rekt ie- indikator en het referentie-orgaan worden gemeten door meetorganen die daartoe de verplaatsing van 5 het uitrichten indiceren.
De kor rékt ie- indikator kan een wijzer zijn, waarvan een uiteinde samenwerkt met een uitrichtkorréktieschaal bevestigd op het referentie-orgaan cm de relatieve hoekverplaatsingen te indiceren van de wijzer en het referentieorgaan. Ook kan de korréktie-indikator een hefboan anvat-10 ten die schamierbaar is op het referentieorgaan, dat een cirkelvormige uitricfhtkorrektieschaal beweegt koaxiaal met de derde hartlijn. Een wijzer bevestigd op het referentieorgaan nabij de schaal zal dan het meten mogelijk maken van de rotatie van de korréktie-indikator ten opzichte van het referentieorgaan.
15 Het referentieorgaan kan zijn geplaatst op het ondersteuningsorgaan door middel van een tussenorgaan cm het mogelijk te maken dat het referentieorgaan ook scharniert cm een vierde hartlijn, die de tweede hartlijn loodrecht snijdt op een gemeenschappelijk snijpunt. Cmdat de derde hartlijn nu kan warden ingesteld evenwijdig met het indikatiedeel van 20 het orgaan voor het indiceren van het uitrichten, is de hoékstand van de korrektie-indikator ten opzichte van het referentieorgaan niet afhankelijk van het kontaktpunt van de korrektie-indikator en het korrektie-orgaan voor het uitrichten, hij is ook niet afhankelijk van de verplaatsing van het vlak van het indikatiedeel ten opzichte van de eerste hart-25 lijn.
Als echter het referentieorgaan is aangébracht op het ondersteu-ningsorgaan, zodat het kan roteren cm alleen de sékundaire hartlijn, moet de korréktie-indikator het indikatiedeel van het orgaan voor het aangeven van het uitrichten raken in een stand, die oo-lineair is met de 30 horizontaal door het gemeenschappelijke snijpunt als het richtorgaan voor het uitrichten in de werkzame stand is. Dit wordt bereikt door bijvoorbeeld het uitrusten van de korréktie-indikator met een horizontale mesrand, waarvan het verlengde de derde as loodrecht snijdt cp het gemeenschappelijke snijpunt.
35 Bij voorkeur cmvat het hulpmiddel voor het uitrichten van het kanon een elevatietraimel die roteerbaar is aangébracht op het orgaan voor het indiceren van de uitrichting met een rotatiehartlijn loodrecht cp, maar niet noodzakelijkerwijze snijdend met de eerste hartlijn en bezit een schaal die zo is uitgevoerd dat hij de elevatiéhoek indiceert van de 40 eerste hartlijn ten opzichte van de horizontaal. Het opnemen van een 5 elevatietrommel maakt het mogelijk dat de gerichte elevatie wordt ingesteld met hetzelfde hulpmiddel voor het richten van het kanon dat wordt gébruikt voor het korrigeren van de uitrichting van het kanon qp taphel- ling in plaats van afhankelijk van een afzonderlijke inrichting, zoals 5 een elevatietraimel die elders op de loop van het kanon is geplaatst.
Twee uitvoeringen van de uitvinding worden als uitvoeringsvoorbeeld beschreven aan de hand van bijgaande tekening, waarin fig. 1 in perspektief een eerste uitvoering weergeeft, omvattende een hulpmiddel voor het richten waarbij het referentieorgaan is aange-10 bracht cp het ondersteuningsorgaan door middel van een tussenorgaan; fig. 2 een detail vormt van het hulpmiddel voor het richten van het kanon als weergegeven in fig. 1; fig. 3 een zijaanzicht toont van het hulpmiddel voor het richten van het kanon gezien in de richting van de pijl III in fig 2; 15 fig. 4 een gedetailleerd eindaanzicht is van het hulpmiddel voor het richten van het kanon gezien in de richting van de pijl IV in fig. 2? fig. 5 een dwarsdoorsnede toont van hetzelfde hulpmiddel voor het richten van het kanon over de lijn V-V in fig. 2; en 20 fig. 6 in perspektief een tweede uitvoering vormt waarbij het refe- rentie-orgaan direkt is aangebracht op het ondersteuningsorgaan.
De fig. 1 tot 4 en 6 tonen hulpmiddelen voor het uitrichten van het kanon koaxiaal aangebracht op een kanontap 1 door middelen die hierna worden beschreven in het bijzonder aan de hand van fig. 5.
25 Het hulpmiddel voor het uitrichten van het kanon, als weergegeven in fig. 1, heeft een ondersteuningsorgaan 2, waarin een aspen 4, scharnierend cm een hartlijn Al is aangebracht, die de eerste hartlijn vormt. Een plaat 6 die het indikatieorgaan voor de uitrichting vormt, is bevestigd cp de aspen 5, zodat een vlak oppervlak 8 van de plaat 6 co-planair 30 is met de eerste hartlijn Al, welk oppervlak het indikatiedeel vormt.
Een elevatietraimel 10 is roteerbaar aangebracht qp de plaat 6 met zijn rotatiéhartlijn loodrecht qp het vlakke oppervlak 8. De elevatie-troimel 10 is roteerbaar ten opzichte van de plaat 6 door middel van een fijne instelregeling 12, aangebracht op de plaat 6. Een elevatieschaal 35 14 is bevestigd op de elevatietraimel nabij een datumlijn 16 aangebracht cp de fijne instelregeling 12, zodat de rotatiehoek van de elevatietrcm-mel 10 ten opzichte van de plaat 6 vanaf zijn nulstand kan worden gemeten. De elevatieschaal 14 is in eenheden van 0,025 rttn gemarkeerd.
In het bijzonder is in fig. 2 bevestigd op de elevatietraimel 10 40 een T-bellenvlakindikatie 18 getoond met een dwarsniveaubel 20, die aan- 6 geeft als deplaat 6 vertikaal staat en een langsniveaubel 22, die als de elevatieschaal 14 qp nul is gesteld op de datumlijn 16, aangeeft als de eerste hartlijn Al horizontaal is.
Een rechthoekige plaat 24 is roteerbaar aangebracht op het onder-5 steuningsorgaan 2, zodat zijn rotatieihartlijn A2, die de tweede as vormt, de eerste Al loodrecht snijdt op een gemeenschappelijk snijpunt 0. Het ondersteuningsorgaan 2 is aangebracht op de tap 1, zodat de tweede hartlijn A2 oo-lineair is met de taphartlijn AT.
Een dragerschamier 26 dat scharnierend is aangebracht op de recht-10 hoekige plaat 24 heeft een schamierhartlijn A4, die de tweede hartlijn A2 loodrecht snijdt cp het gemeenschappelijke snijpunt 0. Een schaaldrager 28, die het referentieorgaan vormt, omvat een plaat 30 die afhangt van een ondersteuningsjuk 32, bevestigd op het dragerschamier 26. Een wijzer 36, die de korrektie-indikator vormt, is scharnierend aange-15 bracht qp de plaat 30 van de schaaldrager 28 met een schamieras A3, die de derde hartlijn (zie fig. 3) vormt, die de tweede hartlijn A2 op een gemeenschappelijk snijpunt snijdt. Een langsnivelleringsbel 34, aangebracht qp de plaat 30, is zo uitgevoerd dat hij aangeeft wanneer de derde hartlijn A3 in een vertikaal vlak ligt.
20 De dwarsniveaubel 20 en de langsniveaubel 22 vormen samen het niveau-indikatiemiddel. De wijzer 36 is verbonden met de plaat 6 door een loper 38, die is bevestigd op een einde van de wijzer 36. De loper 38 omvat twee rollen 40, die kunnen rollen op een vlak oppervlak 8 en een derde rol 42, die onder invloed van een veer staat cm de twee rollen 25 40 in aanraking te houden met het vlakke oppervlak 8.
De wijzer 36 heeft een einde 44, dat beweegbaar is met de plaat 6 en zo is uitgevoerd, dat hij co-planair ligt met het vlakke oppervlak 8. Het uiteinde 44 van de wijzer ligt in het vertikale vlak door de eerste hartlijn Al als de plaat 6 vertikaal is als aangegeven met de dwars-30 niveaubel 20.
Een gebogen uitrichtkorrektieschaal 46 is bevestigd op de schaaldrager 28, zodat hij ligt in een vlak loodrecht qp de derde hartlijn A3 en zijn krcnndngsmiddelpunt heeft cp de hartlijn A3. Hij is geplaatst nabij het uiteinde 44 van de wijzer. Een instelbare schaal 48 is aange-35 bracht in een spiebaan 50 in de plaat 30, zodat hij kan glijden langs de korrektieschaal 46 voor de uitrichting.
De plaat 6 heeft een onderste gebogen rand 52 (zie fig. 3) met het krcmntingsmiddelpunt cp het gemeenschappelijke snijpunt 0. De gebogen rand 52 maakt het mogelijk dat de loper 38 de schaaldrager 28 en de kor-40 rektieschaal 46 voor de uitlijning roteren cm de tweede hartlijn A2 als 7 de rechthoekige plaat 64 wordt geroteerd om het ondersteuningsorgaan 2.
Als de schaaldrager 28 en de korrektieschaal 46 voor de uitlijning worden geroteerd cm de vierde as A4, veroorzaakt de wijzer 36 dat de plaat 6 scharniert cm de eerste hartlijn Al en cmgékeerd. In het bijzon-5 der, als de vierde hartlijn A4 horizontaal is, als aangegeven met de langsniveaubel 34, dan is als het vlakke oppervlak 8 vertikaal is de korrektieschaal 46 voor de uitrichting horizontaal.
In fig. 5 is een middel weergegeven voor het bevestigen van het ondersteuningsorgaan 2 van het hulpmiddel voor het richten van het kanon 10 qp de tap 1 van het kanon.
Een montageflens 56 is bevestigd qp de tap 1 van het kanon. Hij is onder een hoek geplaatst door een spie 58 en axiaal door een borgmoer 60, die is aangeschroefd qp het van schroefdraad voorziene deel 62 van de tap 1 van het kanon cm de bevestigings flens 56 tegen een schouder 64 15 van de tap 1 van het kanon te bevestigen.
Een bevestigingsring 66 is zo uitgevoerd, dat beperkte rotatie cm de bevestigings flens 56 mogelijk is en is zo daarmede axiaal geplaatst door een rand 68 en een bevestigingsplaat 70 bevestigd qp de montagering 66 door middel van schroeven 72. Een wijzer 74, bevestigd op de montage-20 flens 56, strekt zich radiaal uit tot voorbij de montagering 66. De rand 68 van de montagering 66 is gedeeltelijk weggesneden in het gebied van de wijzer 74, zodat de montagering 66 kan roteren, in een beperkte mate, qp de bevestigingsflens 56.
Een tandplunjer 56 is aangébracht op de bevestigingsring 66 door 25 middel van twee plaatsingsschroeven 68 (zie fig. 3). De tandplunjer 76 werkt samen met een uitsparing (niet weergegeven) in de montageflens 56 cm de montagering 66 onder een hoek te plaatsen met de bevestigingsflens 56 en aldus ook met de tap 1 van het kanon. Als de tandplunjer 56 in werking wordt gesteld is het mogelijk de hoekstand in te stellen van de 30 bevestigingsring 66 ten opzichte van de montageflens 56 met een kleine hoek door het instellen van de hoekplaatsing van de tandplunjer 56 ten opzichte van de bevestigingsring 66 door middel van twee plaatsingsschroeven 78.
Het ondersteuningsorgaan 2 verbreedt zich tot een flens 80. De 35 flens 80 heeft een krctttne sleuf 82 (zie fig. 3). Een klernroer 84 kan worden aangedraaid qp een klembout 86, die is aangebracht in de rechthoekige plaat 24 en kan glijden langs de gekramde sleuf 82, cm de rechthoekige plaat 24 axiaal te bevestigen ten opzichte van het ondersteuningsorgaan 2.
40 Een centraliseringsuitsparing 88 in het ondersteuningsorgaan 2 8 werkt samen met het uiteinde van de tap 1 van het kanon, die de vorm heeft van een centraliseerpen 90 waardoor wordt verzekerd, dat de tweede hartlijn A2 van het richthulprdddel van het kanon en de tap van het kanon co-planair zijn. Een plaatsingspen 92 strekt zich uit vanaf het 5 onderste deel van de bevestigingsring 66 en werkt samen met een uitsparing 94 in de flens 80 cm het ondersteuningsorgaan 2 te plaatsen onder een hoek met de bevestigingsring 66.
Zoals blijkt uit fig. 2 is een inspektieschaal 96 bevestigd op de flens 80 door middel van twee schroeven 98, die het mogelijk maken dat 10 de schaal 96 in cmtréksrichting cp de flens 80 kan worden ingesteld voor het aanvankelijk op 0 stellen, wat hierna wordt beschreven.
Als de tandplunjer 76 is ontkoppeld kan de montagering 66 samen met het ondersteuningsorgaan 2 worden geroteerd om de tap 1 van het kanon en de bevestigings flens 56 over een beperkte hoek en in de stand worden 15 vergrendeld door een vergrendelschroef 10. De rotatiéhoek is aangegeven cp de inspektieschaal 96 door de wijzer 74.
De flens 80 is gekierd op de bevestigingsplaat 70 door middel van twee kleunen 102 cm het ondersteuningsorgaan 2 axiaal vast te houden op de bevestigingsflens 56. Elke klem 102 wordt gedrukt in een op geschikte 20 wijze afgeschuind deel 104 van de flens 80 door klemschroeven 106.
In fig. 6 is een hulpmiddel voor het richten van een kanon weergegeven, identiek aan de eerste uitvoering weergegeven in de fig. 1 tot 5, met uitzondering van de konstruktie van het referentieorgaan, middelen voor het bevestigen ervan cp het ondersteuningsorgaan en de konstruktie 25 van de korréktie-indikator.
In het bijzonder is een rechthoekige plaat 150 weergegeven, aangebracht cp het ondersteuningsorgaan 2, zodat hij kan roteren cm de tweede hartlijn A2, welke hartlijn de eerste hartlijn Al loodrecht snijdt op het gemeenschappelijke snijpunt 0.
30 Een referentieplatform 152, dat het referentieorgaan vormt, is be vestigd op de rechthoekige plaat 150. Een hefbocm 154, die de korrektie-indikator vormt, is scharnierend aangebracht cp het referentieorgaan 152, zodat hij schamierbaar is cm een hartlijn A3, dat de derde hartlijn vormt, die de eerste en de tweede hartlijn Al en A2 snijdt op het 35 gemeenschappelijke snijpunt 0. Een langsnivelleerbel 156, aangébracht op het referentieplatform 152 is zo uitgevoerd, dat hij aangeeft wanneer de derde hartlijn A3 ligt in een vertikaal vlak. De dwarsnivelleerbel 20 en de langsnivelleerbel 156 vormen samen het niveau-indikatiemiddel.
De hefbocm 154 heeft een uiteinde in de vorm van een mesrand 158, 40 die horizontaal co-lineair is met het gemeenschappelijke snijpunt 0 als 9 het hulpmiddel voor het uitrichten van het kanon in de werkzame stand is ai in aanraking wordt gehouden met het indikatiedeel 8 door een veer (niet weergegeven), die werkt tussen de hefboom 154 en het referentie-platform 152.
5 Op de hefboom 154 is een eerste cirkelvormige schaaldrager 160 ko- axiaal met de derde hartlijn A3 aangebracht. Hij is bevestigd aan de hefboom 154 door middel van twee borgschroeven 161. Een cirkelvormige glijschaal 162 is geplaatst op de schaaldrager 160 en wel koaxiaal daarmede. De hoékstand van de hefboom 154 ten opzichte van het referentie-10 platform 152 kan worden gemeten door middel van de wijzer 164 aangebracht cp het referentieplatform 152.
Een tweede cirkelvormige schaaldrager 166 met een glijschaal 168 is bevestigd op een tandwiel (niet weergegeven) door twee grendelschroeven 169. Het tandwiel is verbonden met de eerste schaaldrager 160 en is zo 15 uitgevoerd, dat hij de tweede schaaldrager 166 kan roteren in een verhouding van 64 maal die van de eerste schaaldrager 160, zodat een fijne meting van de hoékstand van de hefboom 154 ten opzichte van het referentieplatform 152 rrogelijk is door gebruikmaking van de wijzer 170, bevestigd cp het referentieplatform 152 (meting in eenheden van 0,025 run).
20 De schaaldrager 160 en 166 zijn elk gemarkeerd met respektievelijk de besturingswijzer 172 en 174, die zo is geplaatst, dat hij cp een lijn ligt met de wijzers 164, 166 als het hulpmiddel voor het richten van het kanon in de werkzame stand is en het kanon horizontaal staat. Dit vormt een deel van het richten van het hulpmiddel voor het uitrichten van een 25 kanon als hierna in detail beschreven.
De stappen, noodzakelijk voor het gébruik van een van de hulpmiddelen voor het richten van het kanon als bovenbeschreven vallen uiteen in drie bepaalde groepen. De eerste groep omvat de stappen noodzakelijk bij het aanvankelijk richten van het ridhthulpmiddel voor het kanon geduren-30 de het vervaardigen en het bevestigen van de bevestigingring 66 en de bevestigingsflens 56 op de tap 1 van het kanon. Het hulpmiddel voor het richten van het kanon als beschreven aan de hand van de fig. 1 tot 3 is geplaatst cp een juk door het richten van het belniveau 34 en het T-bel-vlak 18 ten opzichte van de plaat 30 respektievelijk de plaat 6, en het 35 vervolgens op 0 stellen van de uitrichtkorrektieschaal 46 en de eleva-tieschaal 14.
Het hulpmiddel voor het richten van het kanon als beschreven aan de hand van fig. 6 is ook gericht op een juk. In dit geval zijn de bel 156 en het T-belvlakniveau 18 gericht cp het platform 152 respektievelijk de 40 plaat 6. De schaaldragers 160 en 166 worden cp 0 gesteld op de wijzers 10 164 en 170 en de elevatieschaal 14 wordt cp 0 gebracht op de datumlijn 16.
Bij elk van de uitvoeringen is de irontageflens 56 gefixeerd op de tap 1 van het kanon door de borgmoer 60. De bevestigingsring 66 is 5 axiaal bevestigd op de bevestigingsflans 56 door de montageplaat 70. Zij blijven bevestigd op de tap 1 van het kanon, zelfs als de elektronische vlakcmzetter furiktioneert, zodat het hulpmiddel voor het richten van het kanon snel voor gebruik kan worden aangebracht.
De tweede groep omvat de stappen die noodzakelijk zijn voor het in-10 stellen van het hulpmiddel voor het richten van het kanon zodat hij nauwkeurig kan worden ingesteld op de "gun-line" als hij is bevestigd op de bevestigingsring 66. Dezelfde werkwijze wordt uitgevoerd met betrekking tot de twee bovenbeschreven uitvoeringen. Het hulpmiddel voor het richten van het kanon is bevestigd op de horizontale plaat 170 door de 15 klemnen 102 en het kanon is ingesteld op de horizontale stand. Bij voorkeur is de tap 1 van het kanon ongeveer horizontaal. De elevatietrcnmel 10 is zo ingesteld, dat 0 wordt af gelezen en de plaat 6 is ingesteld op de vertikale stand. Als de langsnivelleerbel 22 geen niveau toont worden de tandplaatsingsschroeven 78 gelost en het ondersteuningsorgaan 2 en de 20 bevestigingsring 66 worden samen geroteerd ten opzichte van de bevesti-gingsflens 56, waarbij de plaat 6 ingesteld blijft in de vertikale stand, totdat het niveau kan worden afgelezen. De plaatsingsschroeven 78 worden dan aangedraaid cm de tandplunjer 76 bevestigd te houden ten opzichte van de bevestigingsring 66. De onderzoekschaal 96 wordt in crrt-25 tréksrichting bewogen ten opzichte van de bevestigingsflens 56 totdat de 0 van de onderzoekschaal 96 ligt naast de wijzer 74, waar hij wordt bevestigd in zijn stand door het aandraaien van plaatsingsschroeven 98. Het orgaan voor het richten van het kanen kan dan worden losgenomen van de bevestigingsring 66 en worden opgeslagen.
30 De derde groep omvat de stappen die betrekken zijn bij het inmeten van het kanon op het boogmidden van de uitrichting of instelling van het kanon op aangewezen koördinaten, welke stappen eerst worden beschreven aan de hand van de eerste uitvoering.
Cp de meest gebruikelijke wijze wordt het kanon ingemeten op het 35 boogmidden van de uitrichting, het richtorgaan op een lijn gebracht met een gekozen doelpunt van het kanon en de zoekerschalen verschoven voor het; aflezen van het boogmidden van de uitrichting als de elektronische vlakcmzetter faalt. Het hulpmiddel voor het richten van het kanon kan dan worden gebruikt cm het kanon te richten op vastgestelde of gewenste 40 koördinaten en wel als volgt.
11 (A) De vereiste elevatie wordt ingesteld op de elevatietromeel 10 door middel van de fijne instelregeling 12 en de zoekkop wordt geroteerd totdat de zoekschaal de vereiste uitrichting afleest. De koepel wordt dan omgekeerd totdat de zoeker weer op een lijn ligt met het doelpunt 5 van het kanon.
(B) Het kanon wordt geëleveerd totdat de langsniveaübel 22 in een vlak ligt met de plaat 6 vertikaal als aangegeven met de dwarsniveaubel 20. De klenmoer 84 wordt gelost zodat de rechthoekige plaat 24 kan worden geroteerd cm het ondersteuningsorgaan 2 voor het instellen van de 10 vierde hartlijn A4 in de horizontale stand als aangegeven met de langsniveaübel 34. De rechthoékige plaat wordt dan op zijn plaats geklemd door het weer aandraaien van de klemmoer 84. De richtkorrektieschaal 46 ligt dan in het horizontale vlak.
(C) Het uiteinde 44 van de wijzer geeft dan op de uitrichtkorrek-15 tieschaal 46 de grootte aan van de uitrichtkorrektie die moet worden uitgevoerd op het kanon. Als de aangegeven uitrichtkorrektie positief is wordt de ingestelde uitrichting op de zoeker vergroot en indien negatief verkleind. De kanonkoepel wordt dan gedraaid cm de zoeker weer op een lijn te brengen met het doelpunt van het kanon, zodat de werkelijke uit-20 richting van het kanon wordt gebracht op de gerichte uitrichting.
De werking van het verplaatsen van de koepel cm de zoeker weer (¾) een lijn te brengen met het doelpunt van het kanon verandert in het algemeen de elevatie en de taphelling van het kanon. De elevatie van het kanon moet weer worden ingesteld en de extra korrektie van de uitrich-25 ting moet worden uitgeoefend op de zoeker gemeten door de herhaling van de stappen (A) tot (C), zie boven. Het nulpunt van de instelbare schaal 48 wordt ingesteld op de indicator 44 voor de uitrichtkorrektie voordat het hulpmiddel voor het richten van het kanon wordt bewogen vanuit zijn eerste instelling. De hierboven beschreven stappen worden herhaald, maar 30 met de extra uitrichtkorrektie, afgelezen vanaf de instelbare schaal 48. Een enkele herhaling verschaft normaal een voldoend nauwkeurig richten, maar, indien gewenst, kan een verdere herhaling worden uitgevoerd.
Als het hulpmiddel voor het richten van het kanon als beschreven aan de hand van fig. 6 wordt gebruikt, worden de volgende stappen voor 35 het richten van het kanon op bepaalde koördinaten gevolgd.
A) De gewenste elevatie wordt ingesteld op de elevatietrarmel 10 door middel van de fijne instelregeling 12 en de zoekkop wordt geroteerd opdat de zoekschaal de vereiste uitrichting afleest. De koepel wordt dan versteld totdat de zoeker weer op een lijn ligt met het doelpunt van het 40 kanon.
12 B) Het kanon wordt geëleveerd totdat de langsniveaübel 2% op niveau is gébracht met de plaat 6 in vertikale richting als aangegeven met de dwaxsniveaubel 20. De klemmoer 84 wordt gelost zodat de zoekhoékplaat 150 kan worden geroteerd cm het ondersteuningsorgaan 2 cm de derde hart- 5 lijn A3 in een vertikaal vlak in te stellen als aangegeven met de langs-niveaubel 156. De rechthoekige plaat 150 wordt dan op zijn plaats geklemd door het weer aandraaien van de klemoer 84.
C) De hoekrotatie van de besturingswijzer 172 op de schaaldrager 160 ten opzichte van de wijzer 164 wordt dan gelijk aan de grootte van 10 de uitrichtkorréktie die op het kanon moet worden uitgeoefend. Door het instellen van de glijschalen 162 en .168, zodat de bestuurde uitrichting nabij de bestuurde wijzers 172 en 174 ligt op de schaaldragers 160 en 166, moet de gékorrigeerde uitrichting worden ingesteld op de zoeker en kan worden afgelezen van de glijschalen 162 en 168 onder gebruikmaking 15 van de wijzers 164 en 170, bevestigd op het referentieplatform. De kanonkoepel wordt dan verplaatst om de zoeker weer op een lijn te brengen met het doelpunt van het kanon en aldus de werkelijke uitrichting van het kanon dichter bij de gewenste uitrichting te houden.
Zoals bij de eerste uitvoering kunnen de stappen A tot C voor een 20 grotere nauwkeurigheid worden herhaald.
Een aantal belangrijke voordelen worden verkregen door toepassing van de tweede uitvoering (met glijschalen) boven de eerste uitvoering met een vaste uitrichtkorrektieschaal 46. Met de vaste schaal meet de gebruiker de grootte van de uitrichtkorréktie die moet worden toegevoerd 25 aan de richtinstelling voor het bepalen van de nieuwe gekorrigeerde uitrichting. Als eenmaal is ingesteld op de zoeker moet de oorspronkelijk voorgeschreven uitrichting worden onthouden of worden aangegeven als hij weer door de gebruiker moet worden gebruikt. Bij gebruik van de glijschalen worden beide nadelen vermeden. De bestuurde uitrichting wordt 30 ingesteld op de wijzers 172 en 174 door het roteren van de glijschalen 162 en 168 waardoor dus een notatie wordt verschaft van de bestuurde uitrichtingen en de uitrichting die moet worden ingesteld op de zoeker kan direkt worden afgelezen van de schalen zonder de noodzakelijkheid van enige berekening.
35 Als het noodzakelijk is het kanon in te meten qp het boogmidden van de uitrichting onder toepassing van de eerste uitvoering maken het hulpmiddel voor het richten van het kanon de bovenbeschreven bevestigingsmiddelen het mogelijk de volgende werkwijze te volgen waarvan gebleken is dat een voldoende nauwkeurige inmeting wordt verkregen voor de werk-40 omstandigheden terwijl eenvoudige handelingen plaatshebben voor het 13 hulpmiddel voor het richten van het kanon. Het doel van de werkwijze is te korrigeren voor de verplaatsing van de zoeker veroorzaakt door het op een lijn richten van de zoeker op de richter als de tap helt.
De zoeker wordt geroteerd voor nulaflezing op de bevestigde hoofd-5 schalen waardoor de zoeklijn evenwijdig wordt gebracht met de "gun-line". De koepel wordt dan verplaatst en de zoekspiegelhelling zo ingesteld, dat de zoeker op een lijn ligt met de richter. Het kanon wordt dan geëleveerd of naar beneden gebracht totdat hij evenwijdig is met de dwarsring.
10 De elevatie van de zoekspiegel wordt dan afgelezen van de schaal in de zoéker. De tandplunjer 76 wordt gelost en het ondersteuningsorgaan 2 wordt geroteerd ten opzichte van de tap 1 van het kanon met een hoek gelijk aan de gemeten zoekelevatie. Deze hoek is aangegeven met de wijzer 74 op de inmeetschaal 76. Het ondersteuningsorgaan wordt dan bevestigd 15 ten opzichte van de tap 1 door middel van de grendelschroef 100. De eerste hartlijn Al is nu evenwijdig met de zoekerlijn die is gericht op de richter.
De plaat 6 wordt dan in de vertikale stand geplaatst, de schaaldrager 28 vordt genivelleerd en de uitrichtkorrektie wordt bepaald als 20 hierboven beschreven. De zoeker is verplaatst over een afstand gelijk aan de aangegeven uitrichtkorrektie en het kanon wordt bewogen cm weer te zoeken of de richter te richten.
Het kanon is nu gereed voor het opnemen van vuurkcrmando' s vanaf de komnandopost en het hulpmiddel voor het richten van het kanon wordt ge-25 bruikt als hierboven beschreven.
Een analoge werkwijze kan gevolgd worden onder gebruikmaking van de tweede uitvoering.

Claims (11)

1. Hulpmiddel voor het uitrichten van een kanon, met het 5 kenmerk, dat het een andersteuningsorgaan (2) omvat; een uitrichtindikatieorgaan (6), dat scharnierend is aangebracht op het andersteuningsorgaan (2), zodat het schamierbaar is cm een eerste hartlijn (Al) en een indikatiedeel (8) dat zich uitstrekt in een vlak 10 evenwijdig met de eerste hartlijn (Al); een referentieorgaan 28), dat roteerbaar is aangebracht op het ondersteuningsorgaan (2) zodat het kan roteren cm een tweede hartlijn (A2) die de eerste hartlijn (Al) loodrecht op een gemeenschappelijk snijpunt (0) snijdt; 15 een korrektie-indikator (36), die scharnierend is aangébracht op het referentieorgaan (28), zodat hij cm een derde as (A3) kan worden gescharnierd, welke derde as de tweede as (A2) op genoemd gemeenschappelijk snijpunt (0) snijdt en in aanraking kan worden gebracht met het indikatiedeel (8) van het indikatieorgaan (6) voor het uitrichten; 20 een meetorgaan (44, 46), dat samenwerkt met het referentieorgaan (28) en de korrektie-indikator (36) gezamenlijk voor het meten van hun relatieve hoekverplaatsing op de derde hartlijn (A3); een niveau-indikatiemiddel (20 , 34), dat is uitgevoerd om aan te geven wanneer het indikatiedeel (8) van het indikatieorgaan (6) van de 25 uitrichting en de derde hartlijn (A3) in een vertikaal vlak liggen.
2. Hulpmiddel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een vasthoudorgaan (40 , 42) aanwezig is, dat de korrektie-indikator (36) in aanraking houdt met het indikatiedeel (8) van het indikatieorgaan (6) voor de uitrichting.
3. Hulpmiddel volgens een van de conclusies 1 en 2, met het kenmerk, dat het indikatiedeel een vlak oppervlak (8) is.
4. Hulpmiddel volgens een of meer van de conclusies 1 tot 3, m e t het kenmerk, dat het de uitrichting aangevende orgaan een plaat (6) is.
5. Hulpmiddel volgens een van de conclusies 1 tot 4, m e t het kenmerk, dat het indikatiemiddel (8) ligt in een vlak dat de eerste hartlijn (Al) bevat.
6. Hulpmiddel volgens een van de conclusies 1 tot 5, m e t het kenmerk, dat het referentieorgaan (28) is aangebracht op het 40 ondersteuningsorgaan (2) door middel van een tussenondersteuningsorgaan ft (32), dat zodanig gevormd is dat het mogelijk is dat het referentie- orgaan (28) onafhankelijk roteert cm zowel de tweede hartlijn (A2) als een vierde hartlijn (M), welke de tweede hartlijn (A2) loodrecht snijdt op het gemeenschappelijke snijpunt (0).
7. Hulpmiddel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de tegerihoudmiddelen rollen (40 , 42) omvatten, die zijn bevestigd op de korréktie-indikator (36) en samenwerken met de plaat (6).
8. Hulpmiddel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de korrektie-indikator (36) het indikatiedeel (8) raakt op een mes- 10 rand (158), waarvan het verlengde de derde hartlijn (A3) loodrecht op het gemeenschappelijke snijpunt (0) snijdt.
9. Hulpmiddel volgens een of meer van de conclusies 1 tot 8, m e t het kenmerk, dat de korréktie-indikator (36) een wijzer is met een punt (44) en de meetorganen een uitrichtkorrektieschaal (46) cmvat- 15 ten bevestigd op het referentieorgaan (34) nabij het punt (44).
10. Hulpmiddel volgens een of meer van de conclusies 1 tot 6, m e t het kenmerk, dat de meetorganen ten minste een cirkelvormige schaal (166, 168) omvatten die roteerbaar is ten opzichte van het refe-rentieorgaan (152) door de korréktie-indikator (154).
11. Hulpmiddel volgens een of meer van de conclusies 1 tot 10, met het kenmerk, dat er ook een elevatietrorrmel (10) aanwezig is aangebracht op het indikatieorgaan (6) voor het uitrichten en roteerbaar is om een hartlijn loodrecht cp het indikatiedeel (8). *****
NL8400174A 1983-01-21 1984-01-19 Richten van geschut. NL8400174A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
GB838301653A GB8301653D0 (en) 1983-01-21 1983-01-21 Improvements in or relating to gun laying
GB8301653 1983-01-21

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8400174A true NL8400174A (nl) 1989-08-01

Family

ID=10536688

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8400174A NL8400174A (nl) 1983-01-21 1984-01-19 Richten van geschut.

Country Status (9)

Country Link
US (1) US4961369A (nl)
AU (1) AU586409B1 (nl)
BE (1) BE898730A (nl)
CA (1) CA1277859C (nl)
DE (1) DE3401745A1 (nl)
FR (1) FR2633711B1 (nl)
GB (2) GB8301653D0 (nl)
IT (1) IT1221491B (nl)
NL (1) NL8400174A (nl)

Families Citing this family (31)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2708094B1 (fr) * 1993-07-23 1995-09-22 Belcan Technologies Inc Dispositif destiné à l'instruction du personnel chargé du pointage des canons et pièces d'artillerie analogues.
FR2722564B1 (fr) * 1994-07-13 1996-09-13 Giat Ind Sa Appareil de pointage en hauteur pour piece d'artillerie
US7749089B1 (en) 1999-02-26 2010-07-06 Creative Kingdoms, Llc Multi-media interactive play system
US20030011743A1 (en) * 2000-02-01 2003-01-16 Boris Povlotsky Apparatus and method for detecting eyesight direction, angle and gazing point
US7445550B2 (en) 2000-02-22 2008-11-04 Creative Kingdoms, Llc Magical wand and interactive play experience
US7878905B2 (en) 2000-02-22 2011-02-01 Creative Kingdoms, Llc Multi-layered interactive play experience
US6761637B2 (en) 2000-02-22 2004-07-13 Creative Kingdoms, Llc Method of game play using RFID tracking device
US7066781B2 (en) 2000-10-20 2006-06-27 Denise Chapman Weston Children's toy with wireless tag/transponder
US6967566B2 (en) 2002-04-05 2005-11-22 Creative Kingdoms, Llc Live-action interactive adventure game
US20070066396A1 (en) 2002-04-05 2007-03-22 Denise Chapman Weston Retail methods for providing an interactive product to a consumer
US7674184B2 (en) 2002-08-01 2010-03-09 Creative Kingdoms, Llc Interactive water attraction and quest game
US9446319B2 (en) 2003-03-25 2016-09-20 Mq Gaming, Llc Interactive gaming toy
KR100937572B1 (ko) 2004-04-30 2010-01-19 힐크레스트 래보래토리스, 인크. 3d 포인팅 장치 및 방법
ATE550709T1 (de) * 2004-04-30 2012-04-15 Hillcrest Lab Inc Freiraum-zeigeeinrichtungen mit neigungskompensation und verbesserter benutzbarkeit
US8629836B2 (en) 2004-04-30 2014-01-14 Hillcrest Laboratories, Inc. 3D pointing devices with orientation compensation and improved usability
US8137195B2 (en) 2004-11-23 2012-03-20 Hillcrest Laboratories, Inc. Semantic gaming and application transformation
US7927216B2 (en) 2005-09-15 2011-04-19 Nintendo Co., Ltd. Video game system with wireless modular handheld controller
US7942745B2 (en) 2005-08-22 2011-05-17 Nintendo Co., Ltd. Game operating device
US8313379B2 (en) 2005-08-22 2012-11-20 Nintendo Co., Ltd. Video game system with wireless modular handheld controller
JP4805633B2 (ja) 2005-08-22 2011-11-02 任天堂株式会社 ゲーム用操作装置
JP4262726B2 (ja) 2005-08-24 2009-05-13 任天堂株式会社 ゲームコントローラおよびゲームシステム
US8870655B2 (en) 2005-08-24 2014-10-28 Nintendo Co., Ltd. Wireless game controllers
US8308563B2 (en) 2005-08-30 2012-11-13 Nintendo Co., Ltd. Game system and storage medium having game program stored thereon
US8157651B2 (en) 2005-09-12 2012-04-17 Nintendo Co., Ltd. Information processing program
JP4530419B2 (ja) 2006-03-09 2010-08-25 任天堂株式会社 座標算出装置および座標算出プログラム
JP4151982B2 (ja) 2006-03-10 2008-09-17 任天堂株式会社 動き判別装置および動き判別プログラム
JP4684147B2 (ja) 2006-03-28 2011-05-18 任天堂株式会社 傾き算出装置、傾き算出プログラム、ゲーム装置およびゲームプログラム
JP5127242B2 (ja) 2007-01-19 2013-01-23 任天堂株式会社 加速度データ処理プログラムおよびゲームプログラム
US9207044B2 (en) 2011-11-07 2015-12-08 Blair Brown Sight adapter for handheld mortar system
US10605567B1 (en) 2018-09-19 2020-03-31 Steven T. Hartman Sighting device for handheld mortar system
US11852441B2 (en) * 2019-12-16 2023-12-26 Aob Products Company Weapon anti-cant indicator

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US792180A (en) * 1904-11-02 1905-06-13 Ernst Ternstroem Supporting device for the sight-adjusting mechanisms of ordnance and howitzers mounted on gun-carriers.
US794649A (en) * 1904-12-19 1905-07-11 Ernst Ternstroem Sighting apparatus for guns.
US1684825A (en) * 1919-09-19 1928-09-18 Henderson James Blacklock Gun sight
FR504921A (fr) * 1919-10-15 1920-07-20 Vickers Ltd Perfectionnements relatifs aux moyens utilisés pour le pointage des pièces d'artillerie
FR519929A (fr) * 1920-07-09 1921-06-17 Siemens Ag Disposition pour le réglage de canons, projecteurs ou autres objets, qui doivent etre pointés sur un objectif d'un poste d'observation en tenant compte des déviations parallactiques déterminées par l'emplacement des canons
FR565944A (fr) * 1922-05-15 1924-02-07 Vickers Ltd Perfectionnements aux dispositifs correcteurs de niveau pour pièces d'artillerie
FR567933A (fr) * 1922-09-01 1924-03-12 Mode d'établissement des appareils de visée et de pointage
CH508861A (de) * 1969-05-22 1971-06-15 Oerlikon Buehrle Ag Richteinrichtung für Geschütz
DE2158428C3 (de) * 1971-11-25 1974-04-11 Ernst Leitz Gmbh, 6330 Wetzlar Visiereinrichtung
GB2062819A (en) * 1979-11-09 1981-05-28 Marconi Co Ltd Mounting of gun sights

Also Published As

Publication number Publication date
IT1221491B (it) 1990-07-06
AU586409B1 (en) 1989-07-13
GB8401415D0 (en) 1989-07-05
IT8447560A0 (it) 1984-01-18
GB2215017B (en) 1990-01-04
DE3401745A1 (de) 1990-02-01
US4961369A (en) 1990-10-09
GB8301653D0 (en) 1989-07-05
BE898730A (fr) 1993-06-15
FR2633711B1 (fr) 1992-06-05
GB2215017A (en) 1989-09-13
FR2633711A1 (fr) 1990-01-05
CA1277859C (en) 1990-12-18

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8400174A (nl) Richten van geschut.
US6675122B1 (en) Indirect position determination with the aid of a tracker
CN108981754B (zh) 一种光电平台与载机安装角度零位对准的方法
US5852493A (en) Self-aligning laser transmitter having a dual slope grade mechanism
US9091540B2 (en) Geodetic surveying system and method for operating a geodetic surveying system
CN105157578B (zh) 测量离轴抛物面主反射镜离轴量和离轴角的系统及方法
US6658750B2 (en) Method and measurement device for measurement of a two-wheeled vehicle frame
CN204854657U (zh) 一种标定多光轴光学系统光轴平行度的装置
EP0120910B1 (en) Determining toe of rear and front vehicle wheels
US9080862B2 (en) Device and method for determining the orientation of two shafts connected via two universal joints and a third shaft with a pivot joint
US3826576A (en) Laser measuring or monitoring system
CN209802268U (zh) 一种小型无人机气动舵面标定装置
CN103884492A (zh) 一种激光跟踪仪跟踪反射镜与横轴夹角检测方法
US5579585A (en) Free axis alignment apparatus and method for use
CA1148732A (en) Method of and apparatus for monitoring coincidence or synchronism of a periscope line of sight with an element to be directed at a target
GB2314157A (en) Method and apparatus for measuring position and posture of tunnel excavator
CN105203050A (zh) 一种激光跟踪仪跟踪反射镜与横轴夹角检测方法
CN116518882A (zh) 平行度检测装置及其检测方法
US5123736A (en) Method for determining the misalignment in the horizontal plane of elongated parts of a machine, such as cylinders and rollers, and an optical reflection instrument suitable for use with this method
US3256608A (en) Sights for trench mortars and similar fire arms
EP0271493A1 (en) RISING FOR ANTI-AIRGUN CANON.
US4356758A (en) Aiming instrument
US7143520B2 (en) Alignment structure
US2946256A (en) Angular bearing instrument and mechanism for angular adjustment
CN218411184U (zh) 一种夜间精密控制网的定向测量装置

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed