NL8400054A - Werkwijze en inrichting voor het automatisch beladen van een container, meer in het bijzonder een rolcontainer. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het automatisch beladen van een container, meer in het bijzonder een rolcontainer. Download PDF

Info

Publication number
NL8400054A
NL8400054A NL8400054A NL8400054A NL8400054A NL 8400054 A NL8400054 A NL 8400054A NL 8400054 A NL8400054 A NL 8400054A NL 8400054 A NL8400054 A NL 8400054A NL 8400054 A NL8400054 A NL 8400054A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
loading device
container
loading
lifting platform
bags
Prior art date
Application number
NL8400054A
Other languages
English (en)
Other versions
NL191020C (nl
NL191020B (nl
Original Assignee
Nederlanden Staat
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Nederlanden Staat filed Critical Nederlanden Staat
Priority to NL8400054A priority Critical patent/NL191020C/nl
Publication of NL8400054A publication Critical patent/NL8400054A/nl
Publication of NL191020B publication Critical patent/NL191020B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL191020C publication Critical patent/NL191020C/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G57/00Stacking of articles
    • B65G57/02Stacking of articles by adding to the top of the stack
    • B65G57/03Stacking of articles by adding to the top of the stack from above
    • B65G57/035Stacking of articles by adding to the top of the stack from above with a stepwise downward movement of the stack

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Loading Or Unloading Of Vehicles (AREA)
  • Stacking Of Articles And Auxiliary Devices (AREA)

Description

• «rv k STMT DER NEDERLANDEN (Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en
Telefonie) T s-GKAVENHAGE.
Werkwijze en inrichting voor het automatisch beladen van een container, meer in het bijzonder een rolcontainer.
A. Achtergrond van de uitvinding.
1. Gebied van de uitvinding.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en inrichting voor het automatisch beladen met gevulde transportzakken, zoals 5 b.v. postzakken, van een container, meer in het bijzonder een rolcontainer.
2. Stand van de techniek.
In het kader van de vervolmaking van de mechanisering van het postale vervoers- en verwerkingsproces is apparatuur ontwikkeld 10 waardoor bij postverwerking als belangrijk hulpmiddel toegepaste rolcontainers automatisch konden worden beladen met veelal zware postzakken. Als belangrijke eisen zijn hierbij gesteld: het vullingspercentage van een beladen rolcontainer dient gemiddeld ten minste 70Z te bedragen; en 12 de rolcontainer moet zodanig stabiel zijn beladen dat tijdens transport geen zakken uit deze rolcontainer kunnen vallen.
Met de uitvinding is in eerste aanleg beoogd een beladings-werkwijze beschikbaar te stellen waarbij in het bijzonder aan de beide bovenvermelde eisen wordt voldaan.
8400054 % ΐ - 2 -
Een bekende inrichting voor het automatisch met postzakken beladen van rolcontainers omvat een samenstelsel waarvan deel uitmaken een glijgoot, een transportband en een automatisch hefplateau. Het hefplateau is hierbij in wezen een liftvloer die in een 5 bij de inrichting behorend en aan de voorzijde daarvan aangebracht gestel (liftschacht) op en neer kan worden bewogen. De container kan via de open voorzijde van dit gestel op de liftvloer worden gereden, waarna deze container in zijn geheel op een gewenste afstand onder de transportband kan worden gebracht, waarna de zakken 10 vanaf de transportband in de container kunnen vallen, zodat deze wordt geladen. Aangezien van een dergelijke laadinrichting een voor een. rolcontainer geconstrueerde transportlift deel uitmaakt met een vanaf de voorzijde toegankelijke liftschachtconstructie, dienen ter beveiliging van.het bedieningspersoneel uitgebreide 15 voorzieningen te worden getroffen. Dergelijke voorzieningen betekenen een complicatie van de technische uitvoering, alsook een verhoging van de kostprijs. Bovendien vormt de bij zulk een laadinrichting behorende liftschacht met daarin gemonteerd hefplateau een permanent, zich aan de voorzijde van de laadinrichting bevindend*obstakel, dat 20 extra ruimte in beslag neemt.
Het is een verder doel'van de uitvinding een automatische laadinrichting van bovenomschreven soort zodanig te verbeteren dat aan de in het voorafgaande geschetste bezwaren wordt tegemoet gekomen.
B. Samenvatting van de uitvinding.
25 De werkwijze volgens de uitvinding steunt op het inzicht dat bij een bepaalde combinatie van positionering, aanvoersnelheid en valhoogte, een desbetreffende postzak tijdens de valbeweging een wenteling van ca. 180° ondergaat, zodat deze zak in een voor de belading gunstige positie in de container terechtkomt.
30 De werkwijze is volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt dat de transportzakken voorafgaande aan het inladen worden gericht zodanig dat zij met hun lengterichting in hoofdzaak evenwijdig aan de zijwanden van de rolcontainer bij de stortplaats aankomen; de snelheid waarmee de transportzakken bij deze stortplaats aankomen 35 op een voorafbepaalde waarde wordt gekozen; en de valhoogte van de 8400054 •v \ - 3 - transportzakken op een in hoofdzaak constante waarde wordt ge-* houden.
Vat de inrichtingconstructie betreft steunt de uitvinding op het inzicht om ter vereenvoudiging van de beveiligingsvoorzieningen 5 voor het bedieningspersoneel, alsook ter verkrij ging van ruimte-' winst aan de voorzijde van de laadinrichtingj de drie opstaande wanden van een te beladen rolcontainer te gebruiken als een beschermende en mobiele "liftschacht" voor een daarin verticaal beweegbaar hefplateau.
10 Meer in het bijzonder is een laadinrichting volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt dat het hefplateau in horizontale richting verschuifbaar in de laadinrichting is gemonteerd; het hefplateau zodanig is uitgevoerd dat dit vanuit een in de laadinrichting teruggetrokken stand in het inwendige van de desbetreffende container 15 kan worden gesehoven tot in een stand waarbij dit plateau zich boven vrijwel het gehele bodemvlak van deze container uit strekt, en vice versa; en de laadinrichting verder is voorzien van een zend/ ontvangeenheid voor het uitzenden, respectievelijk ontvangen van straling waarvan de hoofdvoortplantingsrichting in hoofdzaak even-20 wijdig is aan de richting waarlangs het plateau horizontaal verschuifbaar is, teneinde een criterium voor de ondergrens van de instantane valhoogte beschikbaar te stellen, en van voorzieningen voor het beschikbaar stellen van een criterium voor een "vol"melding.
Ier verdere verbetering van het automatiseringsproces kan de laad-25 inrichting volgens de uitvinding met voordeel worden gebruikt om een daardoor beladen rolcontainer zonder menselijke tussenkomst op afstand van deze inrichting te brengen, waarbij de zwenkwielen van de rolcontainer zijn geplaatst in de stand die met de afrijrichting overeenkomt. Daartoe is de laadinrichting volgens de uitvinding ver-30 der daardoor gekenmerkt dat de laagste stand van waaruit het hefplateau vanuit de laadinrichting in buitenwaartse richting kan worden verschoven zodanig is gekozen dat een tegenover de laadinrichting geplaatste container door het hefplateau van de laadinrichting kan worden weggeduwd.
35 Teneinde de transportzakken doeltreffend te richten zodanig dat de lengterichting daarvan evenwijdig is aan de opstaande zijwanden m 8400054 ' - 4 - van een rolcontainer, is een laadinrichting volgens de uitvinding verder daardoor gekenmerkt dat de glijgoot transversaal met betrekking tot de transportband is opgesteld; en de transportband met een zodanige stijghoek naar de stortplaats verloopt dat een 5 daarop vanaf de glijgoot aangevoerde zak met betrekking tot de voortbewegingsrichting van de transportband achterover kantelt.
C. Korte beschrijving van de tekening.
De uitvinding zal in het onderstaande nader worden toegelicht met verwijzing naar de tekening van een uitvoeringsvoorbeeld.
10 Fig. 1 geeft in schemavorm een uitvoeringsvoorbeeld van een laadinrichting volgens de uitvinding met een daarvoor geplaatste te beladen rolcontainer, waarbij de laadinrichting in de rusttoestand verkeert;
Fig. 2 illustreert in schemavorm de situatie waarin het hef-15 plateau van de in Fig. 1 getekende laadinrichting vanuit de teruggetrokken ruststand in de container is geschoven;
Fig. 3 geeft in schemavorm de toestand waarin het uitgeschoven hefplateau vanuit de in Fig. 2 getekende stand is geheven tot de hoogste stand die voor het beladen van de rolcontainer aanbe-20 veling verdient;
Fig. 4 geeft in schemavorm de situatie waarin de rolcontainer is beladen en het hefplateau naar zijn teruggetrokken ruststand kan worden verschoven.
D. Referenties.
25 PTT Post - Brochure P 4262 (10.07.1982).
Hierin wordt een algemene beschrijving gegeven van een z.g. expeditieknooppunt. Hierbij wordt een inrichting voor het automatisch vullen van rolcontainers in het kort vermeld, zonder dat op details van constructie en werking nader wordt ingegaan.
30 E. Beschrijving van de uitvóëringsvöórbeelden.
De constructieve uitvoering en de werking van een laadinrichting volgens de uitvinding worden in het onderstaande met verwijzing naar de figuren 1 t/m 4 beschreven. De in deze figuren weergegeven uitvoeringsvorm van een automatische laadinrichting 35 voor rolcontainers omvat in hoofdzaak de volgende onderdelen: 8400054 « -% - 5 - een schematisch weergegeven glijgoot 1, via welke de desbetreffende zakken in schuine richting naar beneden kunnen glijden; een eindloze transportband 2, die door (niet weergegeven) rollen zodanig wordt gedragen en aangedreven dat een daarop vanaf de 5 glijgoot I gevallen postzak langs een baan die een relatief geringe'8tijgfa0eie*aet een horiSontaal vlak maakt, b.v. ongeveer 7 graden, in de door de pijl 3 aangeduide richting wordt getransporteerd naar een door het van de glijgoot 1 afgekeerde uiteinde van de transportband 2 bepaalde stortplaats 4; 10 een vast freest met twee paren van tegenover elkaar opgestelde verticale geleiderails 5, 6 (in de figuren is slechts één van de twee paren weergegeven); een ten opzichte van het vaste freest en langs deze paren van geleiderails op en neer beweegbaar freest 7, dat is voorzien van 15 vier looprollen waarvan slechts de rollen 8 en 9 zijn weergegeven; een van het freest 7 deel uitmakend hef- of draagplateau 10, dat in horizontale richting verschuifbaar in het freest 7 is gemonteerd; een eerste aandrijfcylinder 11 met een bijbehorende zuigerstang 12, die bij het van de cylinder II afgekeerde uiteinde is gekoppeld 20 met het draagplateau 10, een en ander zodanig dat het draagplateau 10 in horizontale richting heen en weer kan worden bewogen ten opzichte van het beweegbare freest 7; een tweede aandrijfcylinder 13 met een bijbehorende zuigerstang 14, die bij bet van de cylinder afgekeerde uiteinde is gekoppeld 25 met het beweegbare freest 7, een en ander zodanig dat het freest 7 en het daarin gemonteerde draagplateau 10 in verticale richting op en neer kunnen worden bewogen; een eerste foto-electrische zend/ontvangeenheid 15 voor het con-troleren/instellen van de de valhoogte bepalende stand van het draag-30 plateau 10; een tweede foto-electrische zend/ontvangeenheid 16 voor "vol"-melding; een in het vaste freest gemonteerde naderingsschakelaar 17 voor het controleren van de bewegingscyclus van het freest 7 en het draag-35 plateau 10; een stel aan de voorzijde van de laadinrichting gemonteerde naderingsschakelaar s, waarvan in Fig. 1 slechts dén exemplaar 18 is 8400054 * - 6 - afgeheeld; en een schematisch weergegeven besturingseenheid 19 met onder meer daarin aanwezige electronsca, die mede in afhankelijkheid van de meldsignalen afkomstig van de genoemde zend/ontvangeenheden en de 5' naderingsschakelaars, een beladingscyclus van een rolcontainer automatisch kan doen afwikkelen·
De werking van de laadinriehting is als volgt· In een voor belading gerede toestand van de laadinriehting is het draagplateau 10 in de inrichting geschoven tot de in Fig, 1 getekende stand, waar-10 bij het voorste uiteinde 23 niet uit het frontvlak van de inrichting steekt· De transportband 2 staat stil en is voordien door een (voor de uitvinding niet essentieel) proces automatisch geladen met postzakken, die vanaf de glijgoot 1 zijn aahgevoerd· Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat een dergelijke bufferfunctie kan worden ver-15 vuld met behulp van twee schematisch weergegeven zend/ontvangeenheden 20 en 21 van de soort die in het voorafgaande in verband met de valhoogtecontrole werd beschreven·
Wanneer de laadinriehting in de bovengeschetste rusttoestands-situatie verkeert, wordt een lege rolcontainer 22 met losgemaakte 20 riemen en met de open zijde naar de voorkant van de laadinriehting gericht, daar naar toe gereden· Door het stel naderingsschakelaars 18 wordt gedetecteerd of de rolcontainer in de voor beladen correcte stand voor de laadinriehting is geplaatst, en, zo ja, dan wordt deze met in de tekening niet nader aangegeven middelen in die stand ver-25 grendeld· Hierbij dienen de beide bokwielen van de rolcontainer zich tegenover deze naderingsschakelaars te bevinden· Als gevolg van het omschakelen van deze beide naderingsschakelaars wordt de laadcyclus gestart· Zulks betekent dat het draagplateau 10 door de werking van de aandrijfcylinder 11 en de zuigerstang 12 in de door de pijl 24 30 aangegeven horizontale richting wordt uitgeschoven, zodat dit plateau in de door de opstaande containerwanden begrensde ruimte reikt· De daarbij bereikte eindstand is in Fig· 2 weergegeven· De cyclusbesturing is zodanig georganiseerd dat uitsluitend wanneer deze eindstand is gedetecteerd (door middel van de naderingsschakelaar 17), 35 het draagplateau 10 door de werking van de aandrijfcylinder 13 en de zuigerstang 14 in de door de pijl 25 aangegeven verticale richting kan worden.geheven. Volgens een aspect van de uitvinding wordt het 8400054 - 7 - draagplateau uitgaande van de in het voorafgaande geschetste situatie, tot in een zodanige stand verschoven dat de gemiddelde valhoogte gerekend vanaf de stortplaats 4 op de transportband 2, een voorafbepaalde vaarde, meer in het bijzonder 90 cm, heeft. Een 5 en ander is in Fig. 3 schetsmatig aangegeven. De onderbroken horizontale lijn is hierbij representatief voor de hoofdstralingsrichting van de relatief smalle stralingsbundel (b.v. infrarood) die door de sensoreenheid 15 over het midden van de daarvoor geplaatste container wordt uitgezonden. Teneinde het draagplateau 10 in de in het vooraf-10 gaande bedoelde "hoogste" stand te brengen, is aan dit plateau een ópstaande maskerplaat (niet weergegeven) bevestigd. Deze maskerplaat is zodanig gedimensioneerd,respectievelijk op een zodanige plaats aangebracht dat door het omhoogbewegen van dit plateau 10 deze maskerplaat tegenover de sensoreenheid 15 komt te staan, zodat door deze 15 sensoreenheid 15 uitgezonden straling maximaal wordt gereflecteerd (de ontvangen straling is maximaal). In een dergelijke situatie produceert deze sensoreenheid een eerste stuursignaal waardoor via de besturingseenheid wordt bewerkstelligd dat het draagplateau 10 omlaag wordt bewogen. Waaneer hierbij een stand is bereikt waarbij de 20 gereflecteerde straling (door eenheid 15 ontvangen straling) minimaal is, produceert deze eenheid 15 een tweede stuursignaal, waardoor via de besturingseenheid 19 deze daalbeweging Wordt gestopt. Door keuze van de hoogteafmeting van de maskerplaat en de meetgevoeligheid van de sensoreenheid 15 kan aldus worden bereikt dat het draagpla-25 teau 10 op de bovenbedoelde "hoogste" stand, die bepalend is voor de valhoogte, wordt ingesteld. In deze situatie kan de transportband 2 in beweging worden gezet, waardoor de voorste zak vanaf de stortplaats 4 op het draagplateau 10 terechtkomt. Volgens een verder aspect van de uitvinding is een en ander zodanig ingericht dat de val-30 hoogte op de in eerste aanleg, op bovenbeschreven wijze ingestelde waarde, wordt gehandhaafd naarmate de rolcontainer met zakken gevuld raakt. Zodra een zak in de rolcontainer is gevallen in een positie waarin de sterkte van door deze zak gereflecteerde straling die is uitgezonden door de sensoreenheid 15, groter is dan de ontvang-35 gevoeligheidsdrempel van deze eenheid, wordt dit door de besturing geïnterpreteerd als het bovenvermelde eerste stuursignaal. Hierdoor 8400054 * * * - 8 - m daalt het draagplateau 10 zover totdat de sensoreenheid 15 geen meetbare reflectiestraling meer ontvangt (tweede stuursignaal).
Aldus wordt het draagplateau 10 stapsgewijs naar beneden verschoven naarmate de vullingsgraad van de rolcontainer toeneemt.
5 Proefondervindelijk is gebleken dat met de in het voorafgaande geschetste wijze van beladen de zakken zonder toepassing van mechanische middelen als regel automatisch met een regelmatig patroon en naast elkaar gelegen in de rolcontainer terechtkomen.
Als.een zak bovenop een andere zak valt, rolt deze n.1. meestal 10 naar het dan "diepste” punt in de rolcontainer.
Uiteindelijk ontstaat een situatie die in Fig. 4 is geïllustreerd. De tweede sensoreenheid 16 geeft een eerste "volmelding" zodra deze eenheid door een zak gereflecteerde straling ontvangt, waarvan de sterkte groter is dan de gevoeligheidsdrempel van deze sensoreen-15 heid. Als gevolg van een dergelijke "eerste volmelding" wordt het draagplateau 10 door de werking van de aandrijfcylinder 11 en bijbehorende zuigerstang 12 in de door de pijl 26 aangegeven horizontale richting teruggeschoven naar de ruststand volgens Fig. 1. Hierdoor zakt de lading van zakken in zijn geheel enigszins. Het kan 20 hierna voorkomen dat de "eerste volmelding" verdwijnt en nog één of meer zakken extra kunnen worden ingeladen. Het laadproces wordt echter als voltooid beschouwd zodra na een "eerste volmelding" een "tweede volmelding" is gegeven door de sensoreenheid 16.
Teneinde te bewerkstelligen dat de in de rolcontainer geladen 25 zakken bij het terugtrekken van het hefplateau 10 tot in de ruststand binnen de rolcontainer blijven, zijn de volgende voorzieningen aanwezig. Wanneer de rolcontainer in de voor beladen gerede stand voor de laadinrichting is geplaatst (situatie volgens Fig. 1), is de open voorzijde van deze rolcontainer afgesloten door de volgende 30 (niet nader weergegeven) onderdelen:
Een aan het vaste freem, vast daaraan bevestigde opstaande bovenwandplaat in het onder staande vaste bovenwand genoemd. De onderrand van deze vaste bovenwand bevindt zich op een niveau overeenkomend met de hoogste stand waarin het hefplateau voor het beladen van de 35 rolcontainer kan worden ingesteld (situatie volgens Fig. 3).
8400054 - 9 -
Een aan het beweegbare freem 7 bevestigde opstaande wandplaat, in het onderstaande beweegbare wandplaat genoemd, die met het freem 7 mee op en neer kan worden bewogen. In deze beweegbare wandplaat is een verticale sleuf uitgespaard, een en ander zodanig dat wanneer 5 het freem 7 omhoog is bewogen over een afstand die is bepaald door het wandplaatgedeelte dat de onderste begrenzing van de genoemde sleuf vormt, de sensoreenheid 15 in werking komt. Dit vandplaatge-deelte fungeert dan als de in het voorafgaande beschreven maskerplaat, met behulp waarvan de standhoogte van het hefplateau 10 wordt inge-10 steld in de nog lege rolcontainer (Fig. 3).
Een tuseenwandplaat die,althans bij de in Fig. 1 weergegeven situatie, de opening tussen de onderrand van de genoemde vaste bovenwandplaat en de bovenrand van de genoemde beweegbare wandplaat, in hoofdzaak afsluit. Deze tuseenwandplaat is achter en ten opzichte 15 van genoemde vaste bovenwand verschuifbaar. Hierbij is een en ander zodanig ingericht dat als gevolg van het omhoogbewegen van het freem 7 de tussenwand door genoemde beveegbare wandplaat wordt omhoog geschoven, terwijl een omlaagbeweging van deze beveegbare wandplaat door deze tussenvandplaat wordt gevolgd.
20 Met de in het voorafgaande beschreven constructie wordt bereikt dat bij elke stand die het hefplateau 10 tijdens een beladingscydus kan aannemen, de open voorzijde van de rolcontainer boven het hefplateau is afgesloten. Bedoelde constructie vormt in feite een verticale schuifwand waardoor de laadinrichting aan de naar de rolcon-25 tainer toegekeerde zijde, meer in het bijzonder het zich boven het hefplateau bevindende gedeelte, wordt afgedicht.
Met het in het voorafgaande beschreven laadproces blijken een gunstig vullingspercentage, alsook een goede ladingsstabiliteit mogelijk te zijn* 30 Nadat, een tweede volmelding als boven genoemd door de sensoreenheid 16 in de besturingseenheid is ingevoerd,wordt daardoor bewerkstelligd dat het draagplateau vanuit de in Fig. 1 weergegeven ruststand over een zodanige afstand naar beneden wordt verschoven dat het voorste uiteinde 23 van dit plateau zich tegenover een bodemgedeelte van 35 de geladen rolcontainer bevindt. Deze laagste stand van het draagplateau 10 kan met behulp van de multi-functionele naderingsscha-kelaar 17 worden gedetecteerd. Nadat deze stand is gedetecteerd, 8400054 * % - 10 - kan door de besturingseenheid worden bewerkstelligd dat de rolcon- ‘ tainer wordt ontgrendeld en dat de aandrijfcylinder 11 en de bijbehorende zuigerstang 12 worden geactiveerd. Hierdoor fungeert het draagplateau 10 als een duworgaan waardoor de met zakken gevulde rol-5 container over een vooraf bepaalde afstand, b.v. 30 cm, van de laad-inrichting wordt weggeduwd, De bovenbeschreven constructie en werking bieden'het voordeel dat geen menselijke krachtsinspanning nodig is om de zware met zakken gevulde rolcontainer vanuit stilstand zodanig te bewegen dat de zwenkwielen vanuit de na het voorrijden voor de laad-10 inrichting aangenomen stand over ca. 180° zwenken in de "wegrij stand".
Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat aan de voorzijde van de laad-inrichting zich een bedienings/signaleringspaneel 27 bevindt. Hierdoor kunnen verschillende situaties, zoals b.v. storing, onderhoudswerkzaamheden in uitvoering, laadcyclus aan de gang, volmelding e.d, worden ge-15 signaleerd en bepaalde acties, zoals b.v. beëindigen laadcyclus,worden ingeleid.
Verder wordt opgemerkt dat bij het behandelde uitvoeringsvoorbeeld de beide aandrijfcylinders 11 en 13 van het op zich bekende telesco-perende type zijn. Vanzelfsprekend kunnen andere soorten, waarbij b.v. 20 met perslucht wordt gewerkt, ook worden toegepast.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de besturingseenheid is gebruik gemaakt van een programmeerbare logische besturingsmoduul (PLC). Hierdoor kan de hydrauliek die de aandrijving verzorgt.rechstreeks worden bestuurd.
25 Met de in het voorgaande beschreven combinatie van glijgoot 1 en transportband 2 worden de via de goot 1, die transversaal ten opzichte van de voortbewegingsrichting van de transportband 2 is opgesteld, aangevoerde zakken doeltreffend gericht. Als gevolg van het schuin omhoog verlopen van de transportband kantelen de zakken die uit de 30 glijgoot op deze transportband zijn gevallen, achterover, waarbij zij een stand aannemen waarbij de zak met zijn lengt eafme ting in hoofdzaak evenwijdig ligt aan de voortbewegingsrichting van de transportband. Door ervoor te zorgen dat een aldus gepositioneerde postzak bij de stortplaats een vooraf bepaalde snelheid bezit, b.v. ca.
35 20 cm/sec, en over een in lioo£dzaak constante hoogte van ca. 90 cm vrij kan vallen, ontstaat een wenteling over ca. 180°. Hierdoor komt de zak in een voor de vulling gunstige positie in de rolcontainer terecht.
.84 00 0 5 4

Claims (8)

1. Werkwijze voor het met gevulde transportzakken beladen van een container, meer in het bijzonder een rolcontainer, waarbij de trans** portzakken na elkaar vanaf een stortplaats door een vrije val in 5 een onder deze stortplaats geplaatste container worden geladen , met het kenmerk, dat de transportzakken voorafgaande aan het inladen worden gericht zodanig dat zij met hun lengterichting in hoofdzaak evenwijdig aan de zij** wanden van de rolcontainer bij de stortplaats aankomen; 10 de snelheid waarmee de transportzakken bij deze stortplaats aankomen op een vooraf bepaalde waarde wordt gekozen; en de valhoogte van de transportzakken op een in hoofdzaak constante waarde wordt gehouden.
2. Werkwijze volgens conclusie I, met het kenmerk, dat genoemde snel-* 15 heid ongeveer 20 cm/sec is; en genoemde constante waarde ca. 90 cm bedraagt.
3. Laadinrichting voor het automatisch beladen van een container, meer in het bijzonder een rolcontainer, onder toepassing van de werkwijze volgens de conclusie 1 of 2, omvattende een glijgoot,' een 20 transportband en een automatisch hefplateau, waarbij een en ander zodanig is ingericht dat vanaf de glijgoot aangevoerde zakken in een bij de laadinrichting geplaatste container worden geladen, met het kenmerk,dat het hefplateau in horizontale richting verschuifbaar in de laadinrichting is gemonteerd; het hefplateau zodanig is uitgevoerd 25 dat dit vanuit een in de laadinrichting teruggetrokken stand in het inwendige van de desbetreffende container kan worden geschoven tot in een stand waarbij dit plateau zich boven vrijwel het gehele bodenvlak van deze container uitstrekt, en vice versa; en de laadinrichting verder is voorzienrvan een zend/ontvangeenheid voor het 30 uitzenden, respectievelijk ontvangen van straling waarvan de hoofd-voortplantingsrichting in hoofdzaak evenwijdig is aan de richting waarlangs het plateau horizontaal verschuifbaar is, teneinde een criterium voor de ondergrens van de instantane valhoogte beschikbaar te stellen; en van voorzieningen voor het beschikbaar stellen van 35 een criterium voor een ,fvol,(melding. 8400054 9 o „ s *· - Μ -
4. Laadinrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de laagste stand van waaruit het hefplateau vanuit de laadinrichting in buitenwaartse richting kan worden verschoven zodanig is gekozen dat een tegenover de laadinrichting geplaatste container door het 5 hefplateau van de laadinrichting kan worden weggeduwd.
5. Laadinrichting volgens conclusie 3 of 4, gekenmerkt door een besturingsinrichting (programmeerbaar) voor het besturen van een laad-cyclus van een container . .
6. Laadinrichting volgens één van de conclusies 3-5, met het kenmerk, 10 dat de glijgoot transversaal met betrekking tot de transportband is opgesteld; en de transportband met een zodanige stijghoek naar de stortplaats verloopt dat een daarop vanaf de glijgoot aangevoerde zak met betrekking tot de voortbewegingsrichting van de transportband achterover kantelt.
7. Laadinrichting volgens één van de conclusies 3-6, met het kenmerk, dat het hefplateau is gekoppeld met een opstaande wandplaat, die zich bevindt aan de voorzijde van.de laadinrichting en tegenover de plaats waar een te beladen rolcontainer bij deze laadinrichting is opgesteld, een en ander zodanig dat het hefplateau ten opzichte van deze wand-20 plaat in horizontale richting verschuifbaar is, en samen met deze wandplaat als een eenheid in verticale richting beweegbaar in de laadinrichting is.
8. Laadinrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat genoemde wandplaat met zijn bovenrand aanligt tegen een daaraan aansluitende 25 opstaande tussenwand, die in verticale richting verschuifbaar is ten opzichte van een opstaande bovenwand, die vast aan de laadinrichting is bevestigd, een en ander zodanig dat de combinatie van de genoemde bovenwand, de genoemde tussenwand en de genoemde wandplaat, een verticale schuifwand vormt waardoor de laadinrichting 30 aan de naar een te beladen rolcontainer toegekeerde zijde wordt afgedicht. 8400054
NL8400054A 1984-01-06 1984-01-06 Inrichting voor het automatisch beladen van een container, meer in het bijzonder een rolcontainer. NL191020C (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8400054A NL191020C (nl) 1984-01-06 1984-01-06 Inrichting voor het automatisch beladen van een container, meer in het bijzonder een rolcontainer.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8400054A NL191020C (nl) 1984-01-06 1984-01-06 Inrichting voor het automatisch beladen van een container, meer in het bijzonder een rolcontainer.
NL8400054 1984-01-06

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8400054A true NL8400054A (nl) 1985-08-01
NL191020B NL191020B (nl) 1994-07-18
NL191020C NL191020C (nl) 1994-12-16

Family

ID=19843289

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8400054A NL191020C (nl) 1984-01-06 1984-01-06 Inrichting voor het automatisch beladen van een container, meer in het bijzonder een rolcontainer.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL191020C (nl)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3866741A (en) * 1973-06-21 1975-02-18 Formax Inc Stacker and method of stacking frozen food patties
FR2293384A1 (fr) * 1974-12-03 1976-07-02 Monte Vite Nouveau dispositif permettant l'empilage d'objets sur l'entiere surface de la plateforme d'un vehicule
NL7609839A (nl) * 1975-09-03 1977-03-07 Alcan Res & Dev Laadinrichting.
FR2437361A1 (fr) * 1978-09-29 1980-04-25 Schubert & Salzer Maschinen Dispositif destine a deposer d'une facon ordonnee des bobines croisees
FR2477116A1 (fr) * 1980-02-28 1981-09-04 Corali Bruno Machine empileuse, en particulier pour planchettes de bois et similaires

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3866741A (en) * 1973-06-21 1975-02-18 Formax Inc Stacker and method of stacking frozen food patties
FR2293384A1 (fr) * 1974-12-03 1976-07-02 Monte Vite Nouveau dispositif permettant l'empilage d'objets sur l'entiere surface de la plateforme d'un vehicule
NL7609839A (nl) * 1975-09-03 1977-03-07 Alcan Res & Dev Laadinrichting.
FR2437361A1 (fr) * 1978-09-29 1980-04-25 Schubert & Salzer Maschinen Dispositif destine a deposer d'une facon ordonnee des bobines croisees
FR2477116A1 (fr) * 1980-02-28 1981-09-04 Corali Bruno Machine empileuse, en particulier pour planchettes de bois et similaires

Also Published As

Publication number Publication date
NL191020C (nl) 1994-12-16
NL191020B (nl) 1994-07-18

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8900234A (nl) Inrichting voor het in een rij verzamelen van zakjes en het afleggen van de gevormde rij.
CA3047356C (en) Terminal device for a sorting and picking system
JPH10502040A (ja) 傾斜トレイパッケージ選別装置
CA3029358C (en) Collection bin for an in-line product inspection system, and in-line product inspection system
KR102277623B1 (ko) 물품 분류 시스템 및 물품 분류 방법
CN113727925A (zh) 紧凑型分拣机
EP0040293B1 (en) System to fill the cases in a uniform manner with fruit and vegetables
CN114516551B (zh) 一种用于矿山开采的运输装置
NL8400054A (nl) Werkwijze en inrichting voor het automatisch beladen van een container, meer in het bijzonder een rolcontainer.
NL8501898A (nl) Inrichting voor het sorteren van gedrukte geschriften, zoals kranten, tijdschriften, afleveringen, pockets of dergelijke.
KR102171867B1 (ko) 캐리어 파손 감소를 위한 선별 장치
US707951A (en) Log or freight dumping apparatus.
US3831782A (en) Drum or barrel palletizer apparatus
NL9001853A (nl) Inrichting voor het keren van in wezen rechthoek-vormige voorraadhouders.
US4923067A (en) Automated drill sorting system and method
CN211303880U (zh) 一种箱式存储检测设备
EP1437436B1 (en) A collection bin for a laundry
GB2246106A (en) Box filling machine
CN112850503A (zh) 一种进料系统
NL7907020A (nl) Machine voor het leegmaken van met stortgoed gevulde kratten.
CA1175867B (en) Machine and method for vertical transportation of containers
US3424322A (en) Automatic warehousing system and method
US3691717A (en) Method and apparatus for filling cartons
CN219487884U (zh) 一种输送设备
KR102620934B1 (ko) 무인택배함용 트레이 자동공급장치

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: PTT NEDERLAND N.V. KONINKLIJKE -

TNT Modifications of names of proprietors of patents or applicants of examined patent applications

Owner name: KONINKLIJKE KPN N.V.

V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20020801