NL8320403A - Middelen voor het stabiliseren van het bekken van een liggende patient. - Google Patents

Description

- 1 - ' ../ 8320403

Middelen voor het stabiliseren van het bekken van een liggende patiënt.

De uitvinding heeft betrekking op middelen voor het stabiliseren van het bekken van een liggende patiënt in een voorafbepaalde hoekstand ten opzichte van een geschikt vlak bed.

5 Gehandicapte kinderen met bijvoorbeeld hersen beschadigingen, die optraden vóór, tijdens of juist na de geboorte hebben niet de volledige controle over hun lichaamsfunkties en hebben vaak een beperkte mogelijkheid te bewegen en hebben bepaalde karakteristieke bewegings-10 patronen en ruststanden. In het bijzonder zijn de ruststanden vaak onjuist en veroorzaken na langere tijd druk-belastingen in het gebied van de lendenen, heupgewricht-ontwrichtingen en geleidelijke beschadiging van het vermogen om te zitten. Ook bij oudere mensen, die gedwongen 15 in bed moeten blijven hetzij permanent of gedurende langere tijdsperioden, zijn risico's aanwezig van beschadiging van het bovengenoemde type en eveneens het risico van doorgelegen plekken.

Er zijn reeds middelen van het bovenbeschreven 20 type op de markt, bestaande uit een rustplaats die iets korter is dan de patiënt en in hoofdzaak ontworpen als een zitplaats met een rugleuning. Daarbij behorend is een kussen bestemd om tussen de benen van de patiënt te worden geplaatst en één of meer riemen voor het vastbinden 25 van de patiënt wanneer deze op zijn zijde ligt met zijn rug naar de rugsteun toegekeerd.

De bekende middelen hebben echter een aantal bezwaren. Zij zijn relatief groot en het is moeilijk om de patiënt van de ene zijde op de andere te draaien.

30 Het kussen bestemd voor het ondersteunen van de benen ligt geheel los en kan gemakkelijk worden verplaatst naar standen waar het geen enkel doel dient.

Het doel van de uitvinding is het verschaffen van middelen van het bovenbeschreven type die de boven-35 genoemde bezwaren niet vertonen. Zo laten zij bijvoorbeeld enige ruimte voor verplaatsing van de ledematen en geven 8320403 - 2 - zij steun aan het gebied van de lendenen van de patiënt zowel aan de ene als de andere zijde voor het heupbeen van de patiënt, waarbij het bekken onder een haakse hoek ten opzichte van het bed wordt gestabiliseerd.

5 Dit wordt volgens de uitvinding verkregen door dat de middelen een lichaam omvatten dat in hoofdzaak schijfvormig is met twee onderling nagenoeg evenwijdige platte vlakken bestemd om tussen de onderste ledematen van de patiënt te worden geplaatst en voorzien van een 10 gedeeltelijke holte, lopend vanaf één rand van het lichaam naar het midden daarvan toe en welke uniform is en iets groter dan de omtrek van het bekken van de patiënt gezien vanaf de zijde, gedeeltelijke, van het betreffende platte oppervlak afstekende delen, die bij voorkeur in paren 15 zijn aangebracht op tegenover liggende zijden van het lichaam om dit ver genoeg van het bed te houden zodat er ruimte is voor één van de ledematen tussen het bed en het naar het bed toegekeerde platte oppervlak terwijl het andere der ledematen op het tegenover liggende platte 20 oppervlak rust waarbij er een zekere bewegingsruimte is voor de ledematen tussen de uitstekende delen en bij de holte de ondersteuningsvlakken gedeeltelijk zijn aangebracht voor het ondersteunen van het lendendeel van de patiënt aan de ene zijde en het heupbeen van de patiënt 25 aan de andere zijde.

Volgens een speciaal kenmerk van de uitvinding is de afstand tussen de genoemde platte oppervlakken groot genoeg voor de onderste ledematen van de patiënt om gelijktijdig evenwijdig te rusten en in lijn met de 30 ruggegraat bij gebruik van de middelen, één op het bed, de andere op het platte oppervlak dat van het bed is afgericht. De belasting op het heupgewricht zal dus afnemen wat verlichting oplevert voor reeds beschadigde heupgewrichten en de ontwrichting van het heupgewricht zal 35 worden tegengegaan en mogelijk voorkomen.

Volgens een verder speciaal kenmerk van de uitvinding is ten minste één van de uitstekende delen, dienende ter ondersteuning van de heupbeenderen van de patiënt, volledig verplaatsbaar naar de holte toe en 40 daar vanaf en is hij losneembaar van het schijfvormige 8320403 ; - 3 - lichaam, waarbij één der delen kan worden gebruikt terwijl een jonge patiënt groeit en de best mogelijke ligpositie steeds kan worden verkregen door instelling van de genoemde delen.

5 Volgens een geschikt ontwerp steekt het uit stekende deel of steken de uitstekende delen, die de rug van de patiënt ondersteunen, verder uit van het schijfvormige lichaam dan het deel dat de heupbeenderen van de patiënt ondersteunt teneinde het lendendeel van de patiënt te 10 ondersteunen.

Het is geschikt dat de genoemde rugdelen relatief dun zijn in een richting vanaf het oppervlak dat de patiënt ondersteunt en bij voorkeur een dikte bezitten die in hoofdzaak gelijk is aan de hoogte dat het rugdeel 15 of de rugdelen uitsteken boven de respectievelijke platte oppervlakken van de schijf. Door het dun uitvoeren van het rugdeel of de rugdelen wordt het draaien van een liggende patiënt in de middelen vergemakkelijkt.

Volgens verdere speciale kenmerken van de uitvin-20 ding omvatten de middelen steunvlakken voor de voorzijde van de dijen van de patiënt bestemd om het abnormaal optrekken van de knieën te voorkomen, zoals dit zich gewoonlijk voordoet bij gehandecapte kinderen en bijdraagt tot het teweegbrengen van de genoemde bezwaren. Verder zijn 25 het lichaam dat het hoofddeel van de middelen vormt, de delen die van de platte oppervlakken van het lichaam uitsteken en de steunvlakken vervaardigd uit een zacht, veerkrachtig, niet-stijf materiaal zoals schuimkunststoffen, ter voorkoming van letsel door druk op de patiënt. Alter-30 natief bestaat het lichaam uit een stijf raamwerk waarop kussens, bijvoorbeeld van schuimkunststoffen zijn bevestigd.

De uitvinding wordt nu nader toegelicht onder verwijzing naar de ingesloten tekening, waarin fig. 1 een uitvoeringsvorm toont van de middelen volgens de uit-35 vinding in perspectief. Fig. 2 toont de middelen volgens fig. 1 in een bovenaanzicht waarbij de middelen zich op een plat oppervlak bevinden.

De middelen volgens de uitvinding omvatten een lichaam 1, dat in het algemeen schijfvormig is met twee 40 onderling in hoofdzaak evenwijdige platte vlakken 2, 3.

8320403 : - 4 -

Het lichaam is voorzien van een holte 4 welke vanaf de ene rand van het lichaam naar het midden ervan loopt.

De holte 4 is bestemd voor het bekken van de patiënt waardoor zijn onderste ledematen 5, 6 zich ter weerszijden van 5 het lichaam 1 bevinden en de omtrek van de holte komt overeen met die en is iets groter dan de omtrek van het bekken gezien vanaf de zijde. De delen 7-10 steken uit vanaf de platte vlakken 2, 3 van het lichaam 1 en zijn bij voorkeur in paren aangebracht op tegenover liggende 10 zijden van de respectievelijke platte vlakken 2, 3. In de tekening zijn de delen die uitsteken vanaf het platte vlak 2 aangeduid met een a en overeenkomstige delen die uitsteken vanaf het vlak 3 zijn aangeduid met een b.

De delen 7-10 hebben in principe twee doeleinden. Gedeel-15 telijk zijn zij aangebracht om het schijfvormige lichaam ver genoeg van het bed af te brengen om ruimte te maken voor één van de onderste ledematen van de patiënt tussen het bed en het platte vlak 2 en gedeeltelijk vormen de genoemde delen de bewegingsruimte 11 voor de ledematen 20 van de patiënt. De afstand tussen de platte vlakken 2, 3, dat wil zeggen de dikte van het lichaam 1, is zodanig dat de ledematen 5, 6 bij het gebruik van de middelen onderling evenwijdig liggen en in lijn met de ruggegraat van de patiënt. Van de onderste ledematen zal de beneden liggende 25 6 op het bed rusten terwijl de boven liggende 5 op het platte vlak 3 ligt.

Voor het stabiliseren van het bekken van de patiënt op de volgens de uitvinding beoogde wijze, zijn steunvlakken 12, 13 aangebracht bij de holte 4. Het 30 steunvlak 12 is aangebracht voor het ondersteunen van het lendendeel van de patiënt terwijl het steunvlak 13, dat is verdeeld in twee delen 13a resp. 13b, dient voor het ondersteunen van de heupbeenderen van de patiënt. Het steunvlak 12 vormt bijvoorbeeld één geheel met het uit-35 stekende deel 9. Op dezelfde wijze vormen de steunvlakken 13a en 13b één geheel met de uitstekende delen 10a en 10b.

Om het mogelijk te maken de middelen in zekere mate aan te passen op de afmetingen van de patiënt zijn de delen 10a en 10b instelbaar naar de holte toe en daar vanaf. 40 Dit wordt bereikt daar de delen 10a en 10b volledig instel- 8320403 - 5 - baar zijn naar de holte 4 toe en daar vanaf. Om het aanbrengen van de patiënt in de middelen te vergemakkelijken zijn de delen 10a en 10b losneembaar.

Het deel 9, bestemd voor het ondersteunen van de 5 rug van de patiënt, is als één stuk ontworpen en steekt ver naar buiten toe vanaf het schijfvormige lichaam om het lendendeel van de patient te ondersteunen. Zoalé weergegeven in de tekening is het deel 9 relatief dun zodat het keren van de patiënt over het rugdeel gemakkelijk 10 en zonder inspanning kan plaatsvinden. De delen 8 die van beide zijden van de schijf uitsteken, dienen als voetsteun voor de patiënt en zijn verplaatsbaar op de schijf om in een bepaalde stand te worden ingesteld.

Volgens de uitvinding omvatten de middelen steun-15 vlakken 14a, 14b voor de dijen van de patiënt ter voorkoming van het abnormaal optrekken van de knieën. Deze steunvlakken vormen eveneens een integraal geheel met de delen 10a, 10b, en zijn bij voorkeur instelbaar om het optrekken van de knie op geschikte wij ze te 20 beperken overeenkomstig de afmetingen van de patiënt.

Verder zijn bij voorkeur de delen 8a en 8b aangebracht om te voorkomen dat de patiënt zijn of haar knieën te veel buigt.

De middelen zijn vervaardigd uit zacht, veer-25 krachtig, niet stijf materiaal zoals schuimkunststoffen, maar zij kunnen ook bestaan uit een stijf frame met kussens van bijvoorbeeld geschuimde kunststoffen die er aan zijn vastgezet en in beide gevallen zijn bedekt door een beschermend materiaal.

30 De uitvinding is niet beperkt tot de bovenbeschreven uitvoeringsvorm maar er zijn een aantal wijzigingen mogelijk binnen het kader van de gestelde eisen. De delen 10a en 10b kunnen bijvoorbeeld als één stuk zijn uitgevoerd, dat wil zeggen dat het hele voorste deel 35 dat de U-vormige ruimte levert losneembaar is en instelbaar naar de heupbeenderen van de patiënt toe en daar vanaf.

- conclusies - 8320403

Claims (10)

1. Middelen voor het stabiliseren van het bekken van een liggende patiënt in een vooraf bepaalde hoekstand ten opzichte van een nagenoeg vlak bed, met het kenmerk, dat de middelen een lichaam (1) omvatten 5 dat in hoofdzaak schijfvormig is met twee onderling nagenoeg evenwijdige platte vlakken (2,3) bestemd om tussen de onderste ledematen (5,6) van de patiënt te worden geplaatst en voorzien van een gedeeltelijke holte (4), lopend vanaf één rand van het lichaam naar het midden 10 daarvan toe en welke uniform is en iets groter dan de omtrek van het bekken van de patiënt gezien vanaf de zijde, gedeeltelijk van het betreffende platte oppervlak (2.3) afstekende delen (7-10), die bij voorkeur in paren zijn aangebracht op tegenover liggende zijden van het 15 lichaam (1) of die op enige andere wijze van de genoemde platte vlakken (2,3) uitsteken en bestemd zijn om deze ver genoeg van het bed te houden zodat er ruimte is voor één van de ledematen tussen het bed en het naar het bed toegekeerde platte oppervlak (2), terwijl het andere 20 der ledematen op het tegenover liggende platte oppervlak (3) rust, waarbij er een zekere bewegingsruimte (11) is voor de ledematen (5,6) tussen de uitstekende delen (7-10) en bij de holte (4) de ondersteuningsvlakken (12,13) gedeeltelijk zijn aangebracht voor het ondersteunen van 25 het lendendeel van de patiënt aan de ene zijde en het heupbeen van de patiënt aan de andere zijde, waardoor het bekken nagenoeg onder een haakse hoek ten opzichte van het bed wordt gestabiliseerd.

2. Middelen volgens conclusie 1, m e t het 30 kenmerk, dat de afstand tussen de platte vlakken (2.3) groot genoeg is voor de onderste ledematen (5,6) van de patiënt om onderling evenwijdig aan elkaar te rusten en in lijn met de wervelkolom bij gebruikmaking van de middelen, het ene (5) op het bed, en andere (6) 35 op het platte vlak (3) dat van het bed is afgericht. 8320403 - 7 -

3. Middelen volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat ten minste één van de uitstekende delen (10), dienende ter ondersteuning van de heupbeenderen van de patiënt, geheel verplaatsbaar is naar 5 de holte (4) toe en daar vanaf en wegneembaar is van het schijfvormige lichaam (1).

4. Middelen volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat het uitstekende deel of de uitstekende delen (9) die de rug van de patiënt ondersteunen, verder 10 van het schijfvormige lichaam (1) afsteken dan het deel (10) dat de heupbeenderen van de patiënt ondersteunt, voor het ondersteunen van het lendendeel van de patiënt.

5. Middelen volgens conclusie 3of4,met het kenmerk, dat het uitstekende deel of de uitstekende 15 delen (9) dienende ter ondersteuning van de rug van de patiënt relatief dun zijn in een richting vanaf het oppervlak dat de rug ondersteunt en bij voorkeur een dikte bezitten die in hoofdzadk gelijk is aan de hoogte dat het rugdeel of de rugdelen uitsteken boven de 20 respectievelijke platte oppervlakken (2,3) van de schijf (1) .

6. Middelen volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een paar uitstekende delen (7) van de schijf (1) dienen als voetsteunen en 25 op de schijf (1) verplaatsbaar zijn.

7. Middelen volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat deze steunvlakken omvatten voor de voorzijde van de dijen van de patiënt bestemd om het abnormaal optrekken van de knieën te voorkomen.

8. Middelen volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de delen (l0a,10b) dienende ter ondersteuning van de heupbeenderen van de patiënt uit één stuk zijn vervaardigd, dat losneembaar is van het vlakke deel van de middelen in hoofdzaak op 35 een hoogte met de bodem van de holte en verplaatsbaar 8320403 - 8 - is in een richting naar de heupbeenderen van de patiënt toe en daar vanaf.

9. Middelen volgens één der conclusies 1-8, met het kenmerk, dat het lichaam (1) en de delen 5 die van de platte oppervlakken (2,3) van het lichaam uitsteken en de steunvlakken zijn vervaardigd uit een zacht, veerkrachtig, niet-stijf materiaal zoals schuimkunst-stoffen.

10. Middelen volgens één der conclusies 1-8, met 10 het kenmerk, dat het lichaam (1) bestaat uit een stijf raamwerk waarop kussens zijn vastgezet uit een zacht, veerkrachtig, niet-stijf materiaal zoals schuimkunststoffen zodat het stijve raamwerk bij het gebruik van de middelen voor de patiënt zich niet hard 15 voordoet. 8320403