NL8320058A - Werkwijze voor het wegen van melk in melktankwagens, en een melktankwagen voor het uitvoeren van de werkwijze. - Google Patents

Description

Γ; 3 2 Ο Ο [> ίί V0 5139 ; ι

Werkwijze voor het wegen van melk in melktankwagens, en een melktankwagen voor het uitvoeren van de werkwijze.

Wanneer melk van de leveranciers van een melkfabriek wordt verzameld in speciaal uitgeruste tankwagens, wordt de door elke leverancier geleverde hoeveelheid melk gewoonlijk gemeten door middel van een volumetrische vloeistofmeter, waarbij de melk door middel van een 5 pomp aan de tankwagen uit melkbussen of koeltanks bij de leverancier wordt gezogen.

Tijdens het zuigen is het praktisch onmogelijk te voorkomen dat lucht samen met de melk wordt opgezogen, en is het derhalve nodig een luchtscheider op te nemen in het pijpstelsel van de tankwagen 10 voor de vloeistofmeter, omdat lucht, die door de meter gaat, zal worden geregistreerd als melk.

In de praktijk is het onmogelijk gebleken de melk voldoende te ontgassen voor het verkrijgen van een nauwkeurige meting.

Bovendien is er een groot verschil in de mogelijkheid 15 van melk tot het loslaten van lucht, omdat koude melk moeilijker te ontgassen is dan warme melk, en melk met een hoog gehalte aan vetten moeilijker te ontgassen is dan melk met een lager gehalte aan vetten.

Verder is de vermenging van lucht verschillend in de behandeling van de melk in melkmachines.

20 Bij het ‘per gewicht betalen van de melk is het derhalve nodig een omzettingstabel te gebruiken teneinde de gemeten hoeveelheid melk ongeveer om te zetten van liters in kilo's.

De moeilijkheden met betrekking tot het volumetrisch meten van de melk kunnen volledig worden geëlimineerd door het wegen van 25 de melk. Vermenging van lucht met de melk tijdens het zuigen zou dan van geen belang zijn, maar het wegen brengt de moeilijkheid mee, dat het weegvat gewoonlijk moet worden geleegd terwijl de tankwagen stil staat, hetgeen dus een verlenging van de bedrijfstijd betekent bij elke leverancier. Zelfs een kleine vertraging in elke bediening zou aanzienlijk 30 oplopen.

Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een werkwijze voor het vóór verzending wegen van melk, verzameld in tankwagens bij de melkleveranciers van een melkfabriek voor het zodoende op een een- 8320058 2 voudige wijze oplossen van deze moeilijkheid. Het kenmerk van de werkwijze volgens de uitvinding is, dat de melk van een leverancier in een weegtank (5) wordt gepompt, opgesteld op de tankwagen, en wordt gewogen, en dat de melk vervolgens in een verzameltank (3 of 4) wordt ge-5 pompt, aangebracht op de tankwagen. Dit pompen kan plaatsvinden tijdens de reis van de tankwagen naar de volgende leverancier.

De verlenging van de bedrijfstijd, die anders wordt veroorzaakt door het wegen, kan zodoende worden voorkomen, omdat de reis naar de volgende leverancier kan worden begonnen direct na het registreren 10 van de geleverde melk, zoals ook het geval is bij het gebruik van het volumetrisch meten.

De uitvinding heeft verder betrekking op een melktank-wagen voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding, en het kenmerk van de melktankwagen van de uitvinding is, dat behalve een of 15 meer tanks voor het verzamelen van melk, hij een afzonderlijke, bij voorkeur kleinere weegtank heeft, verbonden met een of meer weegcellen. Volgens de uitvinding kan de tankwagen middelen hebben voor het losmaken van de weegtank tijdens het wegen van middelen, die dienen voor het stabiliseren van de tank tijdens de reis.

20 Voor dit doel kan de weegtank volgens de uitvinding door weegmiddelen zijn verbonden met een hefinrichting, zodat de weegtank vrij van zijn steunen kan worden geheven gelijktijdig met het belasten van de weegmiddelen door het gewicht van de weegtank. Deze weegschalen kunnen volgens de uitvinding bestaan uit drie weegcellen, die zijn 25 uitgevoerd als een driepuntsophanging, die een gebalanceerd opheffen verschaft, zelfs indien de tankwagen naar één zijde zou overhellen.

Evenals de gebruikelijke melktankwagens, kan de tankwagen volgens de uitvinding een pomphuis hebben met een pomp voor het uit de opslagvaten van de leverancier zuigen van de melk. Volgens de uit-30 vinding wordt dezelfde pomp bij voorkeur gebruikt voor het zuigen en het vullen van de weegtank, en voor het pompen van de melk uit de weegtank naar de verzameltank of -tanks. De pomp kan volgens de uitvinding omkeerbaar zijn, en spruitstukken, verbonden met een tapeinde van de pomp, verbonden met het zuighuis voor de inlaat van melk, en pijpen, die leiden 35 naar de verzameltank of -tanks, zijn respectievelijk voorzien van terugslagkleppen, zodat alleen door het omkeren van de draairichting van de pomp, melk in de weegtank kan worden gezogen of vanuit de weegtank worden 8320058 3 overgebracht naar de verzameltank.

Teneinde voorzieningen te treffen tegen deels het onnauwkeurig wegen en deels het ongewild belasten van de weegcellen en de weegtank tijdens de reis, kunnen de middelen volgens de uitvinding, 5 die tijdens het wegen de weegtank losmaken van middelen voor het stabiliseren van de tank tijdens de reis en/of de middelen voor het stabiliseren van de weegtank tijdens de reis, werkzaam zijn verbonden met het parkeerremstelsel van de tankwagen.

Bovendien kan het pijpstelsel van de tankwagen, dat dient 10 voor het transporteren van de melk, zijn ingericht voor het pneumatisch legen van de pijpen. Dit verzekert op een eenvoudige wijze, dat alle melk is overgebracht naar de weegtank of vanuit de weegtank naar de verzameltanks voordat de volgende melklevering wordt ontvangen.

Tenslotte kan de tankwagen volgens de uitvinding zijn 15 voorzien van een luchtbelwaterpas, ingericht voor het verschaffen van een stuursignaal bij een ongewilde schuine stand van de tankwagen. Dit verzekert het nauwkeurig wegen.

De uitvinding zal onderstaand verder worden uiteengezet met verwijzing naar de tekening, waarin: 20 Fig. 1 schematisch een uitvoeringsvorm toont, gedeelte lijk in doorsnede, van een melktankwagen volgens de uitvinding, fig. 2 in ruimtelijk aanzicht schematisch de tanks toont van de melktankwagen met bijbehorende pomp en pijpstelsel, fig. 3 een andere uitvoeringsvorm toont van een deel 25 van het in fig. 2 weergegeven pijpstelsel, fig. 4 op grotere schaal een doorsnede toont van een deel van een weegtank, fig. 5 een bovenaanzicht toont van de weegtank volgens fig. 4, 30 fig. 6 een schematische doorsnede is van een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding, fig. 7 een schematisch zij-aanzicht is van een deel van een tankwagen, die de uitvoeringsvorm volgens fig. 6 omvat, fig. 8 een bovenaanzicht is van de uitvoeringsvorm 35 volgens fig. 7, fig. 9 een schematische lengtedoorsnede is van de weeg- 8320058 4 tank van de uitvoeringsvorm volgens de figuren 6 - 8, en fig. 10 een schema toont van een fluïdum-stuurstelsel voor het bedrijf van de uitvoeringsvorm volgens de figuren 6-9.

In de tekening toont fig. 1 een vrachtwagenonderstel 1, 5 waarop een tankeenheid 2 is gemonteerd. In de weergegeven uitvoeringsvorm, bestaat de tankeenheid 2 uit twee verzameltanks 3 en 4, een weegtank 5 en een pomphuis 6. De weegtank wordt gedragen op steunen 7, bevestigd aan de zijden van de tankeenheid 2. De bovenkant van de weegtank 5 is verbonden met een weegcel 8, die weer is verbonden met een hefinrichting 10 9, gemonteerd aan het bovenoppervlak van de tankeenheid 2.

De weegtank 5 heeft een bodemuitlaat 10, die door een buigzame pijp, bijvoorbeeld een slang 11, is verbonden met een niet-weer-gegeven pijpstelsel in het pomphuis 6.

Het pijpstelsel met de pomp in het pomphuis 6 is schema-15 tisch weergegeven in fig. 2 samen met de verzameltanks 3 en 4 alsmede de weegtank 5, waarbij het vrachtwagenonderstel 1 en het huis van de tankeenheid 2 zijn weggelaten.

Een buigzame pijp 11 verbindt de bodemuitlaat 10 van de weegtank 5 met een omkeerbare pomp 12 door middel van een pijp 13. De 20 pomp 12 is ook verbonden met een pijp 14, die door pijpen 19 en 20 is verbonden met de verzameltanks 3 en 4. De pijp 14 heeft een vertakking 15, verbonden met een slang 16, die aan het einde een zuigpijp 17 heeft. Tussen de vertakking 15 en de pijpen 19 en 20 is een terugslagklep 18 geplaatst in de vertakking 15. De pijpen 19 en 20 hebben afsluiters 22, 25 samenhangende met een afvoerpijp 23, eveneens voorzien van een afsluiter 22. De pomp 12 wordt gedreven door een niet weergegeven motor, die hydraulisch of electrisch kan zijn. De pomp kan door een overbrenging zijn verbonden met de motor van de vrachtwagen.

Wanneer melk wordt verzameld van een leverancier, 30 wordt de zuigpijp 17 in de melkbus van de leverancier gedompeld, en wordt de pomp 12 aangezet met een zodanige draairichting, dat de melk wordt gepompt in de richting van de pijl 24. De melk wordt zodoende door de slang 16 en de pijpen 15, 14, 13 en 11 in de weegtank 5 gepompt, waarbij de terugslagklep 21 voorkomt, dat melk uit de tanks 3 en 4 ook in de weeg-35 tank 5 wordt gezogen. De melk in · de weegtank 5 wordt gewogen tijdens het opheffen door de hefinrichting 9 om zodoende vrij te zijn van de 8320058 5 steunen 7 (fig. 1), en impulsen van de weegcel 8 worden geregistreerd op een niet weergegeven bord in het pomphuis. Na het wegen wordt de weegtank 5 weer neergelaten om zodoende weer te rusten op de steunen 7, en wordt de pomp 12 aangezet met een omgekeerde draairichting, en wordt 5 de melk, zoals aangeduid door de pijl 25, door de pijpen 11, 13, 14 en 19 of 20 uit de weegtank 5 in een van de tanks 3 of 4 gepompt. Een terugslagklep 18 voorkomt het in de slang 16 stromen van de melk.

De terugslagklep 21 kan van de soort zijn, die blijvend kan zijn gegrendeld door een grendelinrichting, of een afsluiter kan 10 zijn aangebracht tussen de vertakking 15 en de pijpen 19 en 20 voor het zodoende blokkeren van de verbinding met de pomp 12 en de vertakking 15 wanneer de tanks 3 en 4 moeten worden geleegd door de afvoerpijp 23 in de melkfabriek. Het legen van de tanks 3 en 4 kan tot stand worden gebracht door middel van een pomp in het pomphuis of door verbinding met 15 en vaste pomp in de melkfabriek.

De weegtank 5 kan worden gebruikt als een aanvullende verzameltank wanneer de tanks 3 en 4 vol zijn, omdat de door de laatste leverancier geleverde melk door eenvoudige berekening kan worden vastgesteld zelfs indien er melk aanwezig is in de weegtank wanneer meer melk 20 wordt opgepompt, waardoor de anders aanzienlijke ruimteverspilling, veroorzaakt indien de weegtank 5 volgens de uitvinding leeg is, wordt benut.

Wanneer een deel van het in fig. 2 weergegeven pijp-stelsel is veranderd, zoals weergegeven in fig. 3, kan de omkeerbare pomp 12 worden vervangen door een pomp 40, waarbij de stroming door de 25 pomp blijft zoals weergegeven door de pijl 25. De zuigzijde van de pomp 40 is verbonden met een tweewegklep of driewegafsluiter 26 teneinde zodoende de verbinding van de pomp met de slang 16 of de pijp 13 mogelijk te maken.

De drukzijde van de pomp 40 is verbonden met een twee-30 wegklep of driewegafsluiter 27, zodat de pomp 40 kan worden verbonden met de pijp 13 en dus met de weegtank 5 door een pijp 28 of met de pijp 14 en verder met de verzameltanks 3 en 4, zoals weergegeven in fig. 2, waarbij de terugslagklep 21 echter is weggelaten.

Tijdens het vullen van de weegtank 5, wordt melk in de 35 pomp 40 gezogen door de zuigpijp 17 en de slang 16, waarbij de tweewegklep 26 is ingesteld voor het verschaffen van een verbinding van a naar b, 8320058 6 en een blokkering naar c. Aan de drukzijde van pomp 40 wordt een verbinding verschaft door de tweewegklep 27 van a naar b, en een blokkering naar c, zodat de melk door de pijpen 28, 13 en 11 in de weegtank 5 wordt gepompt.

5 Wanneer de melk uit de weegtank 5 naar de verzameltanks 3 en 4 wordt gepompt, is de tweewegklep 26 ingesteld voor verbinding tussen b en c, en verschaft de tweewegklep 27 verbinding tussen a en c. De melk wordt dan uit de weegtank 5 door de pijpen 11, 13, 14, 19 en/of 20 naar de verzameltanks 3 en/of 4 gepompt.

10 In het in fig. 3 weergegeven pijpstelsel, kan de pomp 40 worden gebruikt voor het legen van de verzameltanks 3 en 4 door het verschaffen van een vertakking met een klem 29 tussen de drukzijde van de pomp 40 en de tweewegklep 27, alsmede een afsluiter 30 in de pijp 13 tussen de pijp 28 en de pijp 11, waarbij de tweewegklep 27 in dat geval 15 is ingesteld voor verbinding van c naar b, en de tweewegklep 26 voor verbinding van c naar b, terwijl de klep 29 is geopend.

De figuren 4 en 5 tonen gedetailleerd de weegtank 5, die steunen en de hefinrichting 9 omvat. Steunstroken 39 zijn bevestigd aan de wand van de weegtank 5, welke stroken raakoppervlakken 37 aan-20 grijpen van de steunen 7 wanneer de weegcel 8 is losgemaakt. De weegtank heeft aan de bovenkant een mangatdeksel 32, vastgeklemd door niet weergegeven middelen aan een schouder 31, die is vastgelast aan de wand van de weegtank 5. Het deksel 32 is scharnierbaar aan de weegcel 8, waarvan de bovenkant scharnidrbaar is aan het bewwegbare deel van de hefinrich-25 ting 9. De hefinrichting 9 heeft eenvoet 36, bevestigd aan een deksel 34, bevestigd aan een ring 33, die weer is bevestigd aan het bovenoppervlak van de tankeenheid 2. De voet 36 heeft gaten, waardoor het tapeinde verwijderbaar is van het scharnier tussen de hefinrichting 9 en de weegcel 8 voor het zodoende demonteren van het deksel 34 en het verschaffen van 30 toegang tot de weegtank 5.

Wanneer de weegtank 5 samen met zijn inhoud moet worden gewogen, wordt hij opgeheven door middel van de hefinrichting 9, zoals aangeduid door een streeplijn, om zodoende vrij te zijn van de steunen 7. Na het wegen wordt de weegtank 5 teruggebracht naar zijn plaats door 35 lei-oppervlakken 38 van de steunen 7, aangezien het mogelijk is, dat de tankwagen tijdens het wegen overhelt. Zoals weergegeven in fig. 5, zijn 8320058 * 7 de lei-oppervlakken 38 aan de einden van de steunstroken 39 bevestigd, zodat de weegtank 5 in twee richtingen op zijn plaats wordt geleid.

In de weergegeven uitvoeringsvorm, is de hefinrichting 9 een hydraulische cilinder, en is de weegcel 8 een hydraulische of elec-5 tronische weegcel, met weinig of geen beweging van de aanwijsmiddelen tijdens het wegen. De impulsen van de weegcel 8 worden door niet weergegeven leidingen of pijpen overgebracht naar een niet weergegeven wijzer-instrument in het pomphuis.

De uitvinding is niet beperkt tot de weergegeven uit-10 voeringsvorm. In plaats van het stelsel volgens fig. 4, waarbij de weegtank 5 tijdens het wegen is opgehangen in een enkele weegcel 8, kan de weegtank bijvoorbeeld rusten op een draaggestel, dat wordt gedragen door drie weegcellen, waarvan de impulsen worden opgeteld, zodat het totale gewicht wordt aangegeven op het wijzerinstrument in het pomphuis.

15 In een dergelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding, kan de hefinrichting 9 overbodig zijn, aangezien zij kan worden vervangen door beweegbare middelen van een andere soort voor het tijdens de reis vastzetten van de weegtank.

Bij de weergegeven uitvoeringsvorm heeft de tankeen-20 heid twee verzameltanks 3 en 4, zodat de tankwagen kan worden gebruikt voor het gelijktijdig transport van retourprodukten, zoals bijvoorbeeld taptemelk, en het verzamelen van verse melk, omdat het pomphuis 6 behalve hetgeen is weergegeven in fig. 2 en/of fig. 3, een pomp en doseeruitrusting bevat voor afvoer van het retourprodukt. De tankwagen volgens de 25 uitvinding kan dus een enkele verzameltaak hebben indien alleen gebruikt voor het verzamelen, of meer dan twee tanks indien een aantal retourprodukten wordt vervoerd.

De figuren 6-9 tonen een uitvoeringsvorm van de weeg-middelen, bestaande uit drie weegcellen 40, die, zoals weergegeven in 30 fig. 8, als een driepuntsophanging zijn uitgevoerd. Door middel van een stangenstelsel 41 zijn de cellen 40 verbonden met twee pneumatische membraancilinders 42, door middel waarvan de weegtank 5 kan worden opgeheven vanuit een draaipuntstand naar een weegstand, en omgekeerd, zodat de tank in de weegstand is opgehangen in de weegcellen 40. De uitvoering 35 is zodanig, dat het wegen van de inhoud van de tank 5 zelfs mogelijk is indien het onderstel van de vrachtwagen met 10° zou hellen ten opzich- 8320058

A

8 te van de horizontaal.

Voor het stabiliseren tijdens de reis wordt de tank 5 in de neergelaten stand vastgehouden door grendelmiddelen 43, aangebracht aan de zijden van de tank.

5 Tijdens het voorbereiden voor het vóór verzending wegen van melk, worden de grendelmiddelen 7 losgemaakt, worden de pneumatische membraancilinders 42 voorzien van perslucht, en wordt de tank 5 door middel van het stangenstelsel 41 en de weegcellen 40 opgeheven.

De melk wordt dan door een slang 44, verbonden met een 10 pijp 45, uitmondende bij de bodem van de weegtank 5, gepompt. De tank wordt ontlucht door een pijp 46.

Na het voltooien van het wegen wordt de melk door de pijp 45 en de slang 44 uit de weegtank 5 gezogen en overgebracht naar de verzameltanks 3 en 4. Voor de volgende reis van de tankwagen, worden de 15 membraancilinders 42 ontlucht, waardoor de tank 5 wordt neergelaten. Tijdens het neerlaten wordt de tank op zijn plaats geleid door middel van stuurpoten 47, die zich bevinden aan de bodem van de tank, welke poten aangrenzende uitsparingen 48 in de bodem van de tankwagen aangrijpen.

De grendelmiddelen 43 grijpen lijsten 49 aan, die zich bevinden aan de 20 zijden van de tank 5 voor het zodoende tijdens de reis vasthouden van de tank 5.

Bij de weergegeven uitvoeringsvorm worden de grendelmiddelen 43 pneumatisch gestuurd door middel van pneumatische cilinders 50. Deze cilinders zijn samen met de membraancilinders 42 verbonden 25 met een persluchtstelsel, dat is gekoppeld aan het parkeerremstelsel van de tankwagen. Het koppelschema is weergegeven in figuur 9.

Het bedrijf van het stelsel is gegrond op luchtdruk, die heerst in het remstelsel wanneer de parkeerrem tijdens de reis is losgelaten, terwijl het stelsel bij stilstand onder vacuum wordt ge-30 plaatst wanneer de parkeerrem wordt bediend.

Het stelsel is door middel van een pijp 51 verbonden met het pneumatische stelsel van de parkeerrem, die niet is weergegeven.

Een persluchttank 52 is door een pijp 53 verbonden met een door een magneet gestuurde klep 54, die wordt geopend wanneer een 35 identificatiekaart van de leverancier wordt gestoken in een niet weergegeven electronisch stuurstelsel. De perslucht wordt dan geleverd aan 8320058 * 9 de cilinders 50 van de grendelmiddelen voor het zodoende losmaken van de grendelmiddelen 43.

Hoewel niet gedetailleerd weergegeven is de uitvoering verder zodanig, dat kleppen in werking worden gesteld voor het openen 5 wanneer de grendelmiddelen 43 aan weerszijden van de tank zijn losgemaakt. Perslucht uit de tank 52 zal dan worden geleverd aan de pneumatische membraancilinders 42, waardoor de weegtank 5 wordt opgeheven voor het in werking stellen van het wegen.

Na het voltooien van het wegen, wordt, wanneer de par-10 keerrem is losgelaten, perslucht geleverd uit de parkeerrem door de pijp 51 voor het overschakelen van een klep 57 en zodoende verbreken van de verbinding tussen de pneumatische tank 52 en de pijp 53. De membraancilinders 42 en de cilinders 50 van de grendelmiddelen worden dan ontlucht door een terugslagklep 58.

15 Dientengevolge wordt de weegtank 5 weer neergelaten op zijn plaats. In zijn onderste stand stelt de weegtank een klep 59 in werking om het zodoende mogelijk te maken dat perslucht wordt geleverd aan de cilinders 50 van de grendelmiddelen vanaf het tegenoverliggende einde, zodat de grendelmiddelen worden vastgezet.

20 Het geldt voor alle uitvoeringsvormen dat de tank wagen kan zijn voorzien van een luchtbelwaterpas, ingericht voor het verschaffen van een waarschuwingssignaal bij een ongewild schuine stand van de tankwagen. Het signaal kan worden gebruikt voor het blokkeren van het bedrijf van het weegstelsel. De pijpen, die dienen voor het 25 transporteren van melk, kunnen verder zijn uitgevoerd voor het pneumatisch legen voor het zodoende verschaffen van een doeltreffend legen van het stelsel voordat een ander transport wordt begonnen.

De uitvinding is uiteengezet onder de aanname, dat de weegtank 5 tijdens het wegen vrij wordt geheven van een vaste steun.

30 De handelingen kunnen even goed worden toegepast indien de weegtank vast is, en de steun kan worden neergelaten wanneer een weging moet worden uitgevoerd.

8320058

Claims (11)

1. Werkwijze voor het vóór verzending wegen van melk in melktankwagens, gebruikt voor het verzamelen van melk van de leveranciers van een melkfabriek, met het kenmerk, dat de melk van een leverancier wordt gepompt in een weegtank (5), opgesteld op de tankwagen, en wordt 5 gewogen, en dat de melk tijdens de reis van de tankwagen naar de volgende leverancier, vervolgens in een verzameltank (3, 4) wordt gepompt, opgesteld op de tankwagen.

2. Melktankwagen voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de melkvrachtwagen naast een of 10 meer tanks (3, 4) voor het verzamelen van melk, een afzonderlijke, bij voorkeur kleinere weegtank (5) heeft, verbonden met een of meer weegcel-len (8).

3. Melktankwagen volgens conclusie 2, gekenmerkt door middelen voor het tijdens het wegen losmaken van de weegtank (5) van middelen 15 voor het tijdens de reis stabiliseren van de tank.

4. Melktankwagen volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de weegtank (5) door weegmiddelen (8) is verbonden met een hefinrichting (9).

5. Melktankwagen volgens conclusie 4, met het kenmerk, 20 dat de weegmiddelen (8) bestaan uit drie weegcellen, die zijn opgesteld als een driepuntsophanging.

6. Melktankwagen volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de weegtank (5) is verbonden met een pomp (12 of 40), ingericht voor het pompen van melk in de weegtank (5), alsmede voor het legen van de 25 tank in de verzameltank (3, 4).

7. Melktankwagen volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de pomp (12) omkeerbaar is.

8. Melktankwagen volgens een der conclusies 3-7, met het kenmerk, dat de middelen voor het tijdens het wegen losmaken van de weeg- 30 tank van middelen voor het tijdens de reis stabiliseren van de tank, werkzaam zijn verbonden met het parkeerremstelsel van de tankwagen.

9. Melktankwagen volgens een der conclusies 3-8, met het kenmerk, dat de middelen voor het tijdens de reis stabiliseren van de weegtank, werkzaam zijn verbonden met het parkeerremstelsel van de tank- 8320058 Λ ’ 11 wagen.

10. Melktankwagen volgens een der conclusies 2-9, met het kenmerk, dat het pijpstelsel van de tankwagen, dat dient voor het transporteren van melk, is ingericht voor het pneumatisch legen van de 5 pijpen.

11. Melktankwagen volgens een der conclusies 2 - 10, met het kenmerk, dat de tankwagen is voorzien van een luchtbelwaterpas, ingericht voor het opwekken van een stuursignaal door een ongewilde schuine stand van de tankwagen. 8320058