NL8304005A - Inrichting voor het bewaren van landbouwgewassen. - Google Patents

Inrichting voor het bewaren van landbouwgewassen. Download PDF

Info

Publication number
NL8304005A
NL8304005A NL8304005A NL8304005A NL8304005A NL 8304005 A NL8304005 A NL 8304005A NL 8304005 A NL8304005 A NL 8304005A NL 8304005 A NL8304005 A NL 8304005A NL 8304005 A NL8304005 A NL 8304005A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
bale
pallet
palette
suction
closing member
Prior art date
Application number
NL8304005A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Texas Industries Inc
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Texas Industries Inc filed Critical Texas Industries Inc
Priority to NL8304005A priority Critical patent/NL8304005A/nl
Priority to GB08428916A priority patent/GB2150003B/en
Priority to DE19843442027 priority patent/DE3442027A1/de
Publication of NL8304005A publication Critical patent/NL8304005A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F25/00Storing agricultural or horticultural produce; Hanging-up harvested fruit
    • A01F25/16Arrangements in forage silos
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F25/00Storing agricultural or horticultural produce; Hanging-up harvested fruit
    • A01F25/14Containers specially adapted for storing
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F25/00Storing agricultural or horticultural produce; Hanging-up harvested fruit
    • A01F25/14Containers specially adapted for storing
    • A01F2025/147Containers specially adapted for storing the containers are specially adapted for storing or drying the products in vacuum

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Storage Of Harvested Produce (AREA)

Description

*
Texas Industries Ine., Willemstad, Curasao.
"Inrichting voor het bewaren van landbouwgewassen"
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het bewaren van landbouwgewassen, zoals gras of hooi, die op het veld tot balen zijn samengeperst.
Het is een doel van de uitvinding om op eenvoudige 5 wijze een inrichting voor het bewaren van samengeperste gewasbalen te verschaffen waarbij de baalvorm van de gewassen behouden blijft tijdens een silage proces van de gewassen, waarna de baal in ongewijzigde vorm direct kan worden gehanteerd voor het voederen van vee.
10 Volgens de uitvinding omvat de inrichting twee verschillende soorten materiaal waarbij het ene materiaal aan de onderzijde van de baal aanbrengbaar is en het andere materiaal aan de bovenzijde van de baal aanbrengbaar is.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de 15 hand van de volgende figuren.
Figuur 1 is een perspectivische afbeelding van een inrichting die een baal gewas omsluit.
Figuur 2 is een perspectivische afbeelcing van een taesde uitvoeringsvorm van een een baal omsluitende inrichting.
20 Figuur 3 is een perspectivische afbeelding van een derde uitvoeringsvoorbeeld van een een baal omsluitende inrichting.
Figuur 4 is een doorsnede volgens de lijnen IV - IV in fig. 3.
25 Figuur 5 is een doorsnede volgens de lijnen V - V
in fig. 3.
Figuur 6 is een doorsnede volgens de lijnen VI - VI volgens de fig. 1 en 2.
Figuur 7 is een perspectivische afbeelding van 30 een andere inrichting die een baal gewas omsluit.
Figuur 8 is een doorsnede volgens de lijnen VIII - VIII in fig. 7.
De inrichting voor het bewaren van landbouwgewassen 35 die in fig. 1 is getoond, heeft betrekking op het bewaren van op het veld tot balen samengeperst gewas, waarbij de 8304005 ' * _ > - 2 - balen een althans in hoofdzaak cylindrische vorm hebben.
Bij de- uitvoeringsvorm volgens fig. 1 is de cylindrische baal gewas zodanig in de inrichting geplaatst dat de hartlijn van de baal 1 ongeveer verticaal is opgesteld. Het ongeveer.
5 cirkelvormige ondervlak van de baal 1 rust in een ondersteuning 2 van vast materiaal, welke ondersteuning bestemd is voor het ondersteunen van gewasbalen; aan de ondersteuning wordt tevens de eis gesteld dat deze het mogelijk maakt om de zich in de inrichting bevindende baal gemakkelijk op te 10 tillen resp. te verplaatsen. Een dergelijke ondersteuning wordt in het vervolg een palet genoemd.
Het schotelvormige palet 2 volgens fig. 1 bezit in bovenaanzicht een cirkelvormige omtrek met, althans in dit uitvoeringsvoorbeeld, een diameter van ongeveer 180 cm.
15 Een radiale doorsnede van het palet 2 bezit volgens fig.
6 een vlakke, cirkelvormige bodem 3, waaraan een opwaarts en enigszins schuin buitenwaarts gerichte rand 4 aansluit, die vervolgens overgaat in een horizontaal deel 5. Het horizontale deel 5 gaat aan zijn buitenrand over in een opwaarts 20 gerichte rand 6, die enigszins schuin binnenwaarts is gericht en op zijn beurt overgaat in een horizontaal deel 7, waarvan de breedte kleiner is dan die van het horizontale deel 5.
Het horizontale deel 7 gaat tenslotte over in een opwaarts en schuin buitenwaarts gerichte, van een buitenwaarts omge-25 slagen verstijvende felsrand voorziene rand 8, waarvan het bovenste vrije einde deel uitmaakt van een cirkelvormig bovenvlak van het palet 2, dat ongeveer evenwijdig gericht is aan de horizontaal opgestelde delen 5 en 7 en tevens aan de horizontale bodem 3. De genoemde delen 4-8 zijn con-30 centrisch gelegen rondom een symmetrieas 9 (fig. 1) van het palet 2 en die der baal 1.
Het palet 2 is vervaardigd uit geperst metaalplaat of vervaardigd uit een relatief vaste, harde kunststofsoort die een wapening kan bevatten.
35 De door het palet 2 ondersteunde baal 1 rust met zijn ondervlak op het concentrisch om de symmetrieas 9 gelegen horizontale deel 7 en/of op het eveneens concentrisch, om de symmetrieas 9 gelegen horizontale deel 5, maar kan ook geheel of gedeeltelijk op de bodem 3 afsteunen, waarbij 8304005 - 3 - de buitenrand van de cylindrische baal ten gevolge van zijn eigen gewicht en de vorm van de delen 4-8 aan zijn onderzijde kan worden ingesnoerd. In fig. 6 is de rand van het boven het palet 2 uitstekende deel van de baal volgens fig. 1 aan-5 geduid door middel van een stippellijn die van het verwij-zingscijfer 10 is voorzien.
Het boven het palet 2 uitstekende deel van de baal I is geheel omgeven door een kunststoffolie die met betrekking tot het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 1 en fig.
10 6 met het verwijzingscijfer 11 is aangegeven. Duidelijkheids halve is in fig. 6 een kleine afstand getekend tussen de buitenomtrek 10 van de baal en de kunstoffolie 11, maar in werkelijkheid ligt, zoals nader zal blijken, de kunstoffolie tegen de buitenomtrek 10 van de baal aan. De kunstoffolie 15 11 kan van tevoren zodanig zijn gevormd, dat hij ongeveer een vorm heeft die overeenkomt met de buitenbegrenzing van de baal 1, zodat de folie 11 van boven af over de baal kan worden heen getrokken. De verticale afmeting van de folie II is zodanig dat indien de folie het boven het palet 2 uitste-20 kende deel van de baal 1 nauw omsluit, de onderrand 12 ervan tot op een hoogte boven de grond hangt, die kleiner is dan de hoogte van het horizontale deel 5 boven de grond (fig.
6). Het onderste gedeelte van de om de baal 1 getrokken folie bevindt zich tijdens bewaring van de baal 1 tegen het 25 buitenvlak van de rand 8, het ondervlak van het horizontale deel 7 en het buitenvlak van de rand 6. Dit wordt bewerkstelligd met behulp van een tot het palet behorend afsluit-orgaan of bindmiddel dat ringvormig is en zich ter plaatse van de hoek tussen het bovenste gedeelte van de rand 6 en 30 het binnenste deel van het horizontale deel 7 bevindt. Dit bindmiddel is in fig. 6 aangeduid met het verwijzingscijfer 13 en kan gevormd worden door een sterke rubberen ring of touw dat op de hierboven vermelde plaats om het palet 2 wordt gekneld of gesnoerd. In het geval van een rubberen ring 35 13 wordt het palet 2 binnen de op de grond liggende ring 13 geplaatst. Na het plaatsen van de baal op of in het palet 2 en het aanbrengen van de kunststoffolie 11 wordt de ring 13 over een deel van de omtrek van de hoek tussen de rand 6 en het horizontale deel 7 gelegd en door uitrekken van 8304005 « ' - 4 - de ring over het overige deel van het palet in de hoek gebracht. De ring 13 ligt dan onder spanning in de hoek tussen de rand 6 en het horizontale deel 7 tegen de buitenzijde van de folie 11 ter plaatse. De ring 13 sluit daarbij de 5 folie 11 luchtdicht of vrijwel luchtdicht aan tegen de omtrek van het palet 2. Doordat de rand 6 gerekend in opwaartse richting schuin binnenwsarts is gericht, heeft de onder spanning staande ring 13 niet de neiging om in neerwaartse richting te bewegen.
10 De rondlopende ruimte onder het horizontale deel 5 en buiten de opstaande rand 4 (fig. 6) is bestemd voor het insteken van de vorken van een heftruck aan weerszijden van het onderste deel of bodem 3, 4 van het palet 2. Tengevolge van de ronde, kegelvormige uitvoering van het onder-15 ste gedeelte 3, 4 kunnen de vorken van de heftruck in alle richtingen onder het horizontale gedeelte 5 worden gestoken. Hierdoor is het mogelijk om de gehele inrichting, inclusief de luchtdicht omsloten baal, op te tillen en naar een gewenste plaats te rijden, waarna de vorken van de heftruck 20 weer onder het horizontale deel 5 worden weggereden.
Opgemerkt wordt dat in plaats van een rubberen ring 13 ook een touw of snoer op dezelfde plaats kan worden aangetrokken, zodat de folie 11 luchtdicht afsluit tegen het palet 2.
25 Ter toelichting diene dat de diameters van gewas balen ongeveer 150 - 180 cm. bedraagt, terwijl de baallengte ongeveer 120 - 150 cm. is, maar de inrichting kan ook zijn # aangepast aan andere, resp. grotere baalafmetingen.
In tegenstelling tot de uitvoeringsvorm volgens 30 fig. 1 is bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 2, de symmetrie-as van de cylindervormige, in het palet liggende baal ongeveer horizontaal opgesteld. Het palet is in fig. 2 met het verwijzingscijfer 14 aangeduid. In dit uitvoeringsvoorbeeld rust een deel van de ronde omtrek van de.baal, althans ten 35 dele op een horizontaal steunvlak 15 dat, gezien in bovenaanzicht en in tegenstelling met het eerste uitvoeringsvoorbeeld, een rechthoekige of vierkante omtrek bezit. Het steunvlak 15 omsluit een ronde verdieping 16 die één geheel vormt het het steunvlak 15 en de vorm heeft van een afgeknotte 8 3 Q 4 Ö 0 5 - 5 - / kegel (waarvan de top op afstand onder het palet 14 ligt).
De afmetingen van de buitenomtrek van het steunvlak 15 is uiteraard aangepast aan de afmetingen van de af te steunen baal. Een doorsnede door de rand van het palet 14 kan even-5 eens aan fig. 6 worden ontleend. In dit geval wordt het steunvlak 15 door hetzelfde horizontale deel in fig. 6 aangegeven dat met het verwijzingscijfer 5 is aangegeven, maar dat - zoals vermeld - een rechthoekige begrenzing bezit die in fig. 6 eveneens door de rand 6, het horizontale deel 7 10 en de vrij opwaarts uitstekende rand 8 wordt gevormd. De verdieping 16 wordt door de op de grond rustende bodem 3 en de daaraan aansluitende rand 4 gevormd die evenals in fig. 1 de vorm van een afgeknotte kegel bezit. De delen 6, 7 en 8, die in dit uitvoeringsvoorbeeld een in bovenaanzicht 15 rechthoekige buitenbegrenzing vormen, bezitten weer dezelfde functie als in het eerste uitvoeringsvoorbeeld, nl. het omsluiten van de onderste, in dit geval gekromde buitenomtrek van de baal 1 en tevens de mogelijkheid om een om het bovenste deel van de baal aangebrachte folie tegen de buitenrand 20 van het palet 2 te vouwen en daarop vrijwel luchtdicht af te sluiten door middel van het bindmiddel 13. De folie die het boven het palet 2 uitstekende deel van de baal geheel omsluit is met betrekking tot het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 2 in fig. 6 met het verwijzingscijfer 17 aangegeven. 25 Ook in dit uitvoeringsvoorbeeld kunnen de vorken van een heftruck in alle richtingen onder het steunvlak 15 en aan weerszijden van de verdieping 16 worden gestoken voor verplaatsing van de een baal omsluitende inrichting of een afzonderlijk palet, resp. een stapel paletten.
30 In het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 3 is een palet 18 weergegeven, dat dient ter ondersteuning van een cylindrische gewasbaai 1, waarbij de symmetrieas van de baal ongeveer horizontaal is opgesteld. De baal rust daarbij op twee op afstand van elkaar opgestelde steunvlakken 19, waar-35 van er één in de doorsnede volgens fig. 4 is weergegeven.
De bovenste omranding van het palet 18 is in bovenaanzicht rechthoekig of vierkant en aangepast aan de afmetingen van de op te nemen baal. De steunvlakken 19 strekken zich langs twee tegenover elkaar liggende randen van het palet uit en 8304005 * - 6 - zijn zelf rechthoekig van vorm. Tussen de steunvlakken 19 is een verdieping 20 aangewezig, die eveneens in fig. 4 zichtbaar is. De verdieping zelf is in bovenaanzicht rechthoekig of vierkant van vorm. De verdieping 20 omvat weer een bodem 5 21, die op de grond rust, welke bodem langs twee evenwijdige zijden ervan overgaat in een opwaarts en schuin buitenwaarts gerichte rand 22 met een hoogte van ongeveer 7 cm (evenals de rand 4). Elk der beide onderling evenwijdige randen 22 gaan over in het naastliggende ongeveer horizontaal opgestelde 10 steunvlak 19. Het steunvlak 19 gaat aan zijn buitenrand over in een opstaande rand 23 die aan zijn vrij opwaarts uitstekende boveneinde in buitenwaarse richting is omgefelsd (fels-rand 24) ter verstijving van het bovendeel van het palet 18 en ter voorkoming van ongewenst afschuiven van het nog 15 te noemen afsluitorgaan 29. De rand 23 is vanaf de buitenomtrek van het naastliggende steunvlak 19 opwaarts en schuin binnenwaarts gericht. De beide einden van de verdieping 20, die niet aansluiten op de steunvlakken 19, gaan rechtstreeks over in een aan de omtrek van het palet 18 gelegen opstaande 20 rand 25, die schuin buitenwaarts is gericht. Op afstand boven de bodem 21 gaat de rand 25 over in een binnenwaarts gerichte, gootvormige insnoering 26, die,weer overgaat in een vrij naar boven uitstekende rand 27, die van een verstijvende felsrand 28 is voorzien.
25 Vorken van een heftruck kunnen in één richting onder de steunvlakken 19 van het palet volgens fig. 3 worden gestoken.
De hoogte van de opstaande rand 23 resp. 6-8 bedraagt ongeveer 20 cm.
30 De folie 11, die om het boven het palet uitstekende deel van de op het palet rustende baal is aangebracht, hangt (fig. 4 en 5) met zijn onderste gedeelte rondom de rand 25 (fig. 5) en de rand 23 ( fig. 4) van het palet 18. Ook in dit uitvoeringsvoorbeeld is een afsluitorgaan of bindmiddel 35 29 aangebracht dat het onderste deel van de folie 11 tegen de rand 25 resp. 23 knelt, zodanig dat een luchtdichte of vrijwel luchtdichte afsluiting tussen folie en palet ontstaat. Het bindmiddel 29 kan worden gevormd door een rubberen ring, die in neerwaartse richting om de in neerwaartse richting 8304005 ί - 7 - divergerende randen 23 resp. in de insnoering 26 wordt gelegd en daardoor met spanning om het tegen het palet gevouwen folie ligt ter verkrijging van een luchtdichte afsluiting.
Ook kan voor het bindmiddel 29 weer een touw of snoer worden gebruikt.
De gedachte om het afsluitorgaan 13, 29 door divergerende of gootvormige wanddelen te fixeren, is niet door de uitvoeringsvoorbeelden beperkt maar kan naar wens bij alle resp. andere paletvormen worden toegepast.
Ook in de uitvoeringsvoorbeelden volgens de fig.
2 en 3' bestaat het palet uit een door dieptrekken geforceerde metalen plaat of een eventueel van wapening voorziene vast kunststof.
In alle uitvoeringsvoorbeelden (fig. 1, 2 en 3) 15 is de inrichting voorzien van middelen door middel waarvan lucht uit de ruimte binnen de folie en het palet (dus ook uit de baal) kan worden gezogen. Deze middelen zijn met het verwijzingscijfer 30 aangegeven.
. Onder verwijzing naar fig. 4 omvatten de afzuig-20 middelen 30 een buiten het palet uitstekende nippel 31, waarop een flexibele zuigslang 32 kan worden geschoven. De buisvormige nippel 31 draagt aan één einde een zuigkop 33, die is voorzien van een zuigopening 34, waarvan de hartlijn in het verlengde van de hartlijn van de nippel 31 ligt. De zuig-25 kop 33 bezit een buitenomtrek die coaxiaal om de hartlijn van de cylindrische nippel 31 ligt, en waarvan de diameter groter is dan die van de nippel 31. De naar de nippel 31 gekeerde rand van de cylindrische buitenomtrek van de zuigkop 33 is vast, bijvoorbeeld door middel van lassen, en lucht-30 dicht bevestigd op een in een opstaande buitenrand van het palet aangebrachte opening. De laatstgenoemde rand is in het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 4 de rand 23, maar de zuig-middelen kunnen ook aangebracht zijn in de rand 25 volgens fig. 5 of in de rand 4 volgens fig. 6.
35 De zuigopening 34 van de zuigkop 33 die zich der halve binnen de omranding van het palet bevindt, is in een rusttoestand afgesloten door een veerbelaste kogel 35. Op de zuigkop 33 sluit een in bovenaanzicht U-vormige zuigbuis 36 aan, die zodanig is opgesteld dat, gezien in bovenaanzicht, 8304005 é , fc - 8 - de hartlijn van de nippel 31 in het symmetrievlak van de U-vormige zuigbuis ligt. In fig. 4 is een van de beide benen 37 van de zuigbuis 36 zichtbaar, die voorzien is van een aantal aan weerszijden ervan aangebrachte zuigopeningen 38. De 5 beide benen 37 van de zuigbuis 36 sluiten aan op een verbin-dingsbuis 39 tussen de beide benen 37, welke verbindingsbuis 39 eveneens is voorzien van zuigopeningen 38. De beide benen 37 en de verbindingsbuis 39 strekken zich in horizontale richting uit en kunnen op het steunvlak 19 of de bodem 3, 21 af- 10 steunen in verband met het gewicht van de baal dat op de zuigbuis kan drukken. Een variatie van deze zuigmiddelen is in fig. 1 getekend, waarbij, met dezelfde nippel 31 en zuigkop 33, een zuigbuis 40 is aangebracht, die in bovenaanzicht niet U-vormig is, maar ringvormig en rondom langs de binnenbegren-15 zing van het palet 2 is gelegen. Uiteraard is de zuigbuis 40 langs zijn gehele omtrek voorzien van zuigopeningen. De toepassing van een zuigbuis verminderd de kans op verstopping van zuigkop en nippel door stof e.d. daar de meegenomen stof in een relatief grote ruimte kan neerslaan bij relatief lage 20 luchtsnelheid,
De zuigmiddelen zijn een vaste uitrusting van de betreffende palet.
In de fig. 7 en 8 is een eenvoudige uitvoering van een inrichting voor het bewaren van baalvormig samengeperste 25 landbouwgewassen afgebeeld, waarbij de cylindervormige baal bijvoorkeur liggend (met horizontale symmetrieas) is opgesteld. Volgens fig. 7 is de baal geheel omwikkeld door een gesloten kunststoffolie, die - evenals in de vorige uitvoe-ringsvoorbeelden - een zakvormige gedaante kan aannemen. In 30 het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 7 wordt het open einde van de foliezak op een cirkelvormig eindvlak van de baal samengevouwen op een wijze die getoond wordt in fig. 8. Het open einde wordt ongeveer symmetrisch samengevouwen rondom de symmetrieas 42 van de baal. In de baal wordt een holle 35 zuigpijp 43 gestoken (bijvoorbeeld over een lengte van ongeveer 1 meter) die aan zijn vrije uiteinde puntig toeloopt en de vorm kan hebben van een zeer spitse kegel. De zuigpijp 43 is over zijn gehele lengte aan zijn omtrek voorzien van zuigopeningen 44. De zuigpijp 43 is vast, bijvoorbeeld door « ___ 8304005 > - 9 - middel van lassen, bevestigd aan de omtrek van een gat 45, dat is aangebracht om het middelpunt van de cirkelvormige plaat 46 die evenwijdig aan een loodrecht op de hartlijn van de zuigpijp 43 gelegen vlak is gericht. Aan de van de zuig-5 pijp 43 afgekeerde zijde van de plaat 46 is tegen de plaat 46 en concentrisch c*n de symmetrieas 47 van de zuigpijp 43 een metalen cylinder 48 luchtdicht tegen de plaat 46 bevestigd die een afzuig-kamer omsluit. Aan de van de plaat 46 afgekeerde zijde is de cylinder luchtdicht afgesloten door middel van een metalen 10 schot 49, waarin een om de hartlijn 47 gelegen gat is aangebracht 'waarin, eveneens op luchtdichte wijze, een zuigkop 50 steekt. De zuigkop 50 is voorzien van een buiten het schot 49 gelegen opening 51 en een binnen het schot 49 gelegen opening 52, die in een rusttoestand wordt afgesloten door een 15 veerbelaste kogel 53. Om de buiten het schot 49 uitstekende cylindrische buitenomtrek van zuigkop 50 kan een zuigslang worden aangesloten. Om de cylindrische buitenomtrek van de cylinder 48 is een kegelvormig lichaam 54 aangebracht, dat luchtdicht aan de cylinderomtrek is bevestigd en dat rondom 20 de cylinder 48 heen sluit en met zijn grootste eindvlak luchtdicht rust tegen de plaat 46. De buitenmantel van de kegel 54 convergeert in een richting van de zuigpijp 43 af en de top van de afgeknotte kegel ligt op de hartlijn 47. Het lichaam 54 bestaat uit soepel, veerkrachtig materiaal, zoals 25 rubber of elastische kunststof en is onverschuifbaar bevestigd op de buitenomtrek van de cylinder 48.
Vóór het dichtvouwen van de folie 41 om de baal 1 ter plaatse van het in fig. 8 getekende eindvlak van de baal, wordt de conische zuigpijp 43 zover in de baal ge-30 stoken, dat de plaat 46 tegen het zich in dit eindvlak bevindende gewas stoot en eveneens zodanig dat de zuigpijp 43 zich ongeveer rondom de symmetrieas van de baal bevindt. Daarna wordt de folie om het veerkrachtige kegelvormige lichaam 54 gevouwen waarna een ring 55 over de buitenzijde van de samen-35 gevouwen folie geschoven wordt, totdat de ring zich om het lichaam 54 vastklemt. De ring 55 heeft namelijk dezelfde co-niciteit als die van het lichaam 54, maar is - gemeten evenwijdig aan de richting van de symmetrieas 47 - korter dan het lichaam 54. Deze afmeting is zodanig dat de van eindflenzen 8304005 * - 10 - 56 en 57 voorziene ring 55 zich vastklemt rondom het lichaam 54 en de daarop liggende vouwen van het folie 41, voordat de naar de plaat 46 gekeerde, buitenwaarts gerichte flens 56 de plaat 46 raakt. Hierdoor wordt bereikt dat de zak-5 vormige folie 41 luchtdicht of vrijwel luchtdicht wordt afgesloten rondom het lichaam 54 zodat lucht binnen de folie 41 alleen kan toe- of uittreden via de kogel 53.
Zowel bij de zuigmiddelen volgens fig. 4, die met U-vormige zuigbuis 46 of ringvormige zuigbuis 40 kan worden 10 toegepast bij de uitvoeringsvoorbeelden volgens de fig. 1 - 3, als bij de zuigmiddelen volgens fig. 8, wordt de nippel 31 resp. de zuigkop 50 door middel van een zuigslang aangesloten op een vacuumpomp die is aangebracht op een landbouwtrekker of dergelijk voertuig, welke pomp kan worden aange-15 dreven door middel van bijvoorbeeld de aftakas van de trekker. Na het verrichten van de hiervoor beschreven handelingen, het aansluiten van de flexibele zuigslang op de vacuumpomp van de trekker, kan lucht uit de ruimte worden gezogen die wordt begrensd door de luchtdicht op elkaar aangesloten combi-20 natie van folie en palet volgens de fig. 1-3, resp. uit de ruimte binnen de folie 41 volgens de fig. 7 en 8. Na het beëindigen van het wegzuigen van lucht legt de kogel 35 resp. 53 zich onder veerdruk aan tegen de omtrek van de zuigopening 34 resp. 52, zodat geen of nagenoeg geen lucht meer in de 25 genoemde ruimten kan binnendringen. De folie wordt hierbij krachtig tegen de baal gezogen. In deze toestand wordt de gewasbaai bewaard. Tijdens de bewaring komt in het gewas het silage proces op gang door bacteriewerking. Tengevolge van het wegzuigen van lucht uit de inrichting wordt de hoeveelheid 30 zuurstof binnen de inrichting zeer aanzienlijk verminderd, zodat een gunstige atmosfeer ontstaat voor de anaerobe bacteriën die het silage proces bewerkstelligen. Indien het ge-sileerde gewas gevoederd moet worden aan het vee, wordt door het losnemen van het afsluitorgaan of bindmiddel de opnieuw 35 bruikbare folie van de baal afgetrokken nadat de gehele inrichting inclusief baal, door middel van bijvoorbeeld een vorkheftrucht op de voederplaats is gebracht. Op deze wijze is voeder in de vorm van relatief kleine eenheden ter plekke beschikbaar, die direct met de hand kan worden verdeeld zon- 83 0 4 0 ^-" ê- ♦ t - 11 - der dat daarvoor een.kuilvoersnijder is benodigd. Het palet, het bijbehorende bindmiddel en zuigmiddel, alsmede de folie kunnen opnieuw gebruikt worden.
-Conclusies- ✓
83 0 4 0 0 S

Claims (40)

1. Inrichting voor het bewaren van landbouwgewassen zoals gras of hooi, die op het veld tot balen zijn samengeperst, met het kenmerk, dat de inrichting twee verschillende soorten materiaal omvat waarbij het ene materiaal aan de 5 onderzijde van de baal aanbrengbaar is en het andere materiaal aan de bovenzijde van de baal aanbrengbaar is.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het materiaal dat bestemd is voor de onderzijde van de baal uit metaal of vaste kunststof is vervaardigd.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het materiaal dat bestemd is voor de bovenzijde van de baal kunststoffolie omvat,
4. Inrichting volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de beide een baal omsluitende materialen 15 van de inrichting met behulp van een eindloos afsluitorgaan luchtdicht of vrijwel luchtdicht tegen elkaar aanliggen.
5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het aan de onderzijde van de b.aal aan-brengoare materiaal een dergelijke stijfheid bezit dat het 20 als palet werkzaam kan zijn.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het palet uitsparingen bezit waarin hefmiddelen van een heforgaan zoals een heftruck aanbrengbaar zijn.
7. Inrichting volgens conclusie 5 of 6, met het 25 kenmerk, dat het palet van afzuigmiddelen is voorzien met behulp waarvan lucht uit de door de inrichting omsloten ruimte kan worden verwijderd.
8. Inrichting voor het bewaren van landbouwgewassen zoals gras of hooi die op het veld tot balen zijn samenge- 30 perst, met het kenmerk, dat de inrichting een palet en een flexibele bovenafdekking omvat en het palet van afzuigmiddelen is voorzien met behulp waarvan lucht uit de door de inrichting omsloten ruimte kan worden verwijderd.
9. Inrichting volgens conclusie 7 of 8, met het 35 kenmerk, dat de afzuigmiddelen aansluiten op een van gaten voorziene zuigruimte die binnen de door de inrichting omsloten ruimte is gelegen.
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, 8304005 V > - 13 - dat de zuigruimte buisvormig is.
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de buis U-vormig is.
12. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, 5 dat de buis ringvormig is.
13. Inrichting volgens een der conclusies 5 - 12, met het kenmerk, dat het palet in bovenaanzicht een cirkelvormige omtrek bezit.
14. Inrichting volgens een der conclusies 5-12, 10 met het kenmerk, dat het palet in bovenaanzicht een rechthoekige of vierkante omtrek bezit.
15. Inrichting volgens een der conclusies 5 -14, met het kenmerk, dat het palet een rondlopende rand bezit die, gerekend in opwaartse richting, schuin binnenwaarts 15 is gericht. '
16. Inrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat het afsluitorgaan met kracht tegen de rand aanligt.
17. Inrichting volgens conclusie 15 of 16, met het kenmerk, dat de rand het palet aan zijn bovenzijde begrenst 20 en vrij naar boven uitsteekt.
18. Inrichting volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de rund een in buitenwaartse richting omgeslagen felsrand bezit.
19. Inrichting volgens conclusie 15 of 16, met het 25 kenmerk, dat de rondlopende rand aan zijn boven- en onder- begrenzing door rondlopende, ongeveer horizontale paletdelen wordt begrensd.
20. Inrichting volgens een der conclusies 4-19, met het kenmerk, dat het tot het palet behorende afsluit- 30 orgaan ringvormig is en uit een elastisch materiaal zoals rubber bestaat.
21. Inrichting volgens een der conclusies 4-20, met het kenmerk, dat het tot het palet behorende afsluitorgaan een bindmiddel zoals touw of snoer omvat.
22. Inrichting volgens een der conclusies 4-21, met het kenmerk, dat het afsluitorgaan de folie tegen het palet knelt.
23. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een middendeel van het palet neerwaarts 8304005 * - 14 - uitgebogen is en een bodem vormt waarop het palet tijdens bewaring van de baal rust.
24. Inrichting volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat de hoogte van het middendeel ongeveer 7 cm. bedraagt.
25. Inrichting volgens een der conclusies 13 - 24, met het kenmerk, dat de diameter van het palet ongeveer 180 cm bedraagt..
26. Inrichting volgens een der conclusies 15 - 25, met het kenmerk, dat de hoogte van de rondlopende rand onge- 10 veer 20 cm. bedraagt.
27. Inrichting voor het bewaren van landbouwgewassen, zoals gras of hooi, die op het veld tot balen zijn samengeperst, met het kenmerk, dat de inrichting in/tegen de baal aangebrachte afzuigmiddelen omvat voor het verwijderen van 15 lucht uit de door de inrichting omsloten ruimte.
28. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afzuigmiddelen een in de baal steek-bare zuigpijp omvat.
29. Inrichting volgens conclusie 28, met het kenmerk, 20 dat' de van gaten voorziene zuigpijp aan een einde puntig is gevormd.
30. Inrichting volgens conclusie 28 of 29, met het kenmerk, dat de zuigpijp aan een ongeveer loodrecht op de zuigpijp gerichte plaat is bevestigd, die tijdens bedrijf 25 tegen een omvangsdeel van de baal rust.
31. Inrichting volgens conclusie 30, met het kenmerk, dat aan de van de zuigpijp afgekeerde zijde van de plaat . een afzuigkamer is bevestigd.
32. Inrichting volgens conclusie 31, met het kenmerk, 30 dat een de baal omsluitend materiaal tijdens bedrijf om de afzuigkamer knelbaar is met behulp van een afsluitorgaan.
33. Inrichting volgens conclusie 32, met het kenmerk, dat het materiaal door het afsluitorgaan tegen de elastisch uitgevoerde omtrek van de afzuigkamer knelt.
34. Inrichting volgens conclusie 33, met het kenmerk, dat de omtrek in buitenwaartse richting conisch toelopend is.
35. Inrichting volgens een der conclusies 7-34, met het kenmerk, dat de afzuigmiddelen een veerbelaste klep 8304005 % - 15 - omvatten die tijdens bewaring de door de inrichting omsloten ruimte afsluit.
36. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting een ongeveer cylindrische 5 baal omsluit.
37. Inrichting volgens conclusie 36, met het kenmerk, dat de baal tijdens bewaring met zijn symmetrieas ongeveer vertikaal is opgesteld.
38. Inrichting volgens conclusie 36, met het kenmerk, 10' dat de baal tijdens bewaring met zijn symmetrieas ongeveer horizontaal is opgesteld.
39. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting een baal met een diameter van ongeveer 150 - 180 cm. en een lengte van ongeveer 15 120 - 150 cm. omsluit.
40. Werkwijze strekkend tot het bewaren van gras, met het kenmerk, dat het gewas tot een baal wordt samengeperst, vervolgens op een luchtdichte palet wordt geplaatst, waarna de baal van een kunstofafdekking wordt -voorzien, die 20 op het palet luchtdicht of vrijwel luchtdicht wordt aangesloten en vervolgens lucht uit de baal wordt verwijderd. -o-o-o-o-o- 8304005
NL8304005A 1983-11-21 1983-11-21 Inrichting voor het bewaren van landbouwgewassen. NL8304005A (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8304005A NL8304005A (nl) 1983-11-21 1983-11-21 Inrichting voor het bewaren van landbouwgewassen.
GB08428916A GB2150003B (en) 1983-11-21 1984-11-15 Crop storage
DE19843442027 DE3442027A1 (de) 1983-11-21 1984-11-16 Vorrichtung zum lagern von futterballen

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8304005A NL8304005A (nl) 1983-11-21 1983-11-21 Inrichting voor het bewaren van landbouwgewassen.
NL8304005 1983-11-21

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8304005A true NL8304005A (nl) 1985-06-17

Family

ID=19842749

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8304005A NL8304005A (nl) 1983-11-21 1983-11-21 Inrichting voor het bewaren van landbouwgewassen.

Country Status (3)

Country Link
DE (1) DE3442027A1 (nl)
GB (1) GB2150003B (nl)
NL (1) NL8304005A (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DK0968642T3 (da) * 1998-07-01 2007-07-09 Land Holding S A Anordning til behandling af foder navnlig runde baller af hö
GB0229923D0 (en) * 2002-12-24 2003-01-29 Rolawn Turf Growers Ltd Turf storing apparatus
DE102006005933A1 (de) * 2006-02-09 2007-08-16 Herbert Gustav Kaiser Variables Vakuum-Silagezelt
CN104396464B (zh) * 2014-11-20 2016-04-27 中国农业大学 一种机电两用的青草成辫成型装置
DE102020102909B4 (de) 2020-02-05 2022-04-14 Hochschule Magdeburg-Stendal Vorrichtung zum Befüllen eines flexiblen Behältnisses mit organischem Material; Mähgerät; Verfahren zur Silageherstellung
DE102020004877A1 (de) 2020-08-11 2022-02-17 Uwe Kraft Verpackung für Siloballen mit luftdichtem Verschluss

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1829588U (de) * 1961-02-04 1961-04-13 Dominikus Bauer Schutzhaube gegen schlechtes wetter.
GB1025124A (en) * 1963-07-17 1966-04-06 Clfford George Jowsey An improved method and container for the preparation of silage
US3584428A (en) * 1966-11-08 1971-06-15 David C Falk Method and apparatus for processing silage and the like
GB1235110A (en) * 1967-07-22 1971-06-09 Peter John Farr Enderby Improvements in or relating to collapsible covers
GB1483945A (en) * 1975-03-06 1977-08-24 Hickey C Packaging and storing of goods
CA1099649A (en) * 1978-01-20 1981-04-21 Taiyo Kogyo Kabushiki Kaisha Bag silo
GB2026056B (en) * 1978-07-25 1982-06-30 Moore L Covers for hay or straw bales
IE54885B1 (en) * 1982-12-03 1990-03-14 Korsgaard Ebbe A method and an apparatus for building up a ground store of pressed vegetable material
DE3314120A1 (de) * 1983-04-19 1983-09-08 Busatis-Werke GmbH u. Co KG, 5630 Remscheid Container-lagerungssystem

Also Published As

Publication number Publication date
GB2150003B (en) 1988-04-27
GB2150003A (en) 1985-06-26
GB8428916D0 (en) 1984-12-27
DE3442027A1 (de) 1985-05-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5358138A (en) Trash container
US5295606A (en) Trash container
US4571143A (en) Means for transporting and delivering dry chemicals
US4688371A (en) Apparatus for filling flexible bulk material containers
US4876841A (en) Method and means for securing palletized materials
JPS5810312B2 (ja) バルクザイリヨウイソウヨウパレツト−コンテナ
NL8304005A (nl) Inrichting voor het bewaren van landbouwgewassen.
US5944455A (en) Lifting assembly for use with a discharge device for flowable granular material
US4888937A (en) Apparatus for bagging hay bales
US3818955A (en) Apparatus and method for harvesting forage
ES2670427T3 (es) Procedimientos de producir un recipiente transportable
US9248963B2 (en) Inflatable refuse containers and methods of use
EP0943560B1 (de) Automatisierte Sackentleerungsstation
US9604780B2 (en) Inflatable refuse containers and methods of use
US20040228693A1 (en) Vacuum wand assembly for extracting a product from a container
JPH05509062A (ja) ラップによるユニットコンテナ形成方法ならびに形成装置、および流動物包装方法
USRE27872E (en) Esty carton
US3531925A (en) Fruit harvester
US3545182A (en) Method of harvesting fruit
US5125218A (en) Storage system
EP1012049B1 (en) A method of and a device for compressed packaging of trees and greenery on a pallet or the like with lateral supports
JP4088668B2 (ja) コンテナに顆粒状又は粉末状の材料を充填するための装置及び過程
US4592469A (en) Storage cartridge for plastic sheet tubing
US7546798B2 (en) Wringing device
EP0232567A1 (en) Apparatus for stacking filled intermediate bulk containers

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed