NL8303843A - Universele verpakkingskop of rasterkop. - Google Patents

Description

,--^ N.0. 32129 1

Universele verpakklngskop of rasterkop.

De uitvinding heeft betrekking op een verpakklngskop of rasterkop van het type dat getoond is in het Amerikaanse octrooischrift 3.052.071 waarbij artikelen worden ingevoerd in de verpakklngskop teneinde te worden gecombineerd in een groep van artikelen die als groep worden 5 neergelaten in een onder de verpakklngskop gepositioneerde omhulling teneinde op dseze wijze de omhulling te vullen. Andere soortgelijke verpakkingskoppen zijn getoond in de Amerikaanse octrooischriften 3.922.836, 4.175.364 en 4.325.208. Al deze verpakkingskoppen zijn zodanig uitgevoerd dat ze kunnen werken met artikelen van een bepaalde af-10 meting en met een vooraf bepaald aantal artikelen, die tot een groep moeten worden gecombineerd om in de verpakkingsomhulling te worden neergelaten. Deze kopstructuren hebben tot nu toe in grote aantallen commerci'éel goed gefunctioneerd maar er bestaat vraag naar een inrichting voor het verpakken van artikelen waarin het niet nodig is om de 15 gehele verpakklngskop te vervangen of te wijzigen als het aantal of de afmetingen van de in de omhulling te verpakken artikelen wordt gewijzigd.

De uitvinding heeft nu in zijn algemeenheid ten doel een verbeterde verpakklngskop voor verpakkingsinrichtingen te verschaffen waarin 20 het aantal te groeperen artikelen en/of de afmetingen van de te behandelen artikelen of de groepsconfiguratie ervan gemakkelijk kan worden gewijzigd door een positionele verandering en/of verwijdering van slechts enkele delen van de verpakklngskop waarbij de meerderheid van de componenten van de verpakklngskop vast in de constructie zijn opge-25 nomen.

Een verdere doelstelling van de uitvinding is het zodanig positioneren van de rasterscheidingsplaten op een dragerframe van een verpak-kingsinrichting dat ze gemakkelijk kunnen worden verwijderd of verplaatst teneinde een verpakklngskop aan te passen voor het verwerken en 30 ontvangen van te groeperen en neer te laten artikelen in vari’érende aantallen en afmetingen.

Nog een andere doelstelling van de uitvinding is het reduceren van de hoeveelheid apparaten en hulpmiddelen nodig bij het verpakken van artikelen en in het bijzonder het reduceren van de voorraad aan verpak-35 kingskoppen die normaal noodzakelijk zijn voor toepassing in een ver-pakkingsinrichting doordat nu volgens de uitvinding slechts een minimum aantal onderdelen van een verpakingskop behoeft te worden gewijzigd om het artikelverzamelpatroon te veranderen.

8303843 2

Nog, een andere doelstelling van de uitvinding is het positioneren van steunplaten in een verpakkingskop voor een gemakkelijke laterale instelling waarmee het mogelijk is om de verpakkingskop aan te passen voor het hanteren van verschillend bemeten artikelen.

5 Aan deze doelstelling wordt volgens de uitvinding voldaan door een verpakkingskop voor een verpakkingsinrichting omvattende een dragerfra-me, een op het dragerframe gepositioneerd schuifframe dat lateraal ten opzichte van het dragerframe kan bewegen, en een aantal steunplaatmon-tage-elementen die verschuifbaar zijn bevestigd aan plaatgeleiders van 10 het schuifframe.

Verder omvat de verpakkingskop een paar montageprofielen die zich uitstrekken dwars over het dragerframe aangrenzend aan het tegenover liggende einde ervan en de rasterscheidingsplaten-montageklampen die bevestigd zijn aan de tegenover liggende oppervlakken van de montagege-15 leiders en waarin de montageklampen gepositioneerd zijn in tegenover liggende paren op de montagegeleiders teneinde samen te werken met een rasterscheidingsplaat die kan worden ingeschoven tussen telkens een paar van dergelijke montageklampen. De montageklampen kunnen als eenheid gemakkelijk worden verwijderd teneinde een wijziging mogelijk te 20 maken van de te bewerken artikelgrootte en de groepeerbewerkingen die in' de verpakkingskop worden gerealiseerd.

Verdere doelstellingen en voordelen van de uitvinding zullen duidelijk worden aan de hand van de navolgende beschrijving waarin wordt verwezen naar de bijgaande figuren: 25 Figuur 1 toont een perspectief aanzicht van een verpakkingskop volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont een gedeeltelijk aanzicht met uiteen genomen delen van een rasterscheidingsplaat en de bijbehorende middelen, in het bijzonder de montage-elementen en middelen daarvoor in de verpakkingskop. 30 Figuur 3 toont een deel van een vertikale sectie, gedeeltelijk in doorsnede, van de steunplaatmontage-elementen van de verpakkingskop.

Figuur 4 toont een vertikale deeldoorsnede door een van de raster-scheidingsplaat-montage-elementen en de bijbehorende middelen.

Figuur 5 toont een vertikale doorsnede met uiteen genomen delen 35 door een artikelstopblok en zijn opvangplaat; en

Figuur 6 toont een perspectivisch deelaanzicht van een stroomop-waartse hoek van het dragerframe.

Overeenkomstige delen in de diverse figuren zijn aangeduid met overeenkomstige referentiecijfers.

40 Figuur 1 toont een nieuw schuifframe volgens de uitvinding, welk 8303843 3 r 4 frame in zijn algemeenheid is aangeduid met 10. Het schuifframe 10 is gepositioneerd op een drager of stationair frame, als geheel aangeduid met 12, en een dergelijk dragerframe vormt op zijn beurt een deel van een verpakkingsinrichting van het type als bijvoorbeeld beschreven is 5 in het Amerikaanse octrooischrift 3.052.071, waarbij een deel van het frame 14 van een dergelijke inrichting in de figuur zichtbaar is.

Deze verpakkingsinrichting of dozenvulmachine is bestemd om een aantal rijen aan elkaar grenzende artikelen te verschaffen die worden ingevoerd in de verpakkingskop om te worden gerangschikt in een groep 10 van artikelen waarmee een omhulling of doos moet worden gevuld. De artikelen worden vervolgens neergelaten in een omhulling of doos, gepositioneerd is onder dit schuifframe 10 en de omhulling of doos wordt in de verpakkingsinrichting verder verwerkt teneinde de doos snel te verwijderen uit de met de verpakkingskop samenwerkende stand.

15 De verpakkingsinrichting functioneert zodanig dat verdere lege do zen of omhullingen in de met de verpakkingskop en bijbehorende middelen samenwerkende stand worden gebracht en de in te pakken artikelen worden in de verpakkingskop ingevoerd in de richting van de getoonde pijl A.

Deze artikelen bewegen langs paden, gevormd door rasterscheidingsplaten 20 16 waarvan er een aantal onderling parallel zijn gepositioneerd op het dragerframe 12 zoals nog nader zal worden beschreven, waarbij slechts een deel van een van deze platen in figuur 1 is getoond. De te verwerken artikelen bewegen in en door de verpakkingskop door middel van de steunplaten 18 waarvan er in figuur 1 slechts een is getoond waarbij 25 een steunplaat is aangebracht onder elk artikelontvangst- en transport-kanaal gevormd in de verpakkingskop.

Voor het vormen van het stationaire frame 12 is een paar zijstangen 22 en 24 bevestigd aan een paar dwarsstangen of eindstangen 26 en 28, waarbij de dwarsstang 26 te voorzien is van een paar aan de eindgedeel-30 ten daarvan bevestigde blokken 30 bestemd voor montage van de zij stangen zodat een deel van de frame-eenheid wordt gevormd. De stroomop-waartse eindstang 28 is volgens figuur 6 op geschikte wijze bevestigd aan de zijstangen 22 en 24. Bovendien verloopt een montagestang 32 tussen de zijstangen 22 en 24, daaraan bevestigd via eindwigblokken 34 die 35 op geschiklte wijze zijn gemonteerd elk aan een einde van de montagestang 32, welke eindwigblokken op conventionele wijze verschtiifbaar samenwerken met de zijstangen. De eindstang 28 en de montagestang 32 dienen voor het in de bedrijfspositie houden van rasterklemmen zoals in het volgende nog zal worden beschreven en deze stangen behoren daarmee 40 tot de rasterklem-montagemiddelen.

8303043

* 'J

4

Het schuifframe 10 is voorzien van een paar tegenover elkaar geplaatste geprofileerde zijstangen 36 en 38 waarvan de uiteinden zijn bevestigd aan dwarsstangen 40 en 42. Deze dwarsstangen of stelstangen 40 en 42 hebben een centraal deel met een gereduceerde hoogte en hogere 5 uiteinden die bevestigd zijn aan de zijstangen 36 en 38.

De figuren 1 en 6 tonen dat het bovenoppervlak van de stangen 26 en 28 voorzien is van een geleidingshoekprofiel 49, dat daarin gevormd is respectievelijk daarop is aangebracht. Bij voorkeur is een urethaan-bekleding 50 aangebracht in de groef 48. Deze urethaanbekleding 50 en 10 het geleidingsprofiel 49 maken een verschuiving van de stangen 40 en 42 in deze kanalen mogelijk zodat een laterale beweging van het schuiffra-me 40 op het stationaire draagframe kan worden verkregen. Deze beweging kan worden uitgevoerd door conventionele middelen en voor dat doel wordt op gebruikelijke wijze een wigbloksamenstelling 52 verschuifbaar 15 bevestigd aan elk van de zijstangen 36 en 38 van het rasterframe, met de opmerking dat er in de figuur slechts een zo'n samenstelling is getoond. Conventionele (niet getoonde) middelen zijn gekoppeld met deze wigbloksamenstellingen 52 voor het verschuiven van het schuifframe lateraal ten opzichte van het dragerframe wanneer dit gewenst is voor het 20 bekende doel om, zoals later nog zal worden beschreven, artikelen via de verpakkingskop neer te laten. Het'dragerframe 20-is normaal gemonteerd op het frame 14 van de verpakkingsinrichting door middel van rol-elementen 21 voor het uitvoeren van een begrensde gecontroleerde longitudinale beweging.

25 Figuur 2 toont het best hoe de rasterscheidingsplaten 16 zijn ge positioneerd in het stationaire of dragerframe en zoals getoond is bezit een dergelijke rasterscheidingsplaat een aantal van daaraf op bekende wijze in benedenwaartse richting verlopende valvingers 54. Het is een belangrijk kenmerk van de onderhavige uitvinding dat de montage-30 stang of plaat 32 en de eindstang 28 elk een rasterklampmontageplaat 33 dragen als deel van de rasterklampmontagemiddelen. De details van de rasterklampmontageplaten 33 en van de rasterklampen of montageklampen 60 zijn getoond in de figuren 2 en 4 en daaruit blijkt dat de rasterklampmontageplaten 33 voorzien zijn van sleutelgatopeningen 62 voor het 35 vergemakkelijken van de bevestiging aan of het verwijderen van de eindstang 28 of de dragerstang 32. Een aantal van deze rasterklampen 60 is gepositioneerd op elke rasterklampmontageplaten 33 waarvan er een gepositioneerd is aan elk uiteinde van de stationaire framesamenstelling.

De rasterklampen 60 hebben elk een sleuf 64 die zich uitstrekt vanaf 40 hun bovenste uiteinden. De rasterklampen 60 zijn zodanig gepositioneerd

83 0 5 34J

,1 5 dat de sleuven 64 vertikaal verlopen en de rasterklampen zijn paarsgewijze gepositioneerd door middel van de rasterklampmontageplaten 33 op de naar elkaar toegekeerde oppervlakken van de montagestangen 2 8 en 3 2.

De rasterklampen zijn op conventionele wijze bevestigd aan de raster-5 klampmontageplaten 33. De rasterscheidingsplaten kunnen worden ingeschoven in de sleuven 64 en daarin mechanisch worden vastgezet. Nog een ander kenmerk van de sleuven 64 is dat een klein uitstekend gedeelte 68 aanwezig is bij of aangrenzend aan het onderste uiteinde van elk van deze sleuven en dat een onderkantsteunflens of element 70 gevormd is in 10 elke rasterklamp aan het onderste uiteinde van de sleuf 64. Zoals getoond is in figuur 4 zijn de scheidingsplaten zodanig bemeten dat ze met hun onderste hoeken worden gedragen op deze elementen 70 terwijl ze verder voorzien zijn van een opening of uitsparing 72 aangebracht langs de lager gelegen rand van elke scheidingsplaat zodanig dat het uitste-15 kende gedeelte 68 in deze uitsparing kan worden ontvangen waardoor wordt voorkomen dat de scheidingsplaat op ongewenste wijze telkens opwaarts wordt bewogen.

Teneinde een van de rasterscheidingsplaten 16 te verwijderen of opnieuw te positioneren is het nodig de dragerstang 32 longitudinaal 20 ten opzichte van het stationaire frame 20 enigszins te bewegen teneinde de kleine uitstekende delen 68 vrije te krijgen uit de uitsparingen 72 in de rand van de scheidingsplaat. Om een beperkte longitudinale beweging van deze stang 32 waarop een van de rasterklampmontageplaten 33 is gepositioneerd mogelijk te maken is een stopbout 74 bevestigd aan de 25 zijstang 22 van het stationaire frame en wel op het binnenoppervlak daarvan. Deze stopbout is getoond in figuur 1 en grijpt aan op het wig-blok 34 voor het begrenzen van de longitudinale beweging. Als er een raster met een andere longitudinale afmeting moet worden gepositioneerd op het stationaire frame 20 dan zal het duidelijk zijn dat een aantal 30 gaten kan worden aangebracht waarin de stopbout 74 kan worden ingestoken zodanig dat de longitudinale lengte van de groep of het patroon van de artikelen, gedefinieerd in het rasterframe, kan worden gevarieerd.

De dwarsstangen 40 en 42 van het schuifframe hebben in de inrichting nog een andere functie en figuur 3 toont dat een bepaald type pro-35 filering is aangebracht aan de bovenzijde, zoals een T-vormige profilering 76, gezien in vertikale doorsnede, voor het centrale deel met gereduceerde hoogte van de stangen. Deze T-vormige bovendelen 76 zijn bestemd voor geleiding van gedeelde klemmiddelen of montageblokken 78 voor de steunplaten 18 waarmee een eenvoudige positieverstelling van 40 deze klemmiddelen langs de dwarsstangen mogelijk is. Elk klemmiddel 78 r» t - λ ' χ

Ö V -ij \) 'T M

Ί 6 is bij voorkeur opgebouwd uit twee klemsecties 30 en 82 die elk vertikaal verlopen vanaf het schuifframe waarbij de klemsecties voorzien zijn van willekeurige gewenste uitlijnmiddelen om een onderlinge samenwerking te verkrijgen en een goede klemwerking te verzekeren. De klem-5 secties werken zoals in figuur 3 is getoond samen teneinde een vertikaal verlopende sleuf 84 te definiëren in de klemmiddelen, gepositioneerd aan het stroomopwaartse einde van de inrichting, terwijl een soortgelijke sleuf 85 gevormd is in de klemmiddelen aan het stroomopwaartse einde van het rasterframe, waarbij echter de sleuf aan het 10 stroomafwaartse einde schuin staat in stroomafwaartse richting van het rasterframe, terwijl de sleuf 34 schuin staat in stroomopwaartse richting van de inrichting. Als nu de klemsecties 80 en 82 aan elkaar zijn bevestigd, bijvoorbeeld door middel van een bout 86, dan zijn de klem-elementen vastgezet in positie op de T-vormige klemrail of bovenzijde 15 76. Wanneer gewenst kunnen de bouten 86 worden losgedraaid en kunnen de klemmen transversaal worden bewogen over hun montagerails voor het nastellen van de verpakkingskop op anders geplaatste of andere aantallen scheidingsplaten.

Zoals uit de figuur blijkt zijn de klemsecties 80 en 82 aan de te-20 genover liggende uiteinden van het schuifframe alleen qua positie omgekeerd waardoor de tegengestelde schuinstand van de sleuven 84 en 85 wordt bereikt. De steunplaat 18 is aan het stroomopwaartse uiteinde gepositioneerd door middel van een element zoals een ronde pen 88 of iets dergelijks die is bevestigd aan het uiteinde van de steunplaat 18 en 25 ingebracht is in de sleuf 34 zodanig dat ze daarin wordt vastgehouden wanneer er een spanning wordt uitgeoefend op de steunplaat 18. Het stroomafwaartse uiteinde van de steunplaat is op conventionele wijze zodanig aangebracht dat een veer 90 zich onder druk uitstrekt tussen een einddeel van de klemmiddelen 78 en een eindnagel of een andere 30 eindpen 92 die bevestigd is aan de steunplaat. De steunplaat kan dus voor reparatiedoeleinden of voor vervanging worden losgenomen door de veer 90 samen te drukken onder invloed van longitudinale krachten op de steunplaat en het stroomopwaartse uiteinde ,van de steunplaat met zijn dwarspen 88 opwaarts te bewegen uit de sleuf 84 teneinde de steunplaat 35 vrij te maken waarna het stroomafwaartse uiteinde van de plaat op soortgelijke wijze kan worden losgenomen. Deze steunplaten worden ontvangen in de sleuven 81 van de klemsecties.

Het schuifframe 10 heeft een artikelstopblok 94 voor elke reeks van te verwerken artikelen en de artikelen zullen in contact komen met 40 het stopblok 94 als begin van de groepering in combinaties waarmee een 83 C 3 3 4 3 . * >i 7 doos of verpakking wordt gevuld. De stopblokken 94 zijn op geschikte wijze geklemd op een staaf 95 welke verschuifbaar bevestigd is aan de zijstangen 36 en 38 van het rasterframe door middel van wigklemmen 96 en 98. Deze stopblokken 94 worden telkens aangestoten door de te ver-5 werken artikelen en om slijtage op de oppervlakken van de stopblokken 94 te vermijden is er een kussenbekleding 100 op aangebracht. Deze kus-senbekleding 100 kan vervaardigd zijn uit ieder willekeurig geschikt materiaal, over het algemeen gemakkelijk persbaar of spuitgietbaar po-lyurethaan of synthetische rubber en het kussen heeft uitstekende delen 10 102 die passen in corresponderend gevormde openingen 104 gevormd in het stroomopwaarts gekeerde oppervlak van het stopblok. Het kussen 100 kan door middel van wrijving op zijn plaats worden gehouden en gemakkelijk worden vervangen of gerepareerd. Dit stopblok 94 is van willekeurige conventionele constructie en is over het algemeen voorzien van een met 15 een artikel in aanraking komende vlag 106 die op scharnierbare wijze door het stopblok wordt gedragen en in stroomafwaartse richting wordt bewogen wanneer het voorste artikel in benedenwaartse richting beweegt door de verpakkingskop tot in contact met deze indicator of vlag 106, hetgeen overigens bekend is uit andere artikelverpakkingsinrichtingen.

20 Wanneer de verpakkingskop bedrijfsgereed is samengesteld en het is gewenst om de afmetingen van het te verwerken artikel te wijzigen of het type of de rangschikking van de in de dragerdozen, omhullingen of verpakkingen neer te laten artikelen te wijzigen, dan is het alleen noodzakelijk bij de inrichting volgens de uitvinding om de wigblokken 25 34, die de dwarsstang 32 in positie houden los te maken en deze dwars» stang met de bijbehorende middelen longitudinaal stroomafwaarts ten opzichte van het stationaire frame te bewegen totdat de stang aankomt te» gen de stopbout 74. Op dat moment kunnen de rasterscheidingsplaten 16 gemakkelijk worden verwijderd uit de tegenover liggende paren raster-30 klampen 60 waarin ze worden vastgehouden en deze rasterscheidingsplaten met de bijbehorende valvingers kunnen dan worden opgetild uit het ras» terframe. Voor het verwijderen van de rasterscheidingsplaten is het meestal nodig de wigklemmen 96 en 98, die de stopblok-steunstang 95 vastzetten aan de zijrails 36 en 38 los te nemen en deze dwarsstang 95 35 over een korte afstand longitudinaal te verplaatsen om een vrije ruimte te verzekeren waarin de rasterscheidingsplaten uit de inrichting kunnen worden verwijderd.

Op ieder gewenst tijdstip kunnen vervolgens de bouten 86 die de steunplaatklemmiddelen 78 in positie houden worden losgemaakt en kunnen 40 de klemmiddelen lateraal over de dwarsstangen worden verplaatst om de g τ η τ ~ 3 < 8 gewenste andere laterale tussenafstand van de reeks te verwerken artikelen te bereiken. Vervolgens wordt een nieuwe groep van rasterschei-dingsplaten met bijbehorende valvingers aangebracht in de rasterklemmen die zich bevinden op een nieuwe set van rasterklemmontageplaten 33. De-5 ze nieuwe set van rasterklemmontageplaten is voorzien van rasterklemmen 60 met de gewenste laterale tussenafstanden en de gewenste laterale tussenafstand ten opzichte van de rest van de verpakkingskop, zodat de dan voor de rasterscheidingsplaten 16 bestemde posities zodanig zullen zijn dat de te verwerken artikelen in de gewenste aantallen en in rijen 10 met de gewenste breedte kunnen worden verwerkt. Vervolgens zal de dwarsstang 32 worden bewogen voor het vergrendelen van de rasterscheidingsplaten in de bedrijfsposities en de wigblokken 34 worden in positie vastgezet waarna het stationaire frame gereed is voor bedrijf onder de nieuwe bedrijfsomstandigheden. Ook de dwarsstang 95 voor de stop-15 blokken 94 zal worden gepositioneerd aan het einde van de bewegingsweg van elke stroom te verwerken artikelen, bepaald door de positie en de tussenafstand van de rasterscheidingsplaten.

Teneinde de groepering van de te verpakken artikelen te wijzigen is het alleen nodig een extra groep van scheidingsplaten 16 met bijbe-20 horende valvingers toe te passen. Deze platen moeten tezamen met een geschikt paar rasterklemmontageplaten 33, 33 voor het nieuwe patroon van te verwerken en te groeperen artikelen gemonteerd worden in het stationaire frame en daarna is het stationaire frame gereed om te functioneren op deze gewijzigde basis.

25 De rasterklemmen 60 kunnen van metaal zijn of uitgevoerd zijn als spuitgietstukken om de kosten te drukken, en zijn verder uitgevoerd als identieke elementen voor het positioneren van de scheidingsplaten in het stationaire frame. Deze klemmen 60 zijn bevestigd aan de platte goedkope rasterklemmontageplaten 33 die op hun beurt gemakkelijk los-30 neembaar zijn bevestigd aan de rasterklemmontagestangen 28 en 32 teneinde de rasterklemmontagemiddelen te vormen in een uitvoeringsvorm van de gemakkelijk verwijderbare montagemiddelen voor de rasterscheidingsplaten, maar ieder willekeurig gedeelte van deze middelen kan met een gedeelte van de inrichting worden gecombineerd teneinde het aantal on-35 derdelen te reduceren indien het gewenst is de montageplaten 33 en de rasterklemmen 60 als eenheid uit te voeren.

Er wordt op gewezen dat de toepassing van de uitvinding ertoe heeft geleid dat de verpakkingskop veel flexibeler is wat betreft het aantal en het type van de gegroepeerde artikelen dat met de verpak-40 kingsinrichting kan worden verwerkt en dat een veel kleiner aantal re- 8303343 i.

- -Jr 9 serve-onderdelen nodig is voor het wijzigen van de verpakkingskop van het ene artikelgroepeerpatroon naar het andere. Bet is niet nodig om de gehele verpakkingskopsamenstelling te veranderen bij wijziging van het artikeltype of de artikelgroepering en patronen kunnen op ieder wille-5 keurig moment worden veranderd. Daarmee is aan de bovengenoemde doelstellingen van de uitvinding voldaan.

Opgemerkt wordt dat in het bovenstaande slechts een uitvoerings-voorbeeld van de uitvinding is besproken en dat wijzigingen en modificaties mogelijk zijn binnen het kader van de uitvinding.

n ^ & 4 3 y v ^ * * v _

Claims (9)

1. Verpakkingskop voor een verpakkingsinrichting en dergelijke, gekenmerkt door een dragerframe, een bij een bedrijfspositie op dit dragerframe geplaatst schuifframe dat lateraal over het dragerframe kan 5 bewegen en voorzien is van zijstangen en steunstangen, welk dragerframe stationair is in relatie tot het genoemde schuifframe, een aantal mon-tageblokken verschuifbaar wordt ondersteund door elk van de genoemde steunstangen, middelen aanwezig zijn voor het bevestigen van de genoemde montagebloklken op de genoemde steunstangen in vaste posities ten 10 opzichte daarvan, welke montageblokken normaal gepositioneerd zijn in tegenover liggende paren aan het stroomopwaartse en stroomafwaartse uiteinde van het genoemde schuifframe, en longitudinaal verlopende steunplaten zijn gepositioneerd op en verlopend tussen de genoemde paren montageblokken, waarbij een laterale beweging van de genoemde 15 steunplaten als eenheid zal optreden met een beweging van het genoemde schuifframe, maar waarbij de laterale relatie van de genoemde ondersteuning ten opzichte van het stationaire dragerframe kan worden gevarieerd .

2. Verpakkingskop volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 20 montageblokken mechanisch zijn gekoppeld, met de steunstangen, dat de montageblokken voorzien zijn van sleuven in hun bovenoppervlakken voor het ontvangen van de steunstangen, en de genoemde montageblokken vervaardigd zijn uit twee lateraal aangebrachte elementen die aan elkaar zijn bevestigd om een lateraal verlopende sleuf te definiëren bestemd 25 voor ontvangst in een steunplaatpositioneerinrichting in tenminste de stroomopwaartse montageblokken.

3. Verpakkingskop voor een verpakkingsinrichting of dergelijke omvattende een stationair frame, een in bedrijfspositie op het genoemde stationaire frame aangebrachte schuifframe dat een laterale beweging 30 daartop kan uitvoeren, en een aantal rasterscheidingsplaten, welk stationaire frame voorzien is van een paar montagestangen die zich uitstrekken aangrenzend aan de tegenover liggende uiteinden ervan, en een aantal rasterklemmen die gepositioneerd zijn op de tegenover liggende oppervlakken van de genoemde rasterklemplaten en voorzien zijn van ver-35 tikaal verlopende sleuven in de bovenste einddelen ervan, welk rasterklemmen gepositioneerd zijn in tegenover elkaar liggende paren aangren-zend aan de tegenover liggende uiteinden van het genoemde stationaire frame, en elk van de genoemde rasterscheidingsplaten in de genoemde sleuven in een tegenover liggend paar van de genoemde rasterklemmen kan 40 worden ingestoken om op deze wijze te worden gepositioneerd. 8302243·

4. Verpakkingskop voor een verpakkingsinrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de genoemde rasterklemmen gepositioneerd zijn op platen die losneembaar zijn bevestigd aan de genoemde rasterklemmon-tagestangen.

5. Verpakkingskop voor een verpakkingsinrichting volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de genoemde rasterklemmen elk een uitstekend gedeelte hebben dat gevormd is in de genoemde sleuven en de genoemde scheidingsplaten elk een randsleuf hebben welke kan samenwerken met het genoemde uitstekende gedeelte teneinde een opwaartse beweging 10 van de genoemde scheidingsplaten te voorkomen, welke rasterklemmen verder een dragend deel hebben dat in contact komt met de genoemde scheidingsplaten en helpt bij het positioneren van de genoemde scheidingsplaten.

6. Verpakkingskop voor een verplakkingsinrichting volgens conclu· 15 sie 3, met het kenmerk, dat voor elke scheidingsplaat een steunplaat is aangebracht op het genoemde schuifframe en kleinmiddelen worden toegepast voor het bevestigen van deze steunplaten aan het genoemde schuifframe waarbij echter een laterale nastelling van de genoemde steunplaten mogelijk is.

7. Verpakkingskop voor een verpakkingsinrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de rasterklenmontagestang door middel van klem-, middelen verschuifbaar is bevestigd aan het genoemde dragerframe zodat een longitudinale beweging van de genoemde montagestang mogelijk is om de rasterscheidingsplaten te kunnen verwijderen of te kunnen plaatsen.

8. Verpakkingskop voor een verpakkingsinrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het genoemde stationaire frame aan het stroomafwaartse einde een dwarsstang heeft met een transversaal verlopende sleuf in zijn bovenoppervlak, en het schuifframe stroomafwaarts een dwarsstang heeft die verschuifbaar samenwerkt met de genoemde sleuf zo-30 danig dat het genoemde schuifframe lateraal kan worden verschoven over het genoemde stationaire frame.

9. Verpakkingskop voor een verpakkingsinrichting of iets dergelijks, omvattende een stationair frame, een schuifframe dat in be-drijfspositie lateraal over het genoemde dragerframe kan worden bewogen 35 en voorzien is van zijstangen en eindsteunstangen, een aantal montage-blokken dat verschuifbaar geplaatst is op de genoemde steunstangen en mechanisch daarmee is gekoppeld, middelen voor het bevestigen van de genoemde montageblokken aan de genoemde steunstangen op vaste posities, welke montageblokken voorzien zijn van longitudinaal gerichte sleuven 40 in hun bovenoppervlakken, welke montageblokken normaal worden geposi- 3303343 tioneerd in tegenover liggende paren aan het stroomopwaarts en stroomafwaartse einde van het genoemde schuifframe, een steunplaat die gepositioneerd is in de genoemde sleuven van en zich uitstrekt tussen elk paar montageblokken waarbij een laterale beweging van de genoemde 5 steunplaten als eenheid optreedt wanneer het schuifframe wordt bewogen, een aantal rasterscheidingsplaten, een aantal rasterklemmontagestangen op en verlopend over het genoemde stationaire frame tussen de tegenover liggende einden ervan, en een aantal rasterklemmen die zijn bevestigd aan de tegenover liggende oppervlakken van de genoemde rasterklemmonta-10 gestangen, welke rasterklemmen voorzien zijn van vertikaal verlopende sleuven in hun boveneindgedeelte, welke rasterklemmen gepositioneerd zijn in tegenover liggende paren aangrenzend aan tegenover liggende einden van het genoemde stationaire frame en elk van de genoemde rasterscheidingsplaten kan worden ingestoken in de genoemde sleuven van 15 een tegenover liggend paar van rasterklemmen om zodoende te worden gepositioneerd· *********** 8303^43