NL8303780A - Houder voor stootwil. - Google Patents

Description

<. +-.-- -1- 23526/CV/tl .. -/

Korte Aanduiding: Houder voor stootwil.

De uitvinding heeft betrekking op een houder voor een stootwil,welke is voorzien van een althans nagenoeg de vorm van een stootwil bezittende 5 korf en welke houder is uitgerust met ophangorganen voor bevestiging aan de reling van een boot.

De houder volgens de uitvinding wordt dus gebruikt voor het opnemen van de stootwil op het dek van een boot,waarbij de houder aan de voor en /of achterreling van de boot is bevestigd. Door middel van een dergelijke 10 plaatsirig wordt gewaarborgd,dat de stootwillen binnen bereik zijn bij, afmeren.

Er is een overvloed van dergelijke houders voor stootwillen op de m markt. Het is echter een nadeel van alle bekende oplossingen van houders voor stootwillen,dat de frames van de houders altijd moeten worden ver-15 vaardigd volgens verschillende ontwerpen afhankelijk van het aantalèn de opstelling van de stootwillen. De eisen van de watersportbedrijvende mensen zijn met betrekking hiertoe zeer verschillend,zodat bijvoorbeeld houders voor stootwillen moeten worden vervaardigd geschikt voor het opnemen van éen, twee en drie stootwillen. Bovendien is vastgesteld,dat 20 het belangrijk is,dat de houders voor stootwillen kunnen worden opgesteld onder verschillende hoeken aan verschillende zijkanten van de boot. Dit resulteert uit de omstandigheid,dat bijvoorbeeld in het voorste gedeelte van de boot de overheersende lijn de boeglijn van de boot is,dat wil zeggen de hoek waaronder de boeg van de boot door de waterlijn snijdt,waarbij 25 het van groot belang is met het oog op het uiterlijk,dat de op de reling geplaatste stootwillen niet in grote mate afwijken van deze overheersende lijn. De stootwillen moeten dus worden aangebracht onder verschillende hoeken in overeenstemming met de boeghoek van iedere boot,waarbij de hel-lingshoek bijvoorbeeld 25° of 30°, enz. kan zijn. Onder deze omstandigheden 30 moeten bij de tot nu toe bekende oplossingen de houders zelf worden vervaardigd voor iedere hellingshoek. Indien stootwillen worden geplaatst op het achterste gedeelte van de boot is vastgesteld,dat het de voorkeur verdient om de stootwilhouders verticaal te plaatsen met het oog op het uiterlijk, zodat deze opstelling eveneens aparte houders vereist. In aanvulling op de 35 boven vermelde omstandigheden is het een nadeel,dat het mogelijk moet zijn de houders voor stootwillen aan beide zijden van de boegdvan de boot op 8303780 * -2- 23526/CV/tl te stellen,waarbij spiegelbeelduitvoeringen worden vereist van alle typen van verschillende hellingshoeken.

Het is een verder nadeel van de bekende houder voor stootwillen,dat zij veel ruimte in beslag nemen,zodat het transport en de opslag daarvan 5 duur wordt.

Het oogmerk van de uitvinding is boven genoemde nadelen op te heffen en een houder voor stootwillen te verkrijgen waarvan de vervaardiging, opslag en transport gunstig zijn en met behulp waarvan het mogelijk is om aan alle eisen van met boten varende mensen met betrekking tot opstel-10 ling vsjn de stootwillen aan verschillende zijden van de boot tegemoet te komen..

Het basisidee van de uitvinding is,dat een basiseenheid wordt gebruikt, welke een stootwil opneemt en welke is uitgerust met bevestigingsorganen waaraan »ophangorganen kunnen worden bevestigd op de gewenste wijze en 15 onder de gewenste hoek en met behulp waarvan het noodzakelijke aantal van de eenheden met elkaar kan worden verbonden.

Dit wordt bereikt door middel van de oplossing volgens de uitvinding, welke in het bijzonder wordt gekenmerkt doordat om ophangen van een korf of korven onder verschillende hoeken bij verschillende zijkanten van een 20 boot mogelijk te maken iedere korf is uitgerust met althans een bevesti-gingsorgaan, dat in de verticale richting van de korf instelbaar is en bestemd is voor losneembare bevestiging van een ophangorgaan en/of van een naburige korf en dat de grijporganen op de ophangorganen ,bevestigd aan de reling zodanig zijn aangebracht,dat zij kunnen worden gedraaid en vergrendeld 25 in overeenstemming met de ingestelde helling van de korven.

Een voordeel van de stootwilhouder volgens de uitvinding is in het bijzonder zijn flexibele gebruiksmogelijkheid. Alle constructie-variaties, welke afhangen van het aantal stootwillen en van hun plaatsing op de boot kunnen geheel worden gevormd op de basis van dezelfde basiseenheid,waarbij 30 het aantal verschillende delen dat moet worden vervaardigd aanzienlijk wordt verminderd in vergelijking met de tot nu toe bekende producten. De vervaardigingskosten worden dus aanzienlijk omlaag gebracht. Ook het transport en de opslag wordt aanzienlijk vergemakkelijkt omdat de stootwil-houders in overeenstemming met de uitvinding kunnen worden gedemonteerd 35 in delen,welke althans gedeeltelijk in elkaar passen,waardoor de eis met betrekking tot ruimte aanzienlijk wordt verminderd.

8303780 * ί i Λ ------- -3- 23526/CV/tl

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van bijgaande figuren waarin uitvoeringsvoorbeelden van de constructie volgens de uitvinding zijn weergegeven.

Fig. 1 toont de opstelling van stootwillen aan de linker zijde.

5 in het voorste gedeelte van de boot.

Fig. 2 toont de opstelling van stootwillen aan de linker zijde in het achterste gedeelte van de boot.

Fig. 3 en 3 a tonen een voorkeursuitvoeringsvorm van een stoot-wilhouder volgens de uitinding.

10 : Fig. 4 toont een constructiedetail van een instelbaar bevestigings- orgaan in het uitvoeringsvoorbeeld van fig.3.

Fig. 5 toont een ander constructiedetail van het bevestigingsorgaan in het uitvoeringsvoorbeeld van fig.3.

Fig. 6 toont het de reling grijpende deel in het ophangorgaan van 15 het uitvoeringsvoorbeeld van fig.3, gezien in de richting van de reling.

Fig. 7 toont het deel van fig.6,gedraaid over 90°.

Fig. 8 toont een tweede voorkeursuitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding.

Fig. 9 toont op grotere schaal een deel van de constructie.

20 Fig.10 toont een andere toepassing van het uitvoeringsvoorbeeld af- gebeeld in fig.8.

Fig. 11 toont op grotere schaal een deel van de in fig.10 weergegeven constructie.

Fig.12 toont een mogelijke uitvoeringsvoorbeeld van het instelbare 25 bevestigingsorgaan.

Fig.13 toont de constructie volgens fig.12,gezien in de richting van lijn A-A.

Fig. 14 toont een tweede uitvoeringsvoorbeeld van de kop van het ophangorgaan.

30 Fig.15 toont de constructie volgens fig.14,gedraaid over 90°.

Fig.16 toont een gewijzigde uitvoeringsvorm van de bevestigingsop-stelling waarbij de inrichting 5 rechtstreeks is bevestigd op framestaven van de stootwilkorf.

Fig. 1 en 2 tonen mogelijke plaatsingen van de stootwilhouders 1 bij 35 de voorsteven en het achterschip van de boot. In de figuren zijn de stootwillen aangeduid met het verwijzingscijfer 2 . Fig.1 toont duidelijk hoe 8303750 ______^

* V

-4- 23526/CV/tl de hellingshoek overeenkomt met de boeghoek.

Fig. 3 is een algemeen aanzicht van een de voorkeur gegeven uit-voeringsvoorbeeld van de uitvinding. In dit uitvoeringsvoorbeeld is de stootwilhouder 1 samengebouwd uit drie korven 3. De stootwilhouder is 5 bovendien uitgerust met ophangorganen 4 met behulp waarvan de houder kan worden bevestigd aan de reling van de boot.De ophangorganen omvatten een deel 5 dat te bevestigen is aan de reling en in fig.6 en 7 op grotere schaal is weergegeven.

Met het oog op het onder verschillende hoeken kunnen opstellen van 10 de korven,zoals bijvoorbeeld weergegeven in fig.1 en 2,is iedere korf 3 uitgerust met een in de verticale richting van de korf instelbaar beves-tigingsorgaan 6 voor tet bevestigen van het ophangorgaan 4 en/of de naburige korf 3. Het aantal van de instelbare bevestigingsorganen 6 in iedere korf is tenminste een,maar het is vastgesteld,dat het van voordeel is iedere 15 korf diametraal met twee bevestigingsorganen 6 uit te rusten,zoals is weergegeven bij de middelste korf in het uitvoeringsvoorbeeld van fig.3, want in een dergelijk geval kunnen alle korven geheel identiek zijn.

In het geval van fig.3 bestaat het instelbare bevestigingsorgaan uit een schuifrail 7 en althans een grendelbestanddeel 8,dat schuifbaar is 20 aangebracht op de schuifrail 7- De constructie is op grotere schaal weergegeven in fig.4 en 5. In het voorbeeld volgens de fig.3 ,4 en 5 bestaat de schuifrail 7 uit vier metalen staven.Dit is uiteraard niet de enig mogelijke constructie,maar de schuifrail kan ook op vele andere wijzen worden gevormd.

25 Dienovereenkomstig zijn de grendeldelen 8 slechts te zien als een mogelijke uitvoeringsvorm en niet als de alleen mogelijke constructie.

De korven 3 worden dus onderling verbonden met behulp van het in de fig.4 en 5 weergegeven mechanisme.Met betrekking tot de constructie wordt opgemerkt ,dat de schuifrail 7 kan bestaan uit een vast bestanddeel van 30 de korf 3. De'ophangorganen 4 zijn ook bevestigd aan de stootwilhouder 1 met behulp van grendelonderdelen 8,zoals is afgebeeld in fig.5· In het in fig.3 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld omvat het ophangorgaan 4 twee takken,waarvan er een is afgebeeld in fig.5 ,welke onderling zijn verbonden met behulp van een verticaal deel 9,dat achter de korven loopt.

35 In aanvulling hierop, heeft het ophangorgaan 4 een grijporgaan 5 voor bevestiging aan de reling. De helling van de korven kan worden ingesteld door 8303780 * « Λ -.

-5- 23526/CV/tl het oplossen van de schroeven 10 in de organen 8 en door iedere korf 3 te verschuiven in de richting van zijn symmetrieas waarbij de gewenste hellingshoek wordt verkregen. Indien de bouten 10 worden vastgezet zijn de korven in de gewenste stand vergrendeld. Het ophangorgaan 4 is afzon-5 derlijk in fig.3a zonder een grijporgaan weergegeven.

Als resultaat van een relatieve verschuiving van de korven wordt een situatie bereikt waarin de ophangorganen dienovereenkomstig moeten worden ingesteld. In het geval van fig.3 is dit zodanig uitgevoerd,dat het boveneinde van het ophangorgaan 4 is uitgevoerd als een gekromde haak 11 10 (fig.6-,en 7). Het grijporgaan 5 is aan de haak bevestigd,zodat indien noodzakelijk,het kan worden gedraaid en vergrendeld in de gewenste stand, bijvoorbeeld met behulp van een bout 12.Op deze wijze kan de opening 13 in het grijporgaan steeds op" de juiste wijze worden opgesteld ten opzichte van de reling.

15 Met betrekking tot de constructie afgebeeld in fig.3 kan verder worden opgemerkt, dat, indien de korven verticaal worden opgesteld (fig.2) de bovenste grendelorganen 8 worden weggelaten,waarbij de bovenste tak van het ophangorgaan 4 wordt bevestigd aan de in het midden in fig.3 geplaatste grendelorganen. Alle grendelorganen zijn identiek,zodat het met 20 behulp daarvan altijd mogelijk is om alle noodzakelijke grendelhande-lingen uit te voeren zonder een deel door een ander deel te vervangen.

In het voorbeeld volgens fig.3 worden verschillende grendelorganen 8 gebruikt. Deze constructie moet echter ook slechts worden gezien als een principeconstructie. Het is uiteraard ook mogelijk bijvoorbeeld een groter 25 grendelorgaan te gebruiken.

In het voorbeeld volgens fig.3 zijn er drie korven,maar het aantal korven kan ook groter of kleiner zijn. Ieder gewenst aantal korven kan worden gecombineerd met behulp van het systeem. Het is echter ook mogelijk om slechts een korf te gebruiken in welk geval ophangorganen aan beide 30 zijd® van de korf worden aangebracht.

In het geval van fig.3 is de instelling van de helling geheel continu. Het is echter ook mogelijk de uitvinding op een andere wijze uit te voeren. Een uitvoeringsvoorbeeld van dit type is afgebeeld in fig.8 en 9· In het in deze figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is het instelbare bevesti-35 gingsorgaan 6 uitgevoerd in de vorm van langgestrekte delen 6, die zijn uitgerust met gaten 14. In een dergelijk geval is het mogelijk om bijvoor- 8 3 0 3 7 8 0 -6- 23526/CV/tl Λ % 4 * » beeld bouten of nagels als grendelorganen 8 te gebruiken.In dit uitvoe-ringsvoorbeeld is het ophangorgaan 4 voorzien van gaten overeenkomend met die in de organen 6,zodat de bevestiging plaatsvindt door een ophangorgaan 4 aan te brengen tussen de korven of aan de rand van de korf 5 al naar gewenst wordt. Fig. 9 toont ook de boog 11 van het grijporgaan.

Het grijporgaan 5 kan dus bijvoorbeeld gevormd zijn in overeenstemming met fig.6 en 7. volgens fig. 6 en 7 omvat het grijporgaan drie dalen 5a, 5b en 5c, die door een bout 12 bij elkaar worden gehouden. Indien de delen 5a en 5c worden samengevoegd vormen zij een gat 13, welke is aangepast om om een 10 stang Ojf dergelijk element, bijvoorbeeld behorend tot de stuurhut van de boot, te grijpen. Tussen de elementen 5b en 5c is de bovenste gekromde haak 11 van de stang 5d gelegen. Ma oplossen van de bout 12 kan de stang 5d in een gewenste hoekstand worden gedraaid en 'daarna in deze stand door middel van de bout 12 Vorden vastgezet.

15* Fig. 10 en 11 tonen een gunstige verder uitvoeringsvoorbeeld van de voorbeelden van fig. 8 en 9· Deze figuren tonen een geval waarin twee korven 3 zijn opgehangen onder de gewenste hoek. In een dergelijk geval worden de ophangorganen 4 geplaatst bij de buitenranden van de korven 3.

In dit constructievoorbeeld wordt de instelling van de helling uitgevoerd 20. op de wijze in overeenstemming met de voorbeelden van fig.8 en 9· Fig.11 toont de verbinding tussen de korven op grotere schaal.In dit uitvoeringsvoorbeeld kan het langgestrekte deel bijvoorbeeld een stalen band zijn voorzien van gaten,waarbij de stalen band een vast deel van de korf 3 vormt.

25. Fig.12 en 13 tonen een alternatief voor de instelbare bevestigings- organen 6. Onder deze omstandigheden kunnen de schuifrails 7 van fig.4 en 5 worden vervangen door een zogenaamde zwaluwstaartconstructie.Ter wille van de gelijkheid zijn de zelfde verWijzingscijfers gebruikt voor de delen overeenkomend met de delen in fig.4 en 5. De werking van de constructie 30. is geheel overeenkomend met die hierboven beschreven in verband met fig.4 en 5. De zwaluwstaartconstructie is in het bijzonder duidelijk weergegeven in de in fig.13 afgeheelde doorsnede.

Fig.14 en 15 tonen een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van het grijporgaan 5. De instelbaarheid van het grijporgaan is in dit uitvoerings-35. voorbeeld verkregen door middel van en glad vlak 16 gevormd bij het boveneinde van het ophangorgaan 4. Het onderdeel 5 wordt door middel van een 8333780 -7- 23526/CV/tl I I» * Μ bout of dergelijke tegen dit vlak gedrukt. Onder deze omstandigheden kan de opening 13 waardoorheen de relingbuis of dergelijke zich uitstrekt altijd worden ingesteld in de juiste stand onafhankelijk van de hellingshoek van de korven. In principe is de wijze van werking geheel overeenkomend met 5. die van het uitvoeringsvoorbeeld ->fgebeeld in fig. 6 en 7.

De hierboven beschreven uitvinding is op geen enkele wijze beperkt tot de hierboven beschreven en afgebeelde uitvoeringsvoorbeelden, maar uiteraard kunnen de constructies binnen de geest en beschermingsomvang van de uitvinding worden gewijzigd en/of aangevuld.

10.

» j 0 8 3 C 3 7 S 0 _

Claims (6)

1. Stootwilhouder* voorzien van althans een althans nagenoeg de vorm van een stootwil bezittende korf die is aangepast om op een geschikt punt van een boot,bijvoorbeeld de preekstoel te worden bevestigd,met het kenmerk, dat ten einde de korven op te stellen onder» verschillende hoeken de 5 houder (1) is voorzien van een bevestigingsinrichting (4) welke met behulp van elementen (5a,5b,5c) kan worden bevestigd aan een draagelement in de boot, terwijl verder een element (5d) is aangebracht,dat samenwerkt met de bovengenoemde elementen (5a,5b,5c) ,waaraan de stootwilkorven (3) instelbaar en vergrendelbaar zijn bevestigd,waarbij de twee groepen van 10 elementen (5a,5b,5c; en 5 d) van de bevestigingsinrichting (4) relatief ten opzichte van elkaar draaibaar zijn in de vergrendelde stand ten einde de gehele stootwilhouder (1) in verschillende gewenste hoeken instelbaar te maken.

2. Houder volgens conclusie 1, met het kenmerk,dat op iedere korf (3) 15 twee instelbare be-wstigingsorganen (6) zijn aangebracht, welke bevesti- gingsorganen diametraal aan tegenover elkaar gelegen randen van de korf zijn geplaatst.

3. Houder volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk,dat het instelbare bevestigingsorgaan (6) een schuifrail (7) omvat en althans een op de rail 20 aangebracht grendelorgaan (8) voor het ophangorgaan (4) en/of voor de naburige korf (3).

4. Houder volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk,dat het instelbare bevestigingsorgaan (6) een langgestrekt deel (15) omvat,dat is uitgerust met gaten (14) en in de gaten aan te brengen grendelorganen (8).

5. Houder volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat het boveneinde van ieder ophangorgaan (4) zodanig is uitgevoerd ,dat het althans nagenoeg een cirkelbocht (11) vormt, waarop een grijporgaan (5) is aangebracht zodat het kan worden gedraaid en vergrendeld in verschillende standen waarbij het grijporgaan om de buis of een kabel van een reling 30 wordt vastgezet.

6. Houder volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat het boveneinde van ieder ophangorgaan (4) is uitgerust met een althans nagenoeg plat vlak (16) waartegen het grijporgaan (5) welke is vastgezet om de relingbuis of kabel,wordt geplaatst,zodat het in verschillende standen kan 35 worden vergrendeld. 8303760