NL8303671A - Hefinrichting voor een platform met ronde palen. - Google Patents

Hefinrichting voor een platform met ronde palen. Download PDF

Info

Publication number
NL8303671A
NL8303671A NL8303671A NL8303671A NL8303671A NL 8303671 A NL8303671 A NL 8303671A NL 8303671 A NL8303671 A NL 8303671A NL 8303671 A NL8303671 A NL 8303671A NL 8303671 A NL8303671 A NL 8303671A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
yoke
platform
tubular member
lifting device
ratchet
Prior art date
Application number
NL8303671A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Marine Structure Consul
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Marine Structure Consul filed Critical Marine Structure Consul
Priority to NL8303671A priority Critical patent/NL8303671A/nl
Publication of NL8303671A publication Critical patent/NL8303671A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02BHYDRAULIC ENGINEERING
    • E02B17/00Artificial islands mounted on piles or like supports, e.g. platforms on raisable legs or offshore constructions; Construction methods therefor
    • E02B17/04Equipment specially adapted for raising, lowering, or immobilising the working platform relative to the supporting construction
    • E02B17/08Equipment specially adapted for raising, lowering, or immobilising the working platform relative to the supporting construction for raising or lowering
    • E02B17/0836Equipment specially adapted for raising, lowering, or immobilising the working platform relative to the supporting construction for raising or lowering with climbing jacks
    • E02B17/0872Equipment specially adapted for raising, lowering, or immobilising the working platform relative to the supporting construction for raising or lowering with climbing jacks with locking pins engaging holes or cam surfaces

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Placing Or Removing Of Piles Or Sheet Piles, Or Accessories Thereof (AREA)
  • Refuge Islands, Traffic Blockers, Or Guard Fence (AREA)

Description

• f t i VO 5181
Hef inrichting voor een platform met ronde palen.
De uitvinding heeft betrekking op een hef inrichting voor een platform met ronde palen en bestaande uit twee jukken met stuurbare palmiddelen, die kunnen grijpen in boringen aangebracht in de ronde palen, waarbij de jukken onderling gekoppeld zijn door vijzelmiddelen 5 en één der jukken vast is verbonden met het platform.
Een probleem bij een dergelijke hefinrichting is het kunnen optreden van een tordering tussen paal en juk, in het bijzonder tijdens het verplaatsen van het niet met het platform verbonden juk, waardoor de palmiddelen uit lijn geraken met de boringen in de paal, 10 in het bijzonder als grotere verstapafstanden moeten worden overwonnen. Teneinde dit probleem te ondervangen zijn de bekende ronde palen voorzien van opgelaste, zich in lengterichting uitstrekkende geleidings-strips of -kokers, waaromheen delen van de jukken grijpen. Veelal zijn dan ook de boringen in die geleidingsorganen aangebracht. Evenwel be-15 tekent het moeten aanbrengen van dergelijke geleidingsorganen niet alleen extra materiaalkosten en werkzaamheden, maar ook nog nauwkeurig uit te voeren werkzaamheden, in het bijzonder wat betreft het verloop van de geleidingsorganen in langsrichting van de paal en ten opzichte van elkaar, daar veelal voor een gelijkmatigere krachtenverdeling een 20 aantal palmiddelen op eenzelfde niveau op de paal aangrijpen. Daarnaast is het ook onder toepassing van ronde palen zonder uitsteeksels bekend de diverse palen van een platform op meerdere niveaus onderling te verbinden. Dit betekent evenwel het moeten aanbrengen van aanzienlijke hulpconstructies.
25 Met de uitvinding wordt beoogd een hefinrichting van de in de aanhef genoemde soort zodanig uit te voeren, dat gebruik kan worden gemaakt van rond palen zonder uitstekende geleidingsstrips of -kokers en - buiten het platform - zonder verbindingsconstructies tussen de diverse palen.
30 Dit wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt, als het boven gelegen juk verbonden is met een de ronde paal met speling omgevend buisvormig orgaan, welk samenstel bevestigd is aan het platform, waarbij het buisvormige orgaan ter plaatse van elk palmiddel van het onder- 8303671 * * -2- gelegen juk voorzien is van een zich verticaal uitstrekkende langs-gleuf, die zodanig is uitgevoerd, dat deze een geleiding voor het palmiddel vormt. Door deze maatregelen wordt een juist in lijn blijven liggen van de palmiddelen van het ondergelegen, bewegende juk 5 gewaarborgd door het buisvormige orgaan, dat tijdens het verplaatsen van het juk door geleiding middels de langsgleuf zorg draagt voor het in de juiste stand ten opzichte van de paal handhaven van de palmiddelen .
Daar geleiding van de bewegende delen ten opzichte van elkaar 10 wrijving en derhalve slijtage betekent, verdient het overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de voorkeur, dat rond het palmiddel van het ondergelegen juk ter plaatse waar dit door het buisvormige orgaan reikt een geleidingselement aanwezig is, dat zich in hoofdzaak uit strekt tussen het juk en de ronde paal en langs de 15 langsranden van de langsgleuf kan glijden. Door een juiste, geschikte materiaalkeuze is te bereiken, dat in hoofdzaak slechts het geleidingselement slijt, zodat in geval van te grote speling als gevolg van slijtage door vervanging van het geleidingselement het probleem is te verhelpen.
20 Teneinde in alle omstandigheden het spelingvrij laten samen werken van geleidingselement en paal te waarborgen, verdient het overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de voorkeur, dat het geleidingselement via elastische koppelorganen steun neemt tegen het juk, een en ander zodanig, dat het geleidingselement onder 25 voorspanning tussen juk en paal is aangebracht. Dit heeft nog het extra voordeel, dat schokken en stoten tussen de paal en het juk zoveel mogelijk zijn te absorberen en dempen.
Een constructief eenvoudig, doch effectief werkzaam geleidingselement wordt verkregen, als overeenkomstig een verdere uitvoerings-30 vorm van de uitvinding het geleidingselement bestaat uit een plaat met een opening en twee tegenover elkaar gelegen zijflenzen, waarbij de opening een breedte heeft die correspondeert met en een hoogte heeft die groter is dan die van het palmiddel ter plaatse van het geleidingselement als dit zich in de in de paal grijpende stand bevindt, en waar-35 bij de zij flenzen elk voorzien zijn van een geleidingsvlak, dat kan 8303671 ï » -3- samenwerken met een langsgleuf-langsrand. Een minimum aan ruimte wordt daarbij in beslag genomen, als overeenkomstig een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding de plaat overeenkomstig het buisvormige orgaan is gekromd en de zij flenzen zich loodrecht op het plaat-5 oppervlak uitstrekkende strippen zijn, die een in hoofdzaak rechthoekige dwarsdoorsnede hebben en zich van nabij de paal tot nabij het juk uitstrekken. De gekromde plaat is alsdan in het vlak van het buisvormige orgaan binnen de langsgleuf daarin te plaatsen, terwijl de zijflenzen door het eenvoudig loodrecht op de plaatrand lassen gelei-10 dingsvlakken bieden, die radiaal zijn gericht ten opzichte van het buisvormige orgaan, hetgeen ook het op relatief eenvoudige wijze juist uitvoeren van de geleidingsranden van de langsgleuf mogelijk maakt.
De elastische koppeling tussen geleidingselement en juk is hierbij met een minimum aan in beslag genomen radiale ruimte uit te voeren, als 15 overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de elastische koppelorganen tussen juk en geleidingsorgaan geplaatst zijn onder en boven de palmiddelen over een breedte kleiner dan die van de langsgleuf. De koppelorganen kunnen zich alsdan in radiale richting uitstrekken tot in de langsgleuf en bijvoorbeeld tussen de zijflenzen.
20 Teneinde de geleiding van de palmiddelen binnen het juk niet te belasten met krachten uitgeoefend in omtreksrichting van de paal of het buisvormige orgaan, verdient het overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de voorkeur, dat de zijflenzen voorzien zijn van buitenwaarts in hoofdzaak evenwijdig aan het juk reikende 25 leiorganen, waarop aan het juk bevestigde nokken nauw aansluiten.
Daar veelal meerdere palmiddelen op eenzelfde niveau op de paal over de omtrek daarvan verdeeld aangrijpen, verdient het uit het oogpunt van een zo gelijk mogelijke krachtenverdeling over de aanwezige palmiddelen overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvin-30 ding de voorkeur, dat het bovengelegen juk verend is verbonden met het buisvormige orgaan onder de bovenrand daarvan en de palmiddelen via een sleufgat in het buisvormige orgaan met de ronde paal zijn te koppelen, waarbij het sleufgat zodanig is uitgevoerd, dat dit een geleiding voor het palmiddel vormt. Door het verend aanbrengen vein het 35 bovengelegen, stationaire juk wordt in principe het uit lijn geraken van 8303671 4 « -4- de palmiddelen ten opzichte van de boringen mogelijk, hetgeen evenwel wederom verholpen wordt door het overeenkomstig de uitvinding voorgestelde buisvormige orgaan met sleufgat. Uiteraard is ook hierbij wederom een geleidingselement als bedoeld en omschreven met betrekking tot 5 het ondergelegen juk onder verkrijging van gelijke voordelen toepasbaar.
Teneinde de centrering van het palmiddel ten opzichte van de paal tijdens het steken van het palmiddel in de paalboring verder te optimaliseren, verdient het overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de voorkeur dat de opening in de plaat van het gelei-10 dingselement in de richting van de paal taps toelopende zijranden heeft en het palmiddel voorzien is van corresponderend lopende zijrandgebie-den. Door deze maatregelen worden zoekranden voor het palmiddel verschaft bij het in de paalboring steken daarvan.
Een zo gunstig mogelijke samenwerking tussen palmiddel en paal-15 boring wordt overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding verkregen, als het palmiddel althans ter plaatse van het deel dat aan moet grijpen op de rand van de boring in de ronde paal een tonvormige dwarsdoorsnede heeft, waarbij de vlakke delen van die doorsnede zich verticaal uitstrekken en de kromtestralen van de krommingen 20 van die doorsnede gelijk zijn aan de kromtestraal van de boring in de ronde paal. Door deze maatregelen wordt enerzijds zorggedragen voor een zo gunstig mogelijke vlakaanligging bij krachtoverbrengende samenwerking tussen palmiddel en paal en anderzijds voor een mogelijke speling tussen palmiddelomtrek en boringomtrek tijdens het steken van 25 het palmiddel in de paalboring.
Voor het bij opstelling boven het dek van het platform beschermen van de hefinrichting tegen weersinvloeden, wordt overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding voor geste ld, dat naast het buisvormige orgaan een tweede buisvormig orgaan aanwezig is, dat de 30 jukken met palmiddelen en de vijzelorganen omhult, aan de bovenzijde afdichtend is verbonden met het eerste buisvormige orgaan en rechtstreeks is verbonden met het platform. Dit heeft het verdere voordeel, dat het tweede buisvormige orgaan de draagfunctie vervult, in plaats van het door gaten en sleuven verzwakte eerste buisvormige orgaan, dat 35 thans bovendien nog van extra openingen, bijvoorbeeld voor het inspecteren van de paal, kan worden voorzien.
8303671 ♦ * -5-
Doordat de hefinrichting in feite slechts via het buisvormige orgaan met het platform is verbonden, is deze hef inrichting op eenvoudige en voordeelbiedende wijze bijzonder geschikt te maken voor een platform waarvan de palen na het op hoogte brengen van het platform daar-5 aan worden vastgelast, indien overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding het buisvormige orgaan .middels daaraan bevestigde armen losmaakbaar is bevestigd aan het platform. Alsdan is de hef inrichting na het op hoogte brengen van het platform en het vastlassen van de palen te demonteren en weer op een andere plaats toe te passen.
10 Onder verwijzing naar in de tekening weergegeven uitvoerings- voorbeelden zal de hefinrichting volgens de uitvinding thans nader worden besproken en toegelicht.
Pig. 1 toont in langsdoorsnede een eerste uitvoeringsvariant; fig. 2 is een doorsnede volgens de lijn II-II in fig. 1; 15 fig. 3 toont een dwarsdoorsnede, overeenkomstig die van fig. 2, van een tweede uitvoeringsvariant; fig. 4 is een doorsnede volgens de lijn IV-IV in fig. 3; fig. 5 is een doorsnede volgens de lijn V-V in fig. 4; en fig. 6 toont een aanzicht volgens de pijl VI in fig. 4.
20 In fig. 1 is een platform 1 weergegeven, dat voorzien is van een opening 2 voor het doorlaten van een ronde paal 3, die voorzien is van een rij in lijn gelegen, op regelmatige onderlinge afstanden aangebrachte boringen 4. Rond de omtrek van de ronde paal 3 kunnen een aantal, bijvoorbeeld drie, van dergelijke rijen openingen aanwezig zijn.
25 Voor het bewerkstelligen van een onderlinge verplaatsing tussen het platform 1 en de paal 3 is een hefinrichting 5 aanwezig, die voorzien is van een ondergelegen juk 6, een vijzelinrichting 7, een bovengelegen juk 8, een ophangkoker 9 en een buisvormig orgaan 10.
Het ondergelegen juk 6 is voorzien van middels bedienings-30 inrichtingen 11 bedienbare palmiddelen 12, in casu pennen, en via oren 13 en een schamierpen 14 verbonden met zuigerstang 15 van de vijzelinrichting 7 bestaande Tilt een zuiger-cilindercombinatie. Aan de andere zijde is de vijzelinrichting 7 via een steun 16, een schamieras 17 en oren 18 verbonden met het bovengelegen juk 8, dat voorzien is vein 35 middels bedieningsinrichtingen 19 bedienbare palmiddelen 20, in casu pennen. Het bovengelegen juk 8 is via een steun 21 en een verenpakket 8303671
» V
-6- 22 opgehangen aan de koker 9, die vast is verbonden met het boveneinde van het buisvormige orgaan 10, waarvan het onderniteinde vast is verbonden met het platform 1. Aldus is de hef inrichting 5 voorzien van een stationair juk, het bovengelegen juk 8, en een beweegbaar juk, 5 het ondergelegen juk 6.
Teneinde de palmiddelen 12 en 20 in een paalboring 4 te kunnen steken is het buisvormige orgaan 10 voorzien van een langsgleuf 23 en een sleufgat 24, waarvan de breedten in hoofdzaak gelijk zijn aan die van de palmiddelen 12 en 20 oftewel aan de pendiameter. De lengte van 10 de langsgleuf 23 is gerelateerd aan de slag die de vijzelinrichting 7 kan maken, in het algemeen de afstand tussen twee boringen 4 met speling .naar onder en naar boven. De lengte van het sleufgat 24 is gelijk aan de breedte daarvan met speling naar onder en naar boven.
Voor het langs de paal 3 omhoog verplaatsen van het platform 1 15 uitgaande van de in fig. 1 getoonde stand wordt als volgt te werk gegaan.
Het palmiddel 20 wordt door de bedieningsinrichting 19 uit de paalboring 4 teruggetrokken, waarna de vijzelinrichting 7 wordt uitgeschoven totdat het palmiddel 20 zich voor de volgende paalboring 4 20 bevindt. Hierdoor is het juk 8 en middels de steun 21, het verenpakket 22, de ophangkoker 9 en het buisvormige orgaan 10 het platform 1 over eenzelfde afstand ten opzichte van de paal 3 omhooggebracht, waardoor de onderzijde van de langsgleuf 23 nabij de onderzijde van het palmiddel is komen te liggen. Na het via de bedieningsinrichting 25 19 uitschuiven van het palmiddel 20 totdat dit in de paalboring 4 grijpt, is deze stand van het platform 1 ten opzichte van de paal 3 geborgd. Door het middels de bedieningsinrichting 11 uit de boring 4 terugtrekken van het palmiddel 12 is via intrekken van de vijzelinrichting 7 het juk 6 ten opzichte van de paal 3 omhoog te bewegen 30 totdat het palmiddel 12 voor de volgende boring 4 is gekomen. Door uit schuiven van het palmiddel 12 met behulp van de bedieningsinrichting 11 wordt weer de in fig. 1 weergegeven stand bereikt, zodat de hefinrichting 5 gereed is voor het nemen van de volgende verplaatsings- stap. __ 35 Het spreekt vanzelf, dat voor het ten opzichte van de paal 3 om laag verplaatsen van het platform 1 in omgekeerde richting te werk moet worden gegaan.
8303671 2 7 * -7-
In het bijzonder het ondergelegen juk 6 - doch ook het bovengelegen juk 8 - 'is bij ingetrokken palmiddelen in omtreksricfating verplaatsbaar ten opzichte van de paal 3. Teneinde een dergelijke verplaatsing te voorkomen worden de palmiddelen slechts zover ingetrokken, 5 dat deze in de langs gleuf - of in het sleuf gat - blijven reiken, zoals in het rechter deel van fig. 2 is getoond. Zodoende zorgt het buisvormige orgaan 10 voor een centrering van de palmiddelen ten opzichte van de paal 3.
Zoals getoond in fig. 1 is de hef inrichting 5 opgesteld boven 10 het dek van het platform 1. Teneinde de hefinrichting 5 te beschermen tegen weersinvloeden en dergelijke kan uitgaande van de buitenzijde van de ophangkoker 9 een tweede buisvormig orgaan worden aangebracht, dat de gehele hefinrichting omhult.
Vermeld is verder, dat het buisvormige orgaan 10 aan zijn onder-15 zijde vast is verbonden met het platform 1. Deze vaste verbinding kan ook tot stand worden gebracht door aan de hefinrichting 5, bijvoorbeeld aan het buisvormige orgaan 10 tussen de vij2elinrichtingen 7 of aan een buitenomhulling van de hefinrichting 5, bevestigde armen, die losmaakbaar zijn te koppelen met het platform 1. Deze uitvoering ver-20 dient de voorkeur, indien de hefinrichting 5 wordt gebruikt voor het verplaatsen van een platform 1, dat na op hoogte te zijn gebracht, aan de palen wordt vastgelast. De hefinrichting 5 is dan op eenvoudige wijze te verwijderen en elders weer toe te passen.
In de fig. 3-6 is een tweede uitvoeringsvariant weergegeven, 25 waarbij aan de eerste uitvoeringsvariant gelijke onderdelen met gelijke verwijzingscijfers zijn weergegeven, in casu een paal 3 met boring 4, een buisvormig orgaan 10 met sleuf gat 24, een bovengelegen juk 8 met bedieningsinrichting 19, een steun 21 en oren 18. Het sleufgat 24 is hierbij zodanig breed uitgevoerd, dat daarin een geleidingselement 30 past, dat is samengesteld uit een plaat 25 met opening, zij flenzen 26, leiorganen 27 en elastische koppelorganen 28 gevat tussen platei 29,30.
De plaat 25 is gebogen overeenkomstig de kromtestraal van het buisvormige element 10 en geplaatst in de door het sleufgat 24 ontstane ruimte. De opening in de plaat 25 is zodanig bemeten, dat deze een 35 palmiddel 31 kan doorlaten, hetgeen in het weergegeven uitvoerings- 8303671 -8- voorbeeld resulteert in een opening, die van de plaat 25 slechts twee strippen overlaat; uiteraard zijn ook plaat- en openingafmetingen mogelijk die de plaat als één geheel in takt laten. De randen van de opening in de plaat 25 lopen ten opzichte van elkaar in de richting 5 van de paal 3 taps naar elkaar toe, waarbij het palmiddel 31 voorzien is van corresponderend afgeschuinde gedeelten 32, die bij geheel uitgeschoven palmiddel 31 aanliggen tegen de randen van de opening in de plaat 25, zodat gedurende het uitschuiven een zoek-effect wordt verkregen. Aan de verticale buitenranden van de plaat 25 zijn de zijflen-10 zen 26 bevestigd, die bestaan uit haaks op de plaatranden gelaste strippen. Boven en onder het palmiddel 31 zijn de zijflenzen 26 onderling gekoppeld door de plaat 29, waartegen het elastische koppelorgaan 28 steunneemt, dat aan de andere zijde is ingeklemd door de plaat 30, die steunneemt tegen de bedieningsinrichting 19.
15 De afmetingen van een en einder zijn zodanig, dat de buitenvlakken van de zijflenzen 26 met geringe speling aansluiten op de langsranden van het sleufgat 24 en dat de binnengelegen kopse uiteinden van de zij-flenzen door het elastische koppelorgaan 28 tegen het buitenvlak van de paal 3 aan worden gedrukt. Bij de buitengelegen kopse uiteinden van 20 de zijflenzen zijn de zijdelings reikende, evenwijdig aan het bedie- ningsorgaan 19 lopende leiorganen 27 aangebracht, waarvan de zijdelingse langsranden met geringe speling aansluiten op aan het juk 8 bevestigde stuitnokken 33.
Hoewel dit niet is getoond is bij het ondergelegen juk 6 een-25 zelfde geleidingselement 25-30 aanwezig.
Teneinde tijdens het uitschuiven van' het palmiddel 31 speling te creëren voor het zo ongehinderd mogelijk in de boring 4 kunnen steken van het palmiddel 31 en desondanks zo optimaal mogelijke vlak-aanligging bij het overbrengen van krachten tussen paal en palmiddel 30 te bewerkstelligen, is het palmiddel 31 voorzien van een insteek- gedeelte 34 met een liggende tonvormige dwarsdoorsnede, zoals blijkt uit fig. 6. De kromtestralen van beide gebogen gedeelten zijn hierbij gelijk gekozen aan die van de boring 4, zodat bij contact maken van het palmiddel 31 met de rand van de boring 4 voor het opnemen van in 35 verticale richting uitgeoefende krachten een vlakaanligging wordt verkregen.
8303671 -9- *
Het spreekt vanzelf, dat binnen het kader van de uitvinding vele wijzigingen en varianten mogelijk zijn. Zo is het buisvormige orgaan weergegeven als een cilindervormig lichaam? uiteraard kan dit ook een zeshoekige of anderszins gevormde kokerconstructie zijn, waar-5 van zich een wanddeel telkens dichtbij een paal uitstrekt alwaar deze is voorzien van een rij boringen. Verder is ook af te wijken van het aantal van drie palmiddelen per juk en zijn de vijzelinrichtingen ook anders uit te voeren en op andere plaatsen op te stellen dan ter plaatse van het palmiddel, bijvoorbeeld telkens twee vijzelinrichtingen 10 links en rechts naast een palmiddel.
8303671

Claims (13)

1. Hef inrichting voor een platform met ronde palen en bestaande uit twee jukken met stuurbare palmiddelen die kunnen grijpen in boringen aangebracht in de ronde palen, waarbij de jukken onderling gekoppeld zijn door vijzelmiddelen en één der jukken vast is verbonden met 5 het platform, met het kenmerk, dat het bovengelegen juk verbonden is met een de ronde paal met speling omgevend buisvormig orgaan, welk samenstel verbonden is met het platform, waarbij het buisvormige orgaan ter plaatse van elk palmiddel van het ondergelegen juk voorzien is van een zich verticaal uitstrekkende langsgleuf, die zodanig is uitgevoerd, 10 dat deze een geleiding voor het palmiddel vormt.
2. Hef inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat rond het palmiddel van het ondergelegen juk ter plaatse waar dit door het buisvormige orgaan reikt een geleidingselement aanwezig is, dat zich in hoofdzaak uitstrekt tussen het juk en de ronde paal en langs de 15 langsranden van de langsgleuf kan glijden.
3. Hef inrichting volgens eonclusrig 2, met tenrnm-iCj Hal- yltalrKrirpsolPTnoTT)- via elastische koppelorganen met het juk is verbonden.
4. Hef inrichting volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat het geleidingselement bestaat uit een plaat met een opening en twee 20 tegenover elkaar gelegen zijflenzen, waarbij de opening een breedte heeft die correspondeert met en een hoogte heeft die groter is dein die van het palmiddel ter plaatse van het geleidingselement als dit zich in de in paal grijpende stand bevindt, en waarbij de zijflenzen elk voorzien zijn van een geleidingsvlak dat kan samenwerken met een 25 langsgleuf langsrand.
5. Hef inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de plaat overeenkomstig het buisvormige orgaan is gekromd en de zijflenzen zich loodrecht op het plaatoppervlak uitstrekkende strippen zijn, die een in hoofdzaak rechthoekige dwarsdoorsnede hebben en zich 30 van nabij de paal tot nabij het juk uitstrekken.
6. Hefinrichting volgens één van de conclusies 2-5, met het kenmerk, dat de elastische koppelorganen tussen het' juk en geleidingselement geplaatst zijn onder en boven de palmiddelen over een breedte kleiner dan die van de langsgleuf. 8303671 X • * -11-
7. Hief inrichting volgens één der conclusies 2-6, met het kenmerk, dat de zij flenzen voorzien zijn van buitenwaarts in hoofdzaak evenwijdig aan het juk reikende leiorganen, waarop aan het juk bevestigde nokken nauw aansluiten.
8. Hef inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het bovengelegen juk verend is verbonden met het buisvormige orgaan onder de bovenrand daarvan en de palmiddelen via een sleufgat in het buisvormige orgaan met de ronde paal zijn te koppelen, waarbij het sleufgat zodanig is uitgevoerd, dat dit een geleiding 10 voor het palmiddel vormt.
9. Hèfinrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat een geleidingselement volgens één der conclusies 2-7 aanwezig is.
10. Bef inrichting volgens één der conclusies 4-9, met het kenmerk, dat de opening in de plaat van het geleidingselement in de richting 15 van de paal taps toelopende zijranden heeft en het palmiddel voorzien is van corresponderend lopende zijrandgebieden.
11. Bef inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het palmiddel althans ter plaatse van het deel dat aan moet grijpen op de rand van de boring in de ronde paal een tonvormige 20 dwarsdoorsnede heeft, waarbij de vlakke delen van de doorsnede zich verticaal uitstrekken en de kromtestralen van de krommingen van die doorsneden gelijk zijn aan de kromtestraal van de boring in de ronde paal.
12. Hefinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het 25 kenmerk, dat naast het buisvormige orgaan een tweede buisvormig orgaan aanwezig is, dat de jukken met palmiddelen en de vijzelorganen omhult, aan de bovenzijde afdichtend is verbonden met het eerste buisvormige orgaan en rechtstreeks is verbonden met het platform.
13. Hefinrichting volgens één der conclusies 1-11, met het kenmerk, 30 dat het buisvormige orgaan middels daaraan bevestigde armen losmaakbaar is bevestigd aan het platform. 8303671
NL8303671A 1983-10-25 1983-10-25 Hefinrichting voor een platform met ronde palen. NL8303671A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8303671A NL8303671A (nl) 1983-10-25 1983-10-25 Hefinrichting voor een platform met ronde palen.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8303671 1983-10-25
NL8303671A NL8303671A (nl) 1983-10-25 1983-10-25 Hefinrichting voor een platform met ronde palen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8303671A true NL8303671A (nl) 1985-05-17

Family

ID=19842609

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8303671A NL8303671A (nl) 1983-10-25 1983-10-25 Hefinrichting voor een platform met ronde palen.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8303671A (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4899682A (en) * 1986-12-03 1990-02-13 Schlumberger Technology Corporation Catamaran-type semisubmersible drilling vessel for offshore drilling

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4899682A (en) * 1986-12-03 1990-02-13 Schlumberger Technology Corporation Catamaran-type semisubmersible drilling vessel for offshore drilling

Similar Documents

Publication Publication Date Title
DE69835042T2 (de) Hebegerät mit einem Gelenkausleger in Form eines Doppeparallelogramms
EP3880919B1 (en) Roadway barrier apparatus
EP2261097B1 (de) Gliederbrücke eines Übergangs zwischen zwei gelenkig miteinander gekuppelten Fahrzeugen
DE102006061596B4 (de) Sitzgleitgerät für ein Kraftfahrzeug
EP0956465B1 (de) Kettenglied mit einschiebbaren trennstegen
EP0217086A2 (de) Energieführungskette
US4544135A (en) Rig skidding system
RU2765183C1 (ru) Гидравлическое подъемное устройство с вертикальным подъемным перемещением для автомобилей и подобных транспортных средств
EP1669266A1 (de) Höhenverstellbare Stütze für Sattelanhänger oder dergleichen
DE19817701C2 (de) Hubtisch mit Oszillationsantrieb für eine Stranggießeinrichtung
NL8303671A (nl) Hefinrichting voor een platform met ronde palen.
EP3259491B1 (de) Energieführungskette für eine bearbeitungsmaschine zur werkstückbearbeitung
EP0115087B2 (de) Rolladenartige Abdeckung für Montagegruben
DE2904544B2 (de) Rückvorrichtung für hydraulische Schildausbaugestelle
EP0367893B1 (de) Einbaubohle für einen Strassenfertiger
CN111101444B (zh) 具有连接元件的桥梁悬伸部支架组件
DE3700692A1 (de) Schildausbaugestell, insbesondere fuer den elektrohydraulisch gesteuerten strebausbau
DE2604316C3 (de) Führungs- und Richteinrichtung für rückbare Ausbaugestelle
KR840001482B1 (ko) 브로우칭 머시인
DE3013288A1 (de) Mastanordnung bzw. mastausbildung fuer hubwagen bzw. hublader
EP0369095B1 (de) Einbaubohle für einen Strassenfertiger
EP0456072B1 (de) Vorrichtung zum Abstellen von Kraftfahrzeugen auf Plattformen
DE2729769C2 (nl)
NL8204869A (nl) Ondersteuningsinrichting voor een platform.
US4167998A (en) Arrangement for tensioning a gateway conveyor in a sloping gateway

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed