NL8303475A - Accumulerende bakkenelevator. - Google Patents

Description

Φ > Sji VO 5071 -i-

Accumulerende bakkenelevator.

De uitvinding heeft betrekking op een accumulerende elevator, in het bijzonder voor bakken of dergelijke transporthouders.

In het bijzonder betreft de uitvinding het transport van dergelijke bakken tussen op verschillende niveaus gelegen knooppunten in een 5 transportsysteem, waarbij een dergelijk knooppunt kan dienen voor routering van (gecodeerde) bakken, dan wel een afneemstation kan betreffen, waarvan men bakken uit het transportsysteem kan lichten om de inhoud daarvan te verwerken. Een voorbeeld van een dergelijk transportsysteem is het bij een postverwerkingsbedrijf transporteren 10 van met briefpost gevulde bakken naar verwerkingsruimten of expeditie-ruimten die op verschillende etages zijn gesitueerd.

Tot dusverre wordt de onderlinge verbinding tussen verschillende etages verzorgd door hellende transportbanden die, gezien de geringe toelaatbare helling daarvan, relatief veel plaats innemen.

15 De uitvinding beoogt een elevator waarbij dit bezwaar is ver meden en waarvan de werking ontkoppeld kan worden van de aanvoer aan de elevator en van de afvoer daarvan, hetgeen besturingstechnisch gunstig is.

Hiertoe verschaft de uitvinding een accumulerende elevator, 20 in het bijzonder voor bakken of dergelijke transporthouders, voorzien van een verticaal transporttraject insluitende stellen eindloze, om boven elkaar geplaatste wielen geslagen transportorganen welke elk zijn uitgerust met op afstand van elkaar geplaatste meenemers voor afzonderlijke bakken, welke meenemers in de naar elkaar toegekeerde 25 parten van elk stel transportorganen in het transporttraject reiken, waarbij in het transporttraject bakwaameemmiddelen werkzaam zijn, alsmede transportregelmiddelen die, aansprekend op signalen van de bak-waarneemmiddelen, het transport van bakken in het gehele transporttraject beperken tot een niveau, aansluitend op een waargenomen 30 stilstaande bak.

Niet alleen kan een dergelijke elevator in de onmiddellijke nabijheid van een verwerkingsplaats worden gesitueerd, maar ook behoeft bij stagnerende afvoer, de aanvoer van bakken niet direkt te worden onderbroken omdat de elevator zelf als tijdelijke tussenopslag van 35 bakken kan functioneren.

'V : .4 j -------- V * -2-

Het is bij de elevator volgens de uitvinding mogelijk bij een enkele aanvoer, op verschillende niveaus af te voeren, waarbij zodra door afvoer op een bepaald niveau opslagruimte in de elevator zelf ontstaat, deze ruimte automatisch kan worden opgevuld.

5 Een ander voordeel van de accumulerende bakkenelevator is, dat deze kan worden opgenomen in bestaande transportsystemen zonder dat bij de aanvoer en afvoer ingewikkelde aanpassingen nodig zijn.

In een uitvoeringsvorm van de uitvinding is de elevator gekenmerkt door een zich over het verticale transporttraject uitstrekkende 10 reeks van opeenvolgende afzonderlijk aandrijfbare stellen eindloze transportorganen, waarbij de effectieve transportbanen van de meenemers van verticaal opeenvolgende stellen transportorganen elkaar overlappen.

Aldus kan b.v. bij verticaal transport naar een hoger gelegen niveau een transportbak door de meenemers van het onderste stel eind-15 loze transportorganen worden aangevat en tot aan het hoogste, met dat stel transportorganen bereikbare niveau worden opgevoerd, alwaar een dergelijke bak door de meenemers van een direkt daar boven gelegen stel transportorganen wordt overgenomen, en aldus continu worden omhoog gebracht tot een afvroerniveau. In het geval dat afvoer om enigerlei 20 reden niet mogelijk is wordt dit waargenomen en wordt de aandrijving van de transportorganen op het afvoemiveau onderbroken.

De aldus in dit stel transportorganen stilstaande bak wordt waargenomen en een volgende bak wordt niet verder opgevoerd dan tot aan het niveau van het voorafgaande stel transportorganen.

25 Een constructief eenvoudige overlappingsconstructie is die waar bij elk stel transportorganen bestaat uit vier kettingen die paarsgewijze aan weerszijden van het verticale transporttraject zijn opgesteld, waarbij de kettingen van in het transporttraject opeenvolgende paren zijdelings zijn versprongen zodat zij althans gedeeltelijk tussen de 30 kettingen van een opvolgend kettingenpaar kunnen reiken.

In deze uitvoeringsvorm kunnen de transportregelmiddelen worden gevormd door stuurmiddelen van de afzonderlijke stellen transportorganen, een en ander zodanig dat de aandrijving van een transportorganenstel wordt gestaakt zodra een door dat stel gedragen bak en een door een 35 in de transportrichting opvolgend transportorganenstel gedragen, stilstaande bak door de bakwaameemmiddelen worden waargenomen.

r-v ^ „ .

9 .» -3-

In een andere uitvoeringsvorm van de accumulerende elevator is deze voorzien van eindloze transportorganen die zich over het gehele verticale transporttraject of althans een groot gedeelte daarvan uitstrekken en zijn de bakmeenemers uitgevoerd als verende nokken die, 5 zodra een getransporteerde bak weerstand ontmoet, langs deze bak kunnen glijden en verder over het transporttraject verdeeld, bestuurbare bakvangmiddelen zijn opgesteld welke worden geactiveerd zodra op een in de transportrichting opvolgend niveau een stilstaande bak is waargenomen . In deze uitvoeringsvorm blijven de transportorganen derhalve 10 constant in beweging en wordt het al dan niet verder transporteren van bakken gestuurd via de bestuurbare bakvangmiddelen.

In een constructief betrouwbare uitvoeringsvorm worden de bakvangmiddelen gevormd door een samenstel van verende vangnokken, die bakken in een richting doorlaten en in de andere richting tegengehouden en ge-15 stuurd uitschuifbare tegenhoudpallen- In deze uitvoeringsvorm worden, zodra een stilstaande bak wordt waargenomen, de tegenhoudpallen op het in de transportrichting voorafgaande niveau uitgeschoven, zodat een volgende bak op dat niveau gefixeerd blijft en de, de bak op dit niveau gebracht hebbende bakmeenemers verliezen dan het dragende contact 20 met de bak en glijden over deze en volgende stilstaande bakken.

Ter verduidelijking van de uitvinding zullen, onder verwijzing naar de tekening, enige uitvoeringsvoorbeelden van de accumulerende elevator worden beschreven.

Fig. 1 en 2 tonen, in vooraanzicht en in eindaanzicht, een eerste 25 uitvoeringsvorm van de accumulerende bakkenelevator,* fig. 3 is een gedeeltelijk opengewerkt perspectief aanzicht van de bakkenelevator in een tweede uitvoeringsvorm; fig. 4 toont de ruimtelijke opstelling van de bakvangmiddelen en de verende meenemers van de transportorganen in de uitvoeringsvorm 30 van fig. 3; fig. 5 toont in detail de besturing van de tegenhoudpallen; en fig. 6 toont in detail een afhouder voor de verende meenemers van de transporthouders, eveneens in de uitvoeringsvorm volgens fig. 3. Volgens de tekening, in het bijzonder fig. 1 en 2, is de bakken-35 elevator voorzien van een freem 1, waarin zijn opgesteld een aanvoer-band 2 voor bakken 3, welke volgens een met T aangegeven transporttraject moeten worden opgevoerd naar een afvoertransportmiddel 4.

«**=··' - ;

O O : 0 V «' :-J

. ΐ -4-

Het verticale transport over het traject T wordt verzorgd door stellen eindloze kettingen 5, 5', 6, 6'.... 10, 10' (zie fig. 1), waarbij elk stel kettingen wordt gevormd door tegenover elkaar liggende kettingparen 5, 5a en 5', 5a', enz. (zie fig. 2). De kettingparen 5 5, 5a zijn zijdelings versprongen ten opzichte van de kettingenparen 6, 6a die weer zijdelings zijn versprongen ten opzichte van de kettingenparen 7, 7a, enz. en de boveneinden van de kettingenparen 5, 5a reiken tussen de benedeneinden van de kettingenparen 6, 6a, waarvan de boveneinden weer voorbij de benedeneinden reiken van de 10 kettingenparen 7, 7a.

Alle kettingen zijn uitgerust met meenemers 11 en door de onderlinge positionering van de kettingenparen overlappen de trajecten van de meenemers 11 van de kettingenparen 5, 5a die van de kettingenparen 6, 6a enz.

15 De kettingenstellen 5, 5a; 5', 5a'----10,10a; 10', 10a' zijn uitgerust met afzonderlijke aandrijvingen 12 waarvan eindloze aandrijf-organen 13 zodanig in werkzame aangrijping zijn met de bovenste keer-wielen van de transportkettingenstellen dat in de naar het transport-” traject T toegekeerde„parten de meenemers 11 van alle kettingen omhoog 20 bewegen. Het is duidelijk dat bij transport omlaag de meenemers 11 ook omlaag kunnen worden bewogen.

De aandrijforganen 13 zijn met de bovenste keerwielen van de resp. kettingen verbonden via aandrijfwielen 14.

De elevator is verder voorzien van bakwaameemmiddelen, b.v.

25 fotocellen 15.

De werking van de accumulerende bakkenelevator is als volgt:

Op de aanvoertransporteur 2 toegevoerde bakken kunnen door de meenemers 11 van de onderste transportkettingenstellen 5, 5' worden opgevoerd tot een niveau, gelegen boven de benedeneinden van de 30 transportkettingenstellen 6, 6', alwaar een dergelijke bak door de meenemers van de transportkettingen 6, 6' wordt overgenomen.

Deze overname kan geschieden doordat de meenemers 11 van de transportkettingen 6, 6' in het benedendeel daarvan binnenwaarts naar het transporttraject T zijn gericht op het moment dat een bak door de 35 meenemers 11 van de daaronder liggende transportkettingen 5, 5' omhoog is gebracht. Bij voortbeweging van de meenemers 11 van de kettingen 5, 5' deponeren deze de bak op de meenemers 11 van de transportkettingen Ö ΰ ^ / 3 ί c -5- 6, 61. Aldus kan door onderlinge overname een bak continu naar het niveau van de afvoer 1 worden opgevoerd. Kan afvoer op een bepaald moment niet plaatsvinden dan bevindt zich bij het boveneinde van de kettingen 10, 10'.een stilstaande bak hetgeen door een op dat niveau 5 werkzame fotocel wordt waargenomen. Ce aandrijving 12 van deze kettingen 10, 10’ wordt dan stilgezet zodat een door de daaronder liggende trans-portkettingenstellen 9, 9' opgevoerde bak niet verder komt dan het benedenniveau van de transportkettingenstellen 10, 10' . Ook deze bak wordt waargenomen en een volgende opgevoerde bak komt weer niet hoger 10 dan het benedeneinde van de transportkettingenstellen 9, 9' enz. enz.

Zodra de afvoer 4 weer in werking treedt en de bij het boveneinde van de transportkettingenstellen 10, 10' stilstaande bak wordt afgevoerd, wordt dit door de bijbehorende bakwaameemmiddelen gesignaleerd en wordt de aandrijving van de transportkettingenstellen 10, 10' en van de 15 daaronder liggende kettingenstellen weer in werking gesteld.

Bij afvoer van een bak op een tussenliggend niveau, b.v. van een bak die zich bij de benedeneinden van de transportkettingenstellen 8, 8' bevindt, wordt dit gesignaleerd en wordt de aandrijving van de * onderliggende transportkettingenstellen in werking gesteld om de 20 leeggekomen plaats weer in te nemen.

De accumulerende bakkenelevator volgens de uitvinding werkt volkomen automatisch als buffer tussen de aanvoer 2 en de afvoer 4.

In de uitvoeringsvorm volgens de fign. 3-6 is de bakkenelevator wederom voorzien van een freem 16, een invoer 17 en een afvoer 18.

25 In het freem 16 zijn zich continu over het gehele transporttraject T uitstrekkende eindloze kettingen 18 gelegerd met meenemers 19, terwijl in het freem over het traject T verdeeld, bakvangmiddelen 20 zijn opgesteld. Ook in deze uitvoeringsvorm wordt gebruik gemaakt van enigerlei vorm van bakwaarneemmiddel, b.v. (niet afgeheelde) fotocellen.

30 Voor meer details van de kettingmeenemers 19 en de bakvang middelen 20 wordt verwezen naar de fign. 4 en 5.

De kettingmeenemers 19 zijn voorzien van in een huis 21 horizontaal inverende nokken 22 welke zodra zij een weerstand ontmoeten tegen veerkracht in, in het huis 21 kunnen worden teruggeduwd. Dit 35 terugduwen kan ook geschieden met behulp van meeneempallen 23, waarop later zal worden ingegaan.

o - j J j ü ------_ • , -6-

Bij continu bewegende kettingen 18 kunnen de meenemers 19 zodra zij een bak 3 ontmoeten, deze mee omhoog nemen, echter zodra de bak 3 op een bepaald niveau door vangmiddelen 20 wordt gearreteerd, worden de nokken 22 in de bijbehorende huizen 21 teruggeduwd en glijdt de 5 ketting verder over de dan stilstaande bak 3.

Voor het tot stilstand brengen van een bak 3 wordt gebruik gemaakt van vangmiddelen 20, elk voorzien van verende vangnokken 24 die zodanig zijn afgeschuind dat zij door een passerende nok horizontaal kunnen worden teruggeduwd in een bijbehorend huis 25. Bij beweging 10 van de bak in de andere richting stuit deze op een vlak deel van de nok 24 en.wordt aldus op het niveau gevangen.

Teneinde op.het betreffende niveau verder transport van een bak 3 door de ketting 18 te verhinderen zijn de vangmiddelen 20 nog uitgerust met bestuurd uitschuifbare tegenhoudpallen 26. Voor het 15 sturen van de nokken 26 dient een op afstand bedienbare cilinder 27.

Bij het ondereinde van het transporttraject T bevindt zich een af-houder 28 die door een cilinder, waarvan de hartlijn met 29 is aangegeven, uit de in fig. 4 af geheelde stand, waarin de afhouder 28 werkzaam is * voor het door aangrijping op de bijbehorende pallen 23, in de huizen 21 20 terugduwen van kettingmeenemernokken 22, kan worden gekipt naar een onwerkzame stand. De afhouder 28 zoals afgebeeld in fig. 4 dient voor het verhinderen van het meenemen van een aangevoerde bak 3 indien het transporttraject T geheel is gevuld met daarin geaccumuleerde bakken.

Bij het boveneinde van het transporttraject bevindt zich een 25 vaste stuitnok 30 en is een kettingafhouder 31 aangebracht welke verder transport van bakken naar hogere niveaus absoluut verhindert.

De accumulerende bakkenelevator in de uitvoeringsvorm volgens fig. 3-6 werkt als volgt:

Door het aanvoertransport 17 onder in het transporttraject T 30 gedeponeerde bakken 3 worden door de verende meenemers 22 van de trans-portkettingen 18 omhoog meegevoerd, waarbij alle bestuurde tegenhoudpallen 26 aanvankelijk zijn ingetrokken.

Een opgevoerde bak bereikt uiteindelijk de vaste stuitnok 30 aan het boveneinde van het transporttraject T en wordt door de 35 kettingmeenemers 19 niet verder meegenomen. Het omlaag vallen van de bak 3 wordt verhinderd door de verende vangnokken 24. In de in fig. 4 f* Λ ·- - -y v* u v 'ij -j £v j 0 -7- — ** J* afgeteelde stand bevindt de afhouder 31 zich in de baan van de mee-neempallen 23 van alle kettingmeenemers 19. De nokken 22 worden daardoor buiten bereik van een meegenomen en op de vangnokken 24 rustende bak 3 gebracht.

5 Zodra een bak 3 op het bovenste niveau van het transporttraject T stilstaat en niet door al daar aanwezig afvoertransport wordt meegenomen, wordt dit gesignaleerd. Aansprekend op dit signaal worden de tegenhoudpallen 26 op het direkt daaronder gelegen niveau uitgeschoven zodat de volgende bak op dit niveau blijft steken en op de bijbehorende 10 vangnokken 24 komt te rusten. Ook dit wordt gesignaleerd en doorgegeven aan onderliggende niveaus. Zodra ergens in het transporttraject T ruimte vrij keent door afvoer van een bak hetzij vanaf het bovenste niveau, hetzij vanaf een tussenliggend niveau, wordt dit wederom waargenomen en de aldus vrijgekomen ruimte wordt gevuld door de onderis liggende tegenhoudpallen 26 in te trekken zodat de meenemers 19 van de continu bewegende kettingen 18 wederom vat op de betreffende bakken 3 krijgen.

De afhouder 28 onder .in fig. 4 dient er voor om de meenemers op afstand te houden van een bak ,3 welke door de aanvoer 17 onder in 20 het transporttraject T is gebracht echter door volledige vulling van dit traject niet omhoog mag worden getransporteerd. De afhouder 28 wordt buiten werking gesteld 2odra ergens boven in het traject ruimte vrijkomt zodat een op het niveau van de afhouder 28 stilstaande bak 3 met alle bovenliggende bakken tot aan de vrije ruimte onder opvulling 25 van de vrije ruimte opschuiven.

Het is duidelijk dat de uitvinding niet is beperkt tot de weergegeven uitvoeringsvoorbeelden en dat varianten binnen het raam van de uitvinding mogelijk zijn. Zo is het ook mogelijk met de elevatoren volgens de uitvinding omlaag te transporteren.

8 0 ü J 4 7 D

- Λ

Claims (6)

1. Accumulerende elevator, in het bijzonder voor bakken of dergelijke transporthouders, voorzien van een verticaal transporttraject insluitende stellen eindloze, om boven elkaar geplaatste wielen geslagen transportorganen welke elk zijn uitgerust met op afstand van el- 5 kaar geplaatste meenemers voor afzonderlijke bakken, welke meenemers in de naar elkaar toegekeerde parten van elk stel transportorganen in het transporttraject reiken, waarbij in het transporttraject bakwaar-neemmiddelen werkzaam zijn, alsmede transportregelmiddelen zijn aangebracht, die aansprekend op signalen van de bakwaameemmiddelen het 10 transport van bakken in het gehele transporttraject beperken tot een niveau, aansluitend op een waargenomen stilstaande bak.

2. Elevator volgens conclusie 1 gekenmerkt door een zich over het verticale transporttraject uitstrekkende reeks van opeenvolgende afzonderlijk aandrijfbare stellen eindloze transportorganen, waarbij 15 de effectieve transportbaan van de meenemers van verticaal opeenvolgende stellen transportorganen elkaar overlappen.

3. Elevator volgens conclusie 2 met het kenmerk, dat elk stel transportorganen bestaat uit vier kettingen die paarsgewijze aan weerszijden van het verticale transporttraject zijn opgesteld, waarbij de 20 kettingen van in het transporttraject opeenvolgende paren zijdelings zijn versprongen zodat zij althans gedeeltelijk tussen de kettingen van een opvolgend kettingenpaar kunnen reiken.

4. Elevator volgens conclusie 2 of 3 met het kenmerk, dat de transportregelmiddelen worden gevormd door stuurmiddelen van de afzonderlijke 25 stellen transportorganen, een en ander zodanig dat de aandrijving van een transportorganenstel wordt gestaakt zodra een door dat stel gedragen bak en een door een in de transportrichting opvolgend transportorganenstel gedragen, stilstaande bak door de bakwaameemmiddelen worden waargenomen.

5. Elevator volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de eindloze transportorganen zich over het gehele verticale transporttraject of althans een groot gedeelte daarvan uitstrekken en de bakmeenemers zijn uitgevoerd als verende nokken die, zodra een getransporteerde bak weerstand ontmoet, langs deze bak kunnen glijden, verder over 35 het transporttraject verdeeld, bestuurbare bakvangmiddelen zijn ~ . -·« ·*> •rs ... · ) O - -J “/ ' jm -9- opgesteld welke worden geactiveerd zodra op een in de transportrichting opvolgend niveau een stilstaande bak is waargenomen.

6. Elevator volgens conclusie 5 met het kenmerk, dat de bakvang-middelen worden gevormd door een samenstel van verende vangnokken, 5 die bakken in een richting doorlaten en in de andere richting tegenhouden en gestuurd uitschuifbare tegenhoudpallen. * 8 " - ~ : 7 ; v V' J D _____Λ