NL8802777A - Inrichting voor het verzamelen van eieren. - Google Patents
Inrichting voor het verzamelen van eieren. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8802777A NL8802777A NL8802777A NL8802777A NL8802777A NL 8802777 A NL8802777 A NL 8802777A NL 8802777 A NL8802777 A NL 8802777A NL 8802777 A NL8802777 A NL 8802777A NL 8802777 A NL8802777 A NL 8802777A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- egg
- egg conveyor
- conveyor
- eggs
- compartments
- Prior art date
Links
- 235000013601 eggs Nutrition 0.000 title claims abstract description 345
- 230000001174 ascending effect Effects 0.000 claims 1
- 230000007246 mechanism Effects 0.000 abstract description 3
- 230000004308 accommodation Effects 0.000 abstract 2
- 241000287828 Gallus gallus Species 0.000 description 3
- 235000013330 chicken meat Nutrition 0.000 description 3
- 238000010276 construction Methods 0.000 description 2
- 210000003746 feather Anatomy 0.000 description 2
- 239000000463 material Substances 0.000 description 2
- 238000005096 rolling process Methods 0.000 description 2
- 230000032258 transport Effects 0.000 description 2
- 230000001419 dependent effect Effects 0.000 description 1
- 239000000428 dust Substances 0.000 description 1
- 238000000926 separation method Methods 0.000 description 1
- 230000007704 transition Effects 0.000 description 1
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01K—ANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
- A01K31/00—Housing birds
- A01K31/14—Nest-boxes, e.g. for singing birds or the like
- A01K31/16—Laying nests for poultry; Egg collecting
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01K—ANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
- A01K31/00—Housing birds
- A01K31/14—Nest-boxes, e.g. for singing birds or the like
- A01K31/16—Laying nests for poultry; Egg collecting
- A01K31/165—Egg collecting or counting
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Birds (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Zoology (AREA)
- Animal Husbandry (AREA)
- Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
- Housing For Livestock And Birds (AREA)
- Wrapping Of Specific Fragile Articles (AREA)
- Processing Of Meat And Fish (AREA)
- Sampling And Sample Adjustment (AREA)
- Attitude Control For Articles On Conveyors (AREA)
- Meat, Egg Or Seafood Products (AREA)
- Intermediate Stations On Conveyors (AREA)
- Specific Conveyance Elements (AREA)
Description
Korte aanduiding: Inrichting voor het verzamelen van eieren.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het verzamelen van eieren in legbatterijen voor kippen.
In moderne legbatterijen voor kippen strekken zich vóór de kooien waarin de kippen worden gehouden eierverzamel- en transportbanden uit voor het automatisch transporteren van de eieren vanaf de kooien naar een verzamelpunt. Aangezien de kooien in vertikaal boven elkaar liggende niveau's zijn opgesteld, liggen de eiertransportbanden eveneens in hoofdzaak vertikaal boven elkaar. Daarom is het nodig een verzamelmechanisme aan te brengen dat de eieren op verschillende niveau's opneemt. Het mechanisme transporteert de eieren dan naar een afvoertransporteur die zich meestal dwars op de lengterichting van de transportbanden uitstrekt en die de eieren naar een centrale verwerkingsplaats transporteert.
Voor het overbrengen van de eieren vanaf de boven elkaar gelegen eiertransportbanden naar de eierafvoerband zijn verschillende inrichtingen bekend, bijvoorbeeld de inrichting zoals beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 4199051. Deze bekende inrichting omvat een in hoofdzaak vertikaal opgestelde, eindloze eiertransporteur die aan de boven- en onderzijde over omkeerorganen wordt geleid. De transporteur is voorzien van in langsrichting van de transporteur aansluitend achter elkaar aangebrachte en in dwarsrichting van de transporteur gezien in hoofdzaak U-vormige en naar de buitenzijde toe open eieropneemorganen die zich over de breedte van de transporteur uitstrekken. Het ene part van de transporteur beweegt omhoog langs de uiteinden van de eiertransportbanden, waarbij de door de eiertransportbanden aangevoerde eieren in de opneemorganen kunnen worden opgenomen. De in de opneemorganen opgenomen eieren worden over het bovenste omkeerorgaan geleid en aan de andere zijde door het omlaag bewegende part van de eiertransporteur naar beneden gevoerd. Naast het naar beneden bewegende part van de eiertransporteur is een eierafvoerband opgesteld en via een speciaal uitneemorgaan worden de eieren uit de opneemorganen van de transporteur overgebracht op de eierafvoerband en door de eierafvoerband verder getransporteerd.
Het nadeel van de bekende inrichting is gelegen in het feit dat door verschillende eiertransportbanden toegevoerde eieren in eenzelfde opneemorgaan van de eiertransporteur terecht kunnen komen. Dit kan leiden tot beschadiging van de eieren doordat de eieren in het opneemorgaan tegen elkaar aan stoten. Dit probleem treedt in het bijzonder op wanneer de eiertransportbanden vertikaal boven elkaar liggen en de door deze eiertransportbanden aangevoerde eieren nagenoeg op dezelfde plaats in het opneemorgaan terecht zouden komen.
De onderhavige uitvinding heeft tot doel dit probleem te ondervangen en een inrichting voor het verzamelen van eieren te verschaffen waarbij de kans op beschadiging van de eieren tot een minimum is beperkt en die bovendien eenvoudig van opbouw is.
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt door een inrichting voor het overbrengen van eieren vanaf een aantal boven elkaar gelegen eiertransportbanden naar een eierafvoerband, omvattende een in hoofdzaak vertikaal opgestelde eindloze eiertransporteur die aan de boven- en onderzijde over omkeerorganen wordt geleid, en die voorzien is van in langsrichting van de eiertransporteur aansluitend achter elkaar aangebrachte en in dwarsrichting van de eiertransporteur gezien in hoofdzaak U-vormige en naar de buitenzijde toe open eieropneemorganen die zich over de breedte van de eiertransporteur uitstrekken, welke inrichting gekenmerkt wordt doordat de eieropneemorganen door middel van scheidingsorganen zijn verdeeld in een aantal afzonderlijke naast elkaar liggende vakken, waarbij de scheidingsorganen in langsrichting van de eiertransporteur achter elkaar liggen en de breedte van de vakken zodanig is, dat in elk vak slechts één ei past.
Door deze maatregelen worden een aantal in dwarsrichting van de eiertransporteur naast elkaar liggende rijen in bewegingsrichting van de eiertransporteur achter elkaar liggende vakken gevormd, waarbij in elk vak slechts één ei past. De eieren liggen in de eieropneemorganen van elkaar gescheiden door de scheidingsorganen en de eieren kunnen dus niet meer beschadigd worden doordat ze tegen elkaar aanstoten.
Het doel van de uitvinding wordt eveneens bereikt door een inrichting voor het verzamelen van eieren omvattende een aantal boven elkaar gelegen eiertransportbanden, een eierafvoerband en een tussen de eiertransportbanden en de eierafvoerband opgestelde inrichting voor het overbrengen van eieren vanaf de eiertransportbanden naar de eierafvoerband, omvattende een in hoofdzaak vertikaal opgestelde eindloze eiertransporteur die aan de boven- en onderzijde over omkeerorganen wordt geleid, een eerste part bezit dat langs de uiteinden van eiertransportbanden omhoog kan bewegen en een tweede part dat langs de eierafvoerband omlaag kan bewegen en voorzien is van in langsrichting van de eiertransporteur aansluitend achter elkaar aangebrachte en in dwarsrichting van de eiertransporteur gezien in hoofdzaak U-vormige en naar de buitenzijde toe open eieropneemorganen die zich over de breedte van de eiertransporteur uitstrekken, welke inrichting gekenmerkt wordt doordat de eieropneemorganen door middel van scheidingsorganen zijn verdeeld in een aantal afzonderlijke naast elkaar liggende vakken, waarbij de scheidingsorganen in langsrichting van de eiertransporteur achter elkaar liggen en de breedte van de vakken zodanig is, dat in elk vak slechts één ei past, en dat de eiertransporteur zodanig is opgesteld dat de door een bepaalde eiertransportband aangevoerde eieren slechts kunnen worden opgenomen in één bepaalde rij in langsrichting van de eiertransporteur achter liggende vakken.
Met deze inrichting kan een hoge eierverzamelcapaciteit worden bereikt, doordat de door verschillende eiertransportbanden aangevoerde eieren gelijktijdig in verschillende naast elkaar liggende rijen vakken worden opgenomen. Voorts is er voor ieder aangevoerd ei altijd een vrij vak beschikbaar, zodat er geen wachttijden ontstaan en er geen gevaar bestaat dat door een eiertransportband aangevoerde eieren tegen wachtende eieren stoten. Ook is het mogelijk om de door een bepaalde eiertransportband aangevoerde eieren afzonderlijk te tellen.
In het bijzonder staat in het geval dat de eiertransportbanden vertikaal boven elkaar zijn gelegen, de eiertransporteur in een vlak evenwijdig aan het vlak door het eerste part van de eiertransporteur schuin ten opzichte van de vertikaal, en wel onder een zodanige hoek dat de eieren van twee boven elkaar gelegen eiertransportbanden in twee naast elkaar liggende rijen vakken van de eiertransporteur terecht komen.
Verdere kenmerken van de inrichting volgens de uitvinding zijn vastgelegd in de afhankelijke conclusies en worden nader toegelicht in het hierna volgende uitvoeringsvoorbeeld aan de hand van de tekening, waarin: figuur 1 een schematisch aanzicht is van een inrichting voor het verzamelen van eieren volgens de uitvinding, figuur 2 een aanzicht in perspectief is van twee eiertransporteurs en een eierafvoerhand, figuur 3 een vooraanzicht is van de inrichting van figuur 2 in de richting van de pijl III, waarbij de eierafvoerband is weggelaten, figuur 4 een aanzicht is van een gedeelte van de eiertransporteur voor een inrichting volgens de uitvinding, figuur 5 een aanzicht is volgens de lijn V-V in figuur 4, figuur 6 een aanzicht is volgens de lijn VI-VI in figuur 4, figuur 7 een aanzicht in axiale richting en gedeeltelijk in doorsnede volgens de lijn VII-VII in figuur 8 van de bovenste omkeerrol van de eiertransporteur, figuur 8 een aanzicht volgens de lijn VIII-VIII in figuur 7, figuur 9 een bovenaanzicht is van een tussen een eier-transportband en de eiertransporteur geplaatste overbreng-eenheid en figuur 10 een aanzicht is volgens de lijn χ-χ in figuur 9.
In figuur 1 is een inrichting voor het verzamelen van eieren volgens de uitvinding weergegeven.
De weergegeven inrichting omvat vier boven elkaar gelegen eiertransportbanden 1 t/m 4. Met behulp van deze eiertransportbanden kunnen eieren vanuit een legbatterij, omvattende vier boven elkaar geplaatste rijen kooien 5 t/m 8 waarin zich hennen bevinden, naar een inrichting worden getransporteerd waarin de eieren verder worden behandeld. In figuur 1 is een dergelijke inrichting in zijn algemeenheid met het verwij-zingscijfer 9 aangegeven. In figuur 1 is verder een eieraf-voerband 10 weergegeven alsmede een tussen de eiertransportbanden 1 t/m 4 en de eierafvoerhand 10 opgestelde inrichting II voor het overbrengen van de eieren vanaf de eiertransportbanden 1 t/m 4 naar de eierafvoerhand 10.
In figuur 2 zijn in perspectief twee naast elkaar geplaatste inrichtingen 9a en 9b voor het verder behandelen van door eiertransportbanden aangevoerde eieren weergegeven. Tevens zijn twee eiertransporteurs 11a en 11b en de eieraf-voerband 10 getekend, waarop een bekende eiergeleide-plaat 10' is aangebracht om te voorkomen dat eieren die van de eiertransporteur 11a af komen in aanraking komen met eieren die van de eiertransporteur 11b af komen.
In het in figuur 3 weergegeven aanzicht volgens de pijl III in figuur 2 zijn eveneens de inrichtingen 9a en 9b en de eiertransporteurs 11a en 11b weergegeven.
In figuur 2 en 3 zijn de eiertransporteurs 11a en 11b schuin opgesteld om hierna nog nader te noemen redenen.
Elke eiertransporteur 11 is in hoofdzaak vertikaal opgesteld en uitgevoerd als een eindloze transporteur die aan de boven- en onderzijde over omkeerrollen 12 en 13 wordt geleid. De eiertransporteur 11 is voorzien van in langsrieh-ting van de transporteur aansluitend achter elkaar aangebrachte eieropneemorganen 14 die zich over de breedte van de eiertransporteur 11 uitstrekken. In dwarsrichting van de eiertransporteur 11 gezien zijn de eieropneemorganen 14 in hoofdzaak ü-vormig en naar de buitenzijde toe open. Het aan de zijde van de uiteinden van de eiertransportbanden 1 t/m 4 gelegen eerste part 15 van de eiertransporteur 11 beweegt tijdens bedrijf omhoog en het aan de andere zijde gelegen tweede part 16 van de eiertransporteur 11 beweegt langs de eierafvoerhand 10 naar beneden. Door de eiertransportbanden 1 t/m 4 aangevoerde eieren worden in de eieropneemorganen 14 van het naar boven bewegende part 15 van de eiertransporteur 11 opgenomen, over de bovenste omkeerrol 12 getransporteerd en ter plaatse van de afvoerhand 10 uit de opneemorganen 14 van het naar beneden bewegende part 16 van de eiertransporteur genomen. Daartoe is ter plaatse van de eierafvoerband 10 een op zich bekende uitneemplaat 17 aangebracht die voorzien is van vingers waarmee de eieren uit de opneemorganen 14 worden genomen. De eieren rollen daarbij over de plaat 17 op de eierafvoerband 10.
De eieropneemorganen 14 van elke eiertransporteur 11 zijn door middel van scheidingsorganen 18 verdeeld in een aantal afzonderlijke, naast elkaar liggende vakken 19, zoals in figuur 2 en 3 is aangegeven. De scheidingsorganen 18 liggen in langsrichting van de eiertransporteur 11 achter elkaar, zodat een aantal naast elkaar liggende rijen A, B, C en D in langsrichting van de eiertransporteur 11 achter liggende vakken 19 worden gevormd. De breedte van de vakken 19 is zodanig dat in elk vak 19 slechts één ei past. Bij de in figuur 2 en 3 weergegeven uitvoeringsvorm zijn in elke transporteur 11 vier (A, B, C, D) van dergelijke rijen vakken 19 gevormd.
Dit aantal komt overeen met het aantal boven elkaar liggende eiertransportbanden 1 t/m 4.
Door de opneemorganen 14 in afzonderlijke vakken 19 te verdelen, waarbij in elk vak 19 slechts één ei past, wordt ervoor gezorgd dat de in de eieropneemorganen terecht komende eieren elkaar niet kunnen raken, zodat geen beschadigingen ontstaan door het op elkaar stoten van de eieren.
Tevens kan door een op de plaatsing van de eiertransportbanden 1 t/m 4 aangepaste opstelling van de eiertransporteur 11 ervoor worden gezorgd dat door een bepaalde eiertransportband aangevoerde eieren slechts kunnen worden opgenomen in één bepaalde rij in langsrichting van de transporteur 11 achter elkaar liggende vakken 19. In de in figuur 2 en 3 weergegeven uitvoeringsvorm zijn de eiertransportbanden 1 t/m 4 vertikaal boven elkaar geplaatst. In het aanzicht van figuur 3 is de plaats van de transportbanden 1 t/m 4 aangegeven door middel van de zwarte vakken 1', 2', 3', resp. 4'. Door de eiertransporteur 11 schuin te zetten en wel zodanig dat de eiertransportbanden 1, 2, 3, 4 tegenover de met A, B, C, resp. D aangegeven rijen vakken 19 van de eiertransporteur 11 komen te liggen, wordt bewerkstelligd dat de door de eiertransportband 1 aangevoerde eieren uitsluitend in de vakken van rij A, de door de eiertransportband 2 aangevoerde eieren uitsluitend in de vakken van rij B, de door de eiertransportband 3 aangevoerde eieren uitsluitend in de vakken van rij C en door de eiertransportband 4 aangevoerde eieren uitsluitend in de vakken van rij D terecht komen. Dit geeft de mogelijkheid om de door elk van de eiertransportbanden 1, 2, 3 en 4 aangevoerde eieren afzonderlijk te tellen, en wel door het aanbrengen van een eierteller ter plaatse van elk van derijen A, B, C en D. Bovendien wordt een hoge eierverzamelcapaciteit bereikt, doordat de door de eiertransportbanden 1, 2, 3, 4 aangevoerde eieren gelijktijdig in de naast elkaar liggende rijen vakken A, B, C, D worden opgenomen. Voorts is er voor ieder aangevoerd ei altijd een vrij vak 19 beschikbaar, zodat er geen wachttijden ontstaan en er geen gevaar bestaat dat door een eiertransportband aangevoerde eieren op wachten eieren stoten.
Indien de eiertransportbanden 1 t/m 4 niet vertikaal boven elkaar zijn geplaatst, maar bijvoorbeeld in een zogenaamde pyramidevorm, dat wil zeggen in horizontale richting ten opzichte van elkaar versprongen, zodanig dat bij twee naast elkaar opgestelde legbatterijen eenheden (zoals in figuur 2 en 3) de bovenste eiertransportbanden 4 van de beide legbatterijen het dichtst bij elkaar liggen en de onderste eiertransportbanden 1 het verst uit elkaar liggen, zal de stand van de eiertransporteurs 11a en 11b zodanig zijn aangepast dat ook dan weer de door de eiertransportbanden 1 t/m 4 aangevoerde eieren in de vakken 19 van de rijen A, B, C resp.
D terecht komen. In het bijzondere geval dat de eiertransportbanden 1 t/m 4 in horizontale richting over een afstand ter grootte van de hartafstand tussen twee naast elkaar liggende rijen vakken ten opzichte van elkaar versprongen zijn, zal de eiertransporteur in een aanzicht volgens figuur 3 gezien vertikaal zijn opgesteld.
In figuur 4 t/m 6 is een gedeelte van een voorkeursuitvoeringsvorm van een eiertransporteur 11 van een inrichting volgens de uitvinding weergegeven. De eiertransporteur 11 is samengesteld uit in langsrichting van de eiertransporteur 11 achter elkaar en in dwarsrichting van de eiertransporteur op afstand naast elkaar aangebrachte elementen 20 en daartussen aangebrachte scheidingselementen 21. De elementen 20 zijn in hocfdzaak L-vormig. De L-vormige elementen 20 en de scheidingselementen 21 zijn in langsrichting van de eiertransporteur 11 als schalmen van een schalmenketting scharnierend met elkaar verbonden door middel van zich tenminste over de breedte van de eiertransporteur 11 uitstrekkende scharnierpennen 22.
Elk L-vormig element is ter plaatse van het vrije einde van één van de benen 23 voorzien van een loodrecht op het vlak van het element staande bus 24 die zich naar één zijde van het L-vormige element uitstrekt en voorzien is van een boring met een iets grotere diameter dan de diameter van de scharnierpennen 22. Ter plaatse van de overgang van het ene been 23 van het L-vormige element 20 naar het andere been 25 van het L-vormige element is het L-vormige element eveneens voorzien van een loodrecht op het vlak van het element staande bus 26 die zich aan de andere zijde van het L-vormige element uitstrekt en eveneens voorzien is van een boring met een diameter die iets groter is dan de diameter van de scharnierpennen 22. Het vrije eindgedeelte 27 van het been 23 van het element 20 is over een afstand die gelijk is aan de dikte van het L-vormige element 20 naar de ene zijde van het element 20 versprongen. Daardoor kunnen de benen 23 van de L-vormige elementen 20 wanneer ze door middel van de scharnierpennen 22 die door de boringen in de bussen 24 en 26 steken, in langsrichting van de eiertransporteur 11 precies achter elkaar liggen.
De scheidingselementen 21 bestaan uit een basisdeel 28 dat in hoofdzaak dezelfde vorm heeft als het ene been 23 van de L-vormige elementen 20, en een met dit basisdeel 28 één geheel vormend roostervormig deel 29. De scheidingselementen 21 zijn analoog aan de L-vormige elementen 20 voorzien van bussen 30 en 31 waarin boringen zijn aangebracht met een iets grotere diameter dan de diameter van de scharnierpennen 22.
Ook de scheidingselementen liggen in langsrichting van de eiertransporteur 11 precies achter elkaar.
De eiertransporteur 11 van de in figuur 2 en 3 weergegeven inrichting, bestaat uit L-vormige elementen 20 en scheidingselementen 21, waarbij steeds naast twee naast elkaar liggende uit L-vormige elementen 20 gevormde kettingen aan beide zijden steeds een uit scheidingselementen 21 gevormde ketting is gelegen. Aldus worden door de L-vormige elementen 20 en de scheidingselementen 22 telkens vakken 19 gevormd met zodanige afmetingen dat in elk vak 19 slechts één ei 32 past.
Opgemerkt wordt dat het in figuur 4 t/m 6 weergegeven gedeelte van de eiertransporteur 11 een deel is van het eerste, omhoog bewegende part 15 van de eiertransporteur 11. Een deel van het tweede, naar beneden bewegende part 16 van de eiertransporteur zou ten opzichte van figuur 4 t/m 6 juist ondersteboven dienen te worden getekend.
Zoals in figuur 6 is te zien zijn de L-vormige elementen 20 aan de zijden die in kontakt komen met eieren voorzien van in het vlak van de L verende gedeelten 33 en 34. De verende werking wordt verkregen door dicht langs de randen van het L-vormige element een doorgaande sleuf 35 resp. 36 aan te brengen, zodanig dat tussen de sleuf 35, 36 en de bijbehorende rand van de L-vormige elementen slechts een zeer smalle strook materiaal aanwezig is.
De L-vormige elementen 20 en de scheidingselementen 21 zijn bij voorkeur vervaardigd uit kunststof. Door de keuze van het materiaal en de aanwezigheid van de verende gedeelten 33 en 34 is de kans op beschadiging van eieren die in de vakken 19 terecht komen uiterst gering.
Zoals in figuur 6 is te zien, zijn de beide zijranden van het been 25 van elk L-vormig element enigszins gekromd in de richting van de hartlijn van dit been. Hierdoor wordt bewerkstelligd dat een in een vak 19 liggend ei 32 naar het laagste punt rolt en daar blijft liggen, waardoor beschadiging van het ei door heen en weer rollen wordt voorkomen.
De omkeerrollen 12 en 13 waar de eiertransporteur 11 overheen wordt geleid, ondersteunen de eiertransporteur 11 over de gehele breedte. In figuur 7 en 8 is de bovenste omkeerrol 12 en een gedeelte van de eroverheen lopende eiertransporteur 11 weergegeven. De naar de omkeerrollen 12, 13 toe gekeerde zijde van de L-vormige elementen 20 en de scheidingselementen 21 is voorzien van een concaaf gedeelte 37 waarvan de krommingsstraal gelijk of nagenoeg gelijk is aande buitenstraal van de omkeerrollen 12, 13. De L-vormige elementen 20 en de scheidingselementen 21 rusten daardoor over een betrekkelijk groot gebied op de omkeerrollen 12, 13 en de eiertransporteur 11 wordt over de gehele breedte van de omkeerrollen 12, 13 zeer goed ondersteund door deze rollen.
De omkeerrollen 12, 13 zijn aan de uiteinden voorzien van concentrische platte schijven 38, 39 met een enigszins grotere diameter dan de omkeerrollen 12, 13. Aan de buitenomtrek zijn de schijven 38, 39 voorzien van uitsparingen 40 voor het opnemen van buiten de zijranden van de eiertransporteur 11 uitstekende eindgedeelten van de scharnierpennen 22, of de buiten de zijranden van de eiertransporteur 11 uitstekende bussen 30, 31 van de aan de buitenzijden van de eiertransporteur 11 gelegen scheidingselementen -21. Dit laatste is in figuur 7 en 8 aangegeven.
In figuur 7 is te zien hoe de eiertransporteur 11 over de bovenste omkeerrol 12 loopt. Doordat de omkeerrollen 12, 13 aan beide zijden zijn voorzien van schijven 38 en 39, waarbij de eiertransporteur 11 aan beide zijden, ter plaatse van de scharnieren tussen de L-vormige elementen 20 en de steunelementen 21, in de aan de omtrek van de schijven 38, 39 aangebrachte uitsparingen 40 vallen, kan de transporteur eenvoudig worden aangedreven, terwijl bovendien een zeer regelmatige en soepele loop van de transporteur 11 is gewaarborgd.
In figuur 8 is tevens aangegeven hoe een in een vak 19 aanwezig ei 32 zich bij het over de bovenste omkeerrol 12 bewegen van de eiertransporteur 11 zich in dit vak 19 verplaatst. In het omhoog bewegende gedeelte 15 van de eiertransporteur 11 liggen de eieren 32 op de zich naar buiten toe uitstrekkende benen 25 van de L-vormige elementen 20. Wanneer de betreffende L-vormige elementen 20 het hoogste gedeelte van de eiertransporteur 11 zijn gepasseerd, zal een in het bovenste vak 19 aanwezig ei naar de andere zijde van het vak 19 rollen en op de naar buiten.uitstrekkende benen 25 van de naast liggende L-vormige elementen 20 komen te liggen. Door de bijzondere gebogen vorm van de L-vormige elementen 20 zal deze beweging van het ei soepel verlopen, terwijl door de aanwezigheid van de verende gedeelten 34 de kans op beschadiging van de eieren uiterst gering zijn. Om te voorkomen dat de eieren uit de vakken rollen, zijn de zich naar buiten uitstrekkende benen 25 van de L-vormige elementen 20 aan het uiteinde voorzien van opstaande gedeelten 41 en 42.
De verschillende onderdelen van de eiertransporteur 11 en de omkeerrollen 12, 13 zijn bij voorkeur vervaardigd uit kunststof.
De eieren worden ter plaatse van de afvoerband 10 uit de vakken 19 genomen door middel van een tussen de afvoerband 10 en de transporteur 11 aangebrachte, schuin staande uitneem-plaat 17 die voorzien is van vingers die tussen de L-vormige elementen 20 en de scheidingselementen 21 steken. Een dergelijke plaat 17 is in principe bekend en reeds beschreven in het eerder genoemde Amerikaanse octrooischrift 4199051.
Tussen het uiteinde van elke eiertransportband 1, 2, 3 resp. 4 en de eiertransporteur 11 is een eieroverbrengeenheid 43 aangebracht, die in figuur 9 en 10 voor de eiertransportband 1 schematisch is weergegeven. Deze eieroverbrengeenheid 43 omvat een betrekkelijk korte transportband 44 die bestaat uit een aantal naast elkaar liggende eindloze riemen 45. De transportband 44 loopt naast en evenwijdig aan het eindgedeelte van de eiertransportband 1. Het aan de zijde van de eiertransporteur 11 gelegen einde van de transportband 44 sluit aan de op de L-vormige elementen 20 van de eiertransporteur 11, waarvan in figuur 10 een gedeelte van het naar boven bewegende eerste part 15 is weergegeven. De overbrengeen-heid 43 omvat tevens een schuin ten opzichte van de langs-richting van de eiertransportband 1 staande geleideplaat 46 die ervoor zorgt dat door de eiertransportband 1 aangevoerde eieren in zijwaartse richting naar de tussenliggende transportband 44 worden geleid. De geleideplaat 46 ligt op een bepaalde afstand boven de eiertransportband 1. De afstand tot de eiertransportband 1 is zodanig dat op de eiertransportband 1 liggende windeieren, veren en vuil onder de geleideplaat 46 door kunnen bewegen om aan het einde van de eiertransportband 1 naar beneden te vallen. Om een gedefinieerde afstand tussen de geleideplaat 46 en de eiertransportband 1 te verkrijgen, wordt het eindgedeelte van de eiertransportband 1 over een steunplaat 47 geleid.
In figuur 10 is te zien dat de eiertransportband 1 over een omkeerrol 48 wordt geleid en vervolgens tussen de omkeerrol 48 en een door een veer 49 tegen de omkeerrol 48 aangedrukte aandrukrol 50 door en over een borstelrol 51. De omkeerrol wordt uitwendig aangedreven en de borstelrol 51 wordt aangedreven door de aandrukrol 50. De borstelrol 51 zorgt ervoor dat het oppervlak van de eiertransportband 1 wordt schoongeborsteld.
De riemen 45 van de tussenliggende transportband 44, worden over omkeerrollen 52 en 53 geleid alsmede over steunrol 54 en een geleiderol 55, die op dezelfde as is gemonteerd als de aandrukrol 50, maar vrij draaibaar is ten opzichte van de aandrukrol 50. De tussenliggende transportband wordt via de vast met de omkeerrol 48 verbonden steunrol 54 aangedreven, die op dezelfde as is gemonteerd als de omkeerrol 48. De diameter van de steunrol 54 is ongeveer twee keer zo groot als de diameter van de omkeerrol 48, zodat de snelheid van de tussenliggende transportband 44 ca. twee keer zo groot is als de snelheid van de eiertransportband 1. Daardoor worden bij de overgang van eieren van de eiertransportband 1 en naar de tussenliggende transportband 44 de eieren uit elkaar bewogen, zodat er een zekere tussenruimte tussen de eieren ontstaat en wordt voorkomen dat twee eieren nagenoeg tegelijkertijd aan het einde van de tussenliggende transportband 44 komen en tegen elkaar aan stoten. De gehele overbreng-eenheid 43 is ondersteund in twee zijplaten 56 en 57.
Met de overbrengeenheid 43 wordt een scheiding van de eieren en op de eiertransportband 1 liggend(e) stof, vuil, veren, windeieren bewerkstelligd, zodat de eieren schoon in de eiertransporteur 11 terecht komen. Eventueel nog met de eieren meegevoerde veren kunnen tussen de riemen 45 van de tussenliggende transportband 44 door naar beneden vallen.
Nabij de bovenste omkeerrol 12 van de eiertransporteur 11 kunnen eiertellers worden aangebracht, één voor elke rij A, B, C en D vakken 19 teneinde het door een bepaalde eiertransportband 1, 2, 3 en 4 aangevoerde aantal eieren te tellen. De eiertellers kunnen van elk bekend type zijn. Bij voorkeur is het element van de eiertellers dat in aanraking komt met de eieren voorzien van vingers die tussen de zich naar buiten toe uitstrekkende benen 25 van de L-vormige elementen 20 uitstrekken. In de tekening zijn de eiertellers niet weergegeven.
Met de inrichting volgens de uitvinding wordt een betrekkelijk eenvoudig en goedkoop systeem voor het verzamelen van eieren verkregen, dat zowel bij vertikaal boven elkaar liggende als schuin boven elkaar liggende eiertransportbanden kan worden toegepast, een grote capaciteit heeft, en waarin ieder ei apart en op een zachtzinnige wijze wordt behandeld. De constructie van de verschillende onderdelen is zodanig dat de kans op beschadiging van de eieren tot een minimum is beperkt.
Claims (11)
1. Inrichting voor het overbrengen van eieren vanaf een aantal boven elkaar gelegen eiertransportbanden naar een eierafvoerhand, omvattende een in hoofdzaak vertikaal opgestelde eindloze eiertransporteur die aan de boven- en onderzijde over omkeerorganen wordt geleid, en die voorzien is van in langsrichting van de eiertransporteur aansluitend achter elkaar aangebrachte en in dwarsrichting van de eiertransporteur gezien in hoofdzaak U-vormige en naar de buitenzijde toe open eieropneemorganen die zich over de breedte van de eiertransporteur uitstrekken, met het kenmerk, dat de eieropneemorganen (14) door middel van scheidingsor-ganen (18) zijn verdeeld in een aantal afzonderlijke naast elkaar liggende vakken (19), waarbij de scheidingsorganen (18) in langsrichting van deeiertransporteur (11) achter elkaar liggen en de breedte van de vakken (19) zodanig is, dat in elk vak (19) slechts één ei past.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de eiertransporteur (11) samengesteld uit in langsrichting van de eiertransporteur (11) achter elkaar en in dwarsrichting van de eiertransporteur (11) op afstand naast elkaar aangebrachte in hoofdzaak L-vormige elementen (20) en daartussen aangebrachte scheidingselementen (21), waarbij de L-vormige elementen (20) en de scheidingselementen (21) in langsrichting van de eiertransporteur (11) als schalmen van een schalmenket-ting scharnierend met elkaar zijn verbonden, bij voorkeur door middel van zich tenminste over de breedte van de eiertransporteur (11) door in de L-vormige elementen (20) en de scheidingselementen (21) aangebrachte boringen uitstrekkende scharnier-pennen (22).
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de omkeerorganen bestaan uit om hun as draaibare omkeer-rollen (12, 13) die de eiertransporteur (11) over de gehele breedte ondersteunen.
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de naar omkeerrollen (12, 13) toe gekeerde zijde van de L-vormige elementen (20) en de scheidingselementen (21) voorzien is van een concaaf gedeelte (37) met een krommings-straal die gelijk of nagenoeg gelijk is aan de buitenstraal van de omkeerrollen (12, 13).
5. Inrichting volgens één der conclusies 2-4, met het kenmerk, dat de omkeerrollen (12, 13) aan de uiteinden zijn voorzien van platte, concentrische ronde schijven (38, 39) met een enigszins grotere diameter dan de omkeerrollen (12, 13), en aan de buiten omtrek voorzien van uitsparingen (40) voor het opnemen van buiten de zijranden van in een vlak evenwijdig aan het vlak door het eerste part (15) van de eiertransporteur (11) uitstekende eindgedeelten van de scharnierpennen (22).
6. Inrichting volgens één der conclusies 2-5, met het kenmerk, dat de L-vormige elementen (20) aan de zijden die in kontakt komen met de eieren zijn voorzien van in het vlak van de L-vormige elementen (20) verende gedeelten (33, 34).
7. Inrichting volgens één der conclusies 2-6, met het kenmerk, dat de beide zijranden van de zich naar buiten toe uitstrekkende benen (25) van de L-vormige elementen (20) enigszins gekromd zijn in de richting van de hartlijn van de benen (25).
8. Inrichting voor het verzamelen van eieren omvattende een aantal boven elkaar gelegen eiertransportbanden, een eierafvoerband en een tussen de eiertransportbanden en de afvoerhand opgestelde inrichting voor het overbrengen van eieren vanaf de eiertransportbanden naar de eierafvoerband, omvattende een in hoofdzaak vertikaal opgestelde eindloze eiertransporteur die aan de boven- en onderzijde over omkeerorganen wordt geleid, een eerste part bezit dat langs de uiteinden van eiertransportbanden omhoog kan bewegen, en een tweede part dat langs de eierafvoerband omlaag kan bewegen, en voorzien is van in langsrichting van de eiertransporteur aansluitend achter elkaar aangebrachte en in dwarsrichting van de eiertransporteur gezien in hoofdzaak U-vormige en naar de buitenzijde toe open eieropneemorganen die zich over de breedte van de eiertransporteur uitstrekken, met het kenmerk, dat de eieropneemorganen (14) door middel van scheidingsorganen (18) zijn verdeeld in een aantal afzonderlijke naast elkaar liggende vakken (19), waarbij de scheidingsorganen (18) in langsrichting van de eiertransporteur (11) achter elkaar liggen en de breedte van de vakken (19) zodanig is, dat in elk vak (19) slechts één ei past, en dat de eiertransporteur (11) zodanig is opgesteld dat de door een bepaalde eiertransportband (1, 2, 3, 4) aangevoerde eieren slechts kunnen worden opgenomen in één bepaalde rij (A, B, C, D) in langsrichting van de eiertransporteur (11) achter elkaar liggende vakken (19).
9. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat bij vertikaal boven elkaar gelegen eiertransportbanden (1, 2, 3, 4) de langsrichting van de eiertransporteur (11) in een vlak evenwijdig aan het vlak door het eerste part (15) van de eiertransporteur (11) schuin staat ten opzichte van de vertikaal, onder een zodanige hoek dat de eieren van twee boven elkaar gelegen eiertransportbanden in twee naast elkaar liggende rijen vakken (19) van de eiertransporteur (11) terecht komen.
10. Inrichting volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat tussen het uiteinde van elke eiertransportband (1, 2, 3, 4. en de eiertransporteur (11) een eieroverbrengeenheid (43) is aangebracht omvattende een betrekkelijk korte, uit een aantal naast elkaar liggende eindloze riemen (45) bestaande tussenliggende transportband (44) die naast een evenwijdig aan het eindgedeelte van de eiertransportband (1, 2, 3, 4) loopt en waarvan het aan de zijde van de eiertransporteur (11) gelegen einde aansluit op het eerste, opgaande part (15) van de eiertransporteur (11), alsmede een op enige afstand boven de eiertransportband (1, 2, 3, 4) gelegen en schuin ten opzichte van de langsrichting van de eiertransportband (1) staande geleideplaat (46) die is ingericht om door de eiertransportband (1, 2, 3, 4) aangevoerde eieren in zijwaartse richting op de tussenliggende transportband (44) te leiden.
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat tijdens bedrijf van de inrichting de snelheid van de tussenliggende transportband (44) groter is dan die van de eiertransportband (1, 2, 3, 4), bij voorkeur ca. twee keer zo groot.
Priority Applications (11)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8802777A NL8802777A (nl) | 1988-11-11 | 1988-11-11 | Inrichting voor het verzamelen van eieren. |
ZA898328A ZA898328B (en) | 1988-11-11 | 1989-11-01 | Device for collecting eggs |
ES89202813T ES2044070T3 (es) | 1988-11-11 | 1989-11-07 | Dispositivo para la recogida de huevos. |
AT89202813T ATE91588T1 (de) | 1988-11-11 | 1989-11-07 | Eiersammelvorrichtung. |
DE89202813T DE68907693T2 (de) | 1988-11-11 | 1989-11-07 | Eiersammelvorrichtung. |
EP89202813A EP0368414B1 (en) | 1988-11-11 | 1989-11-07 | Device for collecting eggs |
PT92265A PT92265B (pt) | 1988-11-11 | 1989-11-09 | Dispositivo para a recolha de ovos e dispositivo de tranferencia nele utilizado |
CA002002588A CA2002588A1 (en) | 1988-11-11 | 1989-11-09 | Device for collecting eggs |
KR1019890016301A KR900007306A (ko) | 1988-11-11 | 1989-11-10 | 계란 수집장치 |
JP1291428A JPH02182126A (ja) | 1988-11-11 | 1989-11-10 | 集卵装置 |
US07/434,306 US5002016A (en) | 1988-11-11 | 1989-11-13 | Device for collecting eggs |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8802777 | 1988-11-11 | ||
NL8802777A NL8802777A (nl) | 1988-11-11 | 1988-11-11 | Inrichting voor het verzamelen van eieren. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8802777A true NL8802777A (nl) | 1990-06-01 |
Family
ID=19853206
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8802777A NL8802777A (nl) | 1988-11-11 | 1988-11-11 | Inrichting voor het verzamelen van eieren. |
Country Status (11)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US5002016A (nl) |
EP (1) | EP0368414B1 (nl) |
JP (1) | JPH02182126A (nl) |
KR (1) | KR900007306A (nl) |
AT (1) | ATE91588T1 (nl) |
CA (1) | CA2002588A1 (nl) |
DE (1) | DE68907693T2 (nl) |
ES (1) | ES2044070T3 (nl) |
NL (1) | NL8802777A (nl) |
PT (1) | PT92265B (nl) |
ZA (1) | ZA898328B (nl) |
Families Citing this family (23)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US5279254A (en) * | 1992-06-24 | 1994-01-18 | Ctb, Inc. | Egg collector having separate continuous flexible belts of baskets for each cage conveyor |
IL113675A0 (en) * | 1995-05-09 | 1995-08-31 | Mgh Automation Systems | Hen nesting apparatus and method for utilizing such apparatus for brooding control |
AU2236799A (en) * | 1998-01-20 | 1999-08-02 | Techmark, Inc, | Egg weigher for egg transport systems and the like |
US6019065A (en) * | 1998-11-30 | 2000-02-01 | Mckinlay; Bruce A. | Method and apparatus for reducing damage to eggs |
DE19906916A1 (de) * | 1999-02-19 | 2000-08-31 | Rudolf Kreyer | Aufnahmevorrichtung für Gegenstände, insbesondere zur Aufnahme von Eiern |
DE10152362A1 (de) | 2001-10-24 | 2003-05-08 | Big Dutchman Int Gmbh | Vorrichtung zur Übergabe von stoßempfindlichen Gegenständen, insbesondere Eiern von einem Förderband an einen Elevator |
JP2006191849A (ja) * | 2005-01-13 | 2006-07-27 | Toyo System Co Ltd | 集卵機の卵転出機構 |
DE202006003445U1 (de) | 2006-03-02 | 2007-07-12 | Big Dutchman International Gmbh | Fördervorrichtung für stoßempfindliche Produkte |
DE202007000988U1 (de) * | 2007-01-12 | 2007-04-05 | Kühlmann, Josef | Eierelevator |
CN101903259A (zh) * | 2007-07-17 | 2010-12-01 | Fps食品加工系统股份有限公司 | 带有互相连接的正向和反向传送器的且用于防止蛋在卷轴杆上以独立的排离开之前溢出/上拱的蛋定向和聚积系统 |
JP2011019472A (ja) * | 2009-07-17 | 2011-02-03 | Hytem Co Ltd | 養鶏用多段ケージシステムにおける集卵装置 |
KR101280177B1 (ko) * | 2011-07-26 | 2013-06-28 | 김진술 | 조립형 종란 자동 난상장치 |
CN103598115A (zh) * | 2013-10-23 | 2014-02-26 | 安徽长青电子机械(集团)有限公司 | 一种蛋类自动收集装置 |
CN105191828A (zh) * | 2015-10-25 | 2015-12-30 | 广西玉林市鑫坚种养有限公司 | 一种自动集蛋装置 |
CN105432508B (zh) * | 2015-12-14 | 2018-01-09 | 广州市翔顺畜牧设备有限公司 | 一种集蛋机 |
BR102016009259A2 (pt) * | 2016-04-26 | 2017-10-31 | Gsi Brasil Indústria E Comércio De Equipamentos Agropecuarios Ltda. | Modulavel lifting conveyor |
CN106429437A (zh) * | 2016-10-27 | 2017-02-22 | 广州市华南畜牧设备有限公司 | 蛋的筛选输送装置 |
CN107041323A (zh) * | 2017-04-28 | 2017-08-15 | 河南金牧人机械设备有限公司 | 层叠式蛋鸡笼 |
IT201700099999A1 (it) * | 2017-09-06 | 2019-03-06 | Valli Spa | Sistema di trasporto per articoli fragili, in particolare uova |
CN107882937A (zh) * | 2017-12-21 | 2018-04-06 | 河南万华畜牧设备有限公司 | 一种蛋爪及蛋爪组成的传动链及传动链构成的传动装置 |
US11178854B2 (en) | 2019-01-10 | 2021-11-23 | Moba Group B.V. | Vertical egg washer and dryer such as integrated into an egg processing line |
CN109496905A (zh) * | 2019-01-28 | 2019-03-22 | 寻甸鑫鹏养殖有限公司 | 一种可定期自动运输鸡蛋的鸡舍总成 |
CN109845661B (zh) * | 2019-03-07 | 2021-12-31 | 枞阳县中邦科技信息咨询有限公司 | 一种蛋鸡养殖装置中鸡蛋回收清理机构 |
Family Cites Families (14)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2144547A (en) * | 1937-10-21 | 1939-01-17 | Gen Electric | Chain conveyer |
US2667262A (en) * | 1949-06-08 | 1954-01-26 | Champion Dish Washing Machine | Link conveying belt |
US2714257A (en) * | 1950-08-26 | 1955-08-02 | Reading Walter Jesse | Egg drying machine |
US3044601A (en) * | 1958-12-04 | 1962-07-17 | Champion Dish Washing Machine | Conveyor for dish washers |
US3032170A (en) * | 1959-01-20 | 1962-05-01 | James E Elkington | Conveyor assembly for washing machines |
DE1938895C3 (de) * | 1969-07-31 | 1973-09-13 | Hans Giesbert Kg, 8752 Moembris | Vorrichtung zum Abtransport von Eiern aus Etagen Käfigen |
US3722743A (en) * | 1971-03-10 | 1973-03-27 | Hoover Ball & Bearing Co | Conveyor mechanism for article dispensing apparatus |
US3789802A (en) * | 1971-05-12 | 1974-02-05 | J Conley | Automatic poultry egg collector |
DE2157774C3 (de) * | 1971-11-22 | 1974-09-05 | Alfons 6990 Bad Mergentheim Michelbach | Vorrichtung zum Übergeben von Eiern und dergleichen zerbrechlichen Kleinteilea |
US4159696A (en) * | 1978-01-09 | 1979-07-03 | Favorite Manufacturing, Inc. | Egg collector |
US4199051A (en) * | 1978-01-25 | 1980-04-22 | U.S. Industries, Inc. | Egg transporting system |
US4293066A (en) * | 1980-01-22 | 1981-10-06 | U.S. Industries, Inc. | Egg transporting system |
US4317514A (en) * | 1980-04-07 | 1982-03-02 | Noren Tore H | Tray lock conveyor for dishwashing machines |
JPH01284994A (ja) * | 1988-05-12 | 1989-11-16 | Nambu Electric Co Ltd | 卵計数装置 |
-
1988
- 1988-11-11 NL NL8802777A patent/NL8802777A/nl not_active Application Discontinuation
-
1989
- 1989-11-01 ZA ZA898328A patent/ZA898328B/xx unknown
- 1989-11-07 EP EP89202813A patent/EP0368414B1/en not_active Expired - Lifetime
- 1989-11-07 ES ES89202813T patent/ES2044070T3/es not_active Expired - Lifetime
- 1989-11-07 DE DE89202813T patent/DE68907693T2/de not_active Expired - Fee Related
- 1989-11-07 AT AT89202813T patent/ATE91588T1/de active
- 1989-11-09 PT PT92265A patent/PT92265B/pt not_active IP Right Cessation
- 1989-11-09 CA CA002002588A patent/CA2002588A1/en not_active Abandoned
- 1989-11-10 JP JP1291428A patent/JPH02182126A/ja active Pending
- 1989-11-10 KR KR1019890016301A patent/KR900007306A/ko not_active Application Discontinuation
- 1989-11-13 US US07/434,306 patent/US5002016A/en not_active Expired - Lifetime
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
ES2044070T3 (es) | 1994-01-01 |
PT92265A (pt) | 1990-05-31 |
ZA898328B (en) | 1990-07-25 |
PT92265B (pt) | 1995-09-12 |
JPH02182126A (ja) | 1990-07-16 |
EP0368414A1 (en) | 1990-05-16 |
DE68907693T2 (de) | 1994-01-13 |
CA2002588A1 (en) | 1990-05-11 |
DE68907693D1 (de) | 1993-08-26 |
US5002016A (en) | 1991-03-26 |
ATE91588T1 (de) | 1993-08-15 |
EP0368414B1 (en) | 1993-07-21 |
KR900007306A (ko) | 1990-06-01 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8802777A (nl) | Inrichting voor het verzamelen van eieren. | |
US4199051A (en) | Egg transporting system | |
US4860882A (en) | Method and device for distributing and feeding | |
NL1031823C2 (nl) | Detectie van open breuken in eieren. | |
EP0517342B1 (en) | Apparatus for transferring articles such as eggs using a brush member | |
EP0576181B1 (en) | Egg collector | |
US8365902B2 (en) | Belt conveyors with retractable wall segments | |
US4159696A (en) | Egg collector | |
EP0930235A1 (en) | High-speed egg processing system and method | |
US3789802A (en) | Automatic poultry egg collector | |
US4042100A (en) | Apparatus for arranging articles | |
EP0319239A1 (en) | Carriage and apparatus for transporting articles | |
US5890350A (en) | Automatic packaging machine for multiple small items with desired orientation | |
US3993187A (en) | Method and apparatus for turning stackable cups to a stacking position | |
NL8203705A (nl) | Inrichting voor het richten van eieren. | |
NL1021038C2 (nl) | Transportsysteem en overschuifinrichting. | |
KR20010041431A (ko) | 농산물 선별 이송 메커니즘 | |
NL9002455A (nl) | Eibreker. | |
JPH0266006A (ja) | 垂直供給物品の捕捉及び移動装置 | |
EP0037142B1 (en) | Device for grading products such as fruits | |
NL8500929A (nl) | Vellensorteerinrichting. | |
US6125990A (en) | Infeed slug loader | |
KR102569004B1 (ko) | 큰것에서 작은것 순서로 선별하기 위한 역방식 선별기 | |
KR102457888B1 (ko) | 파각란 자동 선별기 | |
JPS58212515A (ja) | 卵の自動整列装置 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
DNT | Communications of changes of names of applicants whose applications have been laid open to public inspection |
Free format text: ROXELL N.V. |
|
BV | The patent application has lapsed |