NL8303459A - Ontsteker voor vakkelschoorsteen. - Google Patents

Description

t . A

τ VO 5163

Ontsteker voor vakkelschoorsteen.

De uitvinding heeft betrekking op een ontsteker voor een vakkelschoorsteen, en in het bijzonder op een op afstand stuurbare ontsteker voor een vakkelschoorsteen.

Ontstekers voor zogenoemde vakkel- of afvoerschoorstenen moeten 5 de ontsteking en het in stand houden van de verbranding verzekeren van gassen, die uit de schoorstenen worden gestoten. Bovendien moet het een eenvoudige zaak zijn dergelijke ontstekers aan te brengen en te onderhouden. Ontstekers voor een vakkelschoorsteen zijn bijvoorbeeld geopenbaard in de Amerikaanse octrooischriften 3.797.991, 3.833.336 10 en 4.147.498. De door deze octrooischriften geopenbaarde ontstekers zijn blijvend aangebracht aan vakkelschoorstenen en dus is het onderhoud onnodig ingewikkeld. Teneinde de ontsteker te onderhouden, is het uit elkaar nemen van de schoorsteen of een klim naar de bovenkant van de schoorsteen nodig.

15 Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een betrek kelijk -eenvoudige ontsteker voor een vakkelschoorsteen, van welke ontsteker de belangrijkste elementen voor gemakkelijke toegang eenvoudig kunnen worden verwijderd vanuit de openingsstand aaui de bovenkant van de vakkelschoorsteen naar de onderkant van de schoorsteen.

20 Een einder doel is het verschaffen van een elektrodeconstructie voor gebruik in een ontsteker voor een vakkelschoorsteen, welke constructie het ontsteken van het gas zelfs in ongunstige omstandigheden verzekert.

Dienovereenkomstig heeft de uitvinding betrekking op een ont-25 steker voor het ontsteken van gas, naar buiten gestoten uit een vakkelschoorsteen, welke ontsteker is voorzien van leibaanmiddelen voor het monteren aan de vakkelschoorsteen, van rolwagenmiddelen, die beweeg- ^ baar zijn gemonteerd aan de leibaanmiddelen voor een beweging tussen een ruststand bij de onderkant van de schoorsteen en een stand voor 30 het ontsteken bij de bovenkant van de schoorsteen, van drijfmiddelen voor het bewegen van de rolwagenmiddelen tussen de rust- en ontsteek-standen, van door de rolwagenmiddelen gedragen tastermiddelen voor het ontsteken van het gas, en van krachtmiddelen voor het verschaffen van elektrische kracht aan de tastermiddelen voor het tot stand « t -2- brengen van een vlamboog en derhalve het ontsteken van het gas.

De uitvinding heeft ook betrekking op een taster voor gebruik in een ontsteker voor een vakkelschoorsteen, welke taster een elektrische krachtbron bevat voor het tot stand brengen van een vlamboog 5 tussen een paar tasters, waardoor een brandbaar gas, dat tussen de tasters doorgaat, wordt ontstoken, welke taster bestaat uit een langwerpig/ hol, elektrisch geleidend lichaam voor het geleiden van een elektrische stroom, welk lichaam een inlaateinde bevat voor het tot het lichaam toelaten van lucht, en een afvoereinde voor het in het 10 gas afvoeren van lucht, waardoor de gasstroming lucht door het lichaam zuigt voor het bevorderen van het verbranden van het gas.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: fig. 1 een zij-aanzicht is van een vakkelschoorsteen en de 15 ontsteker, fig. 2 een vooraanzicht is van de hoofdelementen van de ontsteker , fig. 3 een ruimtelijk aanzicht is van onder van de taster-* constructie, 20 fig. 4 een aan fig. 3 gelijk ruimtelijk aanzicht is, waarbij de tasterconstructie in de ontsteekstand is, fig. 5 een ruimtelijk aanzicht is van de tasters van de ontsteker volgens de fig. 1-4, en fig. 6 een vooraanzicht is, gedeeltelijk in doorsnede, van een 25 remstelsel voor gebruik bij de ontsteker volgens de fig. 1-5.

Onder verwijzing naar de tekening is de ontsteker bestemd om te worden gebruikt aan een buisvormige vakkelschoorsteen 1 van de soort, die gewoonlijk wordt gebruikt voor het afvoeren van corrosief gas uit een boorput (niet weergegeven). De vakkelschoorsteen wordt in 30 de verticale stand gehouden door tuien 2 (fig. 3), waarvan de bovenste einden zijn verbonden met ogen 3, die zich naar buiten uitstrekken vanaf een huls 4 aan de schoorsteen 1, en de onderste einden zijn verbonden met grondankers (niet weergegeven). Corrosief gas wordt uit het bovenste einde 5 van de schoorsteen 1 afgevoerd en door de ont-35 steker ontstoken.

* * -3-

De ontsteker kan tijdens het installeren blijvend worden aangebracht aan nieuwe schoorstenen of ook worden toegevoegd aan een bestaande schoorsteen. De ontsteker bevat een paar evenwijdige lei-banen 6, die zich van dicht bij de grond 7 naar boven tot dicht bij 5 de bovenkant 5 van de schoorsteen uitstrekken. De leibanen 6 zijn met de schoorsteen verbonden door in het algemeen ü-vormige armen 8, die een geheel vormen met de leibanen 6, en U-bouten 9, die de armen 8 verbinden met de schoorsteen 1. De bouten 9 zijn van de schoorsteen i geïsoleerd door middel van niet-geleidende hulzen 10.

10 De leibanen 6 hebben een in het algemeen U-vormige dwarsdoorsnede, wa'arvan de open zijden naar elkaar zijn gericht, dat wil zeggen naar binnen gekeerd. Zoals het duidelijkst weergegeven in de fig. 1 en 4, zijn de bovenste einden 11 van de leibanen 6 naar binnen naar de schoorsteen 1 gebogen, en is aan het bovenste einde van elke leibaan 15 een aanslagplaat 12·voorzien.

De leibanen 6 dragen beweegbaar een paar wagens 13 en 14.

De bovenste wagen 13 wordt bepaald door een rechthoekig raam 15. Een paar asstompen 16 strekt zich naar buiten uit vanaf elke zijde 17 van het raam 15 voor het dragen van schijven 18. Het gebruik van 20 schijven 18 in plaats van rollen vermindert het onderhoud van de ontsteker, aangezien er geen legers zijn die kunnen worden aangetast.

De schijven 18 lopen in de leibanen 6. De afstand tussen de leibanen 6 is slechts iets groter dan de breedte van het raam 15, zodat dit na het inbrengen vanaf het onderste einde, tussen de leibanen wordt 25 vastgehouden. Vier stijlen 19 strekken zich naar buiten uit vanaf de zijden 17 van het raam 15 (wanneer de rolwagen zich in de verticale stand bevindt). Klokvormige isolatoren 20 zijn gemonteerd aan de buitenste einden van de stijlen 19. De isolatoren 20 zijn hoogglanzen-de hoogspanningsisolatoren, die kortsluiting als gevolg van koolstof-30 aangroei of mogelijke oliespatten voorkomen. De isolatoren 20 dragen een paar langwerpige tasterdragers 21. De tasterdragers zijn onderling evenwijdig en met de zijden 16 van het rolwagenraam 15. De tasterdragers hebben een in het algemeen U-vormige dwarsdoorsnedegedaante.

Een taster 22 is gemonteerd in elk der dragers 21. De taster 22, die 35 in de vorm van een massieve staaf of holle buis kan zijn, wordt door een aantal U-bouten 23 in de drager gehouden.

m t -4-

Met verwijzing naar fig. 5 wordt elk der tasters 22 bij de weergegeven uitvoeringsvorm bepaald door een langwerpig, elektrisch geleidend, hol, metalen lichaam met een recht onderste einde voor het monteren in de drager 2i en een schuin bovenste einde, zodat de boven-5 ste einden 24 van de tasters 22 bij gebruik boven de drager 21 naar binnen buigen naar het vlak van de rolwagen 13 en naar elkaar, zodat er slechts een kleine spleet aanwezig is tussen de bovenste einden 24 van de tasters 22. Zoals is te zien zijn de bovenste einden of punten van de tasters onder een hoek afgesneden, zodat elke punt dichtbij de 10 andere een betrekkelijk grote luchtafvoeropening verschaft en natuurlijk een langwerpig, ellipsvormig, vlamboog-vormend oppervlak.

De eerste en tweede rolwagens 13 en 14 zijn met elkaar verbonden door middel van kabels 26. Elke kabel 26 strekt uit tussen een oog 37 aan het onderste einde van de rolwagen 13 en een oog 28 aan 15 het bovenste einde van de rolwagen 14. Evenals de rolwagen 13, wordt de rolwagen 14 bepaald door een rechthoekig raam 29. Een paar schijven 20 is voorzien aan elke zijde 31 van het raam 29 voor het lopen in de lijbanen 6.

Een transformator 33 is gemonteerd aan de tweede rolwagen 14.

20 Elektrische kracht wordt door een kabel 34 vanaf een krachtbron (niet weergegeven) naar de transformator 33 gevoerd. Een paar isolatoren 35 is gemonteerd aan stijlen 36 aan de rolwagen 14 boven de transformator 33. Kracht van de transformator 33 wordt door leidingen 37 gevoerd naar de taster 22 voor het tot stand brengen van een vlamboog tussen 25 de bovenste einden van deze tasters.

De rolwagens 13 en 14 worden tot het langs de leibanen 6 naar boven bewegen gebracht door een handbedienbare lier 38 (fig. 1), die onder de leibanen 6 is gemonteerd aan de schoorsteen 1. Een paar U-bouten 39 houdt het lierlichaam aan de schoorsteen 1. Een kabel 40 30 vanaf de liertrommel 41 strekt zich naar boven uit om een kabelschijf 42, gemonteerd aan de schoorsteen 1 nabij het bovenste einde daarvan. Het bovenste einde van de kabel 40 is door een oogbout 43 verbonden met het raam 15 van de rolwagen 13. Wanneer de lier 38 dus wordt bedreven, worden de rolwagens 13 en 14 gedwongen naar boven te bewegen 35 langs de schoorsteen 1.

-5-

Boewel het niet essentieel is een rem te verschaffen voor de rolwagens 13 en 14, kan een rem zijn voorzien voor het voorkomen van beschadiging van de installatie, veroorzaakt door het falen van de lier. Een geschikte rem is afgeheeld in fig. 6. De rem bevat een paar 5 armen 45, welke armen draaibaar zijn verbonden met een plaat 46, die zich neerwaarts uitstrekt vanaf de onderkant van het raam 15 om te kunnen draaien rond een horizontale as 47. Ten behoeve van de sterkte strekt de plaat 46 zich uit vanaf de bovenkant tot voorbij de onderkant van het raam 15. De armen 45 zijn op de wijze van een schaar 10 verbonden met de plaat, dat wil zeggen dat de armen elkaar kruisen.

Een einde van elk der kabels 48 is verbonden met de kabel 40, en het andere einde van elke kabel 48 is verbonden met één van de armen 45 boven de as 47. Wanneer de kabels 40 en 48 dus tijdens een opwaartse beweging of een grendeling van de lier 38 strak zijn, drukken de 15 bovenste einden 50 van de armen 45 tegen de onderkant van het raam 15 voor het opheffen of vasthouden van de rolwagen 13. Indien de kabel 40 breekt of de lier 38 faalt, draaien de armen 45 om de as 47, zodat de onderste einden 51 van de armen aanliggen tegen de bocht van de leibanen 6. Door het aanbrengen van een remschoen (niet weergegeven) 20 aan het onderste einde 51 van elke arm 45, wordt het remmen verbetert. Indien de rolwagen 14 langzaam en onder besturing wordt neergelaten, wordt natuurlijk spanning op de kabels 40 en 48 gehandhaafd, en derhalve op de armen 45 voor het voorkomen van het remmen.

Wanneer de rolwagens 13 en 14 zich in de onderste stand bevin-25 den, wordt tijdens bedrijf de lier 38 in werking gesteld voor het langs de lijbanen 6 naar boven bewegen van de rolwagens. Bij het bereiken van de bovenkant van de leibanen 6, beweegt het bovenste einde van de rolwagen 13 naar binnen voor het in hoofdzaak in het midden boven het afvoereinde van de vakkelschoorsteen 1 plaatsen van de boven-30 ste einden van de holle tasters 22. Gassen onder een hoge druk, die uit het afvoereinde van de schoorsteen 1 naar buiten komen, veroorzaken om de toppen of afvoereinden van de tasters 22 een werking, die onnauwkeurig een venturiwerking kan worden genoemd, die verse lucht en derhalve zuurstof door de onderste en open inlaateinden van de holle 35 tasters 22 zuigt om te worden vermengd met de schoorsteengassen in ψ -6- •s <* het onmiddellijke gebied van de tastertoppen. Dan wordt, stroom geleid door de transformator 33 en de leidingen 37 naar de tasters 22 voor het tot stand brengen van een vlamboog tussen de vlamboog-vormende oppervlakken van de tasters in het door de afgevoerde levering van 5 verse lucht verrijkte gebied. De vlamboogvorming is gewoonlijk met tussenpozen, dat wil zeggen elke dertig seconden voor het verzekeren van het ontsteken van de gassen. De krachtbron kan bestaan uit batterijen van 12 V of kracht kan in gevallen, dat een in tijd gestuurde ontsteking niet nodig is, worden gehaald uit een uitwendige bron, 10 bijvoorbeeld de batterij van de vrachtwagen van de bediener.

Het is duidelijk, dat het gebruik van leibanen, die zich over de gehele lengte van de schoorsteen uitstrekken, de onderhoudskosten verlaagt. De tasters of elektroden kunnen voor het reinigen worden neergelaten. De gebruikelijke vrachtwagen met een windasmast of kraan 15 en werkmand zijn dus niet nodig. Ook is het niet nodig de schoorsteen of ontsteker neer te leggen of de put af te sluiten.

Omdat de holle tasters dienen voor het leveren van een doorlopende stroming verse lucht, en bij voorkeur bestaan uit roestvrij-staal, kan in ongunstige weersomstandigheden of omstandigheden van 20 corrosief gas een vlamboog worden gehandhaafd, wordt koolstofaangroei aanzienlijk verminderd en zijn de tasters minder gevoelig voor afbranden .

Andere wijzigingen en mogelijke uitvoeringsvormen van de uitvinding zullen met het oog op de voorgaande beschrijving voor des-25 kundigen duidelijk zijn. Deze beschrijving moet derhalve worden gezien als uitsluitend illustratief, en is ten behoeve van het de deskundigen leren van de wijze van toepassen van de uitvinding. Verder is het duidelijk, dat de hier weergegeven en beschreven vorm van de uitvinding moet worden gezien als de thans de voorkeur verdienende uit-30 voeringsvorm. Verschillende veranderingen kunnen worden aangebracht in de gedaante, afmeting en algemene inrichting van de onderdelen, waarbij bij voorbeeld equivalente elementen in de plaats kunnen worden gesteld van de hier afgebeelde en beschreven elementen, onderdelen onafhankelijk kunnen worden gebruikt van het gebruik van andere maat-35 regelen, zoals dit alles voor een deskundige duidelijk is na de voordelen te hebben van de beschrijving van de uitvinding.

Claims (10)

1. Ontsteker voor het ontsteken van gas, naar buiten gestoten uit een vakkelschoorsteen, gekenmerkt door leibaanmiddelen voor het monteren aan de vakkelschoorsteen, door rolwagenmiddelen, die beweegbaar zijn gemonteerd aan de leibaanmiddelen voor een beweging tussen een 5 ruststand aan de onderkant van de schoorsteen en een ontsteekstand aan de bovenkant van de schoorsteen, door drijfmiddelen voor het bewegen van de rolwagenmiddelen tussen de rust- en ontsteekstanden, door tastermiddelen, gedragen door de rolwagenmiddelen voor het ontsteken van het gas, en door krachtmiddelen voor het verschaffen van 10 elektrische kracht aan de tastermiddelen voor het tot stand brengen van een vlamboog en derhalve ontsteking van het gas.

2. Ontsteker volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de leibaanmiddelen een paar evenwijdige leibanen bevatten, die zich verticaal evenwijdig met de vakkelschoorsteen uitstrekken, waarbij de rolwagen- 15 middelen een rechthoekig raam bevatten voor een beweging tussen de leibanen, en rolmiddelen, verbonden met het raam voor een beweging in de leibanen.

3. Ontsteker volgens conclusie 1, gekenmerkt door een eerste rolwagen voor het dragen van de tastermiddelen, door een met de eerste 20 rolwagen verbonden tweede rolwagen en door aan de tweede rolwagen gemonteerde transformatormiddelen voor het leveren van elektrische kracht aan de tastermiddelen.

4. Ontsteker volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de drijfmiddelen, liermiddelen bevatten en kabelmiddelen, 25 die zijn verbonden met de liermiddelen en met de rolwagenmiddelen voor het bewegen van de rolwagenmiddelen.

5. Ontsteker volgens één der conclusies 1-3, gekenmerkt door rem-middelen aan de rolwagenmiddelen voor het voorkomen van een snelle neerwaartse beweging van de rolwagenmiddelen langs de leibaanmiddelen.

6. Ontsteker volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de taster middelen een paar op afstand liggende tasters bevatten, en isolatoren, die de tasters aan de rolwagenmiddelen dragen, waarbij een einde vein een taster zich dichtbij een einde van de andere taster bevindt voor het bevorderen van vlamboogvorming tussen de tasters wanneer stroom 35 daardoorheen wordt geleid. « V A -8-

7. Ontsteker volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat elke taster een langwerpig, hol, elektrisch geleidend lichaam bevat, dat is voorzien van een inlaateinde voor het tot het lichaam toelaten van lucht, en van een afvoereinde voor het in het gas af voeren van lucht, waar- 5 door de stroming van het gas lucht door het lichaam zuigt voor het bevorderen van het verbranden van het gas, wanneer dit is ontstoken.

8. Ontsteker volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat elke taster aan het afvoereinde onder een hoek is afgesneden voor het verschaffen van een langwerpig, ellipsvormig, vlamboog-vormend oppervlak, 10 waarbij de tasters werkzaam zodanig zijn geplaatst, dat het vlamboog-vormende oppervlak van één van de tasters zich dichtbij het vlamboog-vormende oppervlak van de andere taster bevindt.

9. Taster voor gebruik in een ontsteker voor een vakkelschoorsteen, welke ontsteker een elektrische krachtbron bevat voor het tot stand 15 brengen van een vlamboog tussen een paar tasters, waardoor een tussen de tasters doorgaand, brandbaar gas wordt ontstoken, gekenmerkt door een langwerpig, hol, elektrisch geleidend lichaam voor het geleiden van elektrische stroom, welk lichaam een inlaateinde bevat voor het tot het lichaam toelaten van lucht, en een afvoereinde voor het in 20 het gas afvoeren van lucht, waardoor de stroming van het gas lucht door het lichaam zuigt voor het bevorderen van het verbranden van het gas.

10. Taster volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het afvoereinde onder een hoek is afgesneden voor het verschaffen van een lang- 25 werpig, ellipsvormig, vlamboog-vormend oppervlak, en een vergrote luchtafvoeropening. 30 t 35