NL8303362A - Kleefmiddel voor het brandbestendig maken en omhullen van vezels. - Google Patents

Description

N.C. 31.979

Kleefmiddel voor het brandbestendig maken en omhullen van vezels.

De onderhavige aanvrage heeft in het algemeen betrekking op brand-bestendige klevende materialen en heeft meer in het bijzonder betrekking 5 op een brandbestendig kleefmateriaal met doelmatige vezeldoordringing en -omhulling alsmede op het’brandbestendig maken van de vezel, fceer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een brandbestendig kleefmateriaal, dat op doelmatige wijze gekombineerd wordt met vezelachtige en verpoederde materialen om een isolatie van het op te sproeien soort 10 te vormen dat een doelmatige thermische isolatiekwaliteit heeft alsmede van brandbestendige aard is.

Door het aanzienlijke aantal verongelukten en de materiële schade, welke met name door branden veroorzaakt worden, is een groot aantal materialen ontwikkeld als brandbestendige bekledingen, welke enigszins 15 succesvol geweest zijn in het vertragen en het verspreiden van de vlam. Werkelijk alle bekende brandbestendige isolatiematerialen zijn in zekere mate brandbaar of hebben een betrekkelijk beperkt warmtevertragend thermisch vermogen. Eovendien komen bij veel van de ontwikkelde materialen gevaarlijke giftige dampen vrij indien deze aan brand worden blootge-20 steld en deze zijn bijgevolg van nadeel gezien vanuit het standpunt van gevaar voor de longen.

Eveneens is het wenselijk gebleken om een thermisch isolatiemateriaal te verschaffen dat eveneens als brandbestendige kleefstof kan dienen en dat als een een geheel vormend bestanddeel van inwendige bekle-25 dingen voor metalen gebouwen en andere betrekkelijk gladde buigzame oppervlakken toepasbaar is. In vele gevallen is het feitelijk onmogelijk om een materiaal te verschaffen met doelmatige buigzaamheid en klevend karakter voor bevestiging aan gladde oppervlakken van een gebouw van plaatmetaal en dat eveneens een brandbestendige aard heeft. In het alge-30 meen zijn brandbestendige materialen door de aan deze typisch zijnde silicium bevattende inhoud stijf van aard, waardoor deze betrekkelijk ongeschikt zijn als brandbestendig kleefmiddel voor het gebruik op buigzame voorwerpen en oppervlakken.

Een ander gebied van wezenlijk belang is de recente ontdekking dat 35 asbestvezels en -vezeltjes kankerverwekkend van aard zijn en misschien verantwoordelijk zijn voor een aanzienlijk aantal sterfgevallen door longkanker ontstaan door een bezigheid waarbij voortdurende aanraking met asbesthoudende materialen plaatsvond. Het is algemeen bekend dat veel particuliere en openbare gebouwen wand- en plafondkonstrukties ora- 40 vatten welke asbesthoudende materialen bevatten. Bepaald is dat deze -- -

__________I

« I V 2 materialen voortdurend asbestvezels en -vezeltjes afgeven, welke een gevaar voor personen kunnen vormen die in het bijzonder gedurende langere tijd in de gebouwen verblijven. Het is daarom wenselijk een materiaal of kombinatie van materialen te verschaffen, welke gebruikt kan worden om 5 doelmatige brandbestendigheid, thermische isolatie en bescherming tegen verontreiniging door asbest te verschaffen. Tot nu toe is het onuitvoerbaar verondersteld om een afzonderlijk materiaal te verschaffen dat doelmatige beschermende eigenschappen op al deze drie gebieden heeft. De onderhavige uitvinding heeft daarom betrekking op een materiaal met 10 doelmatige eigenschappen op elk van deze drie, van algemeen belang zijnde, gebieden.

Het brandwerend maken:

Zoals hierboven vermeld zijn verscheidene materialen gebruikt om in hoofdzaak brandbestendige bekledingen op wand- en plafondkonstrukties 15 van gebouwen en op metalen konstruktieve draagorganen te verschaffen in een poging om in een brandvertragend vermogen te voorzien, dat feitelijk de vlamverspreiding vertraagt. Deze materialen zijn bedoeld om de ontwikkeling van warmte in een zodanige mate te beperken, dat de verspreiding van het vuur en de ontwikkeling daarvan vertraagd zullen worden en 20 bijgevolg brandweerlieden voldoende tijd geven om de plaats te bereiken * en de brand te blussen voordat wezenlijke schade aangericht is. In de meeste gevallen is een materiaal met brandvertragend vermogen vereist om succesvol proeven voor de bepaling van het vermogen van het materiaal om het ontwikkelen en verspreiden van vuur te vertragen, te doorstaan. Een 25 dergelijke proef omvat de E119-80 Standard Method of Fire Test of Building Constructions and Materials van de American Society for Testing and Materials. Deze proef is bedoeld om gegevens te verschaffen om regelende overheden in staat te stellen de geschiktheid van samenstellen vast te stellen voor gebruik op plaatsen waar brandwerendheid gedurende een be-30 paalde periode vereist is. Deze standaard wordt niet gebruikt om de eigenschappen van materialen of samenstellen te beschrijven in reaktie op hitte en vuur onder geregelde laboratoriumomstandigheden. Deze wordt eveneens niet gebruikt om het brandgevaar van materialen of samenstellen onder feitelijke omstandigheden te beschrijven of te schatten. De resul-35 taten van deze proef worden met name gebruikt als elementen van een waardering van het brandrisico, en welke rekening houdt met alle fakto-ren welke betrekking hebben op een waardering van het brandgevaar voor een gebruik voor een bepaald doeleinde. Het blootstellen hoeft niet representatief te zijn voor alle omstandigheden met betrekking tot brand, 40 welke omstandigheden kunnen wisselen bij veranderingen van de mate, aard 0 :: λ -r t; *>9 \J \J 'J \J V 'J ** 3 en verdeling van de belasting met vuur, ventilatie, afmeting en vorm van de ruimte, en warmte-opname-eigenschappen van de ruimte. Deze geeft echter een relatieve maat van het gedrag bij brand van samenstellen onder de bepaalde omstandigheden van het blootgesteld zijn aan brand.

5 Elke wijziging van de omstandigheden waaronder beproefd wordt, kan de eigenschappen van het gedrag van het samenstel wezenlijk veranderen. Bij deze proef wordt een vuur, met name ontwikkeld door aardgas, op een geïsoleerd oppervlak gericht en worden thermokoppels tegenover het geïsoleerde oppervlak liggend gebruikt om de temperatuurtoename te meten ter-10 wijl de behandeling met het vuur voortgezet wordt. Een materiaal voldoet niet aan deze proef indien thermokoppels een temperatuurstijging tot 123° C tonen binnen een voorafbepaalde minimale tijdsduur. Verscheidene andere proeven worden eveneens uitgevoerd om de warmte-isolatie en het brandvertragend vermogen van de materialen te bepalen. Voor het belang-15 rijkste deel is het uiterst moeilijk voor enig bekend brandwerend bekle-dingsmateriaal een brandbelasting te verkrijgen die één uur benadert.

Warmte-isolatie.

Een ander gebied van belang is het vermogen van een brandwerend materiaal eveneens te dienen voor warmte-isolatie en zelfs op buigzame 20 oppervlakken, zoals de binnenwanden van een plaatmetalen gebouw, op zijn plaats te blijven. Helt is algemeen bekend dat het metaal van plaatmetalen gebouwen de neiging heeft warmte uit te stralen indien het verwarmd wordt bij omgevingsomstandigheden zoals warme zomerdagen en dergelijke. Het is praktisch gebleken om de inwendige oppervlakken van metalen ge-25 bouwen van bekledingen van thermisch isolerend materiaal te voorzien om de warmtestraling te vertragen. De meeste thermische materialen die in staat zijn om aan de buigzame inwendige metalen wandkonstrukties van plaatmetalen gebouwen te hechten, zijn in staat om slechts een minimale bescherming te geven met betrekking tot het brandbestendig maken. In een 30 aantal gevallen is thermisch isolatiemateriaal samengesteld uit ure-thaanschuim, een zeer brandbaar materiaal, dat giftige gassen voortbrengt indien het brandt. Het is daarom wenselijk een brandbestendig be-kledingsmateriaal te verschaffen dat eveneens werkt als warmte-isolerend materiaal en dat het vermogen van een doelmatige hechting aan buigzame 35 wandkonstrukties heeft alsmede het vermogen heeft om aan verscheidene metalen en niet-metalen konstrukties te hechten zoals deze met name gebruikt worden in de konstruktie-industrie voor koirmerciële en woonkon-strukties.

Omhulling van asbest.

40 Asbest is lang gebruikt als konstruktiemateriaal vanwege de warmte- ö — /- — 7 1 -) 4 en brandvertragende eigenschappen. Het is eveneens gebruikt als een doelmatige konstruktie voor geluidsabsorptie en voor het vormen van pla-fondoppervlakken van bouwkonstrukties vanwege het tamelijk lage gewicht. Onlangs is echter ontdekt, dat asbestvezels kankerverwekkend zijn en in-5 dien afgezet in de longen van dieren en mensen moeilijk te verwijderen zijn. Bovendien is vastgesteld dat asbest een gevaar voor de gezondheid vormt indien op zodanige wijze gebruikt in bouwkonstrukties, dat asbestvezels en -vezeltjes vrijgemaakt worden, welke met de lucht meegesleept kunnen worden en door personen die zich in de gebouwen bevinden inge-10 ademd worden. Tot voor kort werd het blootstaan aan asbest algemeen beschouwd als een bij het beroep behorend gevaar voor de gezondheid voor met asbest werkende personen. Nu is echter gebleken dat een even ernstig probleem van blootstellen bestaat dat op kan treden in alle typen bouwwerken, waarin bepaalde asbesthoudende materialen gebruikt zijn voor het 15 brandbestendig maken, isoleren en dekoratie. Asbestvezels kunnen uit deze materialen vrijkomen en de omgeving van het gebouw verontreinigen. Bij personen die blootgesteld worden aan asbest kunnen dan longkanker of andere kankersoorten van andere delen van het lichaam worden ontwikkeld door het kankerverwekkende karakter van de vezels. Helaas is het opspo-20 ren van met asbest samenhangende ziekten moeilijk, aangezien de latente periode tussen het blootstellen en het verschijnen van de ziekte soms wel twintig tot veertig jaar lang is.

In het jaar 1982 is een vereiste gepubliceerd in het Federal Register, dat de aandacht vestigt op een onlangs aangenomen voorschrift van 25 de Environmental Protection Agency, waarin vereist wordt, dat openbare en particuliere schoolvoorzieningen visueel onderzocht moeten worden op brokkelige materialen. Volgens dit voorschrift moet, indien brokkelig materiaal gelokaliseerd wordt, dit geanalyseerd worden op asbestgehalte en de resultaten van de analyse moeten bekend gemaakt worden in de 30 plaatselijke overheidsbureaus en in faculteits- en werkkamers van beheerders en in gezelschapszalen in de onderhavige gebouwen. Scholen waarin brokkelig asbest bevattend materiaal aanwezig is, moeten waarschuwingen ophangen betreffende de gezondheidsgevaren van asbest en aanwijzingen met betrekking tot de methoden die gebruikt moeten worden door 35 schoolpersoneel om het blootstellen aan asbest te vermijden of verminderen. Vanwege dit voorschrift wordt brokkelig materiaal omschreven als enig materiaal op plafonds, wanden, konstruktieorganen, pijpleidingen, kanalen en op enig ander deel van de bouwkonstruktie opgebracht, dat indien droog kan verkruimelen, verpoedert of tot poeder verkleind kan wor-40 den door druk met de hand. Indien grote hoeveelheden asbestvezels aan- Λ ** -S ·-- y 0 y v v - 5 wezig zijn in brokkelige materialen, wordt feitelijk verzekerd dat een voorschrift gemaakt zal worden om de aanwezigheid van dergelijke materialen te verminderen of deze uit te sluiten door konstruktieve handelingen. Het is daarom wenselijk om methoden voor het eenvoudig en doel-5 matig veilig maken van bouwkonstrukties te verschaffen indien vastgesteld wordt dat asbest bevattende brokkelige materialen aanwezig zijn in bouwkonstrukties waarin voortdurend mensen aanwezig zijn. Dergelijke materialen worden algemeen gebruikt in schoolgebouwen en kantoorgebouwen .

10 Geluidsabsorptie.

In schoolgebouwen en kantoorgebouwen alsmede in vele andere zakelijke gebouwen en huizen worden verschillende materialen gebruikt voor het absorberen van geluid. Voor het belangrijkste deel hebben deze materialen de vorm van brandbare materialen tenzij anderszins behandeld om 15 bestandheid tegen brand of vermogen voor het vertragen van brand te verschaffen. In vele gevallen zijn brokkelige asbest bevattende materialen gebruikt voor geluidsabsorptie. Deze materialen zijn daarom onderhevig aan de verontrusting met betrekking tot asbestverontreiniging die hierboven besproken is. Het is daarom wenselijk materialen te verschaffen 20 die het vermogen van doelmatige geluidsabsorptie hebben en welke eveneens in staat zijn doelmatige brandwerendheid en omhulling van asbest? te verschaffen om zo de meeste geluidsabsorberende materialen zowel brand-bestendig als veilig ten opzichte van de omgeving met betrekking tot de gezondheid te maken.

25 In het kort omvat de onderhavige uitvinding een vloeibare brandbe- stendig nakende kleefmiddelsamenstelling omvattende een waterige suspensie of emulsie die een overwegende hoeveelheid van een alkalimetaalsili-caat en ondergeschikte hoeveelheden van een water afstotend middel en een oppervlak-aktieve stof bevat. Bij voorkeur bevat de samenstelling 30 eveneens een ondergeschikte hoeveelheid van een vloeibare stabiliserende verbinding als weekmaker en bevat verder bij voorkeur een ondergeschikte hoeveelheid van een middel voor het tegengaan van de onaangename geur. Het bovengenoemde alkalimetaal kan Na, K, Li, Rb of Sc zijn, maar aan Na en K wordt echter de voorkeur gegeven. De onderhavige emulsies zijn in 35 aanzienlijke mate stabiel en hebben niet de neiging tot scheiding of fase-omkering.

Het is daarom een voornaamste aspekt van de onderhavige uitvinding een brandbestendig kleefmateriaal te verschaffen dat kan worden gebruikt met andere vezelachtige of deeltjesvormige materialen om een op te 40 sproeien isolatie te vormen met een doelmatig brandbestendig makend ver-Λ 9 λ - t 5 O

3 o l o 0 0 L

* 6 mogen.

Het is een ander aspekt van deze uitvinding een nieuw brandbesten-dig kleefmateriaal te verschaffen, dat voldoende buigzaamheid heeft voor hechting aan binnenwanden van de meeste metalen en niet-metalen gebouwen 5 om zo doelmatige warmte-isolerende eigenschappen te verschaffen alsmede een_ doelmatig brandbestendigmakend vermogen te verschaffen.

Het is bovendien een aspekt van de onderhavige uitvinding een nieuw brandbestendig kleefmateriaal te verschaffen, dat het vermogen van het omhullen van de vezels heeft en in staat is doelmatig in vezelmaterialen 10 binnen te dringen en vezelomhulling te verschaffen waardoor de vezels daarvan veilig worden gemaakt met betrekking tot de mogelijk kankerverwekkende aard.

Tot de verschillende aspekten van deze uitvinding wordt de voorziening van een nieuw brandbestendig kleefmateriaal beschouwd, dat in 15 andere verpoederende materialen opgenomen kan worden en op oppervlakken van een gebouw gesproeid kan worden om doelmatige geluidsafcsorptie te verschaffen alsmede om brandwerendheid van oppervlakken van het gebouw te verschaffen.

Het is eveneens een aspekt van de uitvinding nieuw brandbestendig 20 kleefmateriaal te verschaffen, dat elke vlamverspreiding zal vertragen ► indien het samengevoegd is met andere verpoederende materialen in de vorm van een op te sproeien bekleding.

Het is eveneens een aspekt van deze uitvinding een nieuw brandbestendig kleefmateriaal te verschaffen, dat fundamenteel onverenigbare 25 bestanddelen bevat, welke zodanig samengevoegd worden dat deze een in hoofdzaak niet te scheiden vloeibare kleefstof leveren, welke eenvoudig en doelmatig opgebracht kan worden om in het brandwerend maken van de oppervlakken van gebouwen en andere konstrukties te voorzien.

Het is eveneens een belangrijk aspekt van deze uitvinding een nieuw 30 brandbestendig kleefmateriaal te verschaffen, waarbij fundamenteel onverenigbare bestanddelen van het kleefmateriaal in een bepaalde hoeveelheid in een bepaalde volgorde samengevoegd worden om zo een doelmatige ontwikkeling van een colloïdale suspensie te verschaffen die gedurende een lange tijdsduur in hoofdzaak niet scheidbaar zal blijven.

35 Het is eveneens een aspekt van deze uitvinding een nieuw brandbe stendig kleefmateriaal te verschaffen dat werkzaam samengesteld kan worden, goedkoop en betrouwbaar bij gebruik is.

In het kort omvat het brandbestendige kleefmateriaal volgens deze uitvinding een voorafbepaalde hoeveelheid vloeibaar alkalimetaalsili-40 caat, bij voorkeur natriumsilicaat, waarin een hoeveelheid oplossing van 8303332 7 * oppervlak-aktief middel/water gemengd is voldoende om het uitgeharde brandbestendige kleefmateriaal buigzaam te maken om in het in emulsie-toestand brengen in de vloeibare toestand daarvan te voorzien. Het klevende mengsel omvat eveneens bij voorkeur een voldoende hoeveelheid 5 polysiloxaan als waterafstotend middel om het uitgeharde klevende materiaal duurzaam en waterafstotend te maken en bestandheid tegen chemicaliën te verlenen. Verder bevindt het kleefmiddelmengsel, indien opgebracht, zich in de vorm van een in hoofdzaak niet te scheiden vloeistof-suspensie in de niet-uitgeharde toestand, en raakt uitgehard tot een ge-10 harde of vaste vorm bij het blootstellen aan de atmosfeer, waardoor het omgezet wordt uit de vloeibare toestand in een vaste buigzame massa net een doelmatige hechting aan de meeste metalen en niet-metalen oppervlakken. Het brandbestendige kleefmateriaal kan eveneens een voldoende hoeveelheid vloeibare stabiliserende verbinding als weekmaker omvatten 15 om de buigzaamheid van de uitgeharde kleefstof te verbeteren.

De desbetreffende bestanddelen van het brandbestendige kleefmateriaal worden gemengd volgens een werkwijze, waarbij fundamenteel onverenigbare bestanddelen in samenstelling gedreven worden om zo een in hoofdzaak onscheidbare suspensie voort te brengen welke gedurende een 20 aanzienlijke tijdsduur in vloeibare vorm zal blijven en welke bij het blootgesteld worden aan de atmosfeer uitgehard wordt binnen een betrekkelijk korte tijdsduur waarbij een veerkrachtige massa met doelmatige hechting aan de meeste oppervlakken wordt gevormd. De bestanddelen worden in een aangedreven mechanische menginrichting gemengd waarin het ge-25 bied van de mengsnelheid voldoende groot is om kristallisatie van de materialen tijdens het samenstellen te beletten en voldoende gering is om door warmte opgewekte kristallisatie te beletten welke anders het vernietigen van het materiaal als kleefstof tot gevolg zou hebben. De bladen van de menginrichting draaien voldoende langzaam zodat het meng-30 sel eerder door middel van snijden of afschuiven in plaats van door slaan samengesteld wordt. Het kleefmateriaal kan eveneens een middel voor het tegengaan van onaangename geur omvatten om de afwezigheid van ongewenste geuren te verzekeren.

Hoewel de onderhavige uitvinding niet beperkt is tot het vervaardi-35 gen het kleefmateriaal volgens de uitvinding door middel van een "ladingsgewijze" werkwijze waarbij een bepaalde hoeveelheid brandbesten-dig kleefmateriaal vervaardigd wordt, wordt vanwege de eenvoudigheid de onderhavige uitvinding in het bijzonder beschreven met betrekking tot een ladingsgewijze vervaardigingswerkwijze. Verder is de in de volgende 40 voorbeelden vermelde omvang van de onderhavige lading slechts represen- 8 o 0 o j o l . . . 8 tatief voor de betreffende omvang van een kleinschalige vervaardigings-inrichting met het vermogen tot het vervaardigen van kleine ladingen brandbestendig makend kleefmateriaal voor beproevingsdoeleinden. De res-pektievelijke percentages van de in het kleefmateriaal opgenomen diverse 5 bestanddelen zullen daarom niet wezenlijk wijzigen, hoewel een veel ora-vangrijkere ladingsgewijze werkwijze of een kontinue vervaardigingswerk-wijze kan worden toegepast. De verscheidene bestanddelen van het brand-bestendige kleefmateriaal worden in volumedelen in plaats van in procenten aangegeven, aangezien deze betrekking hebben op het desbetreffende 10 ladingsvolume dat in de kleinschalige inrichting wordt verwerkt.

Zoals hierboven is vermeld zijn de verschillende bestanddelen van het brandbestendige kleefmateriaal in hoofdzaak onverenigbaar. Indien samengesteld zonder enige vorm van roeren of indien onjuist geroerd, zullen deze materialen zeker verscheidene samengestelde vormen aannemen, 15 met inbegrip van volledig of gedeeltelijk kristallijne vorm of een vorm waarin bepaalde bestanddelen hetzij drijven aan de andere vloeibare bestanddelen of naar de bodem zinken en zo laagvorming door onjuist mengen tot gevolg zullen hebben. Teneinde deze bestanddelen samen te stellen om een niet te scheiden vloeistof of colloïdale suspensie te vormen, moeten 20 de materialen gedwongen samengevoegd worden volgens een werkwijze die hieronder beschreven>wordt.

Nadat een aantal beproevingen was uitgevoerd, werd bepaald, dat de aard van het roeren op kritische wijze van belang is voor de juiste vervaardiging van brandbestendig kleefmateriaal. Vanwege deze reden werd 25 een mengmachine gekozen met een mengvat met voldoende omvang om ongeveer 2090 1 vloeibaar materiaal te bevatten. Een mengmachine werd verschaft, omvattende een met een elektrische motor middels riem gedreven vloei-stof-mengend mechanisme met een bladsamenstel voor aanzienlijke afschui-ving van het draaiende schroefsoort. Middels proefnemingen werd bepaald 30 dat een vloeistofsnijdend of afschuivend blad een beter vermogen tot het samenstellen van de bestanddelen verschaft in vergelijking met een gebruikelijk mengblad. De onverenigbare materialen van het brandbestendige kleefmateriaal worden beter samengesteld door een snijdende of afschuivende werking dan door het mechanisch slaan van een meer gebruikelijk 35 mengblad. Bepaald werd dat een mengblad met een snijdende werking een doelmatige suspendering van de deeltjes van de vloeibare materialen teweeg brengt zonder voldoende wrijvingswarmte op de materialen op te wekken, wat voortijdige kristallisatie tot gevolg heeft. Eveneens werd bepaald dat de mengsnelheden moeten worden toegepast binnen een snelheids-40 gebied van ongeveer 500 - 3000 omwentelingen per minuut, bij voorkeur 8CT. «V «-7 η Λ Λ '5 ί ' 1 *> ^ ·/ 9 ψ * tussen ongeveer 800 omwentelingen per minuut en ongeveer 2500 omwentelingen per minuut* Verder werd bepaald dat een gebied tussen ongeveer 1800 en 1S00 omwentelingen per minuut een optimaal snelheidsgebied is voor een doelmatig snijdende werking welke de gewenste samenstelling van 5 de verscheidene bestanddelen aanwezig in het brandbestendige kleefmate-riaal oplevert.

Het belangrijkste bestanddeel van het brandbestendige kleefmate-riaal is een alkalimetaalsilicaat, bij voorkeur natriumsilicaat of waterglas, dat in het mengsel opgenomen wordt in een volumetrisch tra-10 jekt in het voortgebrachte ladingsmonster van ongeveer 1140 1 tot ongeveer 1710 1.

De alkalimetaalsilicaten, bekend als de oplosbare silicaten, worden in het algemeen gevormd door het samensmelten van een aanzienlijke zuiverheid hebbende bron van het geschikte alkalimetaal, bijvoorbeeld 15 watervrij natriumcarbonaat en siliciumdioxidezand bij hoge temperatuur, bijvoorbeeld bij 1300-1500° C. Produkten, waarin de verhouding silicium-dioxide tot alkalimetaal ongeveer 2:1 is, zijn in water opgelost, terwijl produkten waarin de verhouding boven 2,5:1 ligt opgelost moeten worden door onder druk staande stoom. Natriumsilicaat is verreweg het 20 meest gebruikelijke alkalimetaalsilicaat en verdient de voorkeur omdat het gemaklcelijk verkrijgbaar is en betrekkelijk goedkoop is. De uitdrukking alkalimetaalsilicaat is een algemene uitdrukking voor een groep chemicaliën, bestaande uit alkalimetaaloxide (Alk02) en silicium-dioxide (Si02) en normaliter, maar niet altijd, water. Een breed ge-25 bied verhoudingen alkalimetaaloxide tot siliciumdioxide kan in de onderhavige samenstelling gebruikt worden, bij voorkeur tussen 1:1 tot 1:6, maar aan verhoudingen van alkalimetaaloxide tot siliciumdioxide tussen 1:2,5 tot 1:4 wordt de voorkeur gegeven. Silicaten waarin de verhouding minder dan ongeveer 1:2,5 is, zijn taai en kleverig, en veranderen lang-30 zaam van vloeistof in vaste stof met verlies van water, terwijl silicaten met een gewichtsverhouding boven 4:1 hanteerbare materialen zijn in oplossingen met een betrekkelijk laag gehalte aan vaste stof. De alkalimetaalsilicaten worden normaliter gebruikt in waterige oplossingen waarbij het gehalte aan vaste stoffen overeenkomt met een zodanige koncen-35 tratie, dat de oplossing op geschikte wijze gehanteerd kan worden. In het algemeen zullen de alkalimetaalsilicaten gebruikt worden bij visco-siteiten van de oplossing tot 400 centipoise bij 20° C, bij voorkeur ongeveer 150 tot 350 centipoise bij 20° C. Bijgevolg kan een deskundige binnen deze gebieden met een minimum aan proefnemingen de alkalimetaal-40 silicaatoplossing kiezen die de gewenste verhouding alkalimetaal ten op- £ ~ ~ ~ T ^ 0 v v V ^ 10 zichte van siliciumdioxide, gehalte vaste stoffen en viscositeit heeft voor het behandelen en voor de eigenschappen van het eindprodukt (bijvoorbeeld snelheid van uitharden, gehalte aan vaste stoffen en dergelijke) .

5 Een optimale hoeveelheid natriumsilicaat voor een bepaald ladings- volume van ongeveer 1524 1 kleefmateriaal bleek ongeveer 1406 1 te zijn. Verder werd bepaald, dat het temperatuurgebied voor het natriumsilicaat bij het bereiden van het kleefmateriaal in het gebied tussen ongeveer 10° C en ongeveer 66° C lag. Een optimale temperatuur werd bepaald als 10 zijnde ongeveer 38° C. Bij een temperatuur van ongeveer 10° C heeft de natriumsilicaatvloeistof een tamelijk visceuze aard en is betrekkelijk afkerig om andere onverenigbare bestanddelen van het kleefmengsel op te nemen. Bij temperaturen boven ongeveer 66° C heeft het natriumsilicaat een aanzienlijke neiging tot kristallisatie en zal hetzij de andere on-15 verenigbare bestanddelen niet op een doelmatige wijze zodanig opnemen om een colloïdale suspensie te vormen, hetzij in een zodanige mate worden gekristalliseerd, dat de ontwikkeling van een vloeibare colloïdale suspensie relatief onmogelijk wordt.

De vloeibare stabiliserende verbinding als weekmaker is bij voor-20 keur een vloeibare diol, die vloeibaar is bij 0° C, 2 tot 4 koolstof-atomen heeft en oplosbaar in water is. Geschikte diolen omvatten ethy-leenglycol (1,2-ethaandiol), 1,2-propaandiol, 1,3-propaandiol, 1,2-bu-taandiol, en 2,3-butaandiol.

Het oppervlak-aktieve middel is bij voorkeur een anionogeen, niet 25 ionogeen of amfoteer oppervlak-aktief middel zoals deze algemeen bekend zijn in de stand der techniek.

Anionogene oppervlak-aktieve emulgerende middelen zoals alkali-metaalzeepsoorten met de algemene formule RC00M, waarin RCOO een vetzuur voorstelt, dat 3 tot 25 koolstofatomen bevat (voorgesteld door R) en M 30 een alkalimetaal is, zoals natrium, kalium, lithium en dergelijke, kunnen gebruikt worden. Gemengde vetzuren afgeleid van talg, kokosolie, palmolie en dergelijke, zijn bijvoorbeeld bijzonder bruikbaar. Voorbeelden van geschikte alkalimetaalzeepsoorten omvatten de natrium- en kaliumzouten van oliezuur, palmitinezuur, stearinezuur, linolzuur en 35 dergelijke.

Andere anionogene oppervlak-aktieve middelen omvatten een zuur afgeleid van andere bronnen zoals hars, bijvoorbeeld de natriumzouten van abietinezuur of isomeren daarvan.

Andere oppervlak-aktieve middelen van het anionogene soort, welke 40 gebruikt kunnen worden, omvatten alifatische en alkylaromatische sulfo- qx f) ~12 4.

11 naten met de algemene formule 1, waarbij R een alifatische rest, aromatische rest (met inbegrip van alkaryl), of waterstofatoom en K een alka-limetaal voorstellen. Voorbeelden van geschikte oppervlak-aktieve middelen van het sulfonaattype omvatten de aardoliesulfonaten, zoals isopro-5 pylnaftaleensulfaat, natriumheptylbifenylsulfonaat, natriumzouten van gepolymeriseerde alkylarylsulfonzuren en dergelijke.

Voor de oppervlak-aktieve middelen die de sulfaat- of sulfonaat-groepen bevatten zijn typisch de zouten van gesulfateerde vetalcoholen, met 8-18 koolstofatomen, alkylbenzeen-sulfonzuren met 8-18 koolstof-10 atomen in de alkylketens, of gesulfateerde kondensaten van fenol, alkyl-fenolen net 8-18 koolstofatomen of alcoholen met 8-18 koolstofatomen met epoxyethaan. De kationen van de zouten zijn normaliter natrium-, kalium-of amraoniumionen.

De niet ionogene oppervlak-aktieve middelen zijn samenstellingen 15 zoals epoxyethaan- of epoxypropaankondensatieprodukten van verbindingen die reaktieve waterstofatomen bevatten. Geschikte niet ionogene oppervlak-aktieve middelen omvatten verbindingen zoals ethers met de algemene formule R-(OCH2CH2)n~OH, waarin R een aromatische rest of een alifatische rest met tot 20 koolstofatomen is en n een geheel getal tussen 20 1 en 8 is.

Een voorbeeld van amfotere oppervlak-aktieve middelen is C-cetyl-petaine.

Een meer volledige lijst bruikbare anionogene, niet ionogene en amfotere oppervlak-aktieve middelen kunnen gevonden worden in de publi-25 katie uit 1964 van "Detergents and Emulsifiers", John W. McCutcheon, Inc·, Morristown, New Jersey, en in Schwartz and Perry, “Surface Active Agents", New York Interscience, Inc. 1949.

Geschikte waterafstotende middelen op polysiloxaanbasis omvatten alkaliaetaalzouten van door koolwaterstof gesubstitueerd silaantriol 30 (soms silonlaten genoemd) met de algemene formule 2.

Alkalimetaal waarin R een koolwaterstofrest is met 1 tot 16 koolstofatomen van alkyl, aryl, aralkyl, alkaryl, met inbegrip van reaktieve substituenten zoals chloor, broom, fluor of jood. De koolwaterstofresten omvatten bijvoorbeeld methyl, ethyl, decyl, fenyl, naftyl, bifenyl, ben-35 zyl, xylyl en dergelijke. Formule 2 wordt verondersteld de water bevattende vorm te zijn welke tot (R Si02) alkalimetaal gedroogd kan worden.

Aangezien de uiteindelijke samenstelling van de onderhavige uitvinding een waterige oplossing is, kunnen de verscheidene komponenten alle 40 als waterige oplossingen worden gemengd.

o "t ~ KJ V V > 12

Het water dient zowel als drager voor de komponenten als de konti-nue fase voor de emulsie welke uit de onderhavige kombinatie van komponenten ontstaat, en zal in het algemeen tussen ongeveer 40 en 70 gew.% van de uiteindelijke (totale) samenstelling omvatten, bij voorkeur onge-5 veer 55 tot 65 gew.% van de samenstelling. Afgezien van water zijn in de brandbestendig makende samenstelling de bestanddelen bij voorkeur in de volgende hoeveelheden aanwezig:

Alkalimetaalsilicaat 80 - 98 gew.% 10 meer bij voorkeur 90 - 95 gew.%

Oppervlak-aktief middel 0,01 - 0,5 gew.% meer bij voorkeur 0,03 - 1 gew.%

Polysiloxaan als waterafstotend middel 1 - 6 gew.% meer bij voorkeur 2 - 3 gew.% 15 Diol 1 - 10 gew.% meer bij voorkeur 3 - 7 gew.%

Middel voor het tegengaan van onaangename geur 0,05 - 1 gew.% meer bij voorkeur 0,13 - 0,4 gew.% 20 In het mengvat van de menginrichting dat ongeveer 1406 1 natrium- silicaat bevat, wordt een voldoende"hoeveelheid vloeibare stabiliserende verbinding als weekmaker toegevoegd, terwijl het natriumsilicaat voortdurend geroerd wordt met de mengmachine waarvan het snijblad in een gebied tussen 1800 en 1900 omwentelingen per minuut werkt. Volgens een ge-25 schikte vorm van de uitvinding heeft de vloeibare stabiliserende verbinding als weekmaker de vorm van ethyleenglycol dat gemengd wordt in een gebied van tussen ongeveer 19 1 tot ongeveer 76 1 met het in het mengvat aanwezige natriumsilicaat. Bij voorkeur is een optimale hoeveelheid ethyleenglycol ongeveer 38 1 zeer, die tamelijk langzaam aan de natrium-30 silicaat bevattende vloeistof tijdens het voortdurende roeren wordt toegevoegd. Bijvoorbeeld wordt het ethyleenglycol met een snelheid die niet wezenlijk groter is dan 19 1 per minuut toegevoegd. Het toevoegen van het ethyleenglycol zal, indien het snel geschiedt, de natriumsilicaat bevattende vloeistof doen schrikken waardoor onmiddellijk kristallisatie 35 plaatsvindt. Het is daarom noodzakelijk om het ethyleenglycol met een zodanige traagheid aan het natriumsilicaat, dat geroerd wordt, toe te voegen dat het natriumsilicaat gedurende de gehele toevoeging van het ethyleenglycol vloeibaar blijft. Het ethyleenglycol voorziet het brand-bestendige kleefmateriaal van een antivrieseigenschap, die deze geschikt 40 maakt voor verzending, hantering en opslag in omgevingen met betrekke-

V V '-s W j -I

13 ί lijk lage temperaturen, zoals deze tijdens de winter op kunnen treden. Verder verschaft het ethyleenglycol vloeistofstabilisatie en werkt eveneens als weekmakende verbinding om de buigzaamheid van de uitgeharde kleefstof nadat deze opgebracht is te verbeteren.

5 Een hoeveelheid oppervlak-aktief materiaal wordt dan opgelost in water en dit mengsel van water en oppervlak-aktief middel wordt onder roeren aan het mengsel in het mengvat toegevoegd. Teneinde het schrikken van het natriumsilicaat te beletten, hetgeen onmiddellijke kristallisatie tot gevolg zou hebben, wordt het mengsel van water/oppervlak-aktief 10 middel met ongeveer dezelfde of lagere toevoegsnelheid dan het hierboven beschrevene in samenhang met het ethyleenglycol, toegevoegd.

Nadat het ethyleenglycol volledig toegevoegd is en gedispergeerd is in het mengsel in het mengvat wordt een hoeveelheid polysiloxaan als waterafstotend middel in het mengvat gebracht, waarvan het toevoegen 15 eveneens zo langzaam geschiedt als hierboven beschreven in samenhang met ethyleenglycol en oppervlak-aktief middel/waterbestanddelen van het mengsel. Opnieuw zal de viscositeit van het mengsel in het mengvat de toevoegsnelheid van polysiloxaan als waterafstotend middel bepalen. Indien het materiaal tamelijk visceus van aard is, moet het op poly-20 siloxaan als waterafstotend middel tameljk langzaam toegevoegd worden. Indien het mengsel een normale viscositeit heeft, hetgeen bij een temperatuur van ongeveer 38° C het geval is, kan het polysiloxaan als waterafstotend middel sneller toegevoegd worden zonder het mengsel af te schrikken en direkt kristallisatie te veroorzaken. Aan een lading met 25 het bovengenoemde volume, zal de hoeveelheid vloeibaar polysiloxaan als waterafstotend middel een orde van grootte van ongeveer 38 - 76 1 hebben, waarbij het optimale volume daarvan ongeveer 57 1 is. Nadat het langzaam toevoegen van het polysiloxaan als waterafstotend materiaal voltooid is, wordt het roeren gedurende een voldoende lange tijdsduur 30 door het snijblad van het mengmechanisme voortgezet om een colloïdaal of niet te scheiden mengsel in te stellen. Nadat dit plaatsgevonden heeft kan de menginrichting uitgeschakeld worden en kan het kleefmengsel in het mengvat in mengvaten, houders of andere opslagvaten voor opslag en hantering overgebracht worden. Indien op de juiste wijze gemengd zal het 35 kleefmateriaal niet laagvormig worden door het bezinken en drijven, maar zal in plaats daarvan een homogene vloeibare konsistentie houden, waardoor het door pompen voor het hanteren of door de venturisch van sproei-inrichtingen voor kleefstof voor het door sproeien opbrengen op oppervlakken kan worden opgenomen.

40 Het polysiloxaan als waterafstotend middel kan de vorm van een

ö ·* n r ” '1 O

O V ·.. -J - L· 14 natriummethylsilanolaatoplossing hebben, welke het kleefmiddelmengsel van uitstekende thermische stabiliteit en stabiliteit met betrekking tot de oxidatie, waterafstotend vermogen, duurzaamheid, chemische en corrosieve weerstand en goede duurzaamheid voorziet.

5 Een waterafstotend brandwerend kleefmiddelmengsel vervaardigd in overeenstemming met het bovenstaande zal typisch onwelriekend van aard zijn. Om deze onwelriekende aard uit te sluiten of te beperken en om de buigzaamheid van het ontstane uitgeharde brandbestendige kleefmateriaal verder te verbeteren kan een hoeveelheid van een geschikt geurverwijde-10 ringsmiddel tijdens de mengfase worden toegevoegd. Een voorbeeld van een geschikt middel voor het tegengaan van onaangename geur, dat eveneens extra regeling van de buigzaamheid verschaft, is een door water geakti-veerd concentraat voor het tegengaan van onaangename geur, dat vervaardigd en verkocht wordt onder het handelsmerk OXFORD AIR-O-SYN door 15 Oxford Chemicals of Atlanta, Georgia. Aan een lading kleefmateriaal, zoals hierboven genoemd, wordt typisch ongeveer tussen 1,9 en 4,8 1 met water geaktiveerd concentraat voor het tegengaan van onaangename geur aan het mengsel toegevoegd, waarbij de optimale hoeveelheid ongeveer 3,4 1 is. Dit concentraat voor het tegengaan van onaangename geur zal het 20 ontstane brandbestendige kleefmateriaal aanzienlijk vrijhouden van elke onaangename geur. Naast het verschaffen van regeling betreffende het tegengaan van onaangename geur verbetert het OXFORD AIR-O-SYN concentraat voor het tegengaan van onaangename geur eveneens de buigzaamheid van het onstane, uitgeharde brandbestendige kleefmateriaal.

25 Hieronder volgt een weergave van de waarden in het lage, optimale en hoge gebied voor de verschillende hoeveelheden bestanddelen, temperaturen en mengsnelheden, welke gebruikt kunnen worden bij de bereiding van brandbestendig kleefmateriaal volgens de onderhavige uitvinding. Hoewel bepaalde materialen aangegeven worden, wordt niet beoogd de 30 onderhavige uitvinding te beperken tot gebruik van die bepaalde materialen en hoeveelheden die vermeld zijn. Andere geschikte materialen kunnen gebruikt worden in plaats van de genoemde materialen, die liggen binnen de geest en het gebied van de onderhavige uitvinding.

e C. ^^39 W “V v!/ *1/ V Am ^ 15 * #

Kleefbestanddeel laag gebied optimum hoog gebied 1 Vloeibaar natriumsilicaat 1316 1 1406 1 1516 1

5 2 Hengtemperatuur 10° C 37,8° C 66° C

3 Ethyleenglycol (gebruikelijk) 19 1 38 1 57 1 4 Oppervlak-aktief middel

Ultra Wet D.S. (schilfers) 0,23 kg 0,45 kg 0,9 kg 5 Water 7,6 1 19 1 30,4 1 10 6 Middel voor het tegengaan van onaangename geur 0,95 1 3,41 5,31 7 Waterafstotend middel op polysiloxaanbasis 38 1 57 1 76 1 8 Mengsnelheid 500 omw/min 1800- 3000 omw/min 1900 omw/min 15

Aangezien veel van de deeltjesvormige bestanddelen van het brandbe-stendige kleefmateriaal op verscheidene wijzen in verscheidene soorten verkregen kan worden, is een meer nauwkeurige onderscheiding van de verschillende bestanddelen als volgt.

20 Het meest gebruikte natriumsilicaat is silicaat van soda, kwaliteit 40, dat verkrijgbaar is bij de Diamond Shamrock Corporation, 351 Phelps Court, P.0. Box 2300, Irving, Texas 75061. Dit silicaat van natrium is oplosbaar in water en is een kleurloze, troebele vloeistof met geen of een enigszins zeepachtige geur. Dit natriumsilicaat heeft een soortelijk 25 gewicht van 1,30-1,71 bij 20° C vergeleken met water dat een soortelijk gewicht van 1 heeft bij dezelfde temperatuur. Het vloeibare natriumsili-caatmateriaal heeft een kookpunt van ongeveer 102 - 105° C. Bij het brandbestendige kleefmateriaal werkt het natriumsilicaat als een brand-bestendig hechtmateriaal en vergroot de snelheid van het uitharden nadat 30 het materiaal opgebracht is. Bovendien werkt het als roestinhibitor en verschaft weerstand tegen ongedierte. Het is eveneens anorganisch en niet giftig.

De natriummethylsilanolaatoplossing kan van het type zijn dat vervaardigd wordt door de Union Carbide Corporation, Silicones and 35 Urethanes Intermediates, Old Ridgebury Road, Danbury, Connecticut 06817, onder het identifikatiesymbool R-20. De fysische vorm van dit materiaal is een oplossing in water met een helder ui terlijk en een op water gelijkende witte kleur. Het schijnbare soortelijk gewicht van het materiaal bij 25/25° C is 1,209. Het bevat 30 gew.% aktieve bestanddelen. 40 Het heeft bij 25° C een viscositeit van 10 centipoise. De natriummethyl- g ' V W 'J t. · -- > ij.

16 silanolaatoplossing heeft een uitstekende thermische stabiliteit en stabiliteit met betrekking tot de oxidatie, is waterafstotend en verschaft het uitgeharde kleefmateriaal een uitstekende duurzaamheid. Het is eveneens chemisch weerstandbiedend en niet corroderend en kan uit het oog-5 punt van opbrengen doelmatig versproeid worden.

Het ethyleenglycolbestanddeel is verkrijgbaar bij de Dow Chemical Corporation, Midland, Michigan 48640, Verenigde Staten van Amerika. Dit bijzondere produkt kan onderscheiden worden als ethyleenglycol (gebruikelijk) en is een materiaal met lage dichtheid in de vorm van een kleur-10 loze, nagenoeg reukloze vloeistof. Het ethyleenglycol heeft een kookpunt van 197,3° C en een dampspanning van 0,12 mm/Hg bij 25° C. Het is oplosbaar in water, volledig mengbaar en heeft een soortelijk gewicht van 1,1155 bij 20/20° C. Het ethyleenglycol dient om het vriespunt van het brandbestendige kleefmateriaal te verlagen en dient eveneens als stabi-15 lisator en weekmaker voor het kleefmateriaal om de buigzaamheid en de hechting daarvan te verbeteren.

Het oppervlak-aktieve bestanddeel van het brandbestendige kleefmateriaal kan bij voorkeur de vorm van Ultra-Wet DS (schilfers) natrium-alkylsulfonaat hebben, dat bereid wordt door Arco Chemical Company, 20 Division of. Atlantic Richfield Company, 1500 Market Street, Philadelphia, Pennsylvania 19101. Het Ultra-Wet DS oppervlak-aktieve middel is een bijzonder natriumalkylaatsulfonaat met vrij vloeiende schilfers· Het wordt gebruikt in waterige media om de oppervlak-aktiviteit te verschaffen of te verbeteren, zoals het reinigende vermogen, het bevochtigen, 25 suspenderen, dispergeren en emulgeren. Het is in het bijzonder werkzaam in gebieden met hard water. Dit oppervlak-aktieve middel is volledig oplosbaar in water en biologisch afbreekbaar.

Het middel voor het tegengaan van onaangename geur kan bij voorkeur de vorm hebben van een met water geaktiveerd koncentraat voor het tegen-30 gaan van onaangename geur, bereid door'Oxford Chemicals, P.0. Eox 80202, Atlanta, Georgia 30366, en wordt verkocht onder de handelsnaam OXFORD AIR-0-SYN. Dit bestanddeel wordt gebruikt in een verdund mengsel met water en is werkzaam om de geureigenschappen van het ontstane kleefmateriaal tussen reukloos en enigszins zeepachtig te houden. Het brandbe-35 stendige kleefmateriaal zal daarom een betrekkelijk aangename geur hebben die personen die betrokken worden bij het door sproeien opbrengen daarvan niet zal hinderen.

Met betrekking tot de volumepercentages ligt het natriumsilicaat-bestanddeel van het mengsel in het gebied tussen ongeveer 90 vol.% en 40 ongeveer 97 vol.%. De oplossing van oppervlak-aktief middel en water

i» * C-* - ** £ A

0 w 0 O 0 ά 17 - ligt in het gebied tussen ongeveer 0,01 vol.% en 0,1 vol.%. Het poly-siloxaan als waterafstotend middel ligt in het bereik tussen 0,02 vol.% en ongeveer 0,2 vol.%. De vloeibare stabiliserende verbinding als weekmaker ligt in het gebied tussen ongeveer 1,0 vol.% en ongeveer 5,0 5 vol.%. Het polysiloxaan/waterafstotende middel ligt in het gebied tussen 1,0 en ongeveer 4,0 vol.%.

Het ontstane brandbestendige kleefmateriaal verkeert in vloeibare vorm en heeft een uitstekende hechting aan de meeste metallieke en niet metallieke oppervlakken. De elementaire bestanddelen zijn in hoofdzaak 10 anorganisch en vormen bij het vast worden een blijvende, buigzame matrix, welke niet giftig en zeer stabiel is. Bovendien zullen de temperatuur, lichtintensiteit en de vochtigheid die waarschijnlijk aanwezig zijn in de ingenomen ruimte, niet wezenlijk bijdragen aan de ontleding of het onstabiel worden van de uitgeharde brandbestendige kleefmatrix. 15 Het brandbestendige kleefmateriaal is aanzienlijk bestand tegen plotselinge thermische schokken met inbegrip van open vuur. De geringe verandering van fysische vorm van de materialen met inbegrip van omhulde deeltjes uit isolatiemateriaal, pleistermateriaal of bouwplaat door de verkeerde fysische of mechanisch toepassing of verwijdering of ther-20 mische schokken zal niet het in aanzienlijke mate vrijkomen van kleine deeltjes tot gevolg hebben. Het adsorberen en absorberen van de hechtende matrix in asbestvezels en -vezeltjes heeft omkapseling en omhulling tot gevolg. Verbreking van de omhulling door mechanische schuring, met inbegrip van behandeling met zand, zal niet het breken van grote vezels 25 in kleine vezels tot gevolg hebben. Het consumeren van de omhulde materialen zal- geen biologische beschikbaarheid van de vezels tot gevolg hebben aangezien de vaste matrix niet aangetast wordt door spijsverte-ringszuren of enzymen. De hechtende matrix zal door slijten vrijgekomen stof aanzienlijk verminderen. Door slijten vrijgekomen deeltjes zullen 30 voor het grootste deel groot zijn en niet in aanzienlijke mate geabsorbeerd worden door het long- of spijsverteringsstelsel van mensen en dieren. Het brandbestendige kleefmateriaal kan tijdens het door sproeien opbrengen gemengd worden met inert deeltjesvormig isolatiemateriaal om een beschermende brandbestendige bekleding te vormen die eveneens ther-35 mische isolerende eigenschappen heeft. Een brandbestendige bedekking van deze aard voorziet op doelmatige wijze in brandbescherming, thermische isolatie, geluidsabsorptie en indien vereist omhulling van asbestvezels .

Gezien het bovenstaande is het duidelijk, dat de onderhavige uit-4G vinding zeer geschikt is om alle bovengestelde doeleinden, kenmerken en 83'C ll 18 voordelen, samen met de andere voordelen die duidelijk zullen worden en deel uitmaken van de beschrijving van de uitvinding zelf, te verwezen-' lijken. Begrepen moet worden dat bepaalde kombinaties en nevenkombina-ties van nut zijn en gebruikt kunnen worden onder verwijzing naar andere 5 kenmerken en nevenkombinaties. Dit is het doel en ligt binnen het bereik van de onderhavige uitvinding.

Aangezien vele mogelijke uitvoeringen vervaardigd kunnen worden van deze uitvinding zonder buiten de gedachte of het bereik van de uitvinding te geraken, moet begrepen worden dat alle hierboven beschreven 10 materie illustratief en niet beperkend is.

8 o C o -J a l

Claims (36)

1. Brandbestendig kleefmiddelmengsel in vloeibare vorm, met het kenmerk, dat dit: 5 (a) een voorafbepaalde hoeveelheid vloeibaar natriumsilicaat; (b) een hoeveelheid oplossing van oppervlak-aktief middel en water, voldoende om het uitgeharde brandbestendige kleefmiddel buigzaam te maken en emulgering in de vloeibare toestand daarvan te verschaffen; (c) een voldoende hoeveelheid polysiloxaan als waterafstotend mid-10 del om het uitgeharde kleefmiddel duurzaam, chemisch weerstand biedend en waterafstotend te maken omvat; en (d) waarbij het kleefmengsel in de vorm van een in hoofdzaak niet te scheiden vloeibare suspensie in de niet uitgeharde toestand aanwezig is en na blootstellen aan de atmosfeer tot een vaste buigzame massa uit- 15 hardt.

2. Brandbestendige kleefstof volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat deze een hoeveelheid vloeibare stabiliserende verbinding als weekmaker bevat om de buigzaamheid van het uitgeharde kleefmiddel te verbeteren.

3. Brandbestendig kleefmiddel volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat de vloeibare stabiliserende verbinding als weekmaker ethyleenglycol is.

4. Brandbestendige kleefstof volgens conclusie 1-3, met het kenmerk, dat de oplossing van oppervlak-aktief middel en water in 25 water opgelost natriumalkylaatsulfonaat omvat.

5. Brandbestendig kleefmiddel volgens conclusie 1-4, met het kenmerk, dat het polysiloxaan als waterafstotend middel natrium-methylsilanolaat omvat.

6. Brandbestendig kleefmiddel volgens conclusie 1-5, met het 30 kenmerk, dat dit een middel voor het tegengaan van onaangename geur omvat.

7. Brandbestendig kleefmiddel volgens conclusie 1-6, met het kenmerk, dat: (a) de hoeveelheid natriumsilicaat in het gebied tussen ongeveer 90 35 vol.% tot ongeveer 97 vol.% van het mengsel ligt; (b) de hoeveelheid oplossing van oppervlak-aktief middel en water in het gebied tussen ongeveer 0,01 vol.% en ongeveer 0,1 vol.% van het mengsel ligt; en (c) de hoeveelheid polysiloxaan als waterafstotend middel in het 40 gebied tussen ongeveer 0,02 vol.% tot ongeveer 0,2 vol.% van het mengsel c λ n ” * ligt.

8. Brandbestendig middel volgens conclusie 7,met het kenmerk, dat het mengsel een hoeveelheid stabiliserende verbinding als weekmaker in het ge-5 bied tussen ongeveer 1,0 vol.% tot ongeveer 5,0 vol.% van het mengsel bevat.

9. Brandbestendig kleefmiddel volgens conclusie 1-8, met het kenmerk, dat de hoeveelheid oplossing van natriumalkylaatsulfonaat en water in het gebied tussen ongeveer 1,0 vol.% tot ongeveer 4,0 vol.% 10 van het mengsel ligt.

10. Brandbestendig kleefmiddel volgens conclusie 1-9, met het kenmerk, dat het mengsel samengesteld wordt bij een temperatuur in het gebied tussen ongeveer 10° C en ongeveer 66° C.

11. Brandbestendig kleefmiddel volgens conclusie 1-10, met 15 het kenmerk, dat het mengsel samengevoegd wordt door middel van een middels vermogen aangedreven schroefblad van het afschuifsoort aangedreven met een snelheid in het gebied tussen ongeveer 500 omwentelingen per minuut en ongeveer 3000 omwentelingen per minuut.

12. Vloeibaar brandbestendig kleefmateriaal dat bij het blootstel- 20 len aan lucht bij omgevingstemperatuur kan worden uitgehard onder vorming van een vaste, veerkrachtige massa met een goede hechting aan metallieke en niet-metallieke oppervlakken, met het kenmerk, dat deze de volgende bestanddelen omvat voor het vormen van een ladingsvolume van klevende vloeistof van ongeveer 1524 1: 25 (a) 1406 1 natriumsilicaat; (b) 38 1 ethyleenglycol; (c) 0,45 kg Ultra-Wet DS (schilfers) oppervlak-aktief middel; (d) 19 1 water; (e) 3,4 1 middel voor het tegengaan van onaangename geur; en 30 (f) 57 1 polysiloxaan als waterafstotend middel.

13. Vloeibaar brandbestendig kleefmateriaal volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de bestanddelen (a) - (f) gemengd worden bij een temperatuur in het gebied tussen ongeveer 10° C en ongeveer 66° C.

14. Vloeibaar brandbestendig kleefmateriaal volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de bestanddelen (a) - (f) met een schroefblad van het afschuiftype gemengd worden, dat aangedreven wordt met een snelheid in het gebied van ongeveer 500 omwentelingen per minuut tot ongeveer 3000 omwentelingen per minuut.

15. Werkwijze voor het bereiden van brandbestendig kleefmateriaal 8? p, ” ~ ^ 9 1^3 KJ W ·» -J -a 21 «r r· in vloeibare vorm, met het kenmerk, dat men (a) een mengstelsel met een mengvat en een door een motor aangedreven mechanisme voor het roeren van vloeistof met een voorafbepaalde hoeveelheid vloeibaar natriumsilicaat laadt; 5 (b) het roeren van het vloeibare natriumsilicaat met het door een motor aangedreven mechanisme voor het roeren van vloeistof op gang brengt; (c) langzaam een hoeveelheid vloeibare stabilisator als weekmaker in het mengvat brengt, terwijl men het vloeibare mengsel voortdurend 10 roert; (d) een hoeveelheid oppervlak-aktief middel met een hoeveelheid water mengt; (e) langzaam het mengsel van oppervlak-aktief middel en water in een mengvat brengt, terwijl men het mengsel voortdurend roert; 15 (f) langzaam een hoeveelheid polysiloxaan als waterafstotend middel in het mengvat brengt; en (g) het mengen in het mengvat gedurende een voldoende tijdsduur voortzet onder vorming van een in hoofdzaak niet te scheiden vloeibaar mengsel.

16. Werkwijze volgens conclusie 15,met het kenmerk, dat men het mengsel samenstelt bij een temperatuur in het gebied tussen ongeveer tussen 10° C tot ongeveer 66 e C.

17. Werkwijze volgens conclusie 15 of 16, m e t het kenmerk, dat men het mengsel samensteltmet een schroefblad van het af- 25 schuiftype dat draaiend aangedreven wordt met een snelheid in het gebied tussen ongeveer 500 omwentelingen per minuut en ongeveer 3000 omwentelingen per minuut.

18. Werkwijze volgens conclusie 15-17, met het ken merk, dat de vloeibare stabilisator als weekmaker ethyleenglycol is.

19. Werkwijze volgens conclusie 15-18, met het ken merk, dat het oppervlak-aktief middel Ultra Wet D.S. (schilfers) oppervlak-aktief middel omvat.

20. Werkwijze volgens conclusie 15-19, met het ken merk, dat men een hoeveelheid middel voor het tegengaan van onaange- 35 name geur in het mengsel voor de trap van het voortdurend mengen toevoegt.

21. Vloeibare brandbestendig makende kleefsamenstelling, met het kenmerk, dat deze een waterige emulsie omvat, die een overwegende hoeveelheid van een alkalimetaalsilicaat, een ondergeschikte 40 hoeveelheid waterafstotend middel en een ondergeschikte hoeveelheid van 8 7 λ - - Λ Λ V W ν ύ 0 £. *4 r 4 ► een oppervlak-aktief middel bevat.

22. Vloeibare brandbestendig makende kleefsamenstelling volgens conclusie 21,met het kenmerk, dat een ondergeschikte hoeveelheid vloeibare stabilisator als weekmaker aanwezig is.

23. Vloeibare brandbestendig makende kleefsamenstelling volgens conclusie 21 of 22,met het kenmerk, dat een ondergeschikte hoeveelheid middel voor het tegengaan van onaangename geur aanwezig is.

24. Vloeibare brandbestendig makende kleefsamenstelling volgens 10 conslusie 21-23, met het kenmerk, dat het alkalimetaal natrium is.

25. Vloeibare brandbestendig makende kleefsamenstelling volgens conclusie 21-24, met het kenmerk, dat het waterafstotende middel polysiloxaan is.

26. Vloeibare brandbestendig makende kleefsamenstelling volgens conclusie 21-25, met het kenmerk, dat het polysiloxaan als water waterafstotend middel een alkalimetaalzout van door koolwaterstof gesubstitueerd silaantriol is.

27. Vloeibare brandbestendig makende kleefsamenstelling volgens 20 conclusie 21-26, met het kenmerk, dat het oppervlak- aktief middel een anionogeen, niet ionogeen of amfoteerd oppervlak-aktief middel is.

28. Vloeibare brandbestendig makende kleefsamenstelling volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat het oppervlak-aktieve 25 middel anionogeen is.

29. Vloeibare brandbestendig makende kleefsamenstelling volgens conclusie 28, met het kenmerk, dat het oppervlak-aktieve middel een aromatisch sulfonaat is.

30. Vloeibare brandbestendig makende kleefsamenstelling volgens 30 conclusie 29, met het kenmerk, dat het oppervlak-aktieve middel een alkarylsulfonaat is.

31. Vloeibare brandbestendig makende kleefsamenstelling volgens conclusie 21-30, met het kenmerk, dat de vloeibare stabi lisator als weekmaker een diol is met 2 tot 4 koolstofatomen.

32. Vloeibare brandbestendig makende kleefsamenstelling volgens conclusie 31,met het kenmerk, dat het diol ethyleenglycol is.

33. Vloeibare brandbestendig makende kleefsamenstelling volgens conclusie 21-32, met het kenmerk, dat deze afgezien van 40 water 80 - 98 gew.% alkalimetaalsilicaat, 0,01 - 0,5 gew.% oppervlak- 83D3352 23 'W--» * * aktief middel, 1-6 gew.% waterafstotend middel en 1 - 10 gew.% vloeibare stabilisator als weekmiddel bevat, welke een diol is.

34. Vloeibare brandbestendig makende kleefsamenstelling volgens conclusie 33,met het kenmerk, dat het water 40 - 70 gew.% 5 van de totale samenstelling uitmaakt.

35. Vloeibare brandbestendig makende kleefsamenstelling volgens conclusie 33,met het kenmerk, dat deze afgezien van water 90 - 95 gew.% natriumsilicaat, 0,03 - 1 gew.% alkarylsulfonaat, 2-3 gew.% polysiloxaan als waterafstotend midden en 3 - 7 gew.% diol met 2 10 tot 4 koolstofatomen bevat.

36. Vloeibare brandbestendig makende kleefsamenstelling volgens conclusie 33, met het kenmerk, dat het polysiloxaan als waterafstotend middel een alkalimetaalzout is van een door koolwaterstof gesubstitueerd silaantriol en waarbij het diol ethyleenglycol is. ***** 8303332