NL8303009A - Schakelstelsel. - Google Patents
Schakelstelsel. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8303009A NL8303009A NL8303009A NL8303009A NL8303009A NL 8303009 A NL8303009 A NL 8303009A NL 8303009 A NL8303009 A NL 8303009A NL 8303009 A NL8303009 A NL 8303009A NL 8303009 A NL8303009 A NL 8303009A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- gate
- circuit
- test
- maintenance
- network
- Prior art date
Links
Classifications
-
- H—ELECTRICITY
- H04—ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
- H04Q—SELECTING
- H04Q11/00—Selecting arrangements for multiplex systems
- H04Q11/04—Selecting arrangements for multiplex systems for time-division multiplexing
- H04Q11/0407—Selecting arrangements for multiplex systems for time-division multiplexing using a stored programme control
-
- H—ELECTRICITY
- H04—ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
- H04M—TELEPHONIC COMMUNICATION
- H04M3/00—Automatic or semi-automatic exchanges
- H04M3/22—Arrangements for supervision, monitoring or testing
- H04M3/24—Arrangements for supervision, monitoring or testing with provision for checking the normal operation
- H04M3/244—Arrangements for supervision, monitoring or testing with provision for checking the normal operation for multiplex systems
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Signal Processing (AREA)
- Computer Networks & Wireless Communication (AREA)
- Monitoring And Testing Of Exchanges (AREA)
- Use Of Switch Circuits For Exchanges And Methods Of Control Of Multiplex Exchanges (AREA)
- Data Exchanges In Wide-Area Networks (AREA)
- Time-Division Multiplex Systems (AREA)
Description
Sr * ί i I- VO 5013
Betr.: Schakelstelsel.
De uitvinding heeft betrekking op een schakelstelsel voor het tot stand brengen van tijdverdelingsverbindingen tussen een aantal poortketens, voorzien van een eerste schakeling voor het bepalen van netwerk-tijdgleufbanen tussen paren van de poortketens, en een koppelschakeling 5 voor het normaliter transporteren van digitale steekproeven tussen actieve ketens van de poortketens.
Teneinde een betrouwbare werking te verzekeren, worden telefoon-schakelstelsels, die door een opgeslagen programma worden bestuurd, normaliter zodanig ontworpen, dat gebruik wordt gemaakt van enige mate van 10 rechtstreekse onderhoudsbeproeving als deel van de schakelbesturings-functie, evenals een indirekte diagnostische beproeving teneinde de bron van moeilijkheden te localiseren nadat een eenheid eenmaal buiten werking is gesteld. Een vroeg stelsel van dit type is het Ho. 1 ESS, beschreven in het septembernummer van 1961)· van Bell System Technical 15 Journal. Dit onderhoudsplan van een stelsel, beschreven op pag. 1961 -2019, omvatte gedupliceerde hoofdprocessors, die elk een aantal klassen basisniveauwerkzaamheden uitvoerden. De onderhoudsbeproeving van gedupliceerde processors werd periodiek uitgevoerd in klasse E van het basisniveau, waarbij de toestanden van overeenkomstige, inwendige pro-20 cessorknooppunten of pp een routinebasis of op een gerichte of steek-proefmodusbasis onder programmabesturing werden vergeleken. Het onderhoud van het netwerk werd evenwel beperkt tot het controleren van dat ene en slechts dat ene kiesbaanrelais, dat in de direkte regelaar van de gedupliceerde netwerkregelaars in werking was, d.w.z., dat geen di-25 rekte controle van een netwerkbaan zelf kon worden uitgevoerd.
Een ander voorbeeld van het gebruik van een direkt onderhoud, gevolgd door eea indirekte, diagnostische beproeving vindt men in het .Amerikaanse octrooischrift 3.609.70^. In dit octrooischrift is een diagnostische routine beschreven voor het isoleren van een "babbling"-30. opzamelinrichting uit een aantal geheugenopzamelinrichtingen, die via een gemeenschappelijke adreslijn toegankelijk zijn.
Recentelijk is een nuttige methode voor indirekte diagnose ont- vikkeld, waarbij eea iteratieve codeerinrichting wordt gebruikt, welke bekend staat als een signatuuropzamelplaatje (SAC)-inrichting. Gewezen 35 wordt bijvoorbeeld op E. White, "Signature Analysis-Enhancing the
Serviceability of Microprocessor-Based Industrial Products", IECI "78 O *7 Λ " ^ λ λ ν v’ V ·' > j * > - 2 -
Proceedings, pag. 68 - j6; R. A. Frohwerk, "Signature Analysis; A New Digital Field Service Method", Hewlett-Packard Journal, mei 1977, pag. 2--8; en He J. Nadig, "Signature Analysis-Concepts, Exemples and Guidelines", ibid, pag. 15 - 21. De werking van de SAC-inrichting is gebaseerd op het 5 toevoeren van een voorafbepaalde stimulus aan een keten of serie van ketens, welke bij de SAC-inrichting eindigen. Wanneer de SAC-inrichting een gelegenheid heeft gehad om op de stimulus te reageren, wordt de SAC-inrichting verbonden met een register en wordt de inhoud van het register vergeleken met een geanticipeerd responsiewoord. Indien alle tussen-10 gelegen schakelingen op de juiste wijze werken, dient een gelijke vergelijking te resulteren. De aard van een eventuele afwijking tussen het register en het geanticipeerde responsiewoord kan indicatief zijn voor de aard van de fout, welke aanleiding geeft tot de afwijking. Omdat de SAC-inrichting een voorafbepaalde stimulus vereist om een geanticipeerde 15 responsie uit te lokken, terwijl de stimuli (spraak- of informatieberich-ten), welke over communicatieschakelnetwerkbanen worden overgedragen, in het algemeen niet voorspelbaar zijn, is het tot dusverre niet mogelijk geweest SAC-plaatje-inrichtingen te gebruiken voor een direkte beproeving van communicatieschakelbanen.
20 Het probleem wordt volgens de uitvinding opgelost door middel van een schakelstelsel, dat voorzien is van een onderhoudsschakeling, voorzien van een schakeling voor het transporteren van een testvector langs een onbezette baan van de netwerktijdgleufbanen, waarbij een signatuur-analyseketen langs de netwerktijdgleufbanen is opgesteld om de digitale 25 continuïteit van de onbezette baan van de banen te verifiëren.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze, waarbij SAC- inrichtingen voor direkte beproeving van de communicatie- en bestu- ringsbanen in een communicatieschakelstelsel kunnen worden gebruikt. Bij de illustratieve uitvoeringsvorm worden de SAC-inrichtingen toegepast 30 in een PBX met een digitaal tijdverdelingsnetwerk, dat bij voorkeur van het type is, beschreven door R. D. Cordon, W. G. Alles en G. D. Bergland in het artikel, getiteld "An Experimental Digital Switch for Data and
Voice", ISS '81 CIC, Montreal, 21 - 25 september 1981, Session 21B,
Paper 3. Bij een dergelijk stelsel worden pulscodemodulatie (PCM) % 35 "mouth"-steekproeven uit een aantal spraak- of informatiebronpoortketens opgezameld, dubbel in en uit een tijdgleufuitwisselinrichting gebufferd en als "ear"-steekproeven naar de bestemmingspoortketens gevoerd. De Λ - --in L- O } ;.i -3- « « schakelfunctie wordt uitgevoerd als een reeks geheugen-naar-geheugen "move"-instructies, welke een willekeurige gaüeugencel binnen de adresruimte van de tijdgleuf-uitwisselinrichting kunnen adresseren. Wanneer de poortketens A en B berichten voor elkaar hebben, worden de berichten 5 tijdens de respectieve tijdgleuven van de poortketens A en B in één raster opgeslagen en kunnen deze aan de respectieve poortketens B en A tijdens hun respectieve tijdgleuven in een volgend raster worden toegevoerd. Indien de beide poortketens A en B vrij zijn, wordt een onbezet-code aan de poortketen A en B toegevoerd, waarbij de onbezetcode een pa-10 troon is, waarbij geen ruis zal worden opgewekt.
Een aspect van de werking van de illustratieve uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is, dat het routine-onderhoud van netwerkschakel-banen kan plaats vinden wanneer adresruimte binnen de tij dgleufverwisse-lingsinrichting beschikbaar is en een poortketen onbezet is. De onderhouds-15 schakeling introduceert een speciale testvector in de beschikbare adresruimte (onbezette netwerktijdgleuf) van de tijdgleufverwisselinrichting en introduceert daarin ook het adres van de onbezette poortketen als bestemming. Een vlag, die de testvector vergezelt, welke hierna scans een netwerktestvlag wordt genoemd, activeert SAC-inrichtingen, welke langs 20 de netwerkbaan zijn verdeeld, die door de testvector wordt vastgenomen (d.w.z., dezelfde baan, welke zou worden vastgenomen door een spraak-of informatiesteekproef uit een van de poortketens), evenals over adresen besturingsbanen, welke zouden worden geactiveerd om de steekproef langs de netwerkbaan te geleiden. De SAC-inrichtingen zijn verbonden 25 met een onderhoudsbaan, die op een geschikt tijdstip door onderhouds-"software" kan worden uitgelezen. Bovendien activeert de netwerktestvlag een rondgaande lusbaan voor de geadresseerde poortketen teneinde de testvector naar de ingangsbuffer van de tijdgleufverwisselingsinrich-ting te leiden, die normaliter ingangssteekproeven uit de geadresseer-30 de onbezette poort zou verzamelen. De tijdgleufverwisselingsinrichting voert dan de teruggewonnen testvector toe aan een bestemmingsregister in de onderhoudsschakeling, waar een gewenste analyse kan worden uitgevoerd. Wanneer de testvector naar het testbestemmingsregister terugkeert, kunnen de SAC-inrichtingen, welke hebben gereageerd, door de on-35 dernouds "software" in de besturingsprocessor worden uitgelezen om de verkregen "signaturen" met de verwachte signaturen te vergelijken.
De uitvinding zal onderstaand nader worden toegelicht onder ver- p 7 ^ ' ~
W V **' j j J \J
* l - u - wijzing naar de tekening. Daarbij toont : fig. 1 een algemeen bloksehema van een illustratief schakel-stelsel met een signatuuropzamelinrichting voor direkt onderhoud; fig. 2-6 respectievelijk details van de plaats en de werking 5 van de signatuuropzamelinrichtingen van de poortinformatie-opzamel-inrichting, de tijdgleufverwisselingsinrichting, de onderhoudskoppel-inrichting, de poortbesturingskoppelinrichting en de ingangs/uitgangsbuffer-s. .· koppelketens, welke in het algemeen in fig. 1 zijn aangegeven; en fig. 7 relevante golfvormen, waaronder de netwerktestvlag.
10 In fig. 1 vindt men aan de rechterzijde een groep postinrich tingen 22-1 t/m 22-8, die elk samenwerken met een respectieve poortketen 21-1 t/m 21-8. Elk van deze postinrichtingen kan bestaan uit $f een telefoon of een digitale einduitrusting (DTE). Een schakelnetwerk, dat voorzien is van een tijdgleufverwisselinrichting 23, welke onder bestuur 15 van een schakelbesturingsprocessor l6 werkt, bestuurt het tot stand brengen van verbindingen tussen het aantal poortketens 21. Tot andere ketenfuncties, welke niet in detail behoeven te worden besproken, bevat een poortketen, die een analoog telefoontoestel bedient, een schakeling om analoge spraaksteekproeven om te zetten in digitale (PCM) signa-20 len voor schakeling via de tijdgleufverwisselingsinrichting 23 en omgekeerd. Een poortketen, welke informatie-aansluituitrustingen bedient, bevat de juiste schakeling voor het uitvoeren van de bekende EIA-koppel-functies. De poortketens zullen hierna in het algemeen worden betiteld als poortketens 21.
25 Elke groep van acht poortketens, zoals 21-1 tot 21-8 is verbonden met het ingangsgedeelte ]k van een respectieve poortinformatiekoppel-inrichting. De poortinformatiekoppelinrichting is weergegeven als verdeeld in afzonderlijke gedeelten 1U en 33 teneinde een omschrijving te vereenvoudigen. Een PCM-baan 15 verbindt het ingangsgedeelte 1^ en een 30 PCM-baan 27 verbindt het uitgangsgedeelte 33 met de poortketen 21.
De baan 15 levert aan het ingangsgedeelte 1U van de poortinforma-tiekoppelinrichting digitaal gecodeerde (PCM) ingangsspraak- of informatie (''mouth")-steekproeven, die naar een andere poortketen moeten worden geschakeld. Een steekproef wordt vanuit elke poort naar de baan 15 over-35 gedragen tijdens elk steekproefraster onder bestuur van tempeer- en poortadressignalen, die door de poortadres- en tempeerketen 109 over de besturingsbaan 26 worden geleverd. De poortketens 21 ontvangen PCM- -¾ TT λ r~ - V V V .· . , .-·/ . 4 * - 5 - spraak- of informatie (''ear”)-steekproeven uit het uitgangsgedeelte 33 van de poortinformatiekoppelinrichting via de baan 27.
PCM-steekproeven uit de poortketens 21 worden vanuit de poortin-formatiekoppelinrichting 1h toegevoerd aan het brongedeelte 11 van een 5 poortinformatie-opzamelinrichting, waarin elke steekproef in een toegewezen plaats wordt opgeslagen. Ofschoon slechts één poortinformatiekoppel-inrichting en slechts één poortinforaatie-opzamelinrichting zijn aangegeven, om de tekening niet te zeer gecompliceerd te maken, is het duidelijk, dat de tijdgleufwisselinrichting 23 normaliter een aantal van der-10 gelijke eenheden bedient. Bij een illustratieve uitvoeringsvorm kan een enkele schakel-,,moduul,, maximaal zes poortinformatie-opslaginriehtingen omvatten, die elk vier poortinformatiekoppelinrichtingen bedienen, die in zijn totaal 1536 poortketens omvatten. Een aantal van dergelijke modulen kan door toegewezen adresruimte in de programma-opzamelinrichting 15 van de tijdgleufverwisselinrichting (d.w.z. netwerktijdgleuven) met elkaar worden verbonden voor verbinding met een (niet af geheelde) tijdmul-tiplexschakelaar.
De tijdgleufverwisselinrichting 23 verkrijgt uit de sehakelbe-sturingsprocessor ΐβ instructies voor het adresseren van toegewezen 20 plaatsen van de bronplaatsen in de poortinformatie-opzamelinrichting 11 tijdens elk raster en het overdragen van de steekproef (parallel) naar bestemmingsplaatsen in de poortinformatie-opslaginrichting 30. De tijdgleufverwisselinrichting 23 adresseert de "bron',-poortinformatie-opzamel-inrichting 11 via de baan 19 s ontvangt de steekproef over de baan 20 en 25 zendt de steekproef (na modificatie) over de informatiebaan 29 naar een bestemmingsadres in de bestemmingspoortinformatie-opzamelinrichting 30, bij het adres, aahgegeven bij de baan 28.
Tijdens een taster (150 microsec) van normaal oproepverkeer, bestaat de informatiestroom bij het ingangsgedeelte 1U van de poortinfor-30 matiekoppelinrichting uit één in serie binnenkomende uit zestien bits bestaande steekproef per poort (zie fig. 7) a die via de baan 15 arriveert. Elke uit zestien bits bestaande ingangssteekproef bestaat uit twee bytes, welke zich in serie over gescheiden, parallelle banen 15a, 15b bewegen. Tegelijkertijd wordt bij het uitgangsgedeelte 33 van de poort-35 informatiekoppelinrichting een uit zestien bits bestaande uitgangssteekproef over de baan 27 naar de poort gezonden. Elke uit^zestien bits bestaande uitgangssteekproef bestaat uit twee bytes, die zich in serie £ *7 Λ ’ ·λ '*J u \j v * * - β - over gescheiden, parallelle banen 2Ja, 27b bewegen. De "a"-bytes op de banen 15a en 27a omvatten de PBX-gebruikerinformatie of de PCM-spraak-steekproef. De "b"-bytes op de banen 15"b en 2Tb bevatten gemengde signaleer- of extra bits, een pariteitbit, welke is toegewezen voor oneven 5 pariteit over beide "a" en "b"-bytes en volgens een aspect van dë uitvinding, dat hierna meer uitvoerig zal worden toegelicht , de "netwerk-testvlag"-bit, welke wordt gebruikt voor het besturen van de SAC-in-richtingen en de terugkoppelschakeling voor het tot stand brengen van een direkt onderhoud tijdens onbezette netwerktijdgleuven.
10 De onderhoudskoppelinrichting kan ook op een geschikte wijze worden omschreven als afzonderlijke eenheden, een "a"-eenheid 18 en een "b"-eenheid h0. De "a"-onderhoudskoppeleenheid 18 maakt het mogelijk, dat een testvector aan een onbezette tijdgleuf wordt toegevoerd. De "b"-on-derhoudskoppeleenheid Uo voorziet in een bestemmingsplaats voor de test-15 informatie. Deze functies zullen, evenals de resterende schakeling van fig. 1, hierna meer uitvoerig worden beschreven onder de kop "direkt onderhoud".
De poortinformatie-opzamelinrichting, welke, als aangegeven, is verdeeld in afzonderlijke gedeelten 11, 30, is gedetailleerd weergegeven 20 in fig. 2. Verwijzende naar het bovenste gedeelte 11 van fig. 2, wordt tijdens elk raster door de multiplexinrichting 2Qh een uit zestien bits bestaande steekproef uit elke poort, ontvangen over de baan 13, toegevoerd aan een toegewezen plaats in de "indirekte" bron-RAM 201. Dit geschiedt onder bestuur van de tempeerketen 211, die een teller 208 se~ 25 quentieel voort schakelt teneinde opeenvolgende adressen in de bron RAM 201 aan te geven. De "direkte" bron RAM 200 wordt op dit moment op een willekeurige wijze over de baan 19 door de tijdgleufverwisselinrichting 23, fig. 3, geadresseerd, waardoor een dynamisch opgeslagen programma van "move"-instructies wordt uitgevoerd. De geadresseerde plaats in de RAM 30 200 draagt de inhoud daarvan via de baan 20 naar de rekenkundige logische eenheid 308, fig. 3, in de tijdgleufverwisselinrichting over. Tijdens de tijdgrens van elk raster, wisselen de "direkte" bron RAM 200 en de "indirekte bron RAM 201 van de poortinformatie-opzamelinrichting (bron) 11 van indirekte en direkte functies.
35 Verwijzende naar het onderste gedeelte van fig, 2, levert tijdens elk raster de demultiplexinridating 219 van het (bestemmings) -gedeelte 33 van de poortinformatie-opzamelinrichting in serie ëën steekproef uit Λ ^7* .--
« O ·; ^ ^ v V
• * - 7 - de bestemmings EM (indirect 215 aan elke poort).De bestemmings RAM (di-rekt) 2lk wordt op dit tijdstip op willekeurige wijze over de baan 28 geadresseerd door het programma van "move"-instructies, dat is opgeslagen in de tijdgleufverwisselinrichting 23, fig. 3. De geadresseerde plaatsen 5 in de bestemmings (direkte) RAM 2lU ontvangen het uitgangssignaal van de rekenkundige logische eenheid 308 van de tijdgleufverwisselinrichting via de baan 29· Tijdens de tijdgrens van elk raster verwisselen de (direkte) bestemmings RAM 21U en de (indirekte) bestemmings RAM 215 van functie.
TO De tijdgleufverwisselinrichting 23 is weergegeven in fig. 3.
Tijdens elk raster kan de tijdgleufverwisselinrichting 23 opnieuw worden geprogrammeerd door de schakelbesturingsprocessor 16, welke een "move"-instructie levert, die over de baan 17e de adressen van de poortketen aangeeft, welke de bron van tijdsteekproeven is, en de poortketen, 15 welke de bestemming van deze steekproef moet zijn. De instructie omvat ook een op-code en een aanduiding van een gewenste demping, die door de rekenkundige logische eenheid 308 moet worden uitgevoerd. De instructie wordt in de programma-opzamel RAM 30T ingelezen door het leveren van een registratiecommando op de uitlees/registratiebesturingsbaan 17b. Het 2Q commando op de baan 17b veroorzaakt,, dat de toegangsketen 302 de adres-kiesketen 305 zodanig bestuurt, dat de programma-opzamelplaatsen worden geaccentueerd, die door de schakelbesturingsprocessor 16 op de baan 17a worden aangegeven, in plaats van de plaatsen van de instructieteller 301.
Wanneer de instructies in de programma-opzamel RAM 307 worden 25 uitgevoerd, veroorzaakt de afwezigheid van een commando op de baan 17b, dat de adreskiesketen de instructieteller 301 volgt. De instructie geeft het adres in de poortinformatie-opzamelinrichting (bron) 11, waar de bronpoortsteekproef is opgeslagen en het adres in de poortinformatie-opzamelinrichting (bestemming 30), waarheen de steekproef moet worden 30 gezonden. Tijdens elk raster levert de instructieteller 301 een reeks instructie-adressen via de adreskiesketen 303 aan de programma-opzamel-RAM 307 van de tijdgleufverwisselinrichting. Elke geadresseerde instructie wordt dan vastgenomen en uitgevoerd. Het adres van de bronpoort wordt op de bronadresbaan 19 naar de poortinformatie-opzamelinrichting 35 (bron) 11 gebracht, die de spraak (of informatie) steekproef op de brania-formatiebaan 20 naar de rekenkundige logische eenheid 308 terugvoert.
De rekenkundige logische eenheid 308 voert de op-code uit, die over de ^ ' - C* ' · ^ v * % I ! - 8 - baan 310 wordt verschaft, en modifieert de steekproef voor het introduceren van de gespecificeerde mate van demping. De spraak- (of informatie) steekproef wordt dan via de informatiebaan 29 naar het bestemmingsadres in de poortinformatie-opzamelinrichting 30, aangeduid over de baan 5 28, gezonden.
Direkt onderhoud
Het onderhoud van het schakelnetwerk volgens fig. 1 omvat het detecteren van fouten en de isolatie daarvan in een keten ''pakket". De on-derhoudsactiviteit kan het best worden geïllustreerd ten aanzien van ke-10 tenpakketten, welke het ingangsgedeelte 1¼ en het uitgangsgedeelte 33 van de poortinformatiekoppelinriehting (fig. l), de poortinformatie-op-zamelinrichting 11, 30 (fig. 1 en 2), de tijdgleufverwisselinrichting 23 (fig. 1 en 3), de onderhoudskoppelinrichting (fig. 1 en k), de ingangs/ uitgangsbufferkoppelinrichting 36 (fig. 1 en 6) en de poortbesturingskop-15 pelinrichting 39 (fig. 1 en 5) omvatten.
Naast de gebruikelijke (niet af geheelde) schakelingen, welke met succes kunnen worden toegepast voor het opwekken en controleren van de pariteit van de inhoud van elke plaats in de programma-opzamel RAM 307 van de tijdgleufverwisselinrichting (fig. 3) en van alle PCM-steekproeven 20 op de banen 20, 29 naar en vanuit de rekenkundige logische eenheid 308 van de tijdgleufverwisselinrichting zijn de voornaamste ketenelementen, die een rol spelen bij het direkte onderhoud volgens de uitvinding, de testvectorbuffer U07 van de "A,T onderhoudskoppelinrichting 18 volgens fig. k en de terugkoppelbaan 2k, de terugkoppelbaanactiveringsketen 103, en 25 de SAC-inrichting 10U van fig. 1. Het onderhoud, waarbij soortgelijke SAC-inrichtingen 206, 311 , h-01, 501, 603 een rol spelen, als toegepast in de fig. 2, 3, ^ en 5> wordt dan duidelijk. Daarnaast worden "ÏD"-plaatjes, zoals ID-plaatjes 108, 210, 313, J+10, 510 en 607 gebruikt voor het identificeren van ketenpakkettype en soortinformatie voor veldinventarisatie-30 en bedrijfstestdoeleinden. ID-plaatjes kunnen ook een testregister (niet expliciet aangegeven) omvatten om de ingangs/uitgangslijn te testen en LED-besturingsschakelingen voor het activeren van (niet afgebeelde) doorgangs- of faallampen tijdens een vereiste beproeving van het stelsel.
Bij de illustratieve uitvoeringsvorm wordt bij een normale twee-35 weg "conversatie" tussen twee poortketens met succes gebruik gemaakt van twee "move "-instructies in de programma-op zamel RAM 307, waarbij elke instructie een bronadres (in de poortinformatie-opzamelinrichting 11) en een bestemmingsadres (in de poortinformatie-opzamelinrichting 30) teza-
.V” Λ -J
* - 9 - men met een "op-code" aangeeft en een aanwijzing van de mate van een eventueel vereiste demping, die door de rekenkundige logische eenheid 308 moet worden uitgevoerd. Bij een dergelijke instructie wordt een steekproef uit de eerste poortketen naar de tweede poortketen overge-5 dragen en bij de andere instructie wordt een steekproef uit de tweede poortketen naar de eerste poortketen overgedragen. Elke instructieplaats in de programma-opzamel RAM 30T bepaalt een netwerk "tijdgleuf".
De schakelbesturingsprocessor 16 verkrijgt toegang tot de poort-ketens 21 via de ingangs/uitgangsbufferkoppelinrichting 36 en de poort-10 besturingskoppelinriehting 39 om te bepalen of de poortketens bezet of onbezet zijn, en om (over baan 25) alarmsignalen of weksignalen op te leveren. 3ij de poortketens 21, welke slechts digitale posten bedienen, kan ook gebruik worden gemaakt van SAC-inrichtingen en teruggaande lus-schakelingen (niet afgebeeld, doch overeenkomende met die, welke zijn 15 weergegeven) voor het detecteren en isoleren van fouten. Tot deze schakeling wordt toegang verkregen over de baan 25 en de gebruikte onder-houdsmethoden zijn dezelfde als die bij de poortinformatiekoppelinrich-tingen.
Wanneer de processor 16 zijn onderhoudsprogramma' s toestemming 20 verleent om een beproeving uit te voeren, verkrijgt de processor 16 de plaatsen van een paar beschikbare netwerktijdgleuven in de programma-opzamel RAM 30T en verkrijgt het adres van een van de poortketens 21, welke op dat moment onbezet is.
Onder verwijzing naar fig. 3 wordt een onderhoudsverbinding met 25 de onbezette poort tot stand gebracht door twee onderhoudsinstructies aan de programma-opzamel RAM 307 toe te voeren op de plaatsen (netwerktijdgleuven) ,*die op de banen 17a en 306 zijn aangegeven. De te registreren instructies worden toegevoerd over de baan 17c. De besturing van de registratie geschiedt via de baan 309· 30 Indien op een moment tijdens deze onderhcudsactiviteit oproep- behandelingsfuncties in de processor 16 het gebruik van de aangegeven ' onbezette poort vereisen, wordt door de processor 16 het onderhoud van * deze netwerkbaan onmiddellijk beëindigd en wordt de poort weer in dienst gesteld.
35 Vervolgens worden alle SACs vrij gegeven. De SACs ^01 (fig. *0, 311 (fig. 3) en 206 (fig. 2) worden door de processor 16 vrijgegeven via de baan 17 over de ,TAri-onderhoudskoppeleenheid 18 en de onderhoudslijn 10.
_-y ^ - -** Λ —' ^ ~jr λ* - 10 - « (
De SAC 10h (fig. 1) -wordt vrijgegeven via de ingangs/uitgangsbufferkop-pelinrichting 36 en de poortbesturingskoppelinrichting 39 over de banen 17, 37 en 25. Deze SACs blijven vrij totdat beproevingsinformatie, welke een actieve netwerktestvlag (fig. 7) bevat, door het netwerk wordt 5 verwerkt.
Om een beproevingsinformatiestroom in de onderhoudsverbinding in te leiden, zendt de processor 16 een commando via de baan 17 naar de testvectorbuffer U07, (fig. k), van de nA"-onderhoudskoppeleenheid 18. Het commando veroorzaakt, dat de buffer U07 beproevings informatie 10 beschikbaar stelt op de baan 20, wanneer tot de buffer over de baan 19 toegang wordt verschaft. De beproevingsinformatie bestaat uit een lijst van testvectoren, elk van hetzelfde type als een uit zestien bits opgebouwde tijdgleufsteekproef voor niet-beproeving (fig. 7) behalve, dat de netwerktestvlag aanwezig is. (Van normale oproepen in het stelsel ont-15 breekt de netwerktestvlag steeds.) Bij ontvangst van een commando uit de processor 16 stelt de buffer U07 êén testvector bij elk tijdgleufraster voor de tijdgleufvenfisselingsinrichting 23 beschikbaar totdat de lijst is voltooid. Daarna keert de buffer h07 terug naar de modus, waarin de buffer neutrale informatiesteekproeven (onbezetcode), waarbij geen net-20 werktestvlag aanwezig is, levert.
De eerste en de laatste vectoren in de lijst zijn bestemd voor het transporteren van een steekproef door het netwerk, welke zeer dicht ligt bij een onbezetcodepatroon, waardoor de invloed op PBX-gebruikers tijdens zowel normale als fouttoestanden tot een minimum wordt terug-25 gebracht. De resterende vectoren bevatten steekproeven voor het opsporen van fouten in de omzetting van analoge spraak in PCM-code en in de lineaire representatie van informatie door de rekenkundige logische eenheid. Deze vectoren kunnen bij voorkeur steekproeven aangeven, die een driehoeks-vorm hebben teneinde door de vectoren geïnduceerde ruis te reduceren.
30 Elke testvector wordt getransporteerd alsof deze met een spraak- steekproef bij een oproepverwerkende verbinding is. De SAC-plaatjes langs de testbanen accumuleren evenwel een signatuur, die de ketenactiviteit voorstelt wanneer testvectoren worden verwerkt. De netwerktestvlag in de informatiestroom (banen 20, 29, 31b en 13b respectievelijk) stellen de 35 SACs U01, 311, 206 en 10^ tijdens de duur van de testvectorverwerking in werking.
Bij het begin van elk raster stelt de "A,r-onderhoudskoppeleenheid e. 7 a .....- λ λ Ή - 11 - 18 de volgende testvector beschikbaar voor de tijdgleufverwisselings-inrichting 23. Elke testvector is gedurende precies een raster beschik-baar, onafhankelijk van het feit of de tijdgleufverwisselingsinrichting deze vector al dan niet gebruikt. De tij dgleufvervis s elings inricht ing 5 voert elke instructie in de programma-opzamel HAM 307, fig. 3, eenmaal per raster uit.
Bij het uitvoeren van de eerste onderhoudsinstructie, gebruikt de tijdgleufverwisselingsinrichting 23, fig. 3, het bronadres van de instructie voor het verschaffen van toegang tot de testvectorbuffer ^07· 10 Het adres "wordt via de baan 19 naar de testvectorbuffer k07s fig· k, overgedragen. De geadresseerde buffer zendt de huidige testvector over de baan 20 via de logische rekenkundige eenheid 308 van de tijdgleufverwis-selingsinrichting 23. Het bestemmingsadres van de eerste instructie transporteert de testvector dan over de baan 29 naar de plaats in de direkte 15 bestemmings RAM 21U (fig. 2) van de poortinformatie-opzamelinrichting, aangewezen via de bestemmingsadresbaan 28.
Tijdens het volgende raster wordt de testvector uit de bestemmings RAM (indirekt) 215 af genomen (welke tijdens het voorafgaande raster de bestemmings HAM (direkt) 2lk was) en wel door de demultiplexinrich-20 ting 219, waarbij de testvector in serie over de baan 31 naar het uit-gangsgedeelte 33 van de poortinformatiekoppelinrichting, fig. 1, wordt gezonden. De terugkoppelactiveringsketen 103 onderkent de actieve net-werktestvlag op de baan 31c en zendt de testvector via de baan 2Ua, 2Ub terug naar de banen 13a? 13b van de poort informatie-opzamelinrichting 25 (bron) 11. De teruggewonnen testvector wordt in de indirekte bron RAM 201 op de plaats daarin, welke overeenkomt met de onbezette poort, opgeslagen.
Bij het volgende raster wordt de tweede onderhoudsinstructie uit gevoerd. Het bronadres van deze instructie veroorzaakt, dat de tijd-30 gleufverwisselingsinrichting 23 de onbezette-poortketenplaats in de direkte bron HAM 200 (welke tijdens het voorafgaande raster de indirekte bron HAM was) en welke de teruggekoppelde testvector bevat, adresseert.
Het bestemmingsadres van de instructie veroorzaakt, dat de teruggekoppelde testvector via de baan 29 naar het testbestemmingsregister Uo8 35 (fig. k) van de onderhoudskoppelinrichting ^0 wordt gezonden doordat het testregisteradres over de baan 28 wordt tevoerd. De testvector is nu door de tijdgleufverwisselingsinrichting over een volledige netwerkbaan voort- 85 0' ? - 12. - geplant.
ïTadat de testveetorterugkoppe lac tiviteit is voltooid, kan onderhouds ''soft-ware” in de schakelde sturingsproces sor 16 via de ingangs/ uitgangsbufferkoppelinrichting 36 en de poortbesturingskoppelinrichting 5 39 de SACs via de banen 10, 25 uitlezen en de gemeten signaturen met de verwachte signaturen vergelijken.
De poortinformatiekoppeleenheden 1¼ en 33 bevatten rondgaande lusschakelingen, welke voorzien in het vermogen van het beproeven van volledige banen in de schakelaar zonder dat het aanwezige oproepverkeer 10 wordt gestoord. De netwerktestvlagbit, op de geleiders 13b en 24b, fig. 1, (en zie fig. T) is normaliter inactief voor oproepverkeer. Voor onderhoudsbeproeving evenwel maken de testvectorsteekproeven uit de testvectorbuffer van de ”A”-onderhoudskoppelinrichting 18 de netwerktestvlagbit actief. De terugkoppelactiveringsketen 103 controleert de 15 geleider 24b wanneer het begin van het steekproef signaal door de tempeer-en poortadresketen 109 op de geleider STOS wordt aangeboden. Indien de netwerktestvlag actief is, bekrachtigt de terugkoppelactiveringsketen 103 de baan 102 teneinde de poorten 100a en 100b buiten werking te stellen en de poorten 101a. en 101b in werking te stellen. De baan 102 wordt 20 juist voldoende lang bekrachtigd om een onderhoudssteekproef vanuit de geleiders 27a en 24a via de poort 101a naar de geleider 13a en vanuit de geleiders 27b en 24b via de poort 101b naar de geleider 13b te laten circuleren. Aangezien de tijdgleuf, waarin de onderhouds steekproeven zich voortbewegen, is tcegewezen aan een poort, waarvan bekend is, dat deze 25 onbezet is, stoort deze onderhoudsactiviteit het oproepverkeer niet. De schakeling, welke behoort bij de ontvangst van informatie en/of PCM-spraaksteekproeven uit de poorten 21-1, 21-8 wordt evenwel op een doeltreffende wijze beproefd.
De terugkoppelbaan (31, 24, 101, 13) maakt het mogelijk, dat 30 testinformatie, welke de poortinformatiekoppelinrichting op de geleider 31 bereikt, naar de onderhoudskoppelinrichting 40 wordt teruggevoerd langs de ingangsschakelbaan (13, 11, 20, 23, 29, 40) vanuit de poort, zodat de gehele schakellus naar dat poortadres kan worden beproefd. De SAC-inrichting 104, fig. 1, controleert groepketenpunten binnen of aan 35 de uitgang van een ketenpakket en accumuleert een cyclische redundante controle (CRC) signatuur, die de verwerking van testinformatie door het ketenpakket voorstelt. De SAC-inrichting 104 wordt door de SAC-inschakel- _ <*N ^ .-Λ Λ ’% O Λ .
J .if ï I 'f - 13 - keten 105 in werking gesteld wanneer het STOS-signaal door de poortadres-en teapeerketen 109 "bij het begin van een nieuwe PCM-steekproef op de geleiders 13b, 13c wordt geleverd. De SAC-inschakelketen 105 zal dan de aan de bovenste ingang daarvan toegevoerde netwerktestvlag accepteren 5 en indien de netwerktestvlag actief is, wordt de SAC 104 in werking gesteld om een signatuur op de serie-informatie, welke op de banen 13a, 13b optreedt tijdens de periode, dat de PCM-steekproef aanwezig is, te accumuleren.
In fig. 2 is een soortgelijke SAC-inschakelketen 236 nodig om 10 de SAC 206 in werking te stellen tijdens de periode, dat PCM-steek-proeven, die bij de DMUX 219 parallel aankomen, in serie naar de poort-informatiekoppelinrichting worden verschoven. Meer in het bijzonder accepteert, wanneer de tempeerketen 211 een signaal op de baan 212 levert, dat aangeeft, dat de nieuwe PCM-steekproef op de baan 31c aanwezig is, 15 de SAC-inschakelketen 236 de netwerktestvlag, die op de baan 235 optreedt. Indien het netwerktestvlag actief is, wordt de SAC 206 over de baan 237 in werking gesteld en controleert deze dan alle kruiselings gemarkeerde punten 207, d.w.z., dat de SAC 206 een signatuur op de serie-informatie accumuleert, welke op de banen 31a, 31b, 31c optreedt : 20 tijdens de periode, dat de PCM-steekproef in serie naar de poortinforma-tiekoppelinriehting wordt verschoven, evenals de parallelinformatie, die op de baan 216 optreedt. De SAC-inrichtingen 311, U01, 501 en 603 van de andere figuren controleren parallelle informatie en vereisen derhalve geen SAC-inschakelketens, zoals 105 en 236.
25 Tot dusverre is een direkt onderhoud van een netwerkbaan beschre ven. Indien in de adreskiesketen 303 van de tijdgleufverwisselingsinrich-ting (fig.*3}een fout optreedt, zal het op de baan 306 aangegeven adres onjuist zijn en zullen instructies op onjuiste plaatsen in de programma-opzamel RAM 307 worden geregistreerd. Derhalve zullen tijdens de boven-30 beschreven onderhoudshandelingen de twee onderhoudsinstructies op de juiste plaatsen in de RAM worden geregistreerd. De instructieteller 301 wekt opeenvolgende adressen op, beginnende bij 0, welke bepalen welke instructie vervolgens moet worden uitgevoerd. In dit foutvoorbeeld veroorzaakt een instructietellerwaarde, welke verschilt van de te verwachte 35 waarde, dat toegang wordt verkregen tot de onderhoudsinstructie in de programma-opzamelinrichting. Aangezien de uitgang 30U van de instructie-teller 301 een kruispunt 312 is, dat door de SAC 311 wordt gecontroleerd, 55 ~ ~ 7 η Λ w · · v V i? , v -14.- zal de geaccumuleerde signatuur niet overeenkomen met de te verwachte waarde. Alle andere SACs zullen juist zijn, omdat de instructies nog steeds worden uitgevoerd. Derhalve zal de tijdgleufverwisselingsinrich-ting als de fout bron worden aangegeven.
5 Voor een ander voorbeeld wordt aangenomen, dat de poorttempeer- baan 26 foutief is. Deze baan 26 wordt gecontroleerd door de SAC 104.
De SAC .104 zal niet de verwachte signatuur bevatten, doch andere SACs zullen juist zijn en derhalve wordt de poortinformatiekoppelinrichting geïdentificeerd als een inrichting met een fouttoestand.
10 Bij een meer complex voorbeeld wordt aangenomen, dat de bestem- mings RAM 214 (direkt) van de poortinformatie-opzamelinrichting 30, (fig. 2) een foutieve geheugenbit bezit. In dat geval zullen de SACs 20b (fig. 2), 104 (fig. 1) en 322 (fig. 3) elk de onjuiste informatie controleren, terwijl de SAC 401 (fig. 4) juist is. Dan wordt een isola-15 tiebeproeving uitgevoerd, waarbij wordt belet, dat de poortinformatie-opzamelinrichting (bestemming) 30 via de baan 28 testvectoren ontvangt. Nadat de SAC 311 is vrijgegeven en de testvectorbuffer weer werkt, kan de SAC 311-worden gecontroleerd en het zal blijken, dat deze juist is. Derhalve wordt de poortinformatie-opzamelinrichting als de bron van de 20 fout geïdentificeerd.
Bij een laatste voorbeeld wordt aangenomen, dat de poort 507 van ·'· de poortbesturingskoppelinrichting, fig. 5S foutief is. Zelfs ofschoon de poort 507 zich in de poortbesturingsbaan 25b, 37b bevindt, wordt bij een beproeving van de PCM-baan via de schakelaar een foutieve poort 507 25 gedetecteerd. Dit kan als volgt worden toegelicht: tijdens de PCM-baan-beproeving, accumuleert de SAC 104 van de poort informatiekoppelinrichting (ingangsgedeelte) 14, fig. 1, een signatuur, die de activiteit van de poortinformatiekoppelinrichting voorstelt wanneer een netwerktestvlag aanwezig is. Na het eind van de netwerktestvlagactiviteit leest de scha-30 kelbesturingsprocessor 16, fig. 1, de in de SAC 104 geaccumuleerde signatuur via de baan 25, 37s 17 uit. De signatuur wordt uitgelezen via de foutieve poert 507, waardoor de geaccumuleerde signatuur wordt vervalst.
De schakelbesturingsprocessor 16 vergelijkt de vervalste signatuur met de verwachte signatuur en het blijkt, dat de signatuur onjuist is. Tij-35 dens deze zelfde PCMlbaanbeproeving leest de schakelbesturingsprocessor 16 ook signaturen uit de SACs 401, 311 en 206 via de baan 10, 17 uit en het blijkt, dat deze signaturen juist zijn. Wanneer deze foutsymptomen ft 7 ^ ^ ΛΑΟ *5 - 15 - optreden, voert de schakelbesturingsprocessor 16 een "enkelvoudige lijntest" uit om te bepalen of de fout zich bevindt in de PCM-schakeling van de poortinformatiekoppeleenheden 14 en 33 of in de poortbesturings-baan 25, 37, 17. Bij deze enkelvoudige lijntest, registreert de schakel-5 besturingsprocessor de signatuur, welke men verwachtte uit de SAC 1θ4 uit te lezen, in een testregister (niet expliciet aangegeven) in het ID-plaatje 108 van de poortinformatiekoppelinrichting 14, fig. 1, via de baan 17, 37, 25. De schakelbesturingsprocessor 16 leest dan het testregister uit over dezelfde baan, welke oorspronkelijk werd gebruikt voor 10 liet uitlezen van de SAC 104, n.1. de baan 25, 37, 17, die de foutieve poort 507 bevat, Hu vervalst de foutieve poort 507 ie informatie, welke uit het testregister wordt uitgelezen, op dezelfde wijze als die waarop de poort 507 de informatie heeft vervalst, die uit de SAC 104 is uitgelezen. De fout wordt derhalve geïdentificeerd als een poortbesturings-15 baanfout.
Om de fout verder te isoleren kan een poortbesturingslijntest worden uitgevoerd. Deze test geschiedt als volgt: de SAC 501 wordt vrijgegeven doordat de schakelbesturingsprocessor 16 een vrijgeefcommando over de baan 17, 3T naar de SAC 501 zendt. Vervolgens wordt de SAC 501 20 in werking gesteld door de schakelbesturingsprocessor 16, welke een in-schakelcommando over dezelfde baan zendt. De schakelbesturingsprocessor 16 zendt daarna een reeks registraties naar het ID-plaatje 108 van de poortinformatiekoppelinrichting 14. Tijdens deze reeks accumuleert de SAC 501 een signatuur, welke adressering, besturing en informatiestroom 25 van de poort besturingskoppelinrichting 39 voor stelt. Gedurende de tijd, dat de reeks registraties plaats vindt, schakelt de schakelbesturingsprocessor J 6 een eventuele normale oproepverwerkingsactiviteit van de poortbesturingsbaan 17, 37, 25, die een beproeving ondergaat, uit. De schakelbesturingsprocessor 16 zendt daarna een uitschakelcommando naar 30 de SAC 501. De SAC 501 wordt daarna uitgelezen en de signatuur daarvan zal onjuist blijken te zijn, omdat de foutieve poort 507 de uit de SAC 501 uitgelezen informatie vervalst. Derhalve wordt de poortbesturingskoppelinrichting 39 geïdentificeerd.
3ij de illustratieve uitvoeringsvorm is aangenomen, dat bij de 35 programma-opzamelinrichting 307 van de tijdgleufverwisselingsinrichting twee gescheiden plaatsen voor direkte onderhouds instructies worden gebruikt. Het is duidelijk, dat andere instructieconfiguraties mogelijk - - * π - 16 - zijn afhankelijk van de bepaalde, gekozen "hardware"- en "software"-architeetuur.
$ ~ ' - ' V v ' ^ j __________________^
Claims (4)
1. Schakelstelsel voor het tot stand brengen van tijdverdeelverbin-dingen tussen een aantal poortketens, voorzien van een eerste schakeling voor het bepalen van netwerktijdgleufbanen tussen paren van de poortketens en een koppelschakeling voor het normaal transporteren van 5 digitale steekproeven tussen actieve ketens van de poortketens gekenmerkt door een onderhoudsschakeling (18, Uo) met een schakeling (103) om een testvector langs een onbezette baan van de netwerktijdgleufbanen (15) te transporteren, en een signatuuranalyseketen (lOk, 206, 3Π» k01, 501), die' zich langs de netwerktijdgleufbanen bevindt om de digitale 10 continuïteit. van de onbezette baan van de banen te verifiëren.
2. Schakelnetwerk volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de onderhoudsschakeling (18, U0) is voorzien van een zendschakeling om een net-werktestvlag uit te zenden teneinde de signatuuranalyseketen (104, 206, 311, 401j 501) te activeren teneinde op de testvector te reageren.
3. Schakelstelsel volgens conclusie 2 met het kenmerk, dat de onder houdsschakeling (l8, Uo) is voorzien van organen om de testvector naar een voorafbepaalde adresseerbare keten van de poortketens te zenden. It·. Schakelstelsel volgens conclusie 3 met het kenmerk, dat de zend schakeling reageert op de onbezettoestand van de poortketens. 20 5· Schakelketen volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de eerste schakeling is voorzien van een bronopzamelinrichting met een adresseer-b.are plaats, die aan elk van de poortketens is toegewezen, en een bestem-mingsopzamelinrichting met een adresseerbare plaats, die aan elk van de poortketens is toegewezen.
25. Schakelstelsel volgens conclusie 5 met het kenmerk, dat de pro- gramma-opzamelinrichting een voorafbepaald stel van de adresseerbare plaatsen opzamelt en de programma-opzamelinrichting het stel plaatsen in responsie op een stimulus doorloopt.
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
US06/413,156 US4493073A (en) | 1982-08-30 | 1982-08-30 | Maintenance of stored program controlled switching systems |
US41315682 | 1982-08-30 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8303009A true NL8303009A (nl) | 1984-03-16 |
Family
ID=23636079
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8303009A NL8303009A (nl) | 1982-08-30 | 1983-08-29 | Schakelstelsel. |
Country Status (15)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4493073A (nl) |
JP (1) | JPS5958997A (nl) |
AT (1) | ATA307983A (nl) |
AU (1) | AU563829B2 (nl) |
BE (1) | BE897609A (nl) |
CA (1) | CA1204842A (nl) |
CH (1) | CH661630A5 (nl) |
DE (1) | DE3330474A1 (nl) |
ES (1) | ES8500688A1 (nl) |
FR (1) | FR2532505B1 (nl) |
GB (1) | GB2126050B (nl) |
IL (1) | IL69580A (nl) |
IT (1) | IT1170204B (nl) |
NL (1) | NL8303009A (nl) |
SE (1) | SE461432B (nl) |
Families Citing this family (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4653043A (en) * | 1985-07-01 | 1987-03-24 | At&T Bell Laboratories | Pre-cutover verification of switching system subscriber lines served via digital carrier facilities |
US4835766A (en) * | 1986-05-20 | 1989-05-30 | Nec Corporation | Monitoring system capable of monitoring a sequence of digital signals flowing through a subscriber line |
US5654751A (en) * | 1995-05-31 | 1997-08-05 | Bell Atlantic Network Services, Inc. | Testing jig and method of testing video using testing jig |
US6363506B1 (en) * | 1999-04-13 | 2002-03-26 | Agere Systems Guardian Corp. | Method for self-testing integrated circuits |
FR2816731B1 (fr) * | 2000-11-14 | 2003-01-03 | Gemplus Card Int | Procede de chargement et de personnalisation des informations et programmes charges dans une carte a puce |
US8515018B2 (en) * | 2008-04-22 | 2013-08-20 | Actelis Networks Inc. | Automatic telephone line loop around system and method |
Family Cites Families (10)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
BE757040A (fr) * | 1969-10-06 | 1971-03-16 | Western Electric Co | Procede pour actionner un systeme de traitement de donnees |
GB1444919A (en) * | 1972-11-14 | 1976-08-04 | Gen Electric Co Ltd | Telecommunication switching systems wiring harnesses for buildings |
FR2248758A5 (nl) * | 1973-09-18 | 1975-05-16 | Materiel Telephonique | |
GB1450457A (en) * | 1974-01-02 | 1976-09-22 | Plessey Co Ltd | Telecommunication exchange systems |
US4195206A (en) * | 1977-01-26 | 1980-03-25 | Trw, Inc. | Path test apparatus and method |
SE435774B (sv) * | 1977-07-13 | 1984-10-15 | Ellemtel Utvecklings Ab | Sett att utfora funktionsprov och felutpekning i ett tidsmultiplexsystem |
US4149038A (en) * | 1978-05-15 | 1979-04-10 | Wescom Switching, Inc. | Method and apparatus for fault detection in PCM muliplexed system |
FR2467523A1 (fr) * | 1979-10-12 | 1981-04-17 | Thomson Csf | Systeme de controle d'un reseau de connexion |
US4296492A (en) * | 1979-12-26 | 1981-10-20 | Bell Telephone Laboratories, Incorporated | Continuity verification arrangement |
US4393491A (en) * | 1980-11-05 | 1983-07-12 | Anaconda-Ericsson | Automatic self-test system for a digital multiplexed telecommunication system |
-
1982
- 1982-08-30 US US06/413,156 patent/US4493073A/en not_active Expired - Lifetime
-
1983
- 1983-07-29 CA CA000433529A patent/CA1204842A/en not_active Expired
- 1983-08-19 SE SE8304515A patent/SE461432B/sv not_active IP Right Cessation
- 1983-08-24 DE DE3330474A patent/DE3330474A1/de active Granted
- 1983-08-25 GB GB08322820A patent/GB2126050B/en not_active Expired
- 1983-08-25 AU AU18426/83A patent/AU563829B2/en not_active Ceased
- 1983-08-26 FR FR8313774A patent/FR2532505B1/fr not_active Expired
- 1983-08-26 CH CH4689/83A patent/CH661630A5/de not_active IP Right Cessation
- 1983-08-29 BE BE0/211412A patent/BE897609A/fr not_active IP Right Cessation
- 1983-08-29 ES ES525197A patent/ES8500688A1/es not_active Expired
- 1983-08-29 IL IL69580A patent/IL69580A/xx unknown
- 1983-08-29 AT AT833079A patent/ATA307983A/de not_active Application Discontinuation
- 1983-08-29 IT IT22669/83A patent/IT1170204B/it active
- 1983-08-29 NL NL8303009A patent/NL8303009A/nl not_active Application Discontinuation
- 1983-08-30 JP JP58157290A patent/JPS5958997A/ja active Granted
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
SE8304515D0 (sv) | 1983-08-19 |
IL69580A0 (en) | 1983-11-30 |
GB2126050A (en) | 1984-03-14 |
BE897609A (fr) | 1983-12-16 |
IT1170204B (it) | 1987-06-03 |
ES525197A0 (es) | 1984-11-01 |
CH661630A5 (de) | 1987-07-31 |
FR2532505B1 (fr) | 1986-08-29 |
GB2126050B (en) | 1986-01-29 |
IT8322669A0 (it) | 1983-08-29 |
CA1204842A (en) | 1986-05-20 |
US4493073A (en) | 1985-01-08 |
ES8500688A1 (es) | 1984-11-01 |
AU563829B2 (en) | 1987-07-23 |
ATA307983A (de) | 1992-06-15 |
SE8304515L (sv) | 1984-03-01 |
IL69580A (en) | 1987-07-31 |
AU1842683A (en) | 1984-03-08 |
JPS5958997A (ja) | 1984-04-04 |
GB8322820D0 (en) | 1983-09-28 |
SE461432B (sv) | 1990-02-12 |
DE3330474C2 (nl) | 1992-12-03 |
DE3330474A1 (de) | 1984-03-01 |
JPH0572800B2 (nl) | 1993-10-13 |
FR2532505A1 (fr) | 1984-03-02 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
EP0430569B1 (en) | Fault tolerant interconnection networks | |
EP0534784A2 (en) | Distributed controlled switching network for telephone communications | |
US4128883A (en) | Shared busy means in a common bus environment | |
FI61375C (fi) | Foerfarande foer kontroll av genomgaoende koppling i digitala datasystem | |
US4723241A (en) | Data transmission arrangement including a reconfiguration facility | |
EP0214215A1 (en) | ARRANGEMENT TO ACCESS AND TEST A TELECOMMUNICATION CIRCUIT. | |
US4402074A (en) | Switching network test system | |
EP0534785A2 (en) | Broadcast system for distributed controlled switching network | |
US5153920A (en) | Method and circuit arrangement for the acceptance and forwarding of message cells transmitted according to an asynchronous transfer mode by an asynchronous transfer mode switching equipment | |
NL8303009A (nl) | Schakelstelsel. | |
US4466062A (en) | Apparatus for CCIS data transfer between a CPU and a plurality of data terminal equipment | |
EP0034776A1 (en) | Diagnostic circuit for PCM connection networks | |
JPH04156140A (ja) | Atmスイッチの障害検出方式 | |
EP1020797B1 (en) | Fault tolerant computer system | |
JP2824483B2 (ja) | Atm交換機におけるスイッチ診断方式 | |
JPH0267848A (ja) | 可変長データフレームの転送方式 | |
JPH096943A (ja) | 画像処理装置の故障診断方法 | |
US4532624A (en) | Parity checking arrangement for a remote switching unit network | |
EP0744052B1 (en) | Device to control a memory | |
JPH07143138A (ja) | Atmスイッチ試験方式 | |
CN100571181C (zh) | 一种rpr环网中清除严格数据帧的方法和装置 | |
US4509169A (en) | Dual rail network for a remote switching unit | |
JP2971663B2 (ja) | 障害検出方式 | |
GB2130050A (en) | Calling line identifier | |
JPH08163134A (ja) | 障害探索方式 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
BV | The patent application has lapsed |