NL8302809A

NL8302809A - PLANT DRILL.

Info

Publication number: NL8302809A
Application number: NL8302809A
Authority: NL
Original assignee: Nat Res Dev
Priority date: 1982-08-11
Filing date: 1983-08-10
Publication date: 1984-03-01
Also published as: GB2126063B; GB8321011D0; DE3328740A1; GB2126063A; DK362783A; DK362783D0; FR2531603A1; GB2103463A

Description

* ί NO 31997 ' 1* ί NO 31997 '1

PlantboorPlant drill

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op plantboren, d.w.z. op boren welke tijdens bedrijf een gat in de grond dru-Jcken met het zaad dat gezaaid moet worden in of op de verstevigde aarde bij de bodem van het gat· 5 Draaiende ponsplantinrichtingen van dit soort zijn reeds bekend waarbij zaden bekleed met een magnetisch aantrekkende bekleding door ponsen in de grond gezaaid worden door magnetische ponsen. Éénmaal in de aarde aangebracht, beletten hechtkrachten dat de zaden met de pons naar buiten getrokken worden.The present invention relates to plant drills, ie to drills that press a hole in the ground during operation with the seed to be sown in or on the reinforced soil at the bottom of the hole. 5 Rotary punch plant devices of this type have already been known in which seeds coated with a magnetically attractive coating are sown in the ground by punching by magnetic punching. Once applied in the soil, adhesive forces prevent the seeds from being pulled out with the punch.

10 Bij een alternatief ontwerp van een plantboor, worden zaden gedo seerd in gaten gevormd in de aarde door hetzij een pneumatische inrichting hetzij plantboren aangebracht om een wiel.In an alternative design of a drill bit, seeds are dosed in holes formed in the soil by either a pneumatic device or drill bits arranged around a wheel.

Bij nog een verdere draaiende inrichting worden zaden uit een zaad bevattend naaforgaan gedoseerd naar teruggebrachte plunjers welke 15 de zaden in toenemende mate naar de punten van holle plantenboren bewegen waar deze in de aarde gedrukt worden.In yet a further rotary device, seeds from a seed-containing hub member are dosed to returned plungers which progressively move the seeds to the tips of hollow plant drills where they are pressed into the soil.

Het is een gesteld voordeel van plantboren dat de kolom verstevigde aarde die deze voortbrengen bij de bodem van het geboorde gat een capilair-achtig grensvlak kan vormen dat vocht uit de onderliggende 20 grond naar het zaad trekt. Dit kan een meer gelijkmatige plantenhuis-houding vorderen dan verkrijgbaar zou zijn met een gebruikelijke op een ploegijzer gebaseerde boorinrichting, bevorderen. Het is echter een nadeel van deze reeds bekende boren dat hoewel de open ruimte boven elk zaadje een gebied met geen weerstand vormt, irrigatie om ontkieming te 25 vergemakkelijken (of zware regenval) fijne aarde deeltjes uit de omringende bodem het gat kan doen vullen, waardoor een stop gevormd wordt welke het gewenste uitkomen van het zaad en tot wasdom komen tegengaat omdat dit uitdroogt.It is a stated advantage of plant drills that the stiffened soil column they produce at the bottom of the drilled hole can form a capillary-like interface that draws moisture from the underlying soil to the seed. This can promote a more even plant house attitude than would be available with a conventional plow-based drill. However, it is a drawback of these already known drills that although the open space above each seed forms an area of no resistance, irrigation to facilitate germination (or heavy rainfall) can cause fine earth particles from the surrounding soil to fill the hole, thus a plug is formed which prevents the desired hatching of the seed and maturation because it dries out.

Het is een doeleinde van de uitvinding om een plantboor te ver-30 schaffen waarin de gestelde voordelen van het eerdere stelsel zoveel mogelijk gehandhaafd kunnen worden zonder de begeleidende nadelen.It is an object of the invention to provide a plant drill in which the stated advantages of the previous system can be maintained as much as possible without the accompanying disadvantages.

Volgens de onderhavige uitvinding kan dit op twee wijzen geschieden: (1) uitsluiten van de behoefte om irrigatie op het moment van aanbrengen door het opsluiten van het toegevoegde water voor elk zaadje in 35 het gat dat het zaadje bevat; (2) beletten dat fijne aardedeeltjes in de boorgaten gespoeld worden door zware regenval door het vullen van elk gat nadat een zaadje gezaaid is met een deeltjesvormig vast materiaal.According to the present invention this can be done in two ways: (1) eliminating the need for irrigation at the time of application by trapping the added water for each seed in the hole containing the seed; (2) prevent fine earth particles from being flushed into the boreholes by heavy rainfall by filling each hole after sowing a seed with a particulate solid material.

Bijgevolg omvat volgens de onderhavige uitvinding een door de 8302809 , * * ( 2 grond gedragen plantenboor plaatsingsmiddelen voor het drukken van een gat in de grond met het zaadje dat gezaaid moet worden in of op de verstevigde aarde bij de bodem van het gat en vulmiddelen voor het voorzien van het zo gevormde gat van een hoeveelheid water en/of deeltjes-5 vormig vast vulmateriaal, waarbij de plaatsingsmiddelen en vulmiddelen ingericht om automatisch ingericht zijn om achtereenvolgens te werken indien de boor langs de grond beweegt.Accordingly, in accordance with the present invention, a plant drill borne by the 8302809 * * (2 soil) includes locating means for pressing a hole in the soil with the seed to be sown in or on the reinforced soil at the bottom of the hole and fillers for providing the hole thus formed with an amount of water and / or particulate solid filler material, the locating means and fillers arranged to be automatically configured to operate sequentially as the drill moves along the ground.

Bij voorkeur omvat het plaatsingsmiddel een van openingen voorzien boorelement met negatieve druk, waaruit het zaad vrijgemaakt wordt door 10 een plunjer die binnen het boorelement beweegt of door een stroom water.Preferably, the locating means comprises an apertured negative pressure drilling element from which the seed is released by a plunger moving within the drilling element or by a stream of water.

De uitdrukkingen "van openingen voorzien" en "negatieve druk" betekenen indien gebruikt in deze aanvrage met betrekking tot een boorelement of ponselement ene., dat de betreffende Inrichting een zaad-15 vasthoudende opening heeft, die gehouden wordt op of geschikt is om gehouden te worden op "negatieve druk” d.w.z. een druk die onder de atmosferische druk ligt.The terms "apertured" and "negative pressure" when used in this application with respect to a drilling element or punch element 1e, mean that the relevant Device has a seed-holding aperture which is held on or suitable for holding. be set to "negative pressure" ie a pressure that is below atmospheric pressure.

Bij voorkeur bevat de plunjer indien aanwezig een hol orgaan waarbij de boring geschikt is om in verbinding te staan met een toevoer van 20 water bij, of juist voor of na het vrijkomen van het zaad uit het boorelement. Bijgevolg omvat de plunjer in dit geval eveneens de vulmiddelen.Preferably, the plunger, if present, includes a hollow member wherein the bore is adapted to communicate with a supply of water at, or just before or after the seed is released from the drilling member. Consequently, the plunger in this case also includes the fillers.

Bij een alternaieve inrichting omvat het plaatsingsmiddel een van openingen voorziene onder negatieve druk staande pons waaruit het zaad 25 vrijgemaakt wordt door het tijdig ontkoppelen van de ponsopening van de bron met negatieve druk.In an alternative device, the locating means comprises an apertured negative pressure punch from which the seed 25 is released by timely disconnecting the punch opening from the negative pressure source.

Bij voorkeur is in dit geval de ponsopening geschikt om verbonden te worden met een toevoer van water tijdens, of vlak voor of na het vrijmaken van het zaad uit de pons. Bijgevolg omvat in dit geval de 30 pons eveneens de vulmiddelen.Preferably, in this case, the punch opening is suitable for connection to a supply of water during, or just before or after releasing the seed from the punch. Consequently, in this case, the punch also includes the fillers.

Bij een dergelijke uitvoering omvat de pons een cilinder met de zaad bevattende opening in het eindvlak van de cilinder in verbinding staande met een zij-opening in de wand van de cilinder. Indien de cilinder naar en weg van het dragende huis daarvan bewogen wordt, staat 35 de zij-opening eerst in verbinding met de bron negatieve druk om het zaad op te nemen en dit vast te houden bij de eindopening tot het zaaien en staat dan met een toevoer van water in verbinding teneinde het vrijkomen van het zaad bij het einde van de gatvormende handeling te vergemakkelijken en voorziet tegelijkertijd het zaad bevattende gat 40 van de vereiste hoeveelheid water.In such an embodiment, the punch comprises a cylinder with the seed-containing opening in the end face of the cylinder communicating with a side opening in the wall of the cylinder. When the cylinder is moved towards and away from its supporting housing, the side opening first communicates with the source of negative pressure to receive the seed and hold it at the end opening until sowing and then stands with a supply of water in compound to facilitate the release of the seed at the end of the hole-forming operation and at the same time supplies the seed-containing hole 40 with the required amount of water.

8302809 * * 38302809 * * 3

Bij een ander alternatief omvat het plaatsingsmiddel een pons samenwerkend met een toevoermiddel voor het verschaffen van een zaadje onder de pons net voor het zaaien.In another alternative, the locating means comprises a punch cooperating with a feed means to provide a seed under the punch just before sowing.

Bij voorkeur ontlaadt hij deze laatste inrichting het toevoermid-5 del het zaad in een open eindigende kamer, aanwezig in een houder voor deeltjesvormig vulmateriaal. In dit geval wordt het vulmiddel verschaft door de pons welke aan het einde van de naar beneden gerichte baan daarvan een gat gedrukt zal hebben in de grond met het zaad verzonken in de verstevigde aarde bij de bodem van het gat en met tenminste het 10 grootste deel van het gat boven het zaad gevuld door deeltjesvormig vulmateriaal bijv. als een stop vulmateriaal samengedrukt in het gat door de pons.Preferably, this latter device unloads the feed means from the seed into an open-ended chamber contained in a particulate filler container. In this case, the filler is provided by the punch which at the end of its downward trajectory will have pressed a hole in the soil with the seed sunk into the stiffened soil at the bottom of the hole and with at least the major part from the hole above the seed filled by particulate filler material e.g. as a filler plug compressed in the hole by the punch.

Bij voorkeur omvatten de plantboren volgens de onderhavige uitvinding draaiende inrichtingen waarin een veelheid van de plaatsingsmidde-15 len en vulmiddelen gelijkmatig verdeeld zijn over een horizontale as waarom de boor draait om achtereenvolgens de plaatsings- en vulmiddelen in bedrijf te brengen.Preferably, the plant drills of the present invention comprise rotary devices in which a plurality of the placement means and fillers are evenly distributed on a horizontal axis about which the drill rotates to sequentially put the placement and fillers into operation.

Indien het vulmiddel werkt om een hoeveelheid water in het zaad bevattende gat te brengen dan kan dit indien gewenst gevolgd worden 20 door een tweede samenstel dat vulmateriaal bestaande uit deeltjesvormig vaste stoffen in het gat brengt.If the filler acts to introduce an amount of water into the seed-containing hole, this may be followed, if desired, by a second assembly which introduces filler material consisting of particulate solids into the hole.

Alternatief kan indien het vulmiddel dient om een hoeveelheid deeltjesvormig vast vulmateriaal in het zaad bevattende gat te brengen, dit indien gewenst gevolgd worden door een tweede samenstel dat een 25 hoeveelheid water in het gat brengt.Alternatively, if the filler serves to introduce an amount of particulate solid filler material into the seed-containing hole, this may be followed, if desired, by a second assembly that introduces an amount of water into the hole.

Bij voorkeur blijft, indien het vulmiddel werkt om water in het zaad bevattende gat te brengen dit gedurende de gehele tijd dat het in aanraking is met de aarde water afgeven om zo het binnentreden van fijne aardedeeltjes in de uitlaatopening van het vulmiddel te bemoeilij-30 ken.Preferably, if the filler acts to introduce water into the seed-containing hole, it continues to release water the entire time it is in contact with the soil, thereby hindering the entry of fine earth particles into the outlet of the filler. .

In elk geval waarin een hoeveelheid water in het gat gebracht wordt, kan dit water indien gewenst meststof of andere toevoegingen bevatten.In any case where an amount of water is introduced into the hole, this water may contain fertilizer or other additives if desired.

Uitvoeringen van de uitvinding zullen nu slechts als voorbeeld be-35 schreven worden aan de hand van de bijgaande tekeningen, waarin: fig. 1 een vereenvoudigde verticale doorsnede van een eerste uitvoering van de uitvinding is met gebruik van boorinrichtingen met negatieve druk om de zaden met een vooraf bepaalde hoeveelheid water te zaaien; 40 fig. 2 een schematisch perspectivisch aanzicht is van een evacu- 8302809 *· * 4 erend stelsel voor de inrichting volgens fig. 1; fig. 3 een verticale doorsnede van een tweede uitvoering is welke met een negatieve druk werkende ponsen gebruikt om het zaad met een vooraf bepaalde hoeveelheid water te zaaien; 5 fig. 4 een verticale doorsnede van een derde uitvoering is welke ponsen gebruikt om de zaden met een plug inert materiaal boven elk zaadje te zaaien; fig. 5 een vereenvoudigde dwarsdoorsnede toont, op een kleinere schaal, van een deel van dezelfde uitvoering; 10 fig. 6 een ander deel van de uitvoering van fig. 4 toont; fig. 7 een perspectivisch aanzicht is van een inrichting voor het afgeven van deeltjesvormig materiaal in een geboord gat; fig. 8 een zij-aanzicht is van een alternatieve inrichting voor het afgeven van deeltjesvormig materiaal; 15 fig. 9 (a) en 9 (b) bovenaanzichten zijn van alternatieve plaat- singsmiddelen ten opzichte van die gebruikt bij eerdere uitvoeringen en de wijzigingen daarvan; en fig. 10 en 11 vereenvoudigde verticale doorsneden van twee wijzigingen van de eerste uitvoering zijn.Embodiments of the invention will now be described by way of example only with reference to the accompanying drawings, in which: Fig. 1 is a simplified vertical sectional view of a first embodiment of the invention using negative pressure drillers around the seeds with sow a predetermined amount of water; Fig. 2 is a schematic perspective view of an evacuating system for the device of Fig. 1; FIG. 3 is a vertical section of a second embodiment that uses negative pressure punches to sow the seed with a predetermined amount of water; Fig. 4 is a vertical section of a third embodiment that uses punches to sow the seeds with a plug of inert material above each seed; Fig. 5 shows a simplified cross-section, on a smaller scale, of a part of the same embodiment; Fig. 6 shows another part of the embodiment of Fig. 4; FIG. 7 is a perspective view of an apparatus for delivering particulate material into a drilled hole; FIG. 8 is a side view of an alternative particulate material delivery device; Figures 9 (a) and 9 (b) are plan views of alternative placement means to those used in previous embodiments and their modifications; and Figures 10 and 11 are simplified vertical sections of two modifications of the first embodiment.

20 Uit fig. 1 blijkt dat een draaibare plantenboor 6 volgens de on derhavige uitvinding een plaatsingswiel 8 van 30 cm diameter omvat met zes 20 mm lange boren 10 die op gelijke afstand rond de buitenwand 12 van het wiel zijn aangebracht. De tapsheid van de boren is van 12 mm bij de wand 12 tot 6 mm bij het uiteinde van het mondstuk.It can be seen from Fig. 1 that a rotatable plant drill 6 according to the present invention comprises a placement wheel 8 of 30 cm diameter with six 20 mm long drills 10 arranged equidistantly around the outer wall 12 of the wheel. The taper of the drills is from 12 mm at the wall 12 to 6 mm at the end of the nozzle.

25 De boren 10 zijn voorzien van bijbehorende plunjers 14 waarvan de radiaal binnenliggende einden nokvolgers 16 dragen. Deze zijn ingericht om langs een nokkenbaan 18 te bewegen die gevormd is in een stilstaande draagnaaf 19 welke een lager oppervlak 20 verschaft voor de binnenwand 21 van het wiel 8.The drills 10 are provided with associated plungers 14, the radially inner ends of which carry cam followers 16. These are adapted to move along a cam track 18 formed in a stationary bearing hub 19 which provides a lower surface 20 for the inner wall 21 of the wheel 8.

30 Indien het wiel 8 tegen de wijzers van de klok om naaf 19 draait, worden de plunjers 14 radiaal bewogen door de nokkenbaan 18 tussen de volledig naar binnen en de volledig naar buiten gebrachte standen daarvan. Bijgevolg worden de plunjers volledig naar binnen gebracht indien de boren zich in de zaadontvangende en zaaddragende standen daarvan be- 35 vinden en worden deze volledig naar buiten gebracht indien de boren zich in de onderste gat-vormende stand bevinden en gedurende een periode daarna. In de volledig naar buiten gebrachte stand liggen teneinde het binnendringen van fijne aardedeeltjes in de booropeningen 25 niet te vergemakkelijken, afdichtingen 23 op zittingen 24 om de negatieve 40 druk af te sluiten.When the wheel 8 rotates counterclockwise about hub 19, the plungers 14 are moved radially by the cam track 18 between its fully inward and fully outward positions. Consequently, the plungers are fully inserted when the drills are in their seed-receiving and seed-bearing positions and are fully extended when the drills are in the bottom hole-forming position and for a period thereafter. In the fully extended position so as not to facilitate the penetration of fine earth particles into the drill holes 25, seals 23 on seats 24 seal the negative 40 pressure.

8302809 58302809 5

* "* I* "* I

De binnen en buitenwanden 21, 12 van het wiel 8 worden door cir- IThe inner and outer walls 21, 12 of the wheel 8 are passed through circle I.

keivormige eindplaten afgedicht· Slechts ëên van deze, plaat 26, is in Icobblestone end plates sealed · Only one of these, plate 26, is in I.

fig. 1 zichtbaar. Ifig. 1 visible. I

Een vacuumpomp (niet afgebeeld) hetzij verbonden aan een van de |A vacuum pump (not shown) either attached to one of the |

5 eindplaten hetzij aan een axiale verlenging van naaf 19 voorziet het I5 end plates either on an axial extension of hub 19 provides I

inwendige van het wiel 8 van een bron met negatieve druk. Dit stelt el- Iinterior of the wheel 8 of a source of negative pressure. This states el- I

ke boor 10 in staat om een zaadje 27 op te nemen en vast te houden in- Icapable drill 10 capable of receiving and holding a seed 27 in I.

dien deze over het oppervlak van een onder negatieve druk staand mee- Iapply it over the surface of a negative pressure vessel

draaiend toevoerwiel 28 veegt, dat de zaadjes op de zuigopeningen 30 Irotating feed wheel 28 sweeps the seeds onto the suction openings 30 I.

10 naar beneden draagt vanaf een toevoertrechter (niet afgebeeld) naar het I10 from the feed funnel (not shown) to the I

plaatsingswiel 8.placement wheel 8.

Een dergelijke inrichting is in fig. 2 afgebeeld, naar het plaatsings- ISuch a device is shown in fig. 2, after the placement I

wiel 8 en het toevoerwiel 28 gedragen worden op holle assen 42, 43. De- Iwheel 8 and the feed wheel 28 are carried on hollow shafts 42, 43. The- I

ze assen zijn bij beide einden gesloten en worden gedragen door de ge- ' I 15 ëvacueerde kokerbalk 44 waarbij de openingen 45, 46 in de twee assen Ithese shafts are closed at both ends and are carried by the evacuated box beam 44 with the openings 45, 46 in the two shafts

verbinding van het inwendige van het wiel met de negatieve drukbron Iconnection of the interior of the wheel to the negative pressure source I.

voor balk 44 mogelijk maken. Verwijzingscijfers 47 duiden afdichtingen Ifor beam 44. Reference numerals 47 denote seals I.

aan. De draaiende aandrijving van assen 42 en 43 wordt verschaft door IOn. The rotary drive of shafts 42 and 43 is provided by I.

kettingwielen 48, 49 en kettingen 50, 52, terwijl het toevoerwiel 28 Isprockets 48, 49 and chains 50, 52, while the feed wheel 28 I.

20 met een verhoudingsgewijs lage snelheid aangedreven wordt om het opne- I20 is driven at a comparatively low speed for the recording

men van de zaden door het toevoerwiel uit de ontlaadtrechter (niet af- Ithe seeds are removed from the discharge funnel by the feed wheel (not fig

geheeld) te vergemakkelijken. Ihealed). I

Als een alternatief kunnen bekende met positieve druk werkende in- IAs an alternative, known positive pressure operating I

richtingen die een overeenkomstig zuigeffect voortbrengen gebruikt wor- Idirections producing a corresponding suction effect are used

25 den. I25 den. I

Om de overdracht van de zaden van wiel 28 te vergemakkelijken, hebben de einden van de boren een afschuining van 25° zoals afgebeeld ITo facilitate the transfer of the seeds from wheel 28, the ends of the drills have a 25 ° bevel as shown I

in fig. 1.in fig. 1.

Indien gewenst kan de afstand tussen de zaden groter worden in 30 veelvouden van boor naar boorafstand door het vervangen van het toevoerwiel 28 door een tweede wiel met een passend kleiner aantal zaad-vasthoudende openingen, bijv. zo dat slechts elke tweede boor 10 een zaadje van het toevoerwiel ontvangt.If desired, the spacing between the seeds can increase in multiples of drill to drill spacing by replacing the feed wheel 28 with a second wheel with an appropriately smaller number of seed-holding openings, eg so that only every second drill 10 has a seed of the feed wheel.

Een stijve nylon borstel 32 reinigt de einden van de mondstukken 35 voordat deze het toevoerwiel 28 bereiken.A rigid nylon brush 32 cleans the ends of the nozzles 35 before they reach the feed wheel 28.

De radiale beweging van elke plunjer 14 wordt geleid door de wand van de doorgang in de binnenwand 21 van het plaatsingswiel en door radiaal aangebrachte geleidingen welke voor de bovensta plunjer 14 getoond zijn bij 33.The radial movement of each plunger 14 is guided by the wall of the passage in the inner wall 21 of the placement wheel and by radially mounted guides shown in front of the upper plunger 14 at 33.

40 Verbindingsorganen 34 verbinden de boringen in de radiaal buiten 8302809 % * 6 liggende gebieden van de plunjers met flexibele buizen 36 die naar de verbindingsstoppen 38 in de van openingen voorziene binnenwand 21 van het wiel 8 gaan.Connectors 34 connect the bores in the radially outer regions of the plungers with flexible tubes 36 that go to the connector plugs 38 in the apertured inner wall 21 of the wheel 8.

Behalve gedurende de laagste standen of gedurende de ongeveer de 5 volgende 45° van de baan daarvan, zullen de booropeningen 25 in verbinding staan met het gedeeltelijk geëvacueerde inwendige van het plaat-singswiel waarbij het voortvloeiende drukverschil over de openingen 25 voldoende is om de zaden 27 op hun plaats te houden totdat de zaaiposi-tie bereikt is.Except during the lowest positions or during the approximately the next 45 ° of its trajectory, the drilling apertures 25 will communicate with the partially evacuated interior of the placement wheel with the resulting differential pressure across the apertures 25 sufficient to seed 27 hold in place until the sowing position is reached.

10 Indien de boren hun laagste (zaai) posities bereiken, zullen de plunjers 14 echter door de nokinrichting 16/18 volledig naar buiten gebracht worden om het zaad vrij te maken en dit in die stand in de bodem van het gat gevormd door de boor 10 te drukken. Tegelijkertijd zal de stop 38 verbonden met het samenhangende verbindingsorgaan 34 in verbin-15 ding gebracht worden met de sleuf 40 van een zich axiaal naar buiten uitstrekkende doorgang in de naaf 19 waardoor water afkomstig van een uitwendige bron voor doorgang naar beneden door het holle deel van de plunjer in het geboorde gat stroomt.10 When the drills reach their lowest (sowing) positions, however, the plungers 14 will be fully extended by the cam device 16/18 to release the seed and in that position in the bottom of the hole formed by the drill 10 to push. At the same time, the plug 38 connected to the cohesive connector 34 will be connected to the slot 40 of an axially outwardly extending passage in the hub 19 through which water from an external source for passage down through the hollow portion of the the plunger flows into the drilled hole.

Verbinding met sleuf 40 wordt gedurende de volgende 45“ van de lo-20 opbaan van de boor gehandhaafd om tijdens en direct na het zaaien het open einde van de plunjer te beletten verstopt te raken met en/of het open einde vrij te maken van fijne aardedeeltjes.Connection to slot 40 is maintained for the next 45 "of the lo-20 run-up of the drill to prevent the open end of the plunger from becoming clogged and / or clearing the open end during and immediately after sowing earth particles.

In een gewijzigde inrichting getoond in fig. 10, is elke boor verbonden met een bijbehorende in hoofdzaak gasdichte kamer 42 die delen 25 23, 24 omsluit en verbonden is met een gemeenschappelijk verdeelstuk 43 met negatieve druk. Aftakpijp 44 verbindt het verdeelstuk met een uitwendig geplaatste vacuumpomp (niet afgeheeld).In a modified device shown in Fig. 10, each drill is connected to an associated substantially gas-tight chamber 42 which encloses parts 23, 24 and is connected to a common negative pressure manifold 43. Branch pipe 44 connects the manifold to an externally placed vacuum pump (not sheared).

Bij een verdere wijziging (fig. 11), eindigen de "plunjers" 14 vlak bij de booropeningen 25 en de stroom water uit de sleuf 40 hangt 30 af van het vrijmaken van het zaad uit de onderste boor 10. Een overeenkomstige wijziging kan indien gewenst in de uitvoering van fig. 1 opgenomen worden.On a further modification (Fig. 11), the "plungers" 14 terminate close to the drill holes 25 and the flow of water from the trench 40 depends on the release of the seed from the bottom drill 10. A corresponding change can be made if desired in the embodiment of Fig. 1.

Fig. 3 toont een uitvoering waarin de mondstukken en plunjers van de eerdere inrichtingen vervangen zijn door cilindrische ponsen 52, die 35 elk in het eindvlak daarvan een zaadvasthoudende opening 54 hebben. Deze laatste staat via een doorgang 55 met een tweede opening 56 in de zijwand van de pons in verbinding.Fig. 3 shows an embodiment in which the nozzles and plungers of the previous devices have been replaced by cylindrical punches 52, each of which has a seed-holding opening 54 in its end face. The latter communicates via a passage 55 with a second opening 56 in the side wall of the punch.

Zoals hiervoor wordt de stand van de ponsen 52 gestuurd door een stilstaande nok/draaginrichting 16, 18 teneinde naar binnen en buiten 40 gebracht gebracht te worden op dezelfde radiale standen als waar plun- 8302809 7 jers 14 In de eerste uitvoering bewogen werden*As before, the position of the punches 52 is controlled by a stationary cam / support device 16, 18 in order to be brought in and out 40 to the same radial positions as where plungers 14 were moved in the first embodiment *

In de naar binnen gebrachte standen die het eerst ingenomen worden door de ponsen 52 voor het aannemen van zaden 27 uit de toevoertrechter 58, zijn de uitwendige vlakken van de ponsen in hoofdzaak gelijk lig-5 gend met de buitenkant van het zaaiwiel zoals afgeheeld in fig* 3 en de zij-openingen 56 staan middels passende aftakdoorgangen 58 (slechts af-gebeeld voor de onderste pons) in verbinding met een gemeenschappelijk verdeelstuk 60 met negatieve druk dat uitwendig verbonden is met een vacuumpomp (niet afgeheeld). Bij een wijziging (niet afgeheeld) van het 10 afgebeelde ontwerp, wordt het verdeelstuk 60 weggelaten en wordt in plaats daarvan het inwendige van het zaaiwiel geëvacueerd.In the retracted positions first occupied by the seed receiving punches 52 from the feed hopper 58, the outer surfaces of the punches are substantially flush with the outside of the seed wheel as shown in FIG. * 3 and the side openings 56 communicate through appropriate branch passages 58 (shown only for the bottom punch) to a common negative pressure manifold 60 externally connected to a vacuum pump (not sheared). In the case of a change (not assembled) of the illustrated design, the manifold 60 is omitted and the interior of the seed wheel is evacuated instead.

Terwijl elke pons 52 naar buiten gebracht wordt om het gat te vormen en het zaad in de verstevigde aarde bij de bodem van het gat te drukken, zal de'zij-opening 56 in de pons uit lijn bewegen met verdeel-15 stuk 60 en in lijn met een aftakdoorgang 61 (slechts voor de laagste pons afgebeeld) welke naar een gemeenschappelijk watertoevoerverdeel-stuk 62 leidt. Dit heeft een plaatselijke stroom water in de gaten gevormd door de ponsen 52 in de benedenste standen daarvan tot gevolg en het handhaven van deze stroming gedurende ongeveer de volgende 45° van 20 de beweging daarvan op welk punt opening 56 uit lijn zal geraken met doorgang 61. Het op deze wijze gedurende een periode handhaven van de waterstroom zal voorkomen dat de zaadhoudende opening 54 geblokkeerd wordt door fijne aardedeeltjes terwijl deze in aanraking met de bodem is.As each punch 52 is brought out to form the hole and press the seed into the stiffened soil at the bottom of the hole, the side opening 56 in the punch will align with manifold 60 and in line with a branch passage 61 (shown for the lowest punch only) leading to a common water supply manifold 62. This results in a local flow of water in the holes formed by the punches 52 in their lower positions and the maintenance of this flow for approximately the next 45 ° of its movement at which point aperture 56 will align with passage 61 Maintaining the water flow in this manner for a period of time will prevent the seed-containing opening 54 from being blocked by fine earth particles while in contact with the soil.

25 Zoals reeds uitgelegd in het inleidende deel van de aanvrage, kan het water dat gebruikt wordt in de hierboven beschreven uitvoeringen meststof of enig ander passend toevoegsel bevatten.As already explained in the introductory part of the application, the water used in the above described embodiments may contain fertilizer or some other suitable additive.

In de uitvoering van de fig. 4, 5 en 6 heeft het plaatsingsmiddel-de vorm van een trommel 66 aangebracht op lagers 67, 68 voor draaiing 30 om een stilstaande horizontale draagas 70. De trommel 66, welke door het grondwiel aangedreven wordt, is eveneens voorien van een aantal de grond aangrijpende boren 72 om te helpen voorkomen dat de trommel slipt ten opzichte van de grond.In the embodiment of FIGS. 4, 5 and 6, the locating means has the form of a drum 66 mounted on bearings 67, 68 for rotation 30 about a stationary horizontal support shaft 70. The drum 66, which is driven by the ground wheel, is also provide a number of ground-engaging drills 72 to help prevent the drum from slipping relative to the ground.

In de buitenwand van de trommel zijn zes op gelijke afstand aange-35 brachte ogen 74 aangebracht, welke elk een naar binnen taps lopende doorgang 76 hebben die naar een inwendige kamer 78 dezelfde diameter als een bijbehorende pons 80 gaan, waarvan er slechts één in de tekeningen afgebeeld is.In the outer wall of the drum, six equally spaced eyes 74 are provided, each of which has an inwardly tapered passageway 76 leading to an inner chamber 78 the same diameter as an associated punch 80, only one of which is in the drawings is shown.

Zoals uit de tekeningen blijkt omvat elke pons 80 een cilinder 82 40 die bij het buiteneind daarvan gesloten is door een stop 83 en naar 8302809As shown in the drawings, each punch 80 includes a cylinder 82 40 closed at its outer end by a plug 83 and to 8302809

«I«I

t 8 bulten teruggesteld wordt door een drukveer 84 die tegen het Inwendige vlak van de stop rust. Bij het binneneinde daarvan is de veer 84 verankerd op een bijbehorende stang 86 die zich op spaakachtige wijze van een in het midden liggende huls 88 die los aangebracht is op as 70 uit-5 strekt.8 bumps are reset by a compression spring 84 resting against the inner face of the plug. At its inner end, the spring 84 is anchored to an associated rod 86 which spokes extends from a center sleeve 88 loosely mounted on shaft 70.

De stand van de ponsen 80 wordt gestuurd door een bijbehorende nok-volger 90 welke over een stilstaande rolvormige nokken-baan 92 beweegt (afgebeeld eindaanzicht in fig. 5) welke vast bevestigd is aan as 70. De verwijzingscijfers 93 geven één van elk van twee paren radiaal 10 aangebrachte geleidingsbalken aan die de steunas 94 voor nokvolger 90 aangrijpen teneinde de reciprocerende beweging van de pons 80 te stabiliseren.The position of the punches 80 is controlled by an associated cam follower 90 which moves over a stationary roll-shaped cam track 92 (end view shown in Fig. 5) which is fixedly attached to shaft 70. Reference numerals 93 denote one of each of two pairs of radially mounted guide beams that engage the support shaft 94 for cam follower 90 to stabilize the reciprocating movement of the punch 80.

Tijdens bedrijf zal indien de trommel 66 draait (met de wijzers van de klok mee zoals afgebeeld in fig. 5), de veer 84 in toenemende 15 mate samengedrukt worden indien de nokken-baan 90 de nokvolger van steeds verder naar as 70 toe beweegt. Aan het einde zal de nokvolger het boveneinde van de rol-vormige nokkenbaan afrollen om de veer 84 in staat te stellen terug te snappen naar de oorspronkelijke uitbreiding waardoor de pons en de nokvolger in de standen afgebeeld in fig. 4 en 5 20 gedreven worden.During operation, as the drum 66 rotates (clockwise as shown in Fig. 5), the spring 84 will be increasingly compressed as the cam track 90 moves the cam follower from further to shaft 70. At the end, the cam follower will unroll the top end of the roller-shaped cam track to allow the spring 84 to snap back to the original extension, driving the punch and cam follower into the positions shown in Figures 4 and 5.

De nokinrichting 90, 92 wordt door een inwendige wand 96 afgeschermd van het overige trommelinwendige 98 dat periodiek beladen wordt met een deeltjesvormig inert materiaal, zoals in wormvorm, afkomstig van een bovengelegen trechter 99.The cam device 90, 92 is shielded by an internal wall 96 from the remaining drum interior 98 which is periodically loaded with a particulate inert material, such as in worm form, from an overhead funnel 99.

25 Zaad afkomstig uit een trechter 100 wordt naar beneden gedragen door een enigszins versmald toevoerwiel 102 dat onder negatieve druk staat met in hoofdzaak hetzelfde ontwerp als het toevoerwiel 28 in de eerste uitvoering. Zaad af gegeven van het toevoerwiel 28 door een met een veer aangebrachte vri jmaakinrichting 104 valt op de omtrek van een 30 afgeefwiel 106 met zes stortbalken 108 met L-doorsnede aan de omtrek daarvan. Elke stortbalk helt naar voren met een hoek van 45° ten opzichte van het middelvlak van het toevoerwiel 106 zodat het zaad naar de aan de rechter einden van de stortbalken rolt waar dit vastgehouden wordt door de aangrenzende eindwandn 110 van trommel 66 totdat het het 35 boveneind van een toevoerbuis 112 bereikt en daarin rolt. Deze draagt het zaad in de onderste van de nevenkamers 78, waarbij een onder veer-belasting staande dekplaat 114 (fig. 6) het voortijdig vrijkomen van het zaad uit de nevenkamer belet.Seed from a hopper 100 is carried down by a slightly narrowed feed wheel 102 under negative pressure with substantially the same design as the feed wheel 28 in the first embodiment. Seed delivered from the feed wheel 28 by a spring-mounted release device 104 falls on the periphery of a delivery wheel 106 with six dump bars 108 of L-section at its periphery. Each chute slants forward at an angle of 45 ° to the center plane of the feed wheel 106 so that the seed rolls to the right ends of the chutes where it is held by the adjacent end walls 110 of drum 66 until it reaches the top end of a supply tube 112 reaches and rolls therein. It carries the seed in the bottom of the ancillary chambers 78, a spring-loaded cover plate 114 (FIG. 6) preventing premature release of the seed from the ancillary chamber.

Tijdens het laatste deel van de loopbaan naar de zaaistand, wordt 40 de nevenkamer 78 afgeschermd van de wormvormige deeltjes 115 in het in- 8302809 9During the last part of the career to the seed position, the secondary chamber 78 is shielded from the worm-shaped particles 115 in the 8302809 9.

wendige 98 van de trommel door een Inwendige afdekplaat 116. Slechts Idrum inner 98 through an Internal cover plate 116. Only I

indien het oog 74 plaat 116 vrijgemaakt heeft om de zaaipositie afge- Iif the eye 74 has released plate 116 to complete the seed position

beeld in fig. 4 in te nemen, zullen de wormvormige deeltjes in staat Iimage in Figure 4, the worm-shaped particles will be capable of I.

zijn de nevenkamer 78 binnen te treden. Zodra dit geschied is rolt de Ienter the ancillary chamber 78. As soon as this is done the I rolls

5 nok-vbolger 90 van het boveneinde van de nokkenbaan 92 zoals hierboven I5 cam bolder 90 of the top end of cam track 92 as above

beschreven is, waardoor de veer 84 in staat gesteld wordt om de naar Idescribed, enabling spring 84 to move to I.

binnen gebrachte pons in de toestand afgebeeld in fig. 4 te drijven. Ifloat introduced punch as shown in Fig. 4. I

Bij het bereiken van deze stand zal de pons een gat in de grond gedrukt IUpon reaching this position, the punch will press a hole in the ground

hebben met het zaad in de vaste aarde ingebed bij de bodem van het gat Iwith the seed embedded in the solid soil at the bottom of the hole I.

10 en waarbij tenminste het grootste deel van het gat boven het zaad gevuld is met wormvormige deeltjes afkomstig van een nevenkamer 78 samen- I10 and wherein at least most of the hole above the seed is filled with worm-like particles from a secondary chamber 78 together.

gedrukt tot een verhoudingsgewijs compacte stop door de werking van pons 80. Ipressed to a relatively compact stop by the action of punch 80. I

Met betrekking tot verdere uitvoeringen van de uitvinding moet op- ' IWith regard to further embodiments of the invention, it should be noted

15 gemerkt worden dat indien het wenselijk is het zaad bevattende gat van I15, it is noted that if desired the seed containing hole of I.

zowel water als deeltjesvormig vulmateriaal te voorzien de inrichtingen Iprovide both water and particulate filler material to the devices I.

volgens fig. 1, 2, 10 en 11 gevolgd kunnen worden door een passende af- I1, 2, 10 and 11 can be followed by an appropriate I

geefinrichting voor deeltjesvormig materiaal, zoals bijv. afgeefinrich- Idispenser for particulate material, such as eg dispenser I

ting 118 in fig. 7. Deze laatste omvat een trommel 120 waarin een nok- Iting 118 in fig. 7. The latter comprises a drum 120 in which a cam I

20 kenas 122 en een nokvolger 124 aangebracht zijn. Het uitwendige vlak IKen shaft 122 and a cam follower 124 are provided. The external plane I

van de nokvolger 124 omvat een neusdeel 125 dat tegen het inwendige op- Iof the cam follower 124 includes a nose portion 125 that abuts the interior

pervlak van een wegklapbaar orgaan 126 rust, aangebracht voor beperkte Isurface of a collapsible member 126 rests, provided for limited I.

draaiende beweging om een draaipunt 128. Een eindvlak van de trommel is Irotary movement about a pivot point 128. An end face of the drum is I.

vanwege de duidelijkheid in fig. 7 weggelaten. Iomitted in Fig. 7 for clarity. I

25 Het wegklapbare orgaan 126 dat de achterwand van één van een aan- IThe collapsible member 126 connecting the rear wall of one of an I

tal wigvormige cellen 130 in de trommel van de wand verschaft, wordt IIf several wedge-shaped cells 130 are provided in the drum of the wall, I

naar binnen voorgespannen tegen de vertragende werking van de volger Ibiased inward against the retarding action of the follower I.

door een passende spanveer (niet afgebeeld). Iby a suitable tension spring (not shown). I

De inrichting wordt voltooid door een afdekorgaan 132. Deze grijpt IThe device is completed by a cover member 132. It engages I.

30 de omtrek van de trommel aan om het ontsnappen van deeltjesvormig mate- I30 the circumference of the drum to prevent the escape of particulate matter

riaal uit de cellen 130 te beletten tijdens de doorgang deze van de vultrechter (niet afgebeeld) naar een plaats waar deze het afdekorgaan 132 vrijmaken om de lading daarvan te ontladen. Op dit punt werkt de nokinrichting 122, 124 om de plaat 126 naar buiten te draaien tegen de 35 beteugelende werking van de spanveer in om zo de cel 130 van enig vulmateriaal dat overblijft in de cel te bevrijden.prevent material from cells 130 during passage from the hopper (not shown) to a location where they release the cover 132 to discharge its charge. At this point, the cam device 122, 124 to rotate the plate 126 outward counteracts the restraining action of the tension spring so as to free the cell 130 from any filler material remaining in the cell.

Tijdens bedrijf wordt de afgeefinrichting voor materiaal uit fig.During operation, the material dispenser of FIG.

7 synchroom met het plaatsingswiel gedreven door een passende distribu-tieriem.7 synchronous with the deployment wheel driven by an appropriate timing belt.

40 Een alternatieve inrichting is in fig. 8 getoond waar het plaat- I40 An alternative device is shown in Figure 8 where the plate I

8302809 4 ! ‘ ίο singswlel 8 als tandwiel voor een van openingen voorziene riem 134 dient die eveneens gedragen wordt op een leiwiel 136. Indien de openingen van de riem onder een van open bodem voorziene trechter 138 gaan, stellen deze deeltjesvormige materiaal van de trechter uit in staat 5 door de openingen in de riem in de gaten gevormd door de mondstukken (of ponsen) van het wiel 8 te vallen.8302809 4! Sizing wheel 8 serves as a gear for an apertured belt 134 which is also carried on a guide wheel 136. If the apertures of the belt pass under an open bottom funnel 138, these allow particulate matter of the funnel to expand. through the openings in the belt into the holes formed by the nozzles (or punches) of the wheel 8.

Alternatieve afgeefinrichtingen voor deeltjesvormig materiaal omvatten de plaatsingstrommel uit de fig. 4, 5 en 6 (gebruikt zonder de zaad zaaiende voorziening). Het is natuurlijk eveneens mogelijk , hoe-10 wel dit waarschijnlijk minder bevredigend is, de omgekeerde inrichting te verschaffen, d.w.z. de zaad en materiaalafgeefinrichting uit de fig. 4, 5 en 6 gevolgd door het plaatsingswiel uit de fig. 1, 2, 3 10 of 11 gebruikt om slechts water af te geven. In feite omvat de uitvinding in het meest ruime opzicht'daarvan zelfs het gevai van een eerste voorwerp 15 voor het persen van het gat in de grond, een tweede voorwerp voor het inbedden van het zaad dat gezaaid moet worden in de vaste aarde bij de bodem van het gat, een derde voorwerp voor het aanbrengen van water of deeltjesvormig materiaal in het gat en eventueel een vierde voorwerp voor het aanbrengen van datgene in het gat dat door het derde voorwerp 20 nog niet aangebracht was. Het is duidelijk dat vanuit praktische overwegingen twee of meer van deze verschillende functies bij voorkeur uitgevoerd worden door een enkel voorwerp en zoals hierboven beschreven kunnen de asfgeefinrichting voor water of materiaal indien gewenst in het geheel achterwege gelaten worden.Alternative particulate material dispensers include the placement drum of Figures 4, 5 and 6 (used without the seed sowing device). It is of course also possible, although this is probably less satisfactory, to provide the inverted device, ie the seed and material dispenser of Figs. 4, 5 and 6 followed by the placement wheel of Figs. 1, 2, 3. or 11 used to deliver water only. In fact, the invention in its broadest sense even includes the case of a first object 15 for pressing the hole in the ground, a second object for embedding the seed to be sown in the solid soil at the bottom from the hole, a third object for introducing water or particulate matter into the hole and optionally a fourth object for inserting that into the hole that has not yet been inserted by the third object. It is understood that for practical reasons two or more of these different functions are preferably performed by a single object, and as described above, the water or material shaft dispenser may be omitted altogether if desired.

25 Meerrijige zaaiwielen zijn met de rand daarvan in de fig. 9a en 9b getoond, waarbij echter begrepen moet worden dat niet gewenste zaailingen verwijderd kunnen worden door een mechanisch of chemische verdruk-kingsinrichting (niet afgebeeld) bijvoorbeeld door het gebruik van een verschillende aanwijsinrichting voor elk van de drie rijen. Dergelijke 30 inrichtingen kunnen bijvoorbeeld typisch een mechanische waarneembalk of foto-electrisch stelsel zijn.Multi-row seed wheels are shown with their rim in Figs. 9a and 9b, however, it is to be understood that unwanted seedlings can be removed by a mechanical or chemical compression device (not shown), for example, by using a different indicating device for each of the three rows. Such devices can, for example, typically be a mechanical sensing bar or photoelectric system.

Bijgevolg kan bijvoorbeeld voor het wiel volgens fig. 9b de grootste zaailing uit elke groep gekozen worden als degene waar de voorkeur aan gegeven wordt en de andere zaailing in de groep zal verwijderd wor-35 den. De boren of ponsen 140 in elke groep van drie kunnen afzonderlijk gestuurd worden (fig. 9a en 9b) op de hiervoor beschreven wijze of gezamenlijk (alleen fig. 9b) bijvoorbeeld door een drietandige plunjer in een boor/plunjerinrichting.Accordingly, for example, for the wheel of Fig. 9b, the largest seedling from each group can be selected as the preferred one and the other seedling in the group will be removed. The drills or punches 140 in each group of three can be controlled individually (Fig. 9a and 9b) in the manner described above or together (Fig. 9b only), for example, by a trident plunger in a drill / plunger device.

In alle hierboven beschreven uitvoeringen en wijzigingen kan de 40 zaaidiepte gewijzigd worden door het wisselen van de nokinrichtingen 8302809 * „» 11 gebruikt om de plunjers 14 in. de fig. 1 en 10 of de pons 52 in fig. 3 naar buiten te brengen, of indien de boren gebruikt worden om de gaten te vormen door het eveneens wisselen van de afmeting van de boren*In all embodiments and modifications described above, the 40 seeding depth can be changed by changing the cam devices 8302809 * »» 11 used to adjust the plungers 14. Figures 1 and 10 or the punch 52 in Figure 3, or if the drills are used to form the holes by also varying the size of the drills *

Bij andere wijzigingen worden de boren verwarmd, bijv. door door- j 5 gang door een gasvlam, zodat deze door een kunststofbedekking kunnen ponsen om het zaad te zaaien.In other changes, the drills are heated, eg by passage through a gas flame, so that they can punch through a plastic cover to sow the seed.

Hoewel de afgebeelde uitvoeringen bedoeld zijn voor gebruik met niet ontkiemt zaaimateriaal, bijv. in tabletvorm gebracht of natuurlijk bolvormig zaaimateriaal zoals brassica, wordt beoogd dat wijzigingen IAlthough the illustrated embodiments are intended for use with non-germinating seed material, e.g. tablet form or natural spherical seed material such as brassica, it is envisaged that modifications I

10 aan de uitvoeringen van fig. 1-3, 10 en 11 deze eveneens geschikt wil- I10 to the embodiments of FIGS. 1-3, 10 and 11 would also be suitable

len maken voor gebruik met fysiologisch actief zaad.for use with physiologically active seed.

Eveneens moet er aan gedacht worden dat in de gehele aanvrage het IIt should also be borne in mind that throughout the application I

verwijzen naar water het geval van water dat een meststof of ander toevoegsel bevat,'omvat. ' Ireference to water includes the case of water containing a fertilizer or other adjuvant. "I

15 Beoogd wordt dat een typische plantsnelheid voor de hierboven be- IIt is contemplated that a typical plant speed for the above I

schreven inrichtingen ongeveer 20 tot 40 zaden per seconde kan zijn bij Iwriting devices can be about 20 to 40 seeds per second at I.

een voorwaartse snelheid van ongeveer 3,6 km per uur. Typisch kan 2 tot Ia forward speed of about 3.6 km per hour. Typically, 2 to I.

5 ml water (of water plus meststof en dergelijke) aangebracht worden in I5 ml of water (or water plus fertilizer and the like) are applied in I.

elk zaad bevattend gat of waar een deeltjesvormig vulmateriaal gebruikt Iany seed containing hole or where a particulate filler is used I

20 wordt kan in plaats daarvan ongeveer 2 tot 5 ml van dat materiaal ge- IInstead, about 2 to 5 ml of that material can be used

bruikt worden. Ibe used. I

83028098302809

Claims

Soil-borne plant drill, characterized in that it comprises locating means for pressing a hole in the ground with the seed to be sown in or on the reinforced soil at the bottom of the hole and fillers for providing the hole 5 thus formed of an amount of water and / or particulate solid filler material, the locating means and fillers being arranged to operate sequentially automatically as the drill moves along the ground.

Drill according to claim 1, characterized in that the positioning means comprises an apertured negative pressure drilling element from which the seed is released by a plunger moving in the drilling element.

3. Drill according to claim 2, characterized in that the plunger comprises a hollow member, the bore of which is suitable for communicating with a supply of water at, or slightly before or after releasing the seed from the drilling element. Drill according to claim 1, characterized in that the placing means comprise a negative pressure apertured drilling element from which the seed is released by a stream of water.

Drill according to claim 1, characterized in that the placement means comprise a negative pressure apertured punch from which the seed is released by temporarily decoupling the punch opening from the source of negative pressure.

Drill according to claim 5, characterized in that the punch opening is adapted to be connected to a supply of water, at or slightly before or after releasing the seed from the punch when the punch also comprises the fillers.

Drill according to claim 1, characterized in that the placement means comprise a punch which interacts with a feed means to provide a seed under the punch just before sowing.

Drill according to any of the preceding claims, characterized in that it comprises a rotary device in which a plurality of locating means and fillers are evenly distributed about a horizontal axis about which the drill rotates to operate locating and filling means successively. bring.

Drill according to any one of the preceding claims, characterized in that the filler acts to deliver an amount of water (or particulate solid filler material) into the seed-containing hole and wherein the filler is followed by a second assembly containing the particles - I insert solid filler material (or an amount of water) into the hole I.

10. Drill as claimed in any one of the preceding claims, characterized in that the filler is effective for introducing water into the seed-containing hole and this as long as it is in contact with the earth, whereby fine particles of earth enter the outlet opening of the filler is limited. 10 -oooOooo --- • I 8302809