NL8302758A - Diamantbeitel. - Google Patents

Description

N/31.475-St/id ** -~-

Diamantbeitel.

De uitvinding betreft een diamantbeitel met een op een metalen drager vastgezette diamant, waaraan een snijkant is geslepen.

Bij de conventionele diamantbeitels is de 5 diamant gevat in een &ntermassa, die na passende bewerking op de schacht van de beitel is vastgesoldeerd. Deze uitvoering brengt mede, dat de steen niet al te klein mag zijn, bijvoorbeeld een grootte heeft in de orde van 0,5 karaat, teneinde aanligvlakken van voldoende grootte tussen de dia-10 mant en de sintermassa te verkrijgen nodig om de diamant stevig op te sluiten en ook om de mogelijk tijdens het bedrijf optredende trillingen te dempen. De prijs van een diamantbeitel wordt echter in niet onbelangrijke mate bepaald door de afmetingen van de gebruikte diamant.

15 Diamantbeitels worden bijvoorbeeld gebruikt voor het draaien van hoogwaardige oppervlakken, zoals van metalen spiegels en van geheugenschijven voor computers.

Van wezenlijk belang voor de te bereiken kwaliteit van met zulke beitels bewerkte oppervlakken is ondermeer een tril-20 lingsvrije opspanning van de beitel, dus van de diamant.

De laatste jaren zijn soldeertechnieken beschikbaar gekomen, die het mogelijk te maken om de diamant rechtstreeks op een metalen drager te solderen. Een dergelijke bevestiging biedt bepaalde voordelen, zoals een een-25 voudiger constructie en een bedrijfszekere hechting van de steen aan de drager, terwijl voorts dikwijls een kleinere diamant, bijvoorbeeld in de orde van grootte van 0,2 karaat, kan worden toegepast, hetgeen de kostprijs drukt.

Bij sommige toepassingen van een diamantbei-30 tel met op de beitelschacht gesoldeerde diamant blijkt echter, dat de diamant trillingsverschijnselen vertoont, die bij gesinterde diamantbeitels onder overigens gelijke omstandigheden niet optreden. Dit is waarschijnlijk toe te schrijven aan het feit, dat in het laatste geval de trillingen van de 35 diamant door de sintermassa worden gedempt.

De uitvinding beoogt nu een diamantbeitel van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, die de voordelen van de soldeerverbinding van de diamant heeft en waar- 8302758 *' 1 - 2 - r in ondanks de afwezigheid van een de diamant opsluitende sintermassa toch een effectieve demping van in de diamant optredende trillingen wordt verkregen.

De uitvinding berust op het inzicht, dat de 5 diamant beschouwd kan worden als een rechthoekig blok, dat als een resonator voor longitudinale trillingen kan werken. Een dergelijke eigen trilling zal in het diamantblok zelf slechts uiterst lage verliezen ondervinden en kan veroorzaakt en in stand gehouden worden door energie uit het snij-10 proces, dat plaatsvindt aan de snijkant aan het ene uiteinde van het diamantblok.

De diamantbeitel van de in de aanhef genoemde soort heeft nu volgens de uitvinding het kenmerk, dat de diamant door solderen op de drager is vastgezet en dat aan 15 de tegenover de snijkant gelegen achterzijde van de diamant een schuin omlaag gericht facet is geslepen, zodanig, dat dit facet in de diamant optredende trillingsenergie in de richting van de drager reflecteert.

De trillingsenergie kan aldus in het materiaal 20 van de drager worden geabsorbeerd, waardoor het optreden van resonantietrillingen in de diamant in sterke mate wordt onderdrukt .

Het reflectiefacet sluit bij voorkeur een hoek van ca. 45° net iet soldeervlak van de diamant in.

25 In het algemeen zal men de diamant recht streeks op de schacht van de beitel solderen, die in dat geval dus de genoemde drager vormt. Onder bepaalde omstandigheden is het echter ook mogelijk om als drager een afzonderlijk metalen blok toe te passen, dat op of in de schacht 30 van de beitel is bevestigd. Daarbij kan dit draagblok weer aan de beitelschacht zijn vastgesoldeerd ofwel aan de beitel-schacht zijn vastgeschroefd.

Volgens een gunstige uitvoeringsvorm van de uitvinding bestaat de drager, resp. de beitelschacht uit een 35 materiaal met trillingsdempende eigenschappen, zoals molyb-deen of een geschikte metaallegering, waarvan de thermische uitzettingscoëfficient slechts weinig verschilt van die van diamant.

In de tekening zijn uitvoeringsvoorbeelden 40 van de diamantbeitel volgens de uitvinding afgeheeld.

8302758 - 3 - Λ

Fig. 1 is een bovenaanzicht van de beitel volgens een eerste uitvoeringsvorm;

Fig. 2 is een zijaanzicht daarvan;

Fig. 3 en 4 zijn respectievelijk een boven-5 aanzicht en een zijaanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van de beitel volgens de uitvinding.

De diamantbeitel van de Fig. 1 en 2 heeft een beitelschacht 1, die bij voorkeur is vervaardigd uit molybdeen of een ander geschikt metaal of een geschikte 10 metaallegering met trillingsdempende eigenschappen en met een thermische uitzettingscoëfficient, die slechts weinig verschilt van die van diamant. De schacht 1 vormt aan de voorzijde een verhoogd plateau 2, dat een soldeervlak vormt voor een op dit vlak gesoldeerde kleine diamant 3 van bij-15 voorbeeld 0,2 karaat. De diamant heeft aan de voorzijde een aangeslepen snijkant 4 en aan de daartegenover liggende achterzijde een aangeslepen reflectiefacet 5, dat schuin omlaag en naar voren is gericht en een hoek van circa 45° met het soldeervlak 2 insluit. Indien tijdens het bedrijf van-20 af de snijkant 4 achterwaarts lopende longitudinale trillingen optreden worden deze door het facet 5 in de richting van de beitelschacht 1 naar omlaag gereflecteerd en in de massa van de schacht geabsorbeerd, waardoor wordt voorkomen, dat in de diamant 3 resonantieverschijnselen optreden.

25 Hoewel bij voorkeur de diamant 3 rechtstreeks op de beitelschacht 1 wordt gesoldeerd, is het onder omstandigheden ook mogelijk om de diamant te solderen op een afzonderlijke metalen drager, die bijvoorbeeld als een inzet-stuk in de beitelschacht wordt vastgezet. De Fig. 3 en 4 30 geven hiervan een voorbeeld. De diamant 3, die aan de achterzijde weer een onder een hoek van 45° gesteld reflectiefacet 5 heeft, is met zijn ondervlak op een metalen dragerblok 6 van bijvoorbeeld weer molybdeen vastgesoldeerd. Het bovenvlak van deze drager is aanmerkelijk groter, dan het ondervlak 35 van de diamant 3. De drager 6 is passend opgenomen in een uitsparing 7, die aan de voorzijde van de beitelschacht 1 is aangebracht en vanaf de bovenzijde van de beitel over een met de hoogte van het blok 6 corresponderende diepte omlaag loopt. Het dragerblok 6 is bij voorkeur in de uitsparing 7 40 vastgesoldeerd, maar zoals gestippeld is aangeduid kan het 8302758 ' - 4 - blok 6 ook door een daardoorheen gevoerde schroef 8 met verzonken kop in een schroefgat 9 van de schacht 1 aan deze schacht verwisselbaar zijn vastgeschroefd.

8302758

Claims (5)

1. Diamantbeitel met een op een metalen drager vastgezette diamant, waaraan een snijkant is geslepen, met het kenmerk, dat de diamant door solderen op de drager is vastgezet en dat aan de tegenover de snij- 5 kant gelegen achterzijde van de diamant tenminste één schuin omlaag gericht facet is geslepen, zodanig, dat dit facet in de diamant optredende trillingsenergie in de richting van de drager reflecteert.

2. Diamantbeitel volgens conclusie 1, m e t 10 het kenmerk, dat het reflectiefacet een hoek van circa 45° met het soldeervlak van de diamant insluit.

3. Diamantbeitel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de diamant rechtstreeks op de schacht van de beitel is gesoldeerd. ,15

4. Diamantbeitel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de drager bestaat uit een afzonderlijk metalen blok, dat op of in de schacht van de beitel is bevestigd.

5. Diamantbeitel volgens ëên der voorafgaande 20 conclusies, met het kenmerk, dat de drager resp. de beitelschacht bestaat uit een materiaal met trillings-dempende eigenschappen, zoals molybdeen of een geschikte metaallegering, waarvan de thermische uitzettingscoëfficient slechts weinig verschilt van die van diamant. 8302758