NL8302255A - Onderlager voor een vijzelpomp. - Google Patents

Description

ψ

Lx 6185 * Onderlager voor een vijzelpomp.

Voor het opvoeren van grote hoeveelheden water worden in zeer veel gevallen zgn. vijzelpompen gebruikt, die een van schroefgangen in de vorm van een of meer dwars uitstekende schroef-ribben voorzien vijzellichaam omvatten, dat in een hellend opge-5 stelde opvoergoot is gelegen, waarbij de eindranden van deze schroefribben op een zo klein mogelijke afstand van de gootwand zijn gelegen, zodat bij het.in draaiing brengen van het vijzel-lichaam water tussen twee naburige schroefgangen en de goot kan worden opgevoerd, waarbij de lek tussen de uiteinden van de schroef-10 ribben en de goot in vergelijking tot de opgevoerde hoeveelheid verwaarloosbaar is.

Vijzelpompen hebben grote voordelen, waarbij een van de belangrijkste daarvan de ongevoeligheid voor grove verontreinigingen en de bedrijfszekerheid is, waardoor dergelijke pompen zeer 15 geschikt zijn voor het pompen van afval- en polderwater.

Het vijzellichaam is aan de beide uiteinden ondersteund. Aan de bovenzijde, waar zich de aandrijving bevindt, bevindt zich een bovenlager, dat de gehele langsbelasting van het vijzellichaam kan opnemen, alsmede een deel van de dwarsbelasting, welk boven-20 lager in het algemeen als een zelfinstellend lager is uitgevoerd·

Het aan het andere uiteinde onder water gelegen onderlager moet de rest van de dwarsbelasting dragen, en is als een glijlager uitgevoerd, dat lengteveranderingen tengevolge van temperatuurveranderingen kan opnemen.

25' Het onderlager omvat een het glijlager opnemend lager huis, een daardoor ondersteunde in het verlengde van het vijzellichaam gelegen asstomp, een in het lagerhuis uitmondende toevoer voor vet onder druk, en een meegevende dichting tussen het lagerhuis en de asstoop of het vijzellichaam, waarbij het vet het lager 30 en de dichtingen smeert, en voorts tot de dichting bijdraagt,

Wanneer het onderlager star is opgesteld, moet dit zeer nauwkeurig worden uitgericht. Verder zal het vijzellichaam, wanneer het ronddraait, rondom aan dezelfde temperaturen zijn blootgesteld, doch bij stilstand kunnen temperatuurverschillen tussen verschillen-35 He zijden ontstaan, tengevolge waarvan dit lichaam enigszins krom kan trekken. Bij het op gang brengen van de vijzel zal deze dan 8302255 - 2 - enigszins gaan slingeren, waardoor het onderlager zeer zwaar wordt belast. Om deze belasting op te heffen kan het onderlager op een horizontale scharnieras worden ondersteund, die een vertikale kan-telbeweging van de as toelaat, welke scharnieras soms zelf op een • 5 dwars daarop staande scharnieras is ondersteund, teneinde ook een horizontale kantelbeweging toe te laten*

Hoewel aldus de invloed van een ongelijkmatige verwarming van het vijzellichaam op het glijlager kan worden opgeheven, heeft deze uitvoering het bezwaar*dat de draaipunten aan het meestal ver-10 vuilde water zijn blootgesteld; het geheel dichtend opsluiten van deze scharnierpennen wordt echter ingewikkeld en duur.

De uitvinding verschaft een verbetering van een onderlager voor een vijzelpomp van de voornoemde soort, welk glijlager van scharniermiddelen is voorzien, die een zekere kantelbeweging ten 15 opzichte van de vaste ondersteuning toelaten, waarbij,, ofwel de asstomp of het lagerhuis met deze ondersteuning is verbonden, welk lager als kenmerk heeft, dat tussen het glijlager en het lagerhuis en binnen dit huis een kogelgewricht is aangebracht, dat uit twee ringen met onderling in aanraking zijnde bolringvormige oppervlakken 20 met althans nagenoeg dezelfde kromtestraal bestaat, waarbij de binnenste ring met het glijlager, en de buitenste met het lagerhuis is verbonden.

Het voordeel hiervan is, dat de kogelgewrichtsoppervlakken zich geheel binnen het lagerhuis bevinden, zodat deze zonder 25 de noodzaak van bijkomende dichtingen ondubbelzinnig tegen het omgevende water zijn afgeschermd. De vereiste, bewegingen zijn zeer klein, en kunnen door de meegevende dichtingen, die verder niet belast zijn, worden opgenomen.

In het bijzonder omvat de meegevende dichting een in een 30 groef in het lagerhuis dan wel de asstomp gelegen ring, waarvan de zijden dichtend op de gleufwanden, en het kopvlak dichtend op het andere onderdeel aansluit, welke ring dwars op de langsas van het lager in de groef verschuifbaar is.„'Aldus kunnen grotere hoekafwij-kingen worden opgenomen, die bijvoorbeeld bij verzakking van de on-35 derlagerondersteuning kunnen optreden,

In het bijzonder is daarbij tussen de lagerbus van het glijlager en de asstomp een elastische dichting aangebracht, terwijl de groef in de nabijheid van deze dichting in het lagerhuis is gevormd, en het kopvlak van de ring tegen een oppervlak van de lagerbus rust, 8302255 * 4 ~ 3 -

Se uitvinding zal in het onderstaande nader worden toegelicht aan de hand van een tekening; hierin toont: fig. 1 en 2 doorsneden van twee in hoofdzaak gelijke uitvoeringsvormen van een onderlager volgens de uitvinding; en 3 fig* 3 en b deeldoorsneden van een enigszins gewijzigde uitvoering van de lagers van fig* 1 resp· 2.

Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 1 is aan het uiteinde van een slechts schematisch aangeduid vijzellichaam 1 een coaxiaal daarmede verlopende asstomp 2 bevestigd, die in een glijlager 3i 10 dat van een bronzen lagerbus k is voorzien, draaibaar en verschuifbaar is ondersteund. '

Het glijlager 3 is opgenomen in een binnenste kogelge-wrichtsring 5 met bolringvormig oppervlak 6, welk laatste ia aanraking is met een overeenkomstig oppervlak 7 van een buitenste 15 kogelgewrichtsring 8. Deze laatste is in een lagerhuis 9 vastgezet, dat op een vaste ondersteuning 10 is bevestigd.

In het lagerhuis 9 mondt een leiding 11 uit, waarmede vet onder druk naar het inwendige van het lagerhuis 9 kan worden gevoerd. Tussen dit huis 9 en het uiteinde van het vijzellichaam 1 20 of een aansluitend gedeelte van de aastomp 2 zijn elastische dich-tingsringen 12 aangebracht·

Het kogelgewricht 7·»9 laat een zekere slinger- of kantel-beweging van het vijzellichaam 1 toe. Deze beweging is betrekkelijk klein, en kan geheel door de elastische dichtingsringen 12 worden 23 opgenomen zonder de dichtingswerking daarvan te verstoren.

tiet vet smeert het glijlager 3 en de'dichtingsringen, terwijl bovendien een zeer· zwakke vetstroom naar buiten wordt gedreven, waarbij de dichtingsringen wel een buitenwaartse vetstroom toelaten, doch anderzijds door de uitwendige waterdruk dichtend tegen de as-30 stomp 2 worden gedrukt. Deze dichtingsringen 12 liggen daarbij geheel ingesloten, zodat beschadiging door scherpe bestanddelen van het water niet mogelijk is, terwijl deze ringen van het water zijn gescheiden door een vrij nauwe spleet, waardoorheen het vet kan ontwijken.

35 De uitvoeringsvorm volgens fig. 2 komt in höofdzaak met die van fig. 1 overeen. Het enige verschil is, dat nu de asstomp 2' vast is opgesteld, en het lagerhuis 9' met het vijzellichaam 1 meedraait. De vetleiding 11 mondt daarbij uit in een langsboring 13 ia de asstomp 2?, die anderzijds in de inwendige ruimte van het lager- 8302255 - 4 - s- huis 9’ uitmondt.

Fig. 3 en I tonen een gewijzigde uitvoering van een dergelijk lager, die bij de uitvoeringsvormen van fig. 1 resp. 2 kan ^worden toegepast, en die een grotere afwijking van de asrichting 5 toelaat. Dit kan vereist zijn, wanneer met grotere verzakkingen van de fundering van de vaste ondersteuning 10 moet worden gerekend.

Daarbij is de glijlagerbus 4 met een ringvormig gedeelte 14 verlengd, tussen welk gedeelte 14 en de asstomp 2 resp. 2’ de elastische dichtingsring 12 is aangebracht. In het nabij dit ver-10 lengstuk 14 gelegen gedeelte van het lagerhuis 9 resp. 9' is een dwars op de langsas van het lager gerichte groef 15 gevormd, waarin een ring 16 is aangebracht, die in deze groef verschuifbaar is. De zijvlakken van de ring 16 rusten door tussenkomst van in de ring ingelaten statische dichtingsringen 17 dichtend tegen de zijwanden van 15 de groef 15, terwijl het kopvlak ervan door middel van een of meer statische dichtingsringen 18 tegen het buitenoppervlak van het verlengstuk 14 rust. Doordat de ring 16 over een betrekkelijk grote afstand in de groef 15 kan schuiven, is een dienovereenkomstige verplaatsing van het kogelgewricht mogelijk.

£0 Het is op zichzelf mogelijk de ring 16 rechtstreeks met de dichtingsring 18 op de asstomp 2 of 2’ te laten rusten, doch dan moet de ring 16 tegen draaiing zijn geborgd, en moet de dichtingsring 18 op de wijze van de ringen 12 zijn uitgevoerd, zodat een draaibeweging mogelijk is, en vet daarlangs kan weglekken. De ring 16 kan voorts 25 ook in een groef in de asstomp 2 of 2* of in het gedeelte 14 zijn aangebracht.

8302255

Claims (3)

1. Onderlager voor een vijzelpomp, omvattende een in een lagerhuis opgenomen glijlager, dat een zekere langsverplaatsing van een daardoor ondersteunde en in het verlengde van de vijzel-lichaamsas gelegen asstomp toelaat, welk lagerhuis van een toe-5 voer voor smeervet onder druk is voorzien, waarbij tussen het lagerhuis en de asstomp een meegevende dichting is aangebracht, terwijl ofwel het lagerhuis ofwel de asstomp met de vaste ondersteuning is » verbonden, en scharniermiddelen een zekere kantelbeweging ten opzichte van de ondersteuning toelaten, met het kenmerk, dat 10 tussen het glijlager en het lagerhuis en binnen dit huis een kogel-gewricht is aangebracht, dat uit twee ringen met onderling in aanraking zijnde bolringvormige oppervlakken met althans nagenoeg dezelfde kromtestraal bestaat, waarbij de binnenste ring met het glijlager, en de buitenste met het. lagerhuis is verbonden. 15

2· Onderlager volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de meegevende dichting een in een groef van het lagerhuis of de asstomp opgenomen ring omvat, waarvan de zijden door middel van dich-tingsringen dichtend op de gleufwanden, en het kopvlak door middel van tenminste een dichtingsring op het andere onderdeel aansluit, 20 welke ring dwars op de langsas van het lager in de groef verschuifbaar is.

3· Onderlager volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat tussen de lagerbus van het glijlager en de asstomp een elastische dichting is aangebracht, terwijl de groef in de nabijheid van deze 25 dichting in het lagerhuis is gevormd, en de ring met het kopvlak tegen het buitenoppervlak van de lagerbus rust. / 8302255