NL8301021A

NL8301021A - Inrichting die het bevestigen van een ballast mogelijk maakt op de kunststofbekledingen voor het beschermen van de buizen die zijn bestemd om te worden ondergedompeld evenals de vervaardigingswerkwijze daarvan.

Info

Publication number: NL8301021A
Application number: NL8301021A
Authority: NL
Original assignee: Sif Ste Ind D Isolation Et De
Priority date: 1983-03-22
Filing date: 1983-03-22
Publication date: 1984-10-16
Also published as: NL186401B; NL186401C

Description

« Inrichting die het bevestigen van een ballast mogelijk maakt op de kunststofbekledingen voor het beschermen van de buizen die zijn bestemd om te worden ondergedompeld evenals de vervaardigingswerkwijze daarvan.

. 5 De uitvinding heeft betrekking op een inrichting die de bevestiging mogelijk maakt van een ballast op de kunststof bekledingen voor het beschermen van buizen die be stemd zijn te worden ondergedompeld evenals op de vervaardi-gingswerkwij ze daarvan.

10 De uitvinding beoogt een hechtingsoppervlak te verwezen lijken om de vasthaking te verzekeren van de verzwarende be-tonbekleding om de stabilisatie op de bodem van de ondergedompelde nsea lines” te verzekeren, waarvan de bekleding wordt gevormd door een geextrudeerde of gepoederde en gladde j 15 laag kunsthars van polyetheen van hoge, middelmatige of lage i dichtheid. j

In de bekende inrichtingen trachtte men het glijden of ; bewegen van de betonnen ballast te vermijden door overdikten van de bekleding van geextrudeerd polyetheen te gebruiken op 20 de plaats van de dikteverschillen of over'-dikten gevormd door de banen en zo gelaten tijdens de vervaardiging; maar de onderdompeldiepten werden steeds belangrijker, waarop de "sea lines" moeten worden geplaatst, waardoor een steeds belangrijker spanning nodig werd, overgebracht op de anti-corrosie- en 25 ballastbekledingen.

De bekledingen van kunsthars van geextrudeerd of!gepoederd polyetheen hebben een hechting die beter is dan de koolteer-of bitumineuze bekledingen, die tot nu toe werden gebruikt ter bescherming van de buizen.

30 Verder is vastgesteld dat een betonballast die is verwe zenlijkt op een bekleding van koolteer of bitumen en correspon- 2 deert met een weerstand tegen glijden van beton van 3 kg/cm ongeveer, niet wordt verbeterd wat de hechting betreft als hij is verwezenlijkt opeen bekleding van geextrudeerd polyetheen 35 met overdikte beperkt tot de banen.

Daarentegen kan de weerstand tegen het glijden van het beton 2 10 kg./cm ongeveer bereiken, wanneer het hechtingsoppervlak wordt verbeterd op de bekledingen.

De inrichting volgens de uitvinding maakt het mogelijk 8301021 * -2 .

‘ op het gladde oppervlak van de bekleding van polyetheen naar alle richtingen wijzende verankeringspunten te verkrijgen die een ruwheid verschaffen die een vasthaking van het beton verzekeren.

5 Door spuiten worden gevormd op het gehele oppervlak van de bekleding van geextrudeerd polyetheen of gevormd door enige andere bekledingswerkwij ze maa^'voor afkoeling of volledige polymerisatie, uitsteeksels verschaft door deeltjes van kunstharsen of andere stoffen zoals zand, zaagsel, bolletjes 10 van glas die kleven, een korst vormen of op het opnemende oppervlak worden gelast.

Bij bepaalde toepassingen, in het bijzonder op de bekleding van geextrudeerd of gepoederd polyetheen, doet men een beroep op een mechanische werkwijze om de verbinding van het 15 gespoten poeder op de bekleding te begunstigen.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van voorbeeld een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is weergegeven.

De fig. 1-3 geven in doorsnede en in aanzicht de verkre-20‘gen producten weer; fig. 4 toont een •'ervaardigingswerkwijze van de vasthakingsinrichting.

Het oppervlak van polyetheen, dat de beschermlaag 1 vormt van het metalen buisvormige element 2, dat wordt gebruikt voor de vervaardiging van de "sea lines" of onderge-25 dompelde leidingen is geheel glad. De bekleding van dit oppervlak door het beton werd slechts vastgehouden door de dikteverschillen van de banen aan elk van de einden. Daaruit vloeide een afwezigheid van hechting over.de gehele lengte voort. Tengevolge van de effecten van de capiUariteit van 30 oppervlaktespanning en zelfs schokken ontstonden bewegingen van uiteenvalling die aan deze ballast zijn doelmatigheid ontnam in zijn ballast- en beschermingsfunctie.

Deze nadelen zijn vermeden door het vervaardigen op het oppervlak 1 van vasthechtingspunten 3,4,5 in een homogene ver-35 deling in zijn geheel wat hun verdeling betreft, maar zonder enige homogeniteit wat hun afstand van verankering, richting en hoogte betreft zodat naar alle richtingen vasthaak- an hechtingsoppervlakken worden gevormd.

Door het gebruik van vrij verdeelde deeltjes van kunsthars 40 van dezelfde soort (fig. 1), smelten deze min of meer scher- 8301021 - J - -

iV _ Λ X

pe uitstekende vasthaakpunten in hun contactoppervlak 6 zodat een monolitisch bed daarmee wordt gevormd waardoor een relief ontstaat.

Deze ongelijkheid en ruwheid staan het beton of ander 5 amalgaam toe zich tussen deze concave ruimten 7/8 in te voegen.

Dezelfde harsprofielen zoals epoxy, polyamide etc. toegepast in vloeibaar gemaakte baden door de electrostatische poedering of spuiten door toepassing op deze oppervlakken 10 v an fijn verdeelde minerale deeltjes 9,10, waarvan de bases 11,12 voldoende in het opnemende, nog niet verdeelde oppervlak dringen, dat wil zeggen vóór polymerisatie,

Men kan eveneens op deze oppervlakken bolletjes van glas 13,14 en dergelijke elementen met dezelfde functies aanbren-15 gen.

De werkwijzengebruikt voor deze vervaardigingen kunnen worden aangepast aan de vorm van de stalen buizen, hetzij door draaiing enverschuiving van deze laatsten of door verschuiving en draaiing van de spuit- en/of aanbrengappa-20 ratuur.

Bij voorkeur wordt voor het verzekeren van de verdeling van de verankeringsdeeltjes op het oppervlak 16, dat de buis 17 bedekt, die een verschuivende en draaiende beweging uitvoert, een spuitpistool 19 gebruikt, die door samengeperste 25 lucht 20 het materiaal in het reservoir 18 aanzuigt, aangevuld door een mechanische aandrukinrichting 21.

Dit pistool is verbonden enerzijds met het reservoir 18, dat het te spuiten product bevat en met de generator voor samengeperste lucht 20, zodat de deeltjes worden voortgedre-30 ven om te worden verplaatst op het niet gepolymeriseerde kunsthars 16 en daarna opgedrukt met een mechanische druk 21 om daaraan te worden bevestigd over 360° met een homogene verdeling in zijn geheel maar met een onderlinge afstand en een anarchistische richting om functionele onregelmatigheden 35 te verschaffen.

De materialen gebruikt voor het verwezenlijken van de verankeringsoppervlakken en de middelen voor het vormen van een korst zullen kunnen variëren binnen de grens van de equivalenten zonder daarom het algemene idee van de uitvinding 40 te veranderen die zo juist is beschreven. - Conclusies - I

8301021 j ____________ fc ' - i

Claims

1. Inrichting die de bevestiginghiogelijk maakt van een ballastlaag van heton of een andere samenstelling op de be-schermingbekledingen van geextrudeerde of gepoederde gladde kunststof waarmede de ondergedompelde buizen of "sea lines" 5 worden bedekt om verankeringspunten met naar alle richtingen wijzende profielen te verwezenlijken maar een uniform verdeelde vasthaking te verzekeren over de gehele lengte van het ontvangende element, gekenmerkt door het inplanten v6ór de afkoeling of de polymerisatie van de kunst-10 hars (1) van deeltjes, die fijn zijn verdeeld, maar onregelmatige profielen hebben van kunsthars van dezelfde soort (3,4,5) van zand, zaagsel (9,10) of glazen bolletjes (13,14,15) of van materialen van metaal of kunststof.

2. Inrichting volgens conclusie l,met het ken-15 m e r k , dat de deeltjes (3,4,5) van dezelfde soort als de ondersteuning (1) aan hun basis (6) worden gelast en reliefs en holten (7,8) vormen met verschillend volume met ► onregelmatige profielen.

3. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het ken-20 m e r k , dat de deeltjes van verschillendematerialen, zand, mineralen, plantaardig materiaal en dergelijke stoffen (9,10) of van bolletjes (13,14,15) worden verankerd in de nog niet gepolymeriseerde kunsthars (1) door min of meer diepe indringing (11,12) zodat onregelmatige holten en uit-20 steeksels worden gevormd wat hun inplanting betreft maar een uniforme verdeling plaats vindt in hun geheel.

4. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de gespoten deeltjes worden-serankerd door een mechanische aandrukinrichting (21). 8501021