NL8300912A

NL8300912A - Samenstel van hijstrommel en hijskabel voor een hefinrichting.

Info

Publication number: NL8300912A
Application number: NL8300912A
Authority: NL
Original assignee: Philips Franciscus Maria
Priority date: 1983-03-14
Filing date: 1983-03-14
Publication date: 1984-10-01
Also published as: EP0121957B1; CA1214157A; US4520999A; EP0121957A1; JPS59182196A; DE3463922D1; ATE27440T1; NO840947L

Description

—^ -1 *S^ I fi^Civ-i ^--- *"“*' *

Samenstel van hijstrommel en hijskabel voor een hefinrichting.

De uitvinding heeft betrekking op een samenstel van hijstrommel en hijskabel voor een hefinrichting, waarbij de hijstrommel om een draaiingsas roteerbaar is en gevormd wordt door twee eindflensen, waartussen een cilindrische mantel is 5 aangebracht voor het opnemen van de hijskabel, welke aan een einde in een trommeldeel is ingeklemd.

Een dergelijk samenstel is algemeen bekend .

Het bekende samenstel heeft het bezwaar, dat de hijskabel, na van de hijstrommel te zijn afgewikkeld, daarvan niet kan worden 10 losgekoppeld, maar door overschrijding van een bepaalde belasting uit de inklemming in de hijstrommel moet worden losgetrokken.

De aldus bij belasting losgetrokken kabel kan zich daarbij tot vast om de hefinrichting slingeren, waardoor deze door de kabel van de ondersteuning kan worden losgetrokken. Meer in het bij-15 zonder wordt dit bezwaar ondervonden bij hijskranen die zijn aangebracht op booreilanden en met behulp waarvan bevoorradingsschepen moeten worden gelost. Zo kan een bevoorradingsschip bij slechte weersomstandigheden tijdens het lossen van het booreiland wegdrijven, zodat bij van de hijstrommel afgewikkelde of losge-20 trokken hijskabel,de kraan door het schip van het booreiland kan worden afgetrokken.

De uitvinding beoogt dit bezwaar van het bekende samenstel van hijstrommel en hijskabel te ondervangen.

Het samenstel van hijstrommel en hijskabel volgens de uit-25 vinding vertoont daartoe het kenmerk,dat de hijskabel voorbij de inklemming in de hijstrommel aansluit op een i dunnere breekkabel, welke is opgewikkeld op een coaxiaal met de trommelmantel verlopende en daarbinnen aangebrachte haspel, terwijl verder middelen aanwezig zijn voor het 30 van de inklemming loskoppelen van de hijskabel, ëën en ander zodanig, dat wanneer de van de inklemming geloste hijskabel van de trommel wordt afgewikkeld, de breekkabel na het einde van de afwikkeling van de hijskabel door deze wordt meegetrokken en zich daarbij van de haspel afwikkelt.

35 Bij het samenstel van hijstrommel en hijskabel volgens de uitvinding is dus na het afwikkelen van de hijskabel van 8300912 "2~ — Δ. —

*7 * W

de hijstrommel en na het lossen van de hijskabel van de hijstrommel nog een speling aanwezig/gevormd door de breekkabel/ welke zich over een zekere lengte van de haspel kan afwikkelen.

5 Voor het geval deze speling niet voldoende mocht zijn om de afstand tussen de kraan en het te lossen schip met behulp van de. hijskabel en de breekkabel te overbruggen, zal de breekkabel door het schip worden stukgetrokken zonder dat daarbij het gevaar aanwezig is dat de kraan mee van het 11 booreiland, wordt afgetrokken.

De haspel voor de breekkabel kan op verschillende wijzen binnen de hijstrommel zijn aangebracht.

Op gunstige wijze is, volgens een volgend kenmerk van het samenstel volgens de uitvinding, de haspel vrij rond-15 draaibaar ten opzichte van de hijstrommel en daarbinnen aangebracht.

Op doelmatige wijze is, volgens een verder kenmerk van het samenstel volgens de uitvinding, de haspel voorzien van aandrijfmiddelen met behulp waarvan de haspel ten 20 opzichte van de hijstrommel kan worden rondgedraaid voor het op de haspel opwikkelen van de breekkabel.

Op deze wijze kan de, in het noodgeval gevierde breekkabel, nadat het gevaar is geweken, weer in de oorspronkelijke toestand op de haspel worden opgewikkeld en waarbij dan 25 tegelijkertijd het met de breekkabel gekoppelde einde van de hijskabel weer in de inklemming van de hijstrommel kan worden vastgezet.

De wijze van inklemming van de hijskabel in de hijstrommel kan verschillend zijn uitgevoerd.

30 Bij een bijzonder doelmatige uitvoeringsvorm van het samenstel volgens de uitvinding is ëên der zijflensen van de hijstrommel met een aangrenzend mantelgedeelte van het overige hijstrommeldeel over een loodrecht op de draaiingsas verlopend vlak gescheiden,en is ten opzichte van dit overige 35 hijstrommeldeel axiaal verplaatsbaar voor het tussen de manteldelen inklemmen of daarvan loskoppelen van de hijskabel. Wanneer bij deze uitvoeringsvorm van het samenstel volgens 8300912 '3' - 3 - . . , * ?»* .¾ '*· .................

9

de uitvinding het einde van de hijskabel van de inklemming wordt losgekoppeld, ontstaat gelijktijdig daarbij een ringvormige spleet in de hijstrommel, en waardoorheen de breekkabel vanaf de haspel naar buiten kan worden 5 getrokken. I

Bij een verdere, zeer gunstige uitvoeringsvorm van het samenstel van hijskabel en hijstrommel volgens de uitvinding, is het axiaal verplaatsbare hijstrommeldeel op de draagas van de hijstrommel afgesteund door een om de draagas verdraai-10 bare en in axiale richting daarop geborgde bus, welke voorzien is van een schroefdraad, die samenwerkt met een op het axiaal verplaatsbare hijstrommeldeel aangebrachte schroefdraad, zodanig, dat wanneer de bus ten opzichte van de draagas wordt afgeremd, het door de bus ondersteunde hijstrommeldeel 15 van het overige hijstrommeldeel wordt afbewogen en de tussen de beide trommeldelen ingeklemde kabel wordt gelost.

Op gunstige wijze is, bij een uitvoeringsvorm van het samenstel volgens de uitvinding, de bus voorzien van een hefboom met behulp waarvan de bus kan worden rondgedraaid voor het 20 axiaal naar het overige hijstrommeldeel toe of af verplaatsen van het door de bus op de draagas afgesteunde hijstrommeldeel.

Bij normaal bedrijf zal de bus met de hefboom geheel gelijk met de hijstrommel en de zich daarbinnen bevindende haspel ronddraaien.

25 Zodra echter de kraandrijver door het ongewenst afdrijven van het te lossen schip van het booreiland gevaar aanwezig acht, kan deze kraandrijver op eenvoudige wijze de hefboom en daarmede de bus tegen rotatie blokkeren waardoor dan automatisch het op de bus gelegerde hijstrommeldeel axiaal 30 van het overige hijstrommeldeel wordt wegbewogen,waardoor de hijskabel van de hijstrommel wordt gelost en tegelijkertijd een ringvormige spleet tussen de beide hijstrommeldelen ontstaat, waardoorheen de breekkabel door de van de hijstrommel afgewikkelde hijskabel vanaf de haspel naar buiten kan worden 3 5 meegetrokken.

83 0 0 9 1 2 - 4 - *

Op gunstige wijze zijn, volgens een verder kenmerk van het samenstel volgens de uitvinding, de beide, in axiale richting ten opzichte van elkaar verplaatsbare trommeldelen draaivast ten opzichte van elkaar geborgd.

5 Tenslotte is bij een voorkeursconstructie van het samenstel volgens de uitvinding,het niet axiaal verplaatsbare trommel-deel draaivast op de trommeldraagas aangebracht.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de tekening volgens een uitvoeringsvoorbeeld.

10 Zoals in de tekening is weergegeven,is op de aandrijfas 1 de hijstrommel aangebracht, bestaande uit twee eindflensen 2 en 3 met daartussen een cilindrische mantel 4,waarop de hijskabel 5 is opgewikkeld.

Binnen de hijstrommelmantel 4 bevindt zich de haspel 6 15 welke yrij draaibaar ten opzichte van de aandrijfas 1 en de daarop aangebrachte hijstrommel ronddraaibaar is.

De eindflens 3 met het aangrenzende manteldeel 7 is van het overige hijstrommeldeel gescheiden door een loodrecht op de aandrijfas 1 verlopend vlak.

20 Verder is deze eindflens 3 met aangrenzend manteldeel 7 op de draaiingsas 1 afgesteund met behulp van een bμs 8 welke voorzien is van een buitendraad 9 welke samenwerkt met de binnendraad die vast is aangebracht aan de eindflens 3. De bus 8 is voorzien van de hefboom 10 met behulp waarvan de, 25 niet in axiale richting verplaatsbare bus op de aandrijfas 1 kan worden rondgedraaid om daarmede de eindflens 3 met het aangrenzende manteldeel 7 van en naar het overige hijstrom-•meldeel te bewegen. Onder de normale omstandigheden sluit het aan de eindflens 3 aangrenzende manteldeel 7 geheel aan 30 op de mantel ..4. van het resterende trommeldeel en waarbij dan de hijskabel 5 ter plaatse van de inklemming 11 met de hijstrommel is gekoppeld. Wanneer echter, in geval van nood, en bij het afwikkelen van de hijskabel de hefboom 10 wordt geblokkeerd wordt de eindflens 3 met het aangrenzende manteldeel, zoals 35 gezien in de tekening, naar rechts bewogen waardoor de hijskabel 5 van de inklemming 11 wordt gelost en gelijktijdig over de omtrek van de hijstrommel tussen de beide van elkaar 83 0 0 9 1 2 - s - ύ

k A

gescheiden manteldelen een spleet ontstaat waardoorheen de met de afgewikkelde hijskabel gekoppelde breekkabel 12 van de haspel 6 af naar buiten kan worden getrokken.

De haspel 6 is aan ëën zijde van de beide eindflensen ervan 5 voorzien van een tandkrans,welke samenwerkt met een rondsel 13 en dat met behulp van een zwengel 14 kan worden rondgedraaid om na het wijken van het gevaar/de haspel ten opzichte van de hijstrommel rond te draaien om de breekkabel weer op de haspel op te wikkelen en waarbij het 10 met de breekkabel gekoppelde einde van de hijskabel weer naar de plaats van inklemming kan worden gebracht om daar met het terug bewegen van de flens 3 weer met de hijstrommel i te worden gekoppeld. Dit terug bewegen kan dan weer op eenvoudige wijze plaatsvinden met behulp van het ronddraaien 15 van de hefboom 10 ten opzichte van de aandrijfas 1 en de door deze ondersteunde hijstrommel.

83009 1 2 - 6 -

Claims

1. Samenstel van hijstrommel en hijskabel voor een hefinrichting, waarbij de hijstrommel om een draaiingsas roteerbaar is en gevormd wordt door twee eind flensen waartussen een cilindrische mantel is aangebracht voor he't opnemen 5 van de hijskabel welke aan een einde ineen trommeldeel is ingeklemd, met het kenmerk, dat de hijskabel voorbij de inklemming in de hijstrommel aansluit op een dunnere breekkabel welke is opgewikkeld op een coaxiaal met de trommelmantel verlopende en daarbinnen aangebrachte 10 ' haspel, terwijl verder middelen aanwezig zijn voor het van de inklemming loskoppelen van de hijskabel, een en ander zodanig, dat wanneer de van de inklemming geloste hijskabel van de trommel wordt afgewikkeld, de breekkabel na het einde van de afwikkeling van de hijskabel door deze 15 wordt meegetrokken en zich daarbij van de haspel afwikkelt.

2. Samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de haspel vrij ten opzichte van de hijstrommel daarbinnen kan worden rondgedraaid.

3. Samenstel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, 20 dat de haspel is voorzien van aandrijfmiddelen met behulp waarvan de haspel ten opzichte van de hijstrommel kan worden rondgedraaid voor hét op de haspel opwikkelen van de breekkabel.

4. Samenstel volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, 25 dat ëén der zijflensen van de hijstrommel met een aangrenzend mantelgedeelte van het overige hijstrommeldeel over een loodrecht op de draaiingsas verlopend vlak gescheiden is en ten opzichte van dit overige hijstrommeldeel axiaal verplaatsbaar is voor het tussen de manteldelen 30 inklemmen of daarvan loskoppelen van de hijskabel. 83009 1 2 - 7 - - 7 - · - _ -. ' **

5. Samenstel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het axiaal verplaatsbare hijstrommeldeel op de draagas van de hijstrommel is afgesteund door een om de draagas verdraaibare en in axiale richting daarop geborgde bus, 5 welke voorzien is van een schroefdraad, die samenwerkt met een op het axiaal verplaatsbare hijstrommeldeel aangebrachte schroefdraad, zódanig, dat wanneer de bus ten opzichte van de draagas wordt afgeremd, het door de bus ondersteunde hijstrommeldeel van het overige hijstrommeldeel wordt 10 afbewogen en de tussen de beide trommeldelen ingeklemde kab.el wordt gelost.

6. · Samenstel volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de bus voorzien is van een hefboom met behulp waarvan de bus kan worden rondgedraaid voor het axiaal naar het overige 15 hijstrommeldeel toe of af verplaatsen van het door de bus op de draagas afgesteunde hijstrommeldeel.

7. Samenstel volgens êên der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de beide, in axiale richting ten opzichte van elkaar verplaatsbare trommeldelen draaivast ten opzichte 20 van elkaar zijn geborgd.

8. Samenstel volgens ëën der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het niet axiaal verplaatsbare trommeldeel draaivast op de trommeldraagas is aangebracht. — - --- 8300912