NL8300888A - Werkwijze voor het construeren van een gebouw, alsmede door toepassing van deze werkwijze geconstrueerd gebouw. - Google Patents

Description

, w!. t Ν/31.350-dV/kvn

Werkwijze voor het construeren van een gebouw,alsmede door toepassing van deze werkwijze geconstrueerd gebouw.

Uitvinder: Ing. H.N.J. van Drogenbroek

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het construeren van een gebouw met twee of meer verdiepingen, waarvan tenminste de eerste verdieping één of meer woningen omvat, alsmede op een gebouw, dat onder toepassing 5 van deze werkwijze is geconstrueerd.

Hoewel tegenwoordig bij het construeren van een dergelijke gebouw reeds veel gebruik wordt gemaakt van geprefabriceerde bouwelementen, die op de bouwplaats in de constructie worden opgenomen, wordt niettemin het grootste 10 gedeelte van de werkzaamheden bij de bekende bouwmethoden nog op de bouwplaats uitgevoerd. Ten gevolge van de hier vigerende omstandigheden kost het uitvoeren van de werkzaamheden relatief veel tijd, terwijl voorts tijd verloren gaat met het zich door het gebouw verplaatsen van het personeel en het 15 verplaatsen van de benodigde gereedschappen. Voorts kan het werk door weersomstandigheden ónmogelijk worden gemaakt.

De uitvinding beoogt een werkwijze van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarbij de genoemde bezwaren op eenvoudige, doch niettemin doeltreffende wijze 20 zijn ondervangen.

Hiertoe heeft de werkwijze van de in de aanhef genoemde soort het kenmerk, dat tenminste twee zich over de gehele diepte en hoogte van het gebouw uitstrekkende draagconstructies op een afstand van elkaar elk op een bijbehorende 25 hoofdfundering worden opgebouwd, waarbij althans voor de eerste en volgende verdiepingen tussen twee aangrenzende draagconstructies een draagvloer wordt aangebracht, terwijl op de draagvloeren volledig geprefabriceerde woningen, die met een eigen dragende vloer, opstaande wanden en een plafond zijn 30 uitgerust, op steunblokken worden geplaatst, waarbij hoofdleidingen voor elektriciteit, riolering en dergelijke door verticale leidingkokers in de draagconstructies worden gevoerd en elke woning op deze hoofdleidingen wordt aangesloten door middel van aansluitleidingen, die door de ruimte tussen de 35 vloer van de woning en de draagvloer worden geleid.

Doordat volgens de uitvinding de hoofddraagstruc- 8300888 « - 2 - tuur van het gebouw, de woningen en de benodigde leidingen volledig van elkaar zijn gescheiden, kunnen tenminste de woningen als volledig geprefabriceerde onderdelen op de bouwplaats worden aangevoerd, zodat de meest arbeidsinten-5 sieve werkzaamheden onder ideale omstandigheden in een fabriek .kunnen plaatsvinden en·de bouwtijd op de bouwplaats tot een minimum kan worden beperkt. Uiteraard kunnen ook de draagconstructies op bekende wijze uit geprefabriceerde betonelementen worden opgebouwd.

10 Bij voorkeur wordt elke woning uit een of meer geprefabriceerde secties samengesteld, waarbij de secties van een woning op elkaar aansluitend op de draagvloer worden geplaatst en met elkaar worden gekoppeld. Hierdoor kunnen in de fabriek op eenvoudige wijze verschillende woningtypen wor-15 den vervaardigd, terwijl het transport van de fabriek naar de bouwplaats geen problemen zal opleveren.

Volgens een eenvoudige uitvoeringsvorm van de uitvinding worden op de plaats van een aan te brengen sectie twee in de diepterichting van het gebouw verlopende geleidings-20 rails aangebracht, zodanig dat zij buiten het gebouw uitste-ken, terwijl de aan te brengen sectie op een aan weerszijden van wielen voorzien frame wordt geplaatst, welk frame met de hierop geplaatste sectie met zijn wielen op de geleidings-rails wordt gezet en in het gebouw wordt gerold, waarna de 25 sectie ten opzichte van het frame omhoog wordt verplaatst en tussen de vloer van de sectie en de steunblokken klossen met een viltlaag worden aangebracht, waarop de sectie wordt neergelaten, waarna het frame en de geleidingsrails worden verwijderd.

30 De uitvinding betreft voorts een gebouw, dat vol gens de genoemde werkwijze is geconstrueerd en dat is voorzien van twee of meer verdiepingen, waarvan tenminste de eerste verdieping één of meer woningen omvat, welk gebouw volgens de uitvinding daardoor wordt gekenmerkt, dat tenminste 35 twee, op een afstand van elkaar gelegen, zich over de gehele diepte en hoogte van het gebouw uitstrekkende draagconstructies elk op een bijbehorende hoofdfundering zijn ondersteund, waarbij tussen althans nagenoeg elke twee aangrenzende draagconstructies althans voor de eerste en volgende verdiepingen 40 een draagvloer is aangebracht, terwijl elke draagvloer ten- 8300888 - 3 - ,:-.

minste één woning, die met een eigen dragende vloer, opstaande wanden en een plafond is uitgerust, op steunblokken ondersteunt, waarbij aansluitleidingen van elke woning voor elektriciteit, riolering en dergelijke, via de ruimte tussen de 5 vloer van de woning en de draagvloer zijn geleid naar een verticale leidingkoker, die in een aangrenzende draagconstructie is gevormd en waarin de aansluitleidingen op de betreffende hoofdleidingen zijn aangesloten.

Naast de reeds genoemde voordelen van de werkwijze 10 van de uitvinding, heeft het gebouw volgens de uitvinding nog het voordeel, dat elke woning op eenvoudige wijze uit het gebouw kan worden verwijderd, zodat bijvoorbeeld na brandschade in een woning, deze woning kan worden uitgenomen en direct door een nieuwe woning kan worden vervangen. Voorts 15 is het mogelijk om bij wijziging van de behoeften van de gebruikers de woningen gemakkelijk aan te passen aan de nieuwe behoeften. Doordat elke woning reeds is voorzien van een eigen dragende vloer, opstaande wanden en een plafond, zijn de warmte- en geluidsisolatie van de woning bijzonder goed.

20 De geluidsisolatie tussen de boven elkaar liggende woningen kan nog worden verbeterd, doordat tussen de vloer van elke woning en de bijbehorende steunblokken van een viltlaag voorziene klossen zijn aangebracht.

De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de 25 hand van de tekening,waarin een uitvoeringsvoorbeeld van het gebouw volgens de uitvinding is weergegeven.

Fig. 1 is een gedeeltelijk weergegeven, schematische doorsnede van een uitvoeringsvorm van het gebouw volgens de uitvinding.

30 Fig. 2 is een schematische doorsnede van het gebouw uit fig. 1 volgens de lijn II-II.

Fig. 3 geeft een plattegrond van twee woningen met j aangrenzende draagconstructies weer.

Fig. 4 is een gedeeltelijk weergegeven doorsnede 35 van een sectie van een woning tijdens het aanbrengen hiervan.

In fig. 1 is gedeeltelijk een doorsnede van een gebouw weergegeven, dat is voorzien van drie verdiepingen.

Het weergegeven gebouw omvat een aantal draagconstructies 1, waarvan er in fig. 1 slechts twee zichtbaar zijn. De draag-40 constructies 1 liggen op een afstand van elkaar en strekken 8300888 - 4 - zich over de gehele diepte en hoogte van het gebouw uit, zoals uit de fig. 1 en 2 blijkt. De draagconstructies 1, die bijvoorbeeld uit geprefabriceerde betonelementen 2, 3 zijn opgebouwd, zijn elk op een bijbehorende hoofdfundering 2 5 ondersteund.

• Tussen twee aangrenzende draagconstructies 1 is voor de eerste en tweede verdieping een draagvloer 3 aangebracht, die bijvoorbeeld is opgebouwd uit voorgespannen, holle vloerelementen. De draagvloer 3 van de bovenste verdie-10 ping ondersteunt op steunblokken 4 één woning 5, die uit vier met elkaar gekoppelde secties 6 is samengesteld. De draagvloer 3 van de eerste verdieping ondersteunt op steunblokken 4 twee woningen 7, 8, die elk weer uit twee secties 6 zijn samengesteld.

15 Op de begane grond zijn tussen de twee draagconstruc ties 1 twee woningen 9, 10 aangebracht, waarbij de woning 9 uit drie secties 6 is samengesteld en de woning 10 uit één sectie bestaat. De woningen 9, 10 zijn gedeeltelijk op de hoofdfundering 2 en gedeeltelijk op een secundaire fundering 20 11 ondersteund. Opgemerkt wordt dat het als alternatief moge lijk is op de begane grond tussen de draagconstructies 1 een zelfdragende vloer aan te brengen, waardoor op de begane grond een bedrijfsruimte,bijvoorbeeld een winkel kan worden gecreëerd.

25 Zoals uit fig. 3 blijkt, kan een woning ook een gedeelte van een sectie 6 omvatten, zodat een groot aantal woningtypen mogelijk is.

De secties 6 hebben bij voorkeur een breedte van 270 cm, terwijl de diepte van de secties 6 binnenwerks 30 ± 1080 cm bedraagt. Bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld bedraagt de afstand tussen twee aangrenzende draagconstruc-, ties 1 1080 cm, zodat vier secties tussen twee aangrenzende draagconstructies 1 kunnen worden geplaatst. De afstand tussen twee aangrenzende draagconstructies 1 kan naar gelang 35 de behoeften worden gevarieerd tussen 270-1350 cm met stappen van 270 cm.

Zoals uit de fig. 1, 2 en 3 blijkt, is elke sectie 6 voorzien van een eigen dragende vloer 12, opstaande wanden 13 en een plafond 14 en vormt aldus een zelfstandige eenheid, 40 die volledig in een fabriek vooraf kan worden gefabriceerd, 8300888 - 5 - . - -* zodat de secties 6 als geprefabriceerde eenheden op de bouwplaats kunnen worden aangevoerd.

De draagstructuur van het weergegeven gebouw, welke bestaat uit de draagconstructies 1 en de tussenliggende draag-5 vloeren 3 en de secundaire funderingen 11, is volledig gescheiden van de woningen van het gebouw.Deze draagstructuur kan op bekende wijze uit geprefabriceerde betonelementen worden vervaardigd .

Het construeren van het beschreven gebouw vindt als 10 volgt plaats.

Nadat op gebruikelijke wij ze het heiwerk is uitgevoerd en de fundering is gestort, worden de draagconstructies 1 opgebouwd op de bijbehorende hoofdfunderingen 2. Tussen twee aangrenzende draagconstructies 1 worden voor de eerste en 15 volgende verdiepingen de draagvloeren 3 aangebracht. Op deze draagvloeren worden steunblokken voor het ondersteunen van de woningen geplaatst. Vervolgens worden op de plaats van een aan te brengen sectie 6 twee in de diepterichting van het gebouw verlopende geleidingsrails 15 aangebracht, die op 20 stelblokken 16 rusten (zie fig. 2 en 4). De aan te brengen sectie 6 wordt met zijn dragende vloer 12 op een frame 17 geplaatst, welk frame 17 aan weerszijden met wielen 18 is uitgerust. Het frame 17 met de hierop geplaatste sectie 6 wordt met behulp van een kraan of dergelijke met zijn wielen 25 18 op de buiten het gebouw uitstekende geleidingsrails 15 gezet en in het gebouw gerold. Het frame 17 is voorzien van schematisch aangeduide vijzels 19, waarmee de sectie 6 ten opzichte van het frame omhoog wordt verplaatst, zodat tussen de steunblokken 4 en de vloer 12 van de sectie klossen 20 i 30 met een viltlaag 21 kunnen worden aangebracht, waarop de sectie 6 vervolgens wordt neergelaten. Het frame 17, de geleidingsrails 15 en de stelblokken 16 kunnen hierna weer worden verwijderd.

De secties 6 van de woningen op de begane grond 35 kunnen op overeenkomstige wijze worden aangebracht, waarbij de geleidingsrails echter worden gedragen door beugels (niet weergegeven), die door steunblokken 22, 23 van de hoofdfundering 2 en de secundaire fundering 11 worden gedragen.

Wanneer de secties 6 op een verdieping tussen twee 40 draagconstructies 1 zijn aangebracht, kunnen de naden tussen 8300888 . - 6 - de secties, die tot één woning behoren worden afgewerkt, waarna de werkzaamheden aan de binnenzijde van de woning gereed zijn. De woningen kunnen voorts op de bouwplaats van een gebruikelijke gevelbeschieting worden voorzien.

5 De woningen moeten voorts nog op het elektriciteits net, de riolering en dergelijke worden aangesloten. Hiertoe worden in de draagconstructies 1 hoofdleidingen (niet weergegeven) voor elektriciteit, riolering en dergelijke door verticale leidingkokers ' 24 gevoérd. Elke woning op de eerste 10 en volgende verdiepingen wordt op deze hoofdleidingen aangesloten door middel van aansluitleidingen (niet weergegeven), die op eenvoudige wijze door de ruimte tussen de vloer 12 van de woning en de draagvloer 3 worden geleid naar de leidingkokers 24. De woningen op de begane grond kunnen op een 15 ' willekeurige plaats op de onder deze woningen verlopende hoofdleidingen worden aangesloten.

Uit het voorgaande zal duidelijk zijn, dat de op de bouwplaats uit te voeren werkzaamheden tot een minimum zijn beperkt. In het bijzonder de arbeidsintensieve afwerking 20 van de woningen kan geheel worden vermeden, doordat de woningen in de vorm van volledig geprefabriceerde secties op de bouwplaats worden aangevoerd.

Doordat de woningen uit ëën of meer secties worden samengesteld, kunnen in de fabriek vele woningtypen worden 25 vervaardigd. Bovendien bestaat de mogelijkheid om een woning uit het gebouw te verwijderen, bijvoorbeeld wanneer de woning door brand ernstig is beschadigd. Voorts kunnen de woningen bij verandering van de behoeften van de gebruikers gemakkelijk aan de nieuwe behoeften worden aangepast.

30 Tussen de aangrenzende draagconstructies is voor de woningen op de eerste en tweede verdieping nog een balkon 25 opgehangen. De balkons 25 zijn bij voorkeur vervaardigd uit voorgespannen betonelementen.

Elke draagconstructie 1 is bij het in de tekening 35 weergegeven gebouw uitgevoerd als trappehuis, via welk trappehuis de verschillende woningen toegankelijk zijn. Zoals uit fig. 3 blijkt, zijn in de trappehuizen tevens bergingen 26 voor de aangrenzende woningen aangebracht. Voorts zijn in de trappehuizen meterkasten 27 gemonteerd, waarin de 40 gebruikelijke apparatuur van de openbare nutsbedrijven is 8300888

- 7 - , *V

ondergebracht.

Zoals uit de fig. 1 en 2 blijkt, ondersteunen de draagconstructies 1, waartussen de woningen zijn gelegen, een dak 28, dat bijvoorbeeld uit kunststofpanelen met een breedte 5 van 240 cm is opgebouwd, welke kunststofpanelen in de fabriek worden vervaardigd en ter plaatse slechts behoeven te worden gemonteerd. Elke draagconstructie 1 ondersteunt tevens een bijbehorend dak 29.

Uit de doorsnede van fig. 2 blijkt, dat de woningen 10 van de opeenvolgende verdiepingen in de diepterichting van het gebouw gezien versprongen ten opzichte van elkaar zijn aangebracht. Aan de ene zijde van het gebouw steken de balkons 25 en aan de andere zijde van het gebouw steken de draagvloe-ren 3 buitenwaarts uit ten opzichte van de onderliggende wonin-15 gen. Bovendien steekt het dak 28 ten opzichte van de onderliggende woningen aan beide genoemde zijden buitenwaarts uit. Door deze trapsgewijze opbouw is de directe zonbestraling van de woningen in de warmste periode van het jaar zeer beperkt.

Opgemerkt wordt, dat de geluidsisolatie tussen de 20 woningen in het bijzonder in verticale richting bijzonder goed is, doordat de woningen zwevend zijn opgesteld.

Aangezien de secties 6 onder ideale omstandigheden in een fabriek kunnen worden vervaardigd, kan tevens veel aandacht aan de isolatie van de woningen worden besteed.

25 De secties worden bij voorkeur volgens de houtskeletbouw- methode vervaardigd, waarbij een steenwolisolatielaag met een dikte van 95 mm in de wanden, het plafond en de vloer wordt opgenomen.

Door toepassing van de beschreven werkwijze kunnen 30 gebouwen van uiteenlopende typen worden vervaardigd. Er kunnen zowel gebouwen met woningen als kantoorgebouwen en dergelijke worden vervaardigd.Doordat de leidingen vrijelijk door de ruimte onder de vloer van de secties kunnen worden gevoerd, is de ontwerper van het gebouw geheel vrij bij het indelen van de 35 woningen of kantoren.

De uitvinding is dan ook niet beperkt tot het in het voorgaande beschreven uitvoeringsvoorbeeld, dat binnen het kader der uitvinding op verschillende manieren kan worden gevarieerd.

3300888

Claims (21)

1. Werkwijze voor het construeren van een gebouw met twee of meer verdiepingen, waarvan tenminste de eerste verdieping één of meer woningen omvat, met het kenmerk, dat tenminste twee zich over de gehele diepte en 5 hoogte van het gebouw uitstrekkende draagconstructies op een afstand van elkaar elk op een bijbehorende hoofdfundering worden opgebouwd, waarbij althans voor de eerste en volgende verdiepingen tussen twee aangrenzende draagconstructies een draagvloer wordt aangebracht, terwijl op de draagvloeren vol-10 ledig geprefabriceerde woningen, die met een eigen dragende vloer, opstaande wanden en een plafond zijn uitgerust, op steunblokken worden geplaatst, waarbij hoofdleidingen voor elektriciteit, riolering en dergelijke'door verticale leiding-kokers in de draagconstructies worden gevoerd en elke woning 15 op deze hoofdleidingen wordt aangesloten door middel van aansluitleidingen, die door de ruimte tussen de vloer van de woning en de draagvloer worden geleid.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat elke woning uit een of meer geprefabriceer- 20 de secties wordt samengesteld, waarbij de secties van een woning op elkaar aansluitend op de draagvloer worden geplaatst en met elkaar worden gekoppeld.

3. Werkwijze volgens conclusie 2,met het kenmerk, dat op de plaats van een aan te brengen sectie 25 twee in de diepterichting van het gebouw verlopende geleidings-rails worden aangebracht, zodanig dat zij buiten het gebouw uitsteken, terwijl de aan te brengen sectie op een aan weerszijden van wielen voorzien frame wordt geplaatst, welk frame met de hierop geplaatste sectie met zijn wielen op de gelei-30 dingsrails wordt gezet en in het gebouw wordt gerold, waarna de sectie ten opzichte van het frame omhoog wordt verplaatst en tussen de vloer van de sectie en de steunblokken klossen met een viltlaag worden aangebracht, waarop de sectie wordt neergelaten, waarna het frame en de geleidingsrails worden 35 verwijderd.

4. Werkwijze volgens conclusie 3,met het kenmerk, dat het frame is voorzien van vijzels voor het heffen en neerlaten van een sectie. 8300888 9. i

5. Werkwijze volgens conclusie 3 of 4,m e t het kenmerk, dat voor de eerste en volgende verdiepingen een balkon tussen de aangrenzende draagconstructies wordt opgehangen.

6. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat op de begane grond tussen aangrenzende draagconstructies eveneens geprefabriceerde woningen worden aangebracht, die gedeeltelijk op de hoofdfundering en gedeeltelijk op een secundaire fundering worden 10 ondersteund.

7. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elke draagconstructie als trappehuis wordt uitgevoerd.

8. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, 15 met het kenmerk, dat tussen elke twee aangrenzende draagconstructies, waartussen woningen worden aangebracht, een dak op de draagconstructies wordt ondersteund, terwijl op elke draagconstructie tevens een bijbehorend dak wordt gemonteerd .

9. Gebouw, geconstrueerd volgens de werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, voorzien van twee of meer verdiepingen, waarvan tenminste de eerste verdieping één of meer woningen omvat, met het kenmerk, dat tenminste twee, op een afstand van elkaar gelegen, zich over de gehele 25 diepte en hoogte van het gebouw uitstrekkende draagconstructies elk op een bijbehorende hoofdfundering zijn ondersteund, waarbij tussen althans nagenoeg elke twee aangrenzende draagconstructies althans voor de eerste en volgende verdiepingen een draagvloer is aangebracht, terwijl elke draagvloer tenmin-30 ste één woning, die met een eigen dragende vloer, opstaande wanden en een plafond is uitgerust, op steunblokken ondersteunt, waarbij aansluitleidingen van elke woning voor elektriciteit, riolering en dergelijke, via de ruimte tussen de vloer van de woning en de draagvloer zijn geleid naar een 35 verticale leidingkoker, die in een aangrenzende draagconstructie is gevormd en waarin de aansluitleidingen op de betreffende -hoofdleidingen zijn aangesloten.

10. Gebouw volgens conclusie 9,met het kenmerk, dat elke woning is samengesteld uit een of meer met 40 elkaar gekoppelde secties. 8300888 \ -lo ll. Gebouw volgens conclusie 9 of 10,met het kenmerk, dat tussen de vloer van elke woning en de bijbehorende steunblokken van een viltlaag voorzien klossen zijn aangebracht.

12. Gebouw volgens conclusie 9, 10 of 11, m e t het kenmerk, dat tussen althans nagenoeg elke twee aangrenzende draagconstructies op een of meer verdiepingen twee woningen aanwezig zijn.

13. Gebouw volgens één der conclusies 9-12, me t 10 het kenmerk, dat voorde woningen tussen twee aangrenzende draagconstructies op de eerste en volgende verdiepingen een balkon is aangebracht, dat door deze draagconstructies wordt gedragen.

14. Gebouw volgens één der conclusies 9-13, met 15. e t kenmerk, dat de draagconstructies elk bestaan uit een trappehuis, dat uit betonelementen is opgebouwd, via welk trappehuis althans nagenoeg alle aan weerszijden van het trappehuis gelegen woningen toegankelijk zijn.

15. Gebouw volgens conclusie 14, met het ken- 20. e r k, dat in .de trappehuizen bij de woningen behorende bergingen zijn aangebracht.

16. Gebouw volgens conclusie 14 of 15, met het kenmerk, dat in de trappehuizen meterkasten voor de woningen zijn aangebracht.

17. Gebouw volgens één der conclusies 9-16, met h e t kenmerk, dat elke twee draagconstructies, waartussen woningen zijn gelegen, een dak ondersteunen, terwijl elke draagconstructie tevens een bijbehorend dak bezit.

18. Gebouw volgens één der conclusies 9-17, met 30. e t kenmerk, dat op de begane grond tussen althans nagenoeg elke twee draagconstructies een of twee woningen zijn aangebracht.

19. Gebouw volgens conclusie 18,met het ken-m e r k, dat de woningen op de begane grond gedeeltelijk op 35 een secundaire fundering zijn ondersteund.

20. Gebouw volgens één der conclusies 9-19, met het kenmerk, dat de woningen van de opeenvolgende verdiepingen in de diepterichting van het gebouw gezien versprongen ten opzichte van elkaar zijn aangebracht, zodanig 40 dat aan de ene zijde van het gebouw de balkons en aan de ande- 8300888 - 11 - - 1 re zijde van het gebouw de draagvloeren ten opzichte van de onderliggende woningen buitenwaarts uitsteken.

21. Gebouw volgens conclusie 17 en 20,met het kenmerk, dat het dak ten opzichte van de onderliggende 5 woningen aan de beide genoemde zijden buitenwaarts uitsteekt.

22. Gebouw volgens één der conclusies 10-21, met het kenmer.k, dat elke sectie een breedte van ± 270 cm bezit, waarbij de afstand tussen twee aangrenzende draagconstructies waartussen woningen zijn aangebracht, een 10 geheel veelvoud van 270 cm bedraagt. 4 8300888