NL8300792A - Egalisatieketen. - Google Patents
Egalisatieketen. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8300792A NL8300792A NL8300792A NL8300792A NL8300792A NL 8300792 A NL8300792 A NL 8300792A NL 8300792 A NL8300792 A NL 8300792A NL 8300792 A NL8300792 A NL 8300792A NL 8300792 A NL8300792 A NL 8300792A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- circuit
- signal
- chain
- integrator
- phase
- Prior art date
Links
Classifications
-
- G—PHYSICS
- G11—INFORMATION STORAGE
- G11B—INFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
- G11B20/00—Signal processing not specific to the method of recording or reproducing; Circuits therefor
- G11B20/10—Digital recording or reproducing
-
- G—PHYSICS
- G11—INFORMATION STORAGE
- G11B—INFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
- G11B5/00—Recording by magnetisation or demagnetisation of a record carrier; Reproducing by magnetic means; Record carriers therefor
- G11B5/02—Recording, reproducing, or erasing methods; Read, write or erase circuits therefor
- G11B5/027—Analogue recording
- G11B5/035—Equalising
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Signal Processing (AREA)
- Networks Using Active Elements (AREA)
- Digital Magnetic Recording (AREA)
- Signal Processing For Digital Recording And Reproducing (AREA)
Description
* *-¾ ' ’·* VO 4639
Egalisatieketen.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor magnetische digitale infonnatieregistratie en -weergave en meer in het bijzonder op een keten voor het egaliseren van de golfvorm van een signaal, dat door een dergelijke inrichting uit een magnetisch registratie-5 medium wordt weergegeven.
Bij een registratie- en weergeefinrichting van het beschreven type, geeft een magneetkop een binair gecodeerd digitaal signaal uit een magneetband weer en voert het digitale signaal via een versterker toe aan een golfvoxm-egalisatieketen. De egalisatieketen dient 10 om de demping van hoogfrequente componenten van het signaal, welke optreedt tijdens de registratie of weergave, te compenseren. Voor de compensatie verwijdert de egalisatieketen een randgedeelte van de golfvorm van het ingangssignaal, waardoor een zogenaamde "vermagerde" signaalgolf-vorm wordt verkregen.
15 Het vermageren van een signaalgolfvorm bij de egalisa tieketen dient om interferentie tussen golfvormen te onderdrukken en derhalve de interferentie, welke een gevolg is van een verkleining van het interval tussen opeenvolgende magnetische fluxomkeringen, waarbij de marge, die voor signaaldetectie beschikbaar is, wordt gereduceerd.
20 Een dergelijke golfvorm-egalisatielnrichting kan even wel niet zodanig worden opgebouwd, dat een signaal voorbij een in het algemeen acceptabele grenswaarde wordt vermagerd. Indien het ingangssignaal tot 60% van de halve energiebreedte van een enkelvoudige golfvorm in een ingangssignaal zou moeten worden vermagerd, zou het piekniveau met 25 bij benadering 40% moeten worden verlaagd. Het vermageren van een ingangssignaal voorbij deze verhouding is lastig en leidt in plaats daarvan tot een onvoldoende werking d.w.z. hij dient slechts om de piekniveaus van enkelvoudige golfvormen te verlagen. Voorts zal de golfvorm in deze situatie in een zo sterke mate worden gecompenseerd, dat ongewenste fou-30 tieve pieken optreden.
De uitvinding stelt zich derhalve ten doel te voorzien in een egalisatieketen voor een signaalgolfvorm, weergegeven door een inrichting voor magnetische digitale infonnatieregistratie en -weergave, 8300 79 2 ï * 2 * welke een betrekkelijk eenvoudige constructie heeft doch op een succesvolle wijze een golf vorm onder een gewenste frequentie-fasekarakteristiek egaliseert zonder intercode-interferentie tussen enkelvoudige golfvormen, die -in responsie op magnetische fluxomkeringen optreedt.
5 Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een in het algemeen verbeterde egalisatieketen voor een signaalgolf-vorm, weergegeven door een inrichting voor magnetische digitale informa-tieregistratie en -weergave.
Een inrichting voor het egaliseren van de golfvorm van 10 een signaal, weergegeven uit een magnetisch registratiemedium, volgens de uitvinding omvat een faseketen, die de fase van een signaal, dat de keten doorloopt, varieert. Een optelketen verwerkt het weergegeven signaal waarvan de golfvorm moet worden, geëgaliseerd. Een eerste integrator-keten integreert het uitgangssignaal van de optelketen en varieert de 15 integratietijdconstante daarvan. Een tweede integratorketen integreert het uitgangssignaal van de eerste integratorketen. Een coëfficientketen stelt het niveau van het uitgangssignaal van de tweede integratorketen in en voert het uitgangssignaal daarvan aan de optelketen toe. De optelketen verwerkt het weergegeven signaal en het uitgangssignaal van de co-20 efficiëntketen.
Volgens de uitvinding vermagert bij een magnetische digitale informatieregistratie- en weergeefinrichting een golfvormegalisa-tie-inrichting een signaal, dat uit een magnetisch registratiemedium wordt weergegeven, om de golf vorm van het signaal te corrigeren. Zowel 25 de versterking als fase zijn tijdens de registratie en. weergave van het digitale signaal variabel, zodat het weergegeven signaal onder elke gewenste frequentie-fasekarakteristiek kan worden geëgaliseerd zonder intercode-interferentie tussen enkelvoudige golfvormen, die bij magnetische fluxomkeringen optreedt.
30 De uitvinding zal onderstaand nader worden toegelicht onder verwijzing naar de tekening. Daarbij toont: fig. 1 een blokschema van een weergeefstelsel van een bekende inrichting voor magnetische digitale informatieregistratie en -weergave; 35 fig. 2 een schema van een bekende golfvorm-egalisatie- keten; 8300792 * ........... ·Λ 3 fig. 3a - 3c diagrammen met golfvormen, die de werking van de in fig. 2 afgebeelde egalisa tie-inrich ting toelichten? fig. 4 een blokschema van een uitvoeringsvorm van een golfvorm-egalisatieketen volgens de uitvinding; 5 fig. 5 een schema van een praktische uitvoeringsvorm van de egalisatieketen volgens fig. 4; fig. 6a - 6d diagrammen ter toelichting van respectievelijk een frequentiekarakteristiek, een fasekarakteristiek en frequentie-karakteristieken van een deel van de egalisatieketen; 10 fig. 7 een diagram van een frequentiekarakteristiek, welke voor een golfvorm-egalisatieketen nodig is; fig. 8-11 blokschema's van verschillende modificaties van de golfvorm-egalisatieketen volgens fig. 4.
Ofschoon de egalisatieketen voor een signaalgolfvorm, 15 weergegeven door een inrichting voor magnetische digitale informatie-registratie en -weergave volgens· de uitvinding op een groot aantal verschillende wijzen kan worden uitgevoerd, afhankelijk van de omgeving en de gebruikseisen, is een groot aantal van de hier afgébeelde en nog te beschrijven uitvoeringsvormen vervaardigd, beproefd en gebruikt, waar-20 bij deze alle op een bijzonder bevredigende wijze werken.
Cm een juist begrip van de uitvinding te vereenvoudigen, zal kort worden verwezen naar een bekend type magnetische digitale infor-matieregistratie- en weergeefinrichting, meer in het bijzonder het weergeef stelsel daarvan, weergegeven in fig. 1. Een magneetband 10 voert 25 daarop een binair gecodeerd digitaal signaal, dat kan zijn opgewekt door een modulo-2-sommering (exclusieve-OE-berekening) van digitale informatie in een bit van een gewenste binaire code en digitale informatie in een andere bit, welke twee bits eerder optreedt. Een magneetkop 12 geeft tijdens de weergave het digitale signaal uit de magneetband 10 30 weer. Ten gevolge van de verschilkarakteristiek, verkregen uit de kerak-teristiek van een wikkeling van de kop 12, treedt de weergegeven signaalvorm op als een positieve puls wanneer de magnetische flux van negatief naar positief omkeert, terwijl de golfvorm als een negatieve puls optreedt wanneer een omkering van positief naar negatief plaatsvindt. Een 35 dergelijk signaal wordt door een weergeef versterker 14 versterkt en daarna door een golfvormegalisatieketen 16 verwerkt. De egalisatieketen 16 8300792 I * ► 4 compenseert de demping van hoogfrequente componenten, die tijdens de registratie en weergave optreedt, terwijl het signaal wordt omgezet in een signaal met drie niveaus, gebaseerd op het partiële responsiestelsel.
Met signaalniveaus, overeenkomende met "+1", "0" en 5 "-1", wordt het signaal toegevoerd aan een klokterugwinketen. 18 en een automatische drempelbesturingsketen 20. De klokterugwinketen 18 wekt een kloksignaal CLK in responsie op tempeerinformatie op, welke uit het uitgangssignaal van de egalisatie-inrichting 16 wordt afgenomen. De drempelbesturingsketen 20 dient om het uitgangssignaal van de egalisatie-10 inrichting 16 onder bestuur van het kloksignaal CLK, dat daaraan vanuit de klokterugwinketen 18 wordt toegevoerd, in het oorspronkelijke binair · gecodeerde digitale signaal om te zetten. Voor dit doel transformeert de drempelbesturingsketen 20 het signaal van drie niveaus terug naar een binair signaal door de signaalniveaus 11+1" en "-1" te bepalen als beide 15 "+1" en het signaalniveau "0" gelijk aan "0". Tijdens een dergelijke identificatie van signaalniveaus, wekt de drempelbesturingsketen 20 een stuurspanning opy die een geschikte tijdconstante heeft en een eventuele amplitudefluctuatie in het weergegeven signaal op een juiste wijze volgt, waardoor een optimale drempelwaarde wordt ingesteld waarmede de signaal-20 niveaus worden vergeleken. Het binair gecodeerde digitale uitgangssignaal van de drempelbesturingsketen 20 wordt toegevoerd aan een uitgangsklem 22.
Tot nu toe is de golfvorm-egalisatieketen 16 uitgevoerd als een egalisatieïnrichting van het cosinus-type, zoals die, weergege-25 ven in fig. 2. Het signaal, dat via een ingangsklem 24 van de egalisatie-inrichting binnenkomt, wordt via een aanpassingsweerstand 26 toegevoerd aan een vertragingselement 28 met een vertragingstijd 7 . Tegelijker tijd wordt het ingangssignaal toegevoerd. aan een versterkingsregelaar 30. Het uitgangssignaal van het vertragingselement 28 wordt toegevoerd 30 aan de niet-inverterende ingang van een operationele versterker 32. Wanneer dit in termen van een tijdfunctie f(t) wordt uitgedrukt, kan het ingangssignaal aan de ingangsklem 24 worden voorgesteld door f(t + T ). Omdat de niet-inverterende ingangsklem van deversterker 32 open is, wordt het signaal f(t) door de versterker 32 gereflecteerd om het vertragings-35 element 28 te passeren en als een gereflecteerd signaal f(t - X ) op te treden. Dit signaal f(t - 7 ) wordt bij het ingangssignaal f (t + ΐ ) 8300792 5 opgeteld in het verbindingspunt tussen de aanpassingsweerstand 26 en het vertragingselement 28.
Wanneer wordt aangenomen, dat het signaal f(t) een enkelvoudige golfvorm heeft, zoals bijvoorbeeld is aangegeven in fig. 3a, 5 zal het ingangssignaal f (t + T ) een golfvorm hebben, aangegeven door de stippellijn in fig. 3b, terwijl het gereflecteerde signaal f(t - T ) een golfvorm zal hebben, aangegeven door de streep- en stippellijn in dezelfde figuur. De som van de signalen f(t + f ) en f(t - Γ ), welke optreedt in het verbindingspunt tussen de weerstand 26 en het vertragings-10 element 28 d.w.z. fit+'C ) + f(t - tT ), wordt in amplitude met K/2 vermenigvuldigd door de versterkingsregelaar 30 ten einde een golfvorm te verkrijgen, zoals die, aangegeven door de getrokken lijn in fig. 3b.
Het somsignaal wordt toegevoerd aan de inverterende ingang van de versterker 32. Ten gevolge daarvan levert de versterker 32 een uitgangssignaal 15 f(t) - £ j [f(t + t )] + f(t - T ) ^ , waarvan de golfvorm is weer gegeven in fig. 3c. Zoals uit fig. 3c blijkt, is de golfvorm van het uitgangssignaal van de versterker 32 een zogenaamde vermagerde versie van de ingangsgolfvorm, waaraan het randgedeelte van laatstgenoemde ontbreekt.
Het uitgangssignaal van de versterker 32 wordt toegevoerd aan een uitgangs— 20 klem 34.
Derhalve wordt door het vermageren van de ingangsgolfvorm met succes interferentie tussen golven onderdrukt, waardoor interferentie, die een gevolg is van een afname in het fluxomkeerinterval, dat de marge voor de signaaldetectie zou verlagen, wordt onderdrukt. De 25 bekende goIf vorm-egalisatieketen is evenwel niet volledig bevredigend ten gevolge van de reeds eerder besproken problemen.
Thans zal worden verwezen naar de fig. 4-7 ten einde gedetailleerd een golfvorm-egalisatieketen volgens de uitvinding te omschrijven, welke een verrassende oplossing voor de betreffende proble-30 men geeft.
In fig. 4 en 5 is de egalisatieketen weergegeven in blokschemavorm en een praktisch voorbeeld daarvan is weergegeven in schemavorm. De egalisatieketen bezit een ingangsklem 40 waaraan een ingangssignaal wordt toegevoerd, dat een signaal kan geven, dat af-35 komstig is door het weergeven van een digitaal signaal uit een magneetband door een magneetkop (niet afgebeeld). Het ingangssignaal V\ wordt 8300792 I " * * 6 toegevoerd aan een primaire faseketen 42 met een overdrachtsfunctie G^(s). Zoals aangegeven in fig. 5, bestaat de primaire faseketen 42 uit een weerstand 420 met een weerstandswaarde R^, een variabele weerstand 422 met een weerstandswaarde VR^, een condensator'424 (capaciteit C^), die 5 met de variabele weerstand 422 als een integratorketen samenwerkt, een operationele versterker 426, en een weerstand 428 met een weerstandswaarde R^/ die tussen de uitgangsklem en de inverterende ingang van de versterker 426 is verbonden. Het signaal V^, dat via de ingangsklem 40 wordt toegevoerd, wordt aan de iiiverterende ingang van de versterker 10 426 via. de weerstand 420 en via een variabele weerstand 422 aan de niet- inverterende ingang van de versterker 426 toegevoerd.
De overdrachtsfunctie G^(s) van de primaire faseketen • 42 wordt derhalve uitgedrukt door: s - 1/T, l5 G1(S) = s + 1/T1 U) waarbij de integratietijdconstante = VR^.C^.
Het uitgangssignaal van de operationele versterker 426 in de primaire faseketen 42 wordt toegevoerd aan een integratorketen 44 20 met een overdrachtsfunctie G^Cs) . De integratorketen 44 omvat, als aangegeven in fig. 5, een variabele weerstand 440 met een weerstandswaarde VR£ en een condensator 442, die aan een uiteinde is geaard en aan het andere uiteinde is verbonden met het verbindingspunt tussen de variabele weerstand 440 en de niet-inverterende ingang van de versterker 46.
25 De condensator 442 heeft een capaciteit De overdrachtsfunctie ^(s) wordt uitgedrukt door: G2(s) = 1 +1ST2 (2) waarbij de integratietijdconstante = VR2.C2-30 De integratorketen 44 levert een ingangssignaal met een zodanige karakteristiek, dat deze in hoofdzaak vlak blijft in het laag-frequentiegebied doch gedempt wordt in het hoogfrequentiegebied boven een bepaalde afknijpfrequentie, welke wordt bepaald door de integratietijdconstante Het uitgangssignaal van de integrator 44 wordt bij 35 de operationele versterker 46, die als een spanningsvolginrichting werkt, onderworpen aan een impedantie-omzetting. Het uitgangssignaal van de 8300792 7 versterker 46 wordt door een optelketen 48 verwerkt ten einde daarvan een uitgangssignaal van een coëfficiëntketen 50 af te trekken. Voorts wordt het uitgangssignaal van de optelketen 48 toegevoerd aan een inte-gratorketen 52 waarvan de overdrachtsfunctie gelijk is aan (s). Het 5 uitgangssignaal van de integrator 52 wordt via een verdere integrator-keten 54 met een overdrachtsfunctie F^(s) toegevoerd aan de coëfficiëntketen 50/ terwijl het signaal als een uitgangssignaal aan een uit-gangsklem 56 wordt toegevoerd.
Zoals aangegeven in fig. 5/ is de uitgang van de ver-10 sterker 46 verbonden met een weerstand 482 met een weerstandswaarde die op zijn beurt is verbonden met de inverterende ingang van een operationele versterker 480. Een parallelverbinding van een variabele weerstand 484 met een weerstandswaarde VR^ en een condensator 52 met een capaciteit C3 is tussen een uitgang en de inverterende ingang van de ver-15 sterker 480 verbonden. Het blijkt, dat de operationele versterker 480, de weerstand 482 en de parallelle weerstand-condensatorverbinding, welke boven is genoemd, de optelketen 48 en de integratorketen 52 gecombineerd vormen. Derhalve kan de overdrachtsfunctie (s) van de integrator 52 worden uitgedrukt door: 20 ^3 1 G3(s’ = R, 1 ♦ s-T, (3) 3 3 ; waarbij de integratietijdconstante = VR^.C^.
Verder is een weerstand 540 tussen de uitgang van de 25 versterker 480 en de niet-inverterende ingang van een operationele versterker 58 verbonden en bezit deze weerstand een weerstandswaarde R4·
Een condensator 542 met een capaciteit C4 is aan een uiteinde geaard en aan het andere uiteinde verbonden met het verbindingspunt tussen de weerstand 540 en de niet-inverterende ingang van de versterker 58. De 30 weerstand 540 en de condensator 542 dienen tezamen als de integratorketen 54. De uitgang van de versterker 58 is verbonden met de niet-inverterende ingang daarvan en met de inverterende ingang van de versterker 480 via een variabele weerstand 500 met een weerstandswaarde VR4· In dit netwerk dient de versterker 58 als een spanningsvolginrichting, terwijl 35 de variabele weerstand 500 in combinatie met de weerstand 482 de coëfficiëntketen 50 vormt. Derhalve kan de overdrachtsfunctie G4(s) van de in- 4Γ 8300792 » w δ tegrator 54 en de overdrachtsfunctie K van de coëfficiëntketen 50 respectievelijk worden aangegeven door de onderstaande vergelijkingen: G4*s) = 1 + s*T4 (4) 5 waarbij de integratietijdconstante = R^.C^, en h3 .
K;j4 151
Uit het bovenstaande volgt, dat de overdrachtsfunctie Gq(s) van de gehele in fig. 4 en 5 afgebeelde egalisatieketen als volgt 10 is: . 1 s-1/T1 1 R3 * 1+sT3 G0(S) = s+1/Ύ~ ‘ 1+sT2 ‘ VR^ ~ Rj" 1+ R3(1+sT3) ' 1+sT4 * VR^ 15 (5) s(a- ^-) * _T1 R3C3_ (s+~) (1+sT2) · (s2+ (S+ R4.Vr4.c3-C4) 20 waarbij G4(s) Si—.
Vergelijking (6) geeft de centerfrequentie f^, Q en versterking A bij de centerfrequentie f_ als volgt: ' 25 f0 = -;.............(7) 2flVR. *VR. -C^-CA 4 4 3 4 VR, Q = ---- 3 — (8) 30 «4-VE4-C4/C3 VR3 A = R3(l + ST2) 1 8300792 waarbij R ® R .
De frequentiekarakteristiek, welke men met deze uitvoe- 9 ringsvorm kan verkrijgen, is weergegeven door de getrokken kromme I in fig. 6a, welke wordt verkregen door de vergelijkingen (7) - (9) . Hier is de halve energiebreedte (j ^ gelijk aan l/iVR^.C^). In fig. 6a stelt f de afknijpfrequentie voor, welke wordt bepaald door de integratie-5 tijdconstante T4 en welke gelijk is aan de afknijpfrequentie van de frequentiekarakteristiek van de integrator 54, weergegeven in fig. 6c.
De frequentiekarakteristiek I bij deze uitvoeringsvorm blijft in hoofdzaak vlak in het laagfrequentiegébied onder het afknijpniveau f en de
Xi versterking A' daarvan wordt gegeven door: 10 Vn _ . . K'
v7" * G1(S)*ST3 + K*.K"'+T
K' = Gt(s)--ψ- (10) k(^S + 1) 15 k waarbij K’ = VR^/Ry, k = K'K + 1 en G^is) = 1. Derhalve geldt a; = fl au 20 Uit vergelijking (9) blijkt, dat de frequentiekarak- teristiek I een progressieve variatie ondergaat naarmate de integratie-tijdconstante groter wordt, als aangegeven door de stippellijn II en een streep-stippellijn III in fig. 6a. De in fig. 6d afgeheelde krommen stellen de progressieve variatie van de karakteristiek van de over-25 drachtsfunctie GQ(s) overeenkomstig de Integratietijdconstante voor.
Zoals uit vergelijking (7) blijkt, is de weer standswaarde VR^ van de variabele weerstand 500 instelbaar ten einde de centerfrequentie fg naar wens te variëren ten einde een bepaalde frequentiekarakteristiek voor egalisatiedoeleinden te verkrijgen. Een andere benadering voor een der-30 gelijke variabele centerfrequentie f^ kan worden verkregen met of de weerstand 540 of de condensatoren 486 en 542, een en ander zodanig, dat de weerstandswaarde of de capaciteiten C3 of regelbaar zijn.
Ofschoon door het variabel maken van de centerfrequentie fp ook Q variabel wordt gemaakt, zoals blijkt uit vergelijking (8), kan 35 Q naar wens worden ingesteld via de weerstand VR^ van de variabele weerstand 484 ten gevolge van de ongewijzigde bandbreedte en door gebruik te 8300792 10 maken van een voorafbepaalde waarde voor de frequentie fg.
De fasekarakteristiek, welke geldt voor de afgeheelde en beschreven uitvoeringsvorm, vindt men in fig. 6B. Het diagram leert, dat de fasekarakteristiek zodanig kan worden bepaald, dat in een ge-5 wenst frequentiegébied een lineariteit wordt verkregen.
Op deze wijze kunnen de weer standswaarden VR^, VR^, VR^ en VR4 van de variabele weerstanden 422, 440, 484 en 500 worden ingesteld om een gewenste frequentie- en fasekarakteristiek, die voor egalisatie optimaal is, te verkrijgen.
' 10 Wanneer wordt aangenomen, dat de egalisatiekarakteristiéc, welke moeten gecompenseerd en nodig is voor het egaliseren van de golf-vorm van een weergegeven signaal, wordt voorgesteld door G(s), dan wordt deze karakteristiek G(s) uitgedrukt door: 15 G(s) HtST 1121 waarbij R(s) de overdrachtsbandbreedte is, welke nodig is voor het overdragen van een weergegeven signaal zonder intercode-interferentie, en H(s) de karakteristiek van een signaal is, verkregen door registratie en weergave van een digitaal signaal door middel van een magneetkop en een 20 magneetband.
In fig. 7 is de relatie, aangegeven door vergelijking (12) grafisch weergegeven. De streep-stippellijn IV in fig. 7 stelt de ideale laagdoorlaatkarakterisiek voor een afknijpfrequentie f^ (hoek-frequentie o> ^ = 2 1Γ f^) voor. De ideale laagdoorlaatkarakteristiek IV . 25 wordt een sinusvormige "rolloff"-karakteristiek als de overdrachtskarakte-ristiek, welke de interferentie in wezen tot nul terugbrengt. Waar wordt verondersteld, dat de verhouding van de hoekfrequentie U> tot de hoek-
X
frequentie Cü ., aangegeven infig. 7, Cd / u)., een constante K. is, wordt een volledige cosinus-"rolloff"-karakteristiek verkregen wanneer 30 = 1; dit wordt op grote schaal toegepast bij basisbandoverdracht. Ten aanzien van de hoekfrequentie u) wordt de transmissiebandbreedte R(s) afgeknepen tot de sinusvormige karakteristiek. Onder voorwaarde, dat ζ 1, kan de bandbreedte R(s) worden versmald ten gevolge van de afname in de hoekfrequentie Cd terwijl de afknipkarakteristiek scherp toe-35 neemt, zodat doorschieten optreedt bij de enkelvoudige golfvorm, die bij een fluxomkering tijdens de weergave optreedt. Desondanks wordt tus- 8300792 11 sen. de verschillende piekniveaus geen intercode-interf eren tie waargenomen. Hierbij is de som van de hoekfrequenties u3 ^ en u) χ gelijk aan · Derhalve wordt de bandbreedte R(s) of coëfficiënt bepaald door de signaalkarakteristiék H(s) en deze bepaalt op zijn 5 beurt de egalisatiekarakteristiek G(s) gebaseerd op vergelijking (12). Dientengevolge kan de egalisatiekarakteristiek worden verkregen door een relatie Gq(s) = G(s) uit vergelijking (6) op te bouwen. De fasekarak-teristiek, verkregen door de relatie, aangegeven in fig. 7, moet vrij van vervorming zijn bij overdracht tot de hoekfrequentie ‘zolang als 10 = 1 en dit kan op een eenvoudige wijze volgens de uitvinding worden verkregen. Dit draagt in sterke mate bij tot de verbetering van de marge, die voor signaaldetectie nodig is.
Resumerende blijkt, dat de uitvinding voorziet in een golf vorm-egalisatieketen, waarin zowel de versterking als de fase instel-15 baar zijn om de gewenste frequentie- en fasekarakteristieken gemakkelijk te verkrijgen, zodat wanneer het ingangssignaal een enkelvoudige golf is, de halve energiebreedte daarvan kan worden vermagerd tot ongeveer 1/3 tot 1/4 zonder dat een aanmerkelijke afname in piekniveau optreedt. Bovendien kan de golfvorm op een optimale wijze worden geëgaliseerd zon-20 der intercode-interferentie tussen enkelvoudige golfvormen ten gevolge van fluxomkeringen zelfs onder de gewenste omstandigheid, dat < 1, ten einde een aanpassing aan weergeefkarakteristieken te verkrijgen. Bovendien kunnen wanneer een magneetkop een aantal sporen heeft en binair gecodeerde digitale signalen spoor voor spoor moeten worden geregistreerd 25 en weergegeven, de verschillende weergeefkarakteristieken van de verschillende sporen op een eenvoudige wijze worden aangepast. Hierdoor wordt op een juiste wijze rekening gehouden met de achteruitgang van de karakteristieken, die een gevolg is van de steeds groter wordende dichtheid van de sporen.
30 Er zijn binnen het kader van de uitvinding verschillende modificaties mogelijk. Zoals bijvoorbeeld is weergegeven in fig. 8, kan de overdrachtsfunctie Gq(s) van vergelijking (6) worden verkregen door de gedeelten van de primaire faseketen 42 en de integratorketen 44, aangegeven in fig. 4 en 5, om te keren. De integratorketen 44 kan zelfs in 35 zijn geheel worden weggelaten, zoals aangegeven in fig. 9. Verder kan, als aangegeven in fig. 10, de ingangsklem 40 direct met de optelketen 48 8300792 a 12.
worden verbonden en kan de primaire faseketen 42 tussen de integrator-keten 52 en de uitgangsklem 56 worden verbonden. Voorts kan, als aangegeven in fig. 11, de integratorketen 44 tussen de primaire faseketen 42 en de uitgangskiem 56 in fig. 10 worden verbonden.
5 Omdat het wezen is gelegen in het variëren van de integratietijdconstante en , kunnen de variabele weerstand 422, 440 en 484 worden vervangen door vaste weerstanden indien de condensatoren 424, 442 en 486 variabele capaciteiten hebben.
De coëfficiëntketen 50 kan een variabele aftrekinrich-10 ting of een versterker met variabele versterking zijn in plaats van de weerstand 500, ofschoon een vaste weerstand nodig is in plaats van de weerstand 500, die met de rekenketen 48 moet worden verbonden. Voorts kan de coëfficiëntketen 50 een vaste coëfficiënt hebben.
8300792
Claims (8)
1. Inrichting voor het egaliseren van de golfvorm van een signaal, weergegeven uit een magnetische registratiemedium, gekenmerkt door een faseketen voor het variëren van de fase van een signaal, dat de keten passeert, een optelketen voor het verwerken van het weergegeven 5 signaal waarvan de golfvorm moet worden geëgaliseerd, een eerste inte-gratorketen voor het integreren van het uitgangssignaal van de optelketen en het variëren van de integratietijdconstante daarvan, een tweede integratorketen voor het integreren van het uitgangssignaal van de eerste integratorketen en een coëfficiëntketen voor het instellen van het 10 niveau van het uitgangssignaal van de tweede integratorketen en het toevoeren van het uitgangssignaal daarvan aan de optelketen, waarbij de optelketen het weergegeven signaal en het uitgangssignaal van de coëfficiëntketen verwerkt.
2. Inrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt door een in-15 gangsklem en een uitgangsklem.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de ingangsklem direct met de faseketen is verbonden, terwijl de uitgangsklem is verbonden met de eerste integratorketen, waarbij het weergegeven signaal wordt toegevoerd aan en verwerkt door bij het achtereenvolgens 20 passeren van de faseketen, de optelketen en de eerste integratorketen.
4. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de ingangsklem direct met de optelketen is verbonden, terwijl de uitgangsklem is verbonden met de faseketen, waarbij het weergegeven signaal wordt toegevoerd aan en verwerkt door bij het achtereenvolgens passeren van 25 de optelketen, de eerste integratorketen en de faseketen.
5. Inrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt door een derde integratorketen, welke direct met de faseketen is verbonden.
6. Inrichting volgens conclusie 5, gekenmerkt door een -> ingangsklem en een uitgangsklem.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de ingangsklem direct met de faseketen is verbonden, terwijl de uitgangs- 1 klem is verbonden met de eerste integratorketen, waarbij het weergegeven signaal wordt toegevoerd aan en verwerkt door bij het achtereenvolgens passeren van de faseketen, de derde integratorketen, de optelketen 8300792 j J 5 en de eerste integratorketen. N
8. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de ingangsklem direct met de optelketen is verbonden, terwijl de uit-gangsklem is verbonden met de derde integratorketen, waarbij het weerge-5 geven signaal wordt toegevoerd aan en verwerkt door bij het doorlopen van de optelketen, de eerste integratorketen,, de faseketen en de derde integratorketen. t Λ 8300792
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
JP3431182 | 1982-03-04 | ||
JP3431182A JPS58151110A (ja) | 1982-03-04 | 1982-03-04 | 波形等化回路 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8300792A true NL8300792A (nl) | 1983-10-03 |
Family
ID=12410611
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8300792A NL8300792A (nl) | 1982-03-04 | 1983-03-03 | Egalisatieketen. |
Country Status (3)
Country | Link |
---|---|
JP (1) | JPS58151110A (nl) |
DE (1) | DE3307747C2 (nl) |
NL (1) | NL8300792A (nl) |
Families Citing this family (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4633200A (en) * | 1985-01-29 | 1986-12-30 | Ampex Corporation | Voltage controlled equalizer |
JPH0720972Y2 (ja) * | 1988-03-09 | 1995-05-15 | 株式会社ケンウッド | 積分器回路 |
JP2573080Y2 (ja) * | 1991-05-15 | 1998-05-28 | 東光株式会社 | オールパス・フィルタ |
Family Cites Families (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3252098A (en) * | 1961-11-20 | 1966-05-17 | Ibm | Waveform shaping circuit |
-
1982
- 1982-03-04 JP JP3431182A patent/JPS58151110A/ja active Pending
-
1983
- 1983-03-03 NL NL8300792A patent/NL8300792A/nl not_active Application Discontinuation
- 1983-03-04 DE DE19833307747 patent/DE3307747C2/de not_active Expired
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
JPS58151110A (ja) | 1983-09-08 |
DE3307747A1 (de) | 1983-09-15 |
DE3307747C2 (de) | 1987-05-14 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
EP0940811B1 (en) | Waveform equalizer for use in a recorded information reproducing apparatus | |
US5675569A (en) | Readback circuit for an optical information reading and recording apparatus | |
JPH0365705B2 (nl) | ||
US4110798A (en) | Frequency response equalizer | |
JPH081736B2 (ja) | アナログ・デジタル信号変換装置 | |
NL8300792A (nl) | Egalisatieketen. | |
US5598302A (en) | Method and apparatus for detecting digital playback signals using phase equalization and waveform shaping of playback signals | |
US4495531A (en) | Equalizer circuit for signal waveform reproduced by apparatus for magnetic digital data recording and playback | |
US5650989A (en) | Reproducing system and equalizing method for use in it | |
US5223990A (en) | Data recording apparatus | |
JP2000243032A (ja) | オフセットコントロール回路及びオフセットコントロール方法 | |
NL8202755A (nl) | Magnetisch reproduceerstelsel voor een digitaal signaal. | |
JP2617474B2 (ja) | 光ディスク再体装置 | |
NL8102561A (nl) | Werkwijze en inrichting voor registratie van een twee niveaus vertonend signaal. | |
US6154602A (en) | Equalizer for digital video disk player | |
JP2675018B2 (ja) | デジタル信号の磁気記録方法 | |
JPH0572028B2 (nl) | ||
JPH07334849A (ja) | 光ディスク装置の信号再生装置 | |
KR100234240B1 (ko) | 광 자기 디스크 기록 재생장치에 있어서 재생 등화회로 | |
JPS6243246B2 (nl) | ||
JPH0469864A (ja) | 自動波形等化回路 | |
JP2776258B2 (ja) | 波形等化器 | |
JPH0125131B2 (nl) | ||
JP2778217B2 (ja) | データ記録装置 | |
JPH0982028A (ja) | データ再生回路 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1A | A request for search or an international-type search has been filed | ||
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BV | The patent application has lapsed |