NL8300492A - Rekenkundige eenheid van een digitale rekeninrichting. - Google Patents

Description

/?- VO b551

Betr.: Rekenkundige eenheid van een digitale rekeninrichting.

De uitvinding heeft betrekking'op de rekenkundige eenheid van een digitale rekeninrichting en meer in het "bijzonder op een inrichting voor het verschaffen van een aanmerkelijke reductie van de tijd, waarin het toevoegen van de zwevende komma wordt uitgevoerd, doordat de tijd, welke 5 nodig is voor het uitvoeren van schuifhandelingen, wordt gereduceerd.

De rekenkundige handelingen, welke in digitale rekeninrichtingen worden uitgevoerd, kunnen "behoren tot rekenkunde met vaste komma, welke gewoonlijk wordt gebruikt voor zakeninformatie- of statistische "berekeningen of rekenkunde met z.g. drijvende komma, welke in hoofdzaak wordt 10 toegepast voor wetenschappelijke en technische berekeningen. Bij het ontwerpen van een digitale rekeninrichting, wordt de komma geïmpliceerd en neemt deze geen fysische plaats in een opzamelinrichting in. Bij rekenkunde met vaste komma, bevindt een komma zich onmiddellijk aan de rechterzijde van de minst significante cijferplaats of onmiddellijk aan 15. de rechterzijde van de tekenplaats voor de eerste cijferplaats. Bij rekenkunde met drijvende komma wordt een getal voorgesteld door een teken, een mant is s sa en een exponent, waarbij de mantissa een vaste-kommano-tatie kan aannemen en de exponent of een positief of een negatief geil eel getal kan zijn. ____ 20 Men moet de exponenten van twee getallen met drijvende komma ver gelijken en aan elkaar gelijk maken voordat zij bij elkaar kunnen worden opgeteld of van elkaar kunnen worden afgetrokken. Dikwijls is een afzonderlijke, rekenkundige eenheid aanwezig om exponentberekeningen gelijktijdig met mantissaberekeningen te verwerken teneinde de bedrijfssnelheid 25 te verbeteren. Bij genormaliseerde rekenkundige handelingen met drijvende komma, wordt een getal met drijvende komma genormaliseerd, indien de meest significante cijferplaats van een mantissa een niet aan hul gelijk zijnd cijfer bevat, formalisering vereist een verschuiving van de mantissa naar links, waarbij redundante voorafgaande nullen naar de meer sig-30 nificante cijferplaatsen worden weggedrukt en.de exponent dienovereenkomstig wordt verkleind totdat een cijfer ongelijk aan nul op de meest significante plaats verschijnt. Bij genormaliseerde rekenkunde moeten alle getallen met drijvende komma vooraf worden genormaliseerd voordat zij kunnen worden gemanipuleerd. Derhalve moeten na elke tussengelegen 35 herekeningsstap hernormalisatieprocedures worden uitgevoerd om de integriteit van de genormaliseerde vorm te verzekeren. Representaties van 8300492 - 2 - * * - getallen', met 'drijvende -.Somma' zijn,beschreven in .vele - artikelen, waarvan er.één.is "Computer-Arithmetic; Principles, Architecture and Design",

Kai ïïwang,John' Wiley and. Sons, 1-979··

Zevende-komma-optelling .vereist .een .'verschuiving voor operand-5 . centrering en' resultaatnormalisatie. Het aantal .verschuivingen of de schuiftelling, welke'wordt uitgeroerd, wordt slechts begrensd door de mantissalengte én een "bepaald toegepast afrondingsalgorithme. Het maximale aantal verschuivingen, dat in.een stel .met binaire getallen wordt uitgevoerd, is dikwijls gelijk aan het aantal Uantissabits plus een.

10.. Rekeninrichtingên, welke voorzien zijn van schuifinrichtingen, beperkt tot. een verschuivingstelling van een paar bits .tegelijkertijd, vereisen grote, hoeveelheden tijd bij .het herhaaldelijk uitvoeren van lange schuif handelingen.. Schuif inrichtingen .met een groter. schuif gebied kunnen, een'centrering of normalisatieverschuiving in een enkele hande- 15. ling uitvoeren en .vertonen in .het algemeen een aanmerkelijk grotere voortplantingsvertraging dan een enkele passage door een kleinere ver-schuivingsinrichting. Bij de-bekende stelsels is zwevende-komma-optel-ling gerealiseerd op een wijze, waarbij de centrering en normalisatie in een gang voor elke handeling via eenverschuivingsinrichting met een 20. . aantal cijfers of door evenveel, gangen, als in.een kortere verschui- . vingsinrichting nodig.is om.een'.aantal verschuivingen tot stand te brengen, .worden uitgevóerd.·

De uitvinding heeft betrekking op een rekenkundige eenheid voor het uitvoeren van een optelwerking met een aanmerkelijk gereduceerde 25. uitvoertijd bij het mantissadeel van getallen met drijvende komma. Er zijn verschuivingsinrichtingen nodig om. centreer- en normalisatiefunc-ties tijdens een optelling met drijvende komma uit .te voeren, waarbij een digitaal woord de verschuivingsinrichting slechts-éénmaal passeert, teneinde elkvan.de funeties te vervullen. De .verschuivingsinrichtingen 30 . omvatten enkele-cijferversehuivingsinrichtingen om de cijfers in een digitaal woord over.één plaats te verschuiven, en een meervoudige-cijfer-verschuivingsinrichting om cijfers binnen', een digitaal woord over een aantal plaatsen.te verschuiven..De.meervoudige-cijferverschuivingsinrich-ting .heeft een linker-· en', reehterverschuivingsvermogen en . een enkele-35 cijferverschuivingsinrichting vereist slechts. een linker-!·. of .rechterver-schuivingsvermogen, doch niet beide. De meervoudige-cijferverschuivings-inrichting omvat een trommelverschuivingsinrichting en wordt door niet 8300492 # -i - 3 - meer dan.êên.digitaal.woord.tegèlijkertijd doorlopen bij een optelling met drijvende komma. Een rekenkundige^ logische'eeniieid is parallel aan de meervoudige-cijferverschuivingsinrichting verbonden en enkelvoudige-cijferverschuivingsinriehtingen zijn met de ingang en de uitgang van de 5 rekenkundige-logische eenheid verbonden; het is evenwel niet nodig, dat een digitaal woord de rekenkundige -logische. eenheid passeert uitsluitend om toegang tot een verschuivingsinrichting te verkrijgen. De werking van een optelling met drijvende komma geschiedt onder regeling van een microprogramma. Deze configuratie van verschuivingsinrichtingen, ge- 10. ..koppeld met een rekenkundige-logische eenheid voorziet in de middelen om de uitvoertijd van een optelling met drijvende komma te verkleinen.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een digitale rekeninrichting, voorzien van een geheugen voor het opslaan van digitale woorden, inclusief informatie en instructies, een rekenkundige hoofdeenheid 15 en een rekenkundige exponenteenheid voor het uitvoeren van rekenkundige en logische functies, een besturingsinrichting voor het opwekken van signalen om berekeningen uit te voeren, een ingangs-uitgangseenheid voor het regelen van het passeren van digitale woorden naar en uit de rekeninrichting, een rekeninriehtingslijn om het geheugen, de rekenkundige 20 eenheden en de ingangs-uitgangseenheid met elkaar te verbinden, en een ingangs-uitgangslijn cm digitale woorden naar en vanuit^de-rekeninrichting over te dragen. De rekenkundige hoofdeenheid omvat voorts twee typen verschuivingsinrichtingen voor het uitvoeren van een optelling met drijvende komma, waaronder een centreer- en normalisatiefunctie, waar-25 bij een digitaal woord de verschuivingsinrichtingen slechts - eenmaal passeert voor het uitvoeren van elk van.deze functies. De verschuivingsinrichtingen omvatten enkele-cijferverschuivingsinrichtingen, die een linker- of rechterverschuivingsvermogen. ver eisen, doch niet beide, en een meervoudige-cijferverschuivingsinrichting met . een linker- en rechterver-30 .schuivingsvermogen. De meervoudige-cijferverschuivingsinrichting omvat voorts een trommelverschuivingsinrichting en wordt tijdens een optelling .met drijvende komma door niet meer dan..één.digitaal woord.per tijdseenheid doorlopen.. Een.rekenkundige-logische eenheid is parallel aan.de meervou-dige-cijferverschuivingsinrichting verbonden, en. enkelvoudige-cijferver-35. schuivingsinrichtingen zijn met. de ingang en., de uitgang van de rekenkundige-logische eenheid verbonden; het is evenwel niet nodig, dat een digitaal woord.de rekenkundige-logische eenheid uitsluitend voor het ver- 8300 49 2 4 * a - Jt -..

Inrijgen', van toegang tot .de .verschuivingsinrichting passeert, -De werking van alle'.berèkêningen'.geschiedt, onder'.een microprogrammaregeling. .Deze ' configuratie van verschuivingsinrichtingen,. gekoppeld met. een rekenkun-dige-logische' eenheid, vóórziet.' in de middelen.voor het verkleinen van 5 de uitvoert ij d. van een' optelling. met' drijvende komma.

De uitvinding voorziet voorts in.eeii werkwijze .voor optelling met drijvende .komma, waarbij .centreer** en' normalisatiefuncties worden uitgevoerd met verschuivingsinrichtingen', waarbij.een digitaal woord een verschuivingsinrichting slechts eenmaal passeert voor . het vervullen van 10. elk van deze functies, cijfers binnen-het digitale woord over. één plaats worden verschoven, onder gebruik van een enkelvoudige-cijferver-schuivingsinrichting, cijfers binnen het digitale woord over een aantal plaatsen worden', ver schoven onder'. gebruik van een .meervoudige-cijfer-. verschuivingsinrichting, welke is gekoppeld.met een enkelvoudige-cijf er-15 .verschuivingsinrichting, waarbij de meervoudige-cijferverschuivings-inrichting door het digitale woord niet meer dan.eenmaal tijdens een optelling met'drijvende komma wordt doorlopen en een optelfunctie uitvoert onder gebruik, van een' rekenkundige-logische eenheid, die met de verschuivingsinrichtingen is gekoppeld, waarbij het niet nodig is, dat 20 ..het (digitale woord.de rekenkundige-logische'eenheid uitsluitend voor het verkrijgen van toegang.tot.een verschuivingsinrichting passeert. Het ver-. schuiven van.cijfers omvat linker- en.rechterverschuivingen binnen het digitale woord en het uitvoeren van een optelling omvat het optellen van . twee digitale mantissawoórden. Het over een aantal plaatsen .verschuiven 25 van cijfers-binnen’een. digitaal woord, geschiedt met .een trommelversehui-vingsinrichting. .De werkwijze· omvat voorts het opwekken, van stuursignalen onder .gebruik van. een microprogrammar egeling,. waarbij stuursignalen, gelijktijdig parallelle banen '.met .een. meervoudige-cijf erver schuivings-inrichting in .een. baan en', een rekenkundige-logische'. eenheid-in een andere 30 baan in werking stellen en.de stuursignalen', voor. opzameling het uitgangssignaal uit slechts-len.van.de banen, als bepaald door statustoestanden van de inrichting kiezen..

De uitvinding zal onder staand nader', worden, toegelicht onder verwijzing naar.de.tekening. Daarbij.toont ; ' '35 fig, 1 . een'., functioneel - blokschèma. volgens. de uitvinding; fig. 2 een algemèen blokschèma van een digitale .rekeninrichting, ' waarin eeh..rekenkundige hoofdeenheid is weergegeven, waarbij een drijvende- 8300492 - 5 - Λ - komma-arehiteetuur volgens de -uitvinding. wordt gebruikt; fig. 3 een.logische realisatie van de uitvinding, weergegeven in fig. 1 toont; fig. 4 een functioneel blokschema van.de in fig. 1 en fig. 2 5 af geheelde trommelverschuivingsinrichting 18 toont; en fig. 5 een microstroomdiagram van .een optelling met drijvende komma, als gerealiseerd volgens de uitvinding, toont.

In fig. 1 vindt men'een functioneel blokschema van de rekenkundig ge .hoofdeehheid 64 voor het uitvoeren van rekenkundige bewerkingen op 10 . een mantissadeel van een getal of digitaal woord met drijvende komma. De . eenheid wordt toegèpast in samenhang met een gebruikelijke, rekenkundige . exponenteenheid 66 met drijvende komma, als aangegeven in fig. 2, en geschikte stuursignalen 35' voor-het uitvoeren van de rekenkundige bewerkingen met drijvende komma. Een grondtalstelsel, waarbij de grondtalwaar-15_ de, r, gelijk is aan twee, staat gewoonlijk bekend als een binair getallenstelsel. Een cijfer in het binaire getallenstelsel wordt een bit genoemd en in getallenstelsels met grotere grondtalvaarden dan r, zijn meer binaire cijfers of bits nodig om elk cijfer met het grondtal r te coderen. Een digitaal woord omvat een aantal cijfers, die in naast elkaar 20 . gelegen.plaatsen zijn. gecentreerd-teneinde een numerieke representatie . te. vormen. Registers Tü~~-zamelen de mantissen van digitale woorden of ge-. tallen met drijvende komma, welke moeten worden opgeteld, op. Een rechtse verschuivingsinrichting 12 voorziet in een enkele, naar rechts gerichte, cijferver schuiving, zoals nodig is, voor digitale woorden, die een 25 of meer cijfers omvatten, welke uit de registers -10 worden overgedragen.

Een rekenkundige-logische eenheid (ALU) 14 voert het optellen van twee digitale woorden of getallen uit, die mantissen voorstellen, welke aan de ingangen daarvan worden toegevoerd, voert logische, handelingen met de digitale woorden uit of draagt eenvoudig· digitale woorden op een ongewij-30 . zigde wijze, naar een naar links verschuivende, enkelvoudige-cijferver-schuivingsinrichting 16 over. De trommelverschuivingsinrichting 18, welke parallel is aan de baan, welke de ALU 14 bevat, die met de linkse ver-schuiviiigsinrichting t6 is verbonden, voorziet in een willekeurige, naar links of naar rechts gerieht verschuivingsvermogen voor meervoudige cij-3J fers, De A-Üjn 20, de B-lijn 22 en de F-lijn 24 .vereenvoudigen.de overdracht van digitale woorden, tijdens een rekenkundige bewerking met drijvende komma. De A-lijn 20 levert , een operand drijvende komma aan één in- 8300492 + V.

-6- gaag van.de ALU'-li of .sen' digit aal .voord-aan. de' tr ommelverschuivingsin-richting 18..De B-lijn..22 .levért .een operand .met drijvende. komma aan een tweede ingang van.de ALU 14., .een digitaal woord aan de trcmmelverschui-vingsinrichting 18. of draagt.eeh digitaal woord naar.de registers 10 5 over . De F-lijn.24 draagt .·de tussen- of eindresultaten van de - rekenkundige bewerkingen .met drijvende komma naar de registers TO of naar andere delen van. een. digitale.rekeninrichting met drijvende. komma over.

De .reeks handelingen,'.welke in de.rekenkundige hoofdeenheid èk worden'uitgevoerd,, waaronder mantissaberekeningen, worden bepaald door 10 . een microprogrammaregelaar 30', .welke is verbonden .met .een-decodeer-inrichting-31, die.de.vereiste stuursignalen 35-levert, die in sommige - gevallen zijn,gebaseerd op bepaalde inrichtingsstatustoestanden 33, die tijdens bepaalde handelingen aanwe'zig zijn.

In fig. 2 is de rekenkundige hoofdeenheid 6h weergegeven in dit .15 algemene blakschema van.een digitale rekeninrichting, welke in combinatie met een.rekenkundige exponenteenheid 66 een totale rekenkundige eenheid 62 voor het uitvoeren van.rekenkundige bewerkingen met vaste komma en drijvende kommalvormt. Een geheugen 68 levert een opzamelver-sDgen.voor informatie en instructies. Een ingangs-uitgangseenheid 70 be-20 stuurt .het', passeren van digitale woorden naar en uit de digitale reken- inrishting over . een ingangs-uitgangslijn 7^. Rekeninrichtingslijnen 60 -—-— .verbinden de rekenkundige eenheid 62, het geheugen 68 en de ingangs-uitgangseenheid 70 voor de overdracht van informatie en instructies.

Een. besturingseenheid 72 bezit microprogrammabesturingsmethoden, waar-25 bij gebruik wordt .gemaakt van.een slechts uitleesbaar geheugen en wekt . de stuursignalen-35 voor .het uitvoeren van alle handelingen binnen de digitale rekeninrichting op.

Een optelling met drijvende komma vereist in het algemeen de volgende functionele stappen : (1) exponentvergelijking en -centrering. (2) 30 optelling, (3) normalisatie, (U) afronden en (5) hernormalisatie. De exponentvergelijking van stap 1 kan worden uitgevoerd in een rekenkundige hoofdeenheid,, doch vindt bij voorkeur plaats, in.een afzonderlijke, rekenkundige exponenteenheid 66, zoals aangegeven in fig. 2,.voor snelheids-verbeteringsdoeleihden. Indien.de.centrering.een.verschuiving van meer 35 dan. éêh'. cijfer .vereist, zullen', de normalisatiehandelingen.ten.hoogste een verschuiving-van éên.cijfer vereisen. De parallelleverschuivings-inrichtingsopbouwi als aangegeven in fig. 1, brengt de ALU -14 in êên 8300492 - 7 - baan en het verschuivingsvermogen met .een aantal cijfers, uitgevoerd door de tromelverschnivingsiurichting 18, in een, tweede taan. Door de rechterverschuivingsinrichting 12 wordt slechts een enkel cijfer verschoven en in de haan van de ALU 1¾ bevindt zich de linkerverschuivings-5 inrichting 16. Bij deze benadering wordt de trommelverschuivingsinrich-ting 18 slechts..gebruikt wanneer dit nodig is en-ten hoogste eenmaal per optelling met drijvende komma hetzij voor normalisatie hetzij voor centrering, doch niet voor-beide. Alle andere vereiste verschuivingen worden verwerkt door de enkelvoudige, cijferversehuivingsinrichtingen, 10 zoals de rechterverschuivingsinrichting 12. en de linkerverschuivings-inrichting 16. De beslissing ten aanzien van het feit of de trommelver-schuivingsinrichting l8'voor centrering of normalisatie wordt gebruikt, is gebaseerd op het feit of deze handelingen meer verschuivingen van meer dan êên cijfer vereisen. Ihdien de .centrering een verschuiving van meer 15 dan een cijfer .vereist, wordt de trommelverschuivings inrichting 18 voor .centrering gebruikt. Indien de centrering een verschuiving van nul cijfers of een cijfer is, wordt een enkelvoudige cijferverschuivingsin-richting voor centrering gebruikt en wordt de trommelverschuivingsin-richting.18, indien.nodig, voor normalisatie gereserveerd. De· parallelle 20 verschuivingsinriehtingsopbouw leidt tot een aanmerkelijke reductie in ~---„^e uitvoertijd voor het uitvoeren van een optelling met een drijvende iornrna doordat de tijd, welke aan de verschuivingshandelingen wordt besteed, tot een minimum wordt teruggebracht en doordat de passages van de trommelverschuivingsinrichting worden begrensd tot êén passage voor 25 het tot stand brengen van een. functionele stap, zoals een centrering.

In de onderstaande tabel 1 zijn drie reeksen aangegeven, bij elk waarvan een optelling met drijvende komma wordt uitgevoerd, afhankelijk van de werkelijke getallen, welke worden beïnvloed. Een van de drie reeksen. A, B of C vindt plaats tijdens het uitvoeren van een optelling 30 met drijvende komma met behulp van de parallelle verschuivingsinrichtings-opbouw. De uitgevoerde reeks handelingen is afhankelijk van de werkelijke, gemanipuleerde getallen met drijvende komma. Het kan evenwel worden aangetoond, dat de.reeksen A en C aanmerkelijk meer frequent optreden dan de reeks B.

35 Fig. 5 toont een microstroomdiagram van een optelhandeling met drijvende komma,. zoals deze .volgens de uitvinding wordt gerealiseerd en in fig. 1 en fig. 3 is aangegeven. De uitvoerblokken, welke bij de beslis- 830 0 49 2 — 8 —

* V

singsblokken' zijn-getékend^ .worden .'op .het zelfde-moment uit gevoerd· als dat waarop-.de·.beslissing plaats., vindt. '.Een'.werking , welke .afhankelijk, is van de·status, wordt aangegeven'. .Een'.gewénste, aftaktoestandstatus is pas beschikbaar bij .het'.begin van een.behandelingscyclus of microcyclus, 5 waarvoor deze .nodig is.-Derhalve worden'.de behandelingsbaan van de ALU . 14 en de.behandelingsbaan van.de trommelverschuivingsinrichting 18, als aangegevèn in fig. 1,. gelijktijdig uitgevoerd. Aan.het eind van de cyclus, wordt het uitgangssignaal van één baan voor'opzameling gekozen en wordt ' een aftakking uitgevoerd', gebaseerd op de status van de inrichting. Het 10. gelijktijdig uitvoeren van de baan van de ALU ib en .de baan van de trom-melverschuivingsinrichting 18. onder bestuur van de microprogrammabestu-ringsinrichting 30.heeft.de.neiging cm de geringere-bedrijfssnelheid van . een micro-geprogrammeerde besturingseenheid teniet te doen of te compen-. seren..De gestippelde.rechthoekj welke eenexponentvergelijking in een .15' rekenkundige exponenteenheid 66 aangeeft, is voor referentie bij .het-.mi-• crostroomdiagram van fig. 5 aangegeven, omdat dit een integraal deel vormt van.een rekenkundige behandeling met drijvende komma, die een microcyclus vereist, als aangegeven in tabel 1 en zoals op zichzelf bekend is..

. 20 Wanneer tijdens. een optelling met drijvende komma een centrering over ..een cijfer, nul of een enkel cijfer nodig-i-s-,—worden de centrering en.de optelling uitgevoerd in een'microcyclus onder gebruik van de rechter , enkelvoudige-cijferverschuivingsinrichting 12, die met de baan van . de ALU 14 is .verbonden. Indien een eerste normalisatie een verschuiving 25 naar rechts.vereist, is na afronding geen hernormalisatie nodig. Derhalve kan een hernormalisatie in de vierde microperiode, als aangegeven in tabel 1, worden verkregen onder gebruik .van een rechtercentreerverschui-HrSfginrichting .12, die met.de ingang van.de ALU ih is verbonden, en een linker, enkelvoudige-cijferverschuivingsinrichting 16, die met de uit-30 . gang van de ALU -1 k is verbonden. De laatste microcyclus van elke reeks, • - aangegeven in tabel 1,. vóórziet in drie normalisatiegevallen en wel als volgt : 1..Normalisatieversehuiving - enkel.cijfer rechts De .rechterverschuivingsinrichting 12..verschuift .het ..resultaat over 35. een.cijfer naar.rechts, waarna.de plaatswaarde-van.een.afgerond cijfer wordt opgeteld'om.het resultaat af te ronden. Er is geen hernormalisatie nodig.

B 3 0 0 4 9 2 - 9 - 2. -Geen. normalisatieverschuiving

Rechterverschuivingsinrichting .12 verschuift. hetresultaat over een cijfer naar rechts, en daarna wordt de plaatswaarde van een afgerond cijfer, dat over één cijfer naar rechts is geplaatst, opgeteld voor het 5 afronden van het resultaat. Xndien het resultaat nu niet wordt genormaliseerd, wordt een naar links gerichte, enkele-cijferverschuiving uitgevoerd door de linkerverschuivingsinrichting 16 om de mantissa in de uit eindelijke vorm te "brengen.

3. Normalisatiever schuiving - enkel cijfer naar links 10 De rechterverschuivingsinriehting 16 geeft het resultaat zonder verschuiving door, waarna de plaatswaarde van een afgerond cijfer, dat over één cijfer naar rechts is verplaatst, wordt opgeteld om het resultaat af te.ronden. Indien het resultaat nu niet wordt genormaliseerd, vindt een naar links gerichte verschuiving over een enkel cijfer plaats 15 door middel van de linkerverschuivingsinrichting 16 teneinde de mantissa in de uiteindelijke vorm te "brengen.

In alle drie de gevallen stelt een rekenkundige exponenteenheid 66, als aangegeven in fig. 2, het exponentieel van het getal met drijvende komma in, terwijl de mantissa de ALU 14 en de linkerversehuivings-20 inrichting 16 passeert. Een exponent wordt in een digitaal woord met de "bijbehorende mantissa versmolten voordat het digitale woordresultaat wordt opgeslagen.

In fig. 3 is een gedetailleerde, logische realisatie van de inrichting volgens fig. 1 af geheeld. Bij de voorkeursuitvoeringsvorm is dit * 25 een snelwerkende, rekenkundige hoofdeenheid 6h voor het uitvoeren van mantissaberekeningen van een digitale rekeninrichting met drijvende komma en 32 bits (grondtal gelijk aan 2) die onder bestuur staat van een micro-geprogrammeerde regelaar 72, als aangegeven door de microprogrammarege-laar 30 en de decodeerinrichting 3T, ofschoon de uitvinding evengoed van 30 toepassing is op andere woordlengten dan die van twee-en-dertig bits, andere grondtallen en andere besturingsmethoden. Sommige van de stuursignalen 35-worden opgewekt als een functie van bepaalde machinestatus-toestanden 33'· Het registerbestand k2- omvat 48 .woorden met 32 bits per • woord; het register is een'bestand met.twee woorden, waarbij één poort 35 slechts ..wordt uitgelezen en de tweede poort een uitlees/registratiepoort is en het.register kan een geïntegreerde keten van het type 29705A RAM zijn. Mantissa-informatie met. drijvende komma, welke moet worden verwerkt, 8300492 > v - -Ίο - wordtgeleverd.via.de A-lijh.-20. en'.de B-lija,·22. ,.Eên. uitgang van.Let.registerde stand -½ is .verdonden.mef.de A-lijn. 20, en:.de·.tweede uitgang is .verdonden.met .de B-lijn -22..Informatie kan ook via.de ingangsinformatie-lijn 26 of vanuit.de uitgang van.hef C-register 36' op.de B-lijn -22 wor-5 den'., gebracht.

Haast.hef .registerbestand A2 zijn.een A-register 32, een B-re-gister. 3^· en'.een' C-register. 36' aanwezig als .registers van 32 dits voor · een snelle' tussenoperandopslag en.deze registers kunnen elk de staan uit geïntegreerde .ketens van hef 5^Ε37^· type. Hef A-register ontvangt infor-• IQ.· matie uit .de-A-lijn 20 via.de duffer 50 of uit. een S’-lijn 2b.. De F-. lijn, 24 draagt·informatie uit de rekenkundige, logische .eenheden bb en 1U via-de duffer 52 respectievelijk de linkerverschuivingsinrichting 16, of vanuit .de trommelverschuivingsinrichting 18 of vanuit uitwendige dron-nen, zoals een logische keten , voor .vermenigvuldig- of deelhandelingen .T5- over..De uitgang van.het A-register 32 is direkt met de rechterverschui-. vingsinrichting Uo. verdonder. De ingang van het B-register 3^· is met de B-lijn 22.verbonden en.de uitgang van het register is direkt met de rechterverschuivingsinrichting 38 verbonden. De ingang naar het C-register 36 strekt. zich uit vanuit de F-lijn 2b of de A-lijn 20 via de duffer 20 . 50. . De uitgang van het C-register 36 is direkt met de B-lijn 22 verbonden?' Höt C-register..36.voorziet in een tijdelijke opslag en werkt tijdens bepaalde microperioden in plaats van.het B-register 3^. Een realisatie van.eeh C-register 36 blijkt minder .duur te zijn dan. het verschaffen van extra multiplexinrichtingen. aan de ingang van het B-register 3¾ voor het .25 .verschaffen van. een baan vanuit de F-lijn 2b naar het B-register 3^·, terwijl bovendien aan tijd wordt bespaard.

Zoals nog steeds uit fig. 3 blijkt, worden twee rekenkundige-logische eenheden en UH parallel toegepast, in hoofdzaak om aftrek-handelingen met drijvende komma te verbeteren. De A-lijn 20. en de B-lijn 30 . 22 leveren de twee operanden aan. zowel.de ALU -Ά als de ALU IA. De uitgang van.de ALU-1^ is met de linkerverschuivingsinrichting 16 verbonden, zoals ook in fig. 1 is aangegeven, en de tekendit .·. wordt. toegevoerd aan de logische .tekenketen, 1*8. met: drijvende .komma. .De uitgang van.de ALU UU is verbonden met-de duff er'52,. waarvan.de uitgang is.verdonden.met.de F-•35" lijn 2b. Doordat .deze., twee. ALU’s' parallel zijn, wekt er ..één. een. resultaat op, dat.het twee-complement van.het resultaat van de andere is. De ALU met.,hef .positieve resultaat wordt gekozen, waardoor de noodzaak tot 8300 49 2 - 11 - het omkeren van.een.negatief.twee-cómplementresultaat naar.een cijfer-waarde, .-welke .de .vorm Is voor de mantissa met drijvende .komma·, wordt vermeden. De tekens,-behorende bij elke operand, die aan de ALU’s, tezamen met het tekenuitgangssignaal van de ALU 1 4..worden.toegevoerd, worden toe-5 gevoerd aan de - logische - tekenketen 48 met drijvende komma, welke het uiteindelijke geschikte teken voor het resultaat van.de ALU-handelingen bepaalt. Het uitgangssignaal van de logische tekenketen met drijvende komma wordt via de buffer -54 naar .de F-lijn 24 overgedragen. Tijdens een afTondfunctie wordt een geschikte constante, welke wordt betiteld als • 10. een afrondcijfer (of bit in het binaire stelsel) via de B-lijn 22 door de EROM 46 aan de ALII 14 toegevoerd. De ALU 14 en de ALU 44 kunnen elk worden verwezenlijkt onder ^gebruik van geïntegreerde ketens van het •54e18.1— en 54Fl82-type voor het verkrijgen van een AHJ van twee-en-dertig bits .met een "vooruitzien"-overdracht. Elke ALU voert logische en reken-15 kundige handelingen uit, als opgesomd in tabel 2, waarbij A en B de ingangssignalen -van een ALU zijn. De buffers 50, 52 en 54 kunnen worden uitgevoerd als geïntegreerde ketens van het type 54F244. De A-lijn en de B-lijn kunnen worden uitgevoerd met geïntegreerde ketens met drie toestanden van het type 54F258 en de F-lijn kan worden verwezenlijkt met ge-20 integreerde ketens van het type 54F244.

In fig. 4 is een verschuivingsinrichting voor een aantal bits of trommelverschuivingsinrichting 18 weergegeven, welke voorziet in een van de twee verschuivingsinrichtingsbanen, als aangegeven in fig. 1 en 3, welke verschuivingsinrichting voorziet in een verschuivingsvermogen voor 25 een aantal cijfers. De uitdrukking "trommelverschuivingsinrichting" heeft betrekking op een logisch aggregaat, dat in staat is om rechtss en linkse verschuivingen met een willekeurige lengte uit te voeren teneinde een centrering of. normalisatie in een enkele functionele passage van de trommelverschuivingsinrichting in een optelinstructiehandeling met drij-30 vende komma uit te. voeren. De trommelverschuivingsinrichting 18 is in staat een..verschuiving of rotatie bij 64 bits van binaire informatie uit te voeren, en omvat de volgende vier-logische multiplextrappen : ingangs-informatiemultiplexinrichtingen 100. en 102, byte rotatiemultiplexin-richting 104, bit rotatiemultiplexinriehting 108 en eindtoestand multi-35 plexinrichting 114.

De ingangsinformatie multiplexinrichtingen 100 en 102 kiezen een van twee grootheden van 32 bits van de A-lijn 20 of de B-lijn 22. De 8300 49 2 - 12 - A-lijn 20 levert een minst significant ingangssignaal van 32 "bits en de B-lijn 22 levert een meest significant ingangssignaal van 32 bits. Bovendien kunnen de minst significante 32 bits van een informatiewoord aan de ingangsinformatiemultiplexinrichting 102 worden toegevoerd als 5 alleen nullen 101 teneinde , een nulintreductie tot stand te brengen wanneer de verschuiving van een grootheid van 32 bits is gewenst. Een rotatie van 32 bits vindt plaats door het ingangssignaal zodanig te kiezen, dat de meest significante 32 bits worden gedupliceerd als de minst significante. 32 bits. De uitgang van de ingangsinformatie multiplexinrich-10 tingen is verbonden met de byte rot at i emult iplexinr i cht ing lOU van 8:1, welke elke uit acht bestaande informatiebyte tijdens een verschui-vings- of rotatiéhandeling op een byte begrenzing brengt. Een vertol-kingsinrichting 106 reformeert op een logische wijze versehuivingswaar-den als nodig voor het tot stand brengen van byte rotaties. De uitgangen 15 van de multiplexinrichting 10^ zijn verbonden met de ingang van een bit-rotatie-multiplexinrichting :108 van 8:1, welke de rotatie in een gebied van acht posities roteert om de informatie in een uiteindelijke positie te brengen. De uitgang van de multiplexinrichting 108 is verbonden met de eindtoestandsmultiplexinrichting 114 van 2:1, die de informatiebit-20 . posities als .vereist, wijzigt, voor het tot stand brengen van een teken-—-----; verlenging bij een nulintroductie indien.een verschuivings- (in tegen stelling met een rotatie) handeling wordt uitgevoerd. De uitgangen van .de multiplexinrichting 11¾ zijn direkt verbonden met een Q-register 56 (aangegeven in fig. 3) en de F-lijn 2k, 25 De multiplexinrichtingen 100 en 102 en de multiplexinrichting 11¾ kunnen worden verwezenlijkt onder gebruik van geïntegreerde ketens van het type 5^F25T. De multiplexinrichting 10¾. en de multiplexinrichting 108 kunnen worden verwezenlijkt onder gebruik: van geïntegreerde ketens van het 5^F151-type.

30 Thans zal een optelling met' drijvende komma werden beschouwd onder verwijzing naar de fig. 3 en 5 en tabel 1. De microprogrammaregelaar 30 bevat micro-instructies voor het uitvoeren van berekeningshandelingen, zoals optellen met drijvende komma. De periode voor het uitvoeren van een micro-instructie wordt gedefinieerd als een microperiode. In de volgende 35 vier microperioden wordt een optelling met drijvende komma uitgevoerd: Microperiode 1: De operandmantissen treden op de A-lijn 20 en de B-lijn 22 op als de ingangsinformatie 26 of als informatie uit het 8300492 - 13 - registerbestand h2 en zij worden overgedragen naar het A-register 32 en het B-register 3¼. Tegelijkertijd vergelijkt de rekenkundige exponent-.eenheid 66, als aangegeven in fig. 2, de hij elke mantissa behorende exponenten en bepaalt -welke mantissa eentrering vereist. De tekens van 5 de operanden worden op dit moment bepaald door de logische tekenketen kS met drijvende komma.

Microperiode 2 : Indien een centreerfunctieverschuiving, als bepaald door de rekenkundige exponenteenheid 66 de waarde een overschrijdt, wordt de bepaalde mantissa, welke eentrering vereist, vanuit het A-re-10 gister 32 of het B-register 3^· via rechtse verschuivingsinrichtingen hO of 38 en respectievelijk de A-lijn 20 of de B-lijn 22 naar de trommel-schuifinrichting 18 . gevoerd. De minst significante bit van de centreer-verschuivingstelling bestuurt de rechterbitversehuivingsinrichting voor de gekozen registerinhoud. De resterende bits van de centreerverschui-15 vingstelling besturen de trommelverschuivingsinrichting 18. Een operand-mantisse treedt gecentreerd uit de trommelverschuivingsinrichting 18 uit en wordt in het A-register 32 opgeslagen indien de inhoud van het A-register 32 werd gekozen voor eentrering of in het C-register 36, indien de inhoud van het B-register voor eentrering werd gekozen. Indien 20 de centreerverschuivingstelling gelijk is aan nul of één, treedt de gekozen mantissa reeds gecentreerd uit de bijbehorende rechtse versehui-vingsinrichting 38 of U0 uit; de mantissa wordt dan over de parallelle ALU’s ik en kk gevoerd, waar de optelfunetie wordt uitgevoerd.

Het resultaat wordt in positieve vorm opgeslagen in het A-register 32.

25

Microperiode 3 : Indien de trommelverschuivingsinrichting 18 werd gebruikt voor het centreren van de inhoud van het A-register 32, wordt de inhoud van.het A-register 32 en van het B-register 3¼ nu opgeteld in de ALU’s ih. en hh en wordt het resultaat opgeslagen in het A-register 32. Indien de trommelverschuivingsinrichting 18 werd gebruikt voor het centreren van de inhoud van het B-register 3^· wordt de inhoud van het A-register 32 en van.het C-register 36 nu opgeteld in de ALU’s 14 en en wordt het resultaat opgeslagen in het A-register 32. Indien de optelling in de microperiode 2 werd voltooid, vindt thans een normalisatie plaats. Indien de normalisatieverschuiving een bit minder bedraagt, vindt 35 een normalisatie, afronding en hernormalisatie plaats onder gebruik van •het A-register 32, de rechtse verschuivingsinrichting U0, de AHJ 1¼ en 8300492 ""'

» V

- 1U - de linkse verschuivingsinrichting 16, zoals "boven ten aanzien van tabel 1 is beschreven. Een afrondingseijfer of -bit wordt in de juiste positie van het ingangssignaal van de ALU door de PROM k6 op de B-lijn 22 geïntroduceerd. Het uitgangssignaal van de linkse verschuivingsinrichting 5 16 is de mantissa van het resultaat, dat in het registerbestand k2 wordt opgeslagen of naar elders wordt overgedragen via de F-lijn 2k tezamen met het teken van het resultaat, dat opgewekt wordt door de logische tekenketen tó. Indien de .normalisatie een verschuiving van meer dan één bit .vereist, wordt de trommelverschuivingsinrichting 18 ge-10 · bruikt om de inhoud van het A-register 32 te verschuiven en wordt het' resultaat weer in het A-register 32 opgeslagen.

Microperiode h: Indien de trommelverschuivingsinrichting 18 wordt gebruikt voor een centrering van een aantal bits, is ten hoogste slechts één bitnormalisatie nodig. De normalisatie, afronding en • 15· hernormalisatie vindt plaats voor het geval, waarbij de optelling in een voorgaande periode werd voltooid en geen meervoudige bitnormalisatie nodig is. Indien de trommelverschuivingsinrichting 18 werd gebruikt voor .een meervoudige bitnormalisatie, wordt een afronding en hernormalisatie uitgevoerd ten aanzien van de inhoud van het A-regis-20 ter 32 onder gebruik van de ALU 1i*,. de linkse verschuivingsinrichting 16 en de FROM Dit komt neer op het normalisatie-, afrondings- en . hernormalisatiegeval, waarin het. resultaat wordt genormaliseerd op het moment, dat de microperiode begint.

Het is duidelijk, dat een verschuivingsinrichting voor een aantal 25 cijfers of .een trommelverschuivingsinrichting kan worden gerealiseerd door een andere logische keten dan dié, welke hier is beschreven voor het vervullen van de identieke functie.

8300492 - 15 - TABEL 1

Optelreeksen met drijvende komma Volgorde Microperiodehandelingen A 1 * Vergelijken van exponenten en invoeren van ingangs- informatie 2. Centreren in trommelverschuivings inrichting 3. Optellen 4. Normaliseren, afronden, hernormaliseren en opzamelen van het resultaat . b 1. Exponenten, vergelijken en ingangsinformatie invoeren 2. Nul of. een cijfer centreren en optellen.

3« Normaliseren, in trommelverschuivingsinrichting

Afronden» hemormaliseren en opzamelen van resultaten i

''' ';; ____I

C 1 ...Vergelijken van exponenten en invoeren van ingangsin formatie 2.. Nul of êéh cijfer centreren en optellen 3. Normaliseren, afronden, hemormaliseren en opzamelen van het-resultaat 83 00 49 2 - 16.- TABEL a ALU-functies

Logisch Rekenkundig

Niet A A

Niet (A en B) A en B

Niet A of B A en niet B

.Een Nul

Niet (A of B) A plus (A of niet B)

Niet B (A en B) plus (A of niet B)

Een exclusieve NQF B A minus B A of niet B A of niet B

Niet A en B A plus (A of B)

Een exclusieve of B A plus B B (A en niet B) plus (A of B)

A of B A of B

Nul A + A

A en niet.B . (A en B) plus A

A en'B · (A en niet B) plus A

A A ' 8300492

Claims (37)

1. Inrichting gekenmerkt door schuiforganen voor het uitvoeren van een optelling met drijvende komma, welke centreer- en normalisatiefunc-ties omvat, waarbij een digitaal woord de schuiforganen slechts éénmaal passeert voor het uitvoeren van elk van de functies, waarbij de schuif- 5 organen zijn voorzien van enkelvoudige-cijferschuiforganen om cijfers binnen het digitale woord over één. plaats tijdens de handeling te verschuiven, en de schuiforganen verder zijn voorzien van meervoudige-. cijferschuiforganen, die met'de enkelvoudige-cijferschuiforganen zijn gekoppeld om cijfers in het digitale woord over een aantal plaatsen te 10 verschuiven, waarbij de meervoudige-cijferschuiforganen door het digitale woord niet meer dan één .keer tijdens het optellen met drijvende komma worden doorlopen, en rekenkundige organen voor het uitvoeren van het optellen.met drijvende komma, voorzien van organen, voor het uitvoeren van een optelfunctie,. welke rekenkundige, organen met de schuiforga-15 nen zijn gekoppeld, waardoor het digitale woord de rekenkundige organen niet uitsluitend behoeft te passeren om toegang te verkrijgen tot de schuiforganen,

2. Inrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de schuiforganen linkse en rechtse verschuivingen van de cijfers in het digitale 20 woord tot stand brengen.

3. Inrichting volgens. conclusie 1 met het kenmerk, dat de rekenkundige organen de optelfunctie op twee digitale mantissawoorden tijdens het optellen met drijvende komma vervullen.

4. Inrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de meervoudi-25 ge-ci jf er schuif organen een trammelschuif inrichting omvatten.

5. Inrichting vólgens conclusie 1 gekenmerkt door microprogramma-hesturingsorganen voor het opwekken van stuursignalen.

6. Inrichting volgens conclusie 5 net het kenmerk, dat de micro-programmabesturingsorganen tegelijkertijd parallelle banen tot stand 30 brengen, die de meervoudige-cijf er schuif organen en de rekenkundige organen omvatten, waarbij de besturingsorganen voor opzameling de uitgangssignalen uit slechts één van deze banen kiezen, zoals bepaald door statusamst andigheden van de inrichting.

7· Inrichting gekenmerkt door schuiforganen voor het uitvoeren van 35 een optelling met drijvende komma, welke centreer- en normalisatiefunc-ties omvat, waarbij een digitaal woord de schuiforganen slechts éénmaal 830 0 49 2 - 18 - doorloopt .voor .het vervullen van elk: van deze functies, waarbij de schuif-organen. zijn voorzien van een rechtse, enkele-cijfer Schuif inrichting, rekenkundige organen, die met de uitgang van de rechtse schuif inrichting zijn gekoppeld voor .het uitvoeren van. het optellen met drijvende komma, 5 voorzien van organen voor-het uitvoeren van een optelfunctie, waarbij de schuif organen .verder zijn voorzien van een linkse, enkelvoudige-cijfer-schuifinrichting, die met de uitgang van de rekenkundige organen is gekoppeld, welke rekenkundige organen door een digitaalwoord slechts worden . doorlopen, voor .het uitvoeren van een rekenkundige functie en niet uit-10 sluitend opdat het digitale woord-toegang verkrijgt tot de schuif organen, . en de schuif organen verder zijn voorzien van een meervoudige-cijferver-schuivingsinrichting, welke, met de rechterverschuivingsinrichting en parallel aan.de.rekenkundige organen is gekoppeld, waarbij de.meervoudige-; cijferverschuivingsirrichting door het digitale woord, niet meer dan éên-.15, maal tijdens het uitvoeren van het optellen met drijvende komma wordt doorlopen. . 8. Inrichting.volgens conclusie 7 met het kenmerk, dat de rechtse, . enkelvoudige-cijferverschuivingsinriehting is voorzien van organen, voor . het uitvoeren van .een.rechtse, enkelvoudige-cijferverschuiving of geen 20 · cijferverschuiving. 9* Inrichting volgens .conclusie. 7 met het kenmerk, dat de linkse, enkelvoudige-cijf erverschuivingsinriehting is voorzien van organen voor het uitvoeren, van een linkse, enkelvoudige-cijferverschuiving of geen cijfer— .verschuiving. ' 25 10. ' Inrichting .volgens conclusie 7 met .het kenmerk,, dat de mèervoudi- ge-cijferverschuivingsinriehting is voorzien van organen om de cijfers . van.het. digitale .woord over een aantal plaatsen naar links of naar rechts te.verschuiven. .'.11- Inrichting volgens.conclusie 7 met-het kenmerk, dat de meervoudige-30' cijferverschuivingsinrichting de centreer- of normalisatiefunctie, doch niet ..beide,'tijdens de optelling met drijvende komma, vervult. . 12. Inrichting volgens.conclusie 7 met het kenmerk, dat de rekenkundige organen., de optelfunctie .vervullen bij twee digitale mantissa-woorden. tijdens .het optellen met drijvende komma. 35· 13. Inrichting volgens conclusie 7 met het kenmerk, dat de rekenkundige organen, zijn.voorzien van .een.rekenkundige, logische eenheid. .-1^, Inrichting volgens conclusie 7 met het kenmerk, dat de rekenkundige organen verder zijn voorzien van organen voor het bepalen van het 8300 49 2 - 19 - . teken van een digitaal woord, dat het gevolg is van de optelling met drijvende komma.

15· Inrichting volgens conclusie 7 met het kenmerk, dat de meer- voudige-cijferverschuivingsinrichting een trammelverschuivingsinriehting ♦ 5 omvat.

16. Inrichting volgens conclusie 7 gekenmerkt door microprogrammabe- sturingsorganen voor het opwekken van stuursignalen. 17* Inrichting volgens conclusie 16 met het kenmerk, dat de micro-programmabesturingsorganen gelijktijdig parallelle banen tot stand 10 brengen, welke de meervoudige-cijferverschuivingsinriehting en de rekenkundige organen omvatten, waarbij de besturingsorganen voor opzame-ling het uitgangssignaal uit slechts één van deze banen kiezen, zoals bepaald door statusomstandigheden van de inrichting.

18. Inrichting gekenmerkt door schuif organen voor het uitvoeren van 15 een optelling met drijvende komma, waaronder centreer- en normalisatie-funeties, waarbij een digitaal woord de schuiforganen slechts éénmaal passeert voor het vervullen van elk van deze functies, waarbij de scbuif-organen zijn. voorzien van een rechtse, enkelvoudige-cijf erver schui-vingsinrichting, rekenkundige organen, die met . de uitgang vaa.de. rechtse 20 verschuivingsinrichting zijn gekoppeld voor het' uitvoeren van de optelling met drijvende komma, voorzien van organen voor het uitvoeren van een optelfunctie, waarbij de schuif organen verder zijn voorzien van een linkse, enkelvoudige-cijferverschuivingsinriehting, die met de uitgang yan.de rekenkundige organen is gekoppeld, welke rekenkundige organen . 25 door een digitaal woord slechts worden doorlopen voor het uitvoeren van een.rekenkundige functie en niet uitsluitend opdat het digitale woord toegang verkrijgt tot de schuif organen, waarbij de schuif organen verder zijn voorzien van een meervoudige, ci j f erver schuivingsinrieht ing, die met de rechtse verschuivingsinrichting en parallel aan de rekenkundige 30 organen is gekoppeld, waarbij de meervoudige-cijferverschuivingsinrich-ting door het digitale woord niet meer dan éénmaal tijdens het uitvoeren van de optelling met drijvende komma wordt, doorlopen, organen voor het toevoeren van een eerste digitaal woord aan de rekenkundige organen, dat één van. twee digitale woorden voorstelt,. die bij elkaar moeten worden op-35 geteld, en organen .voor het toevoeren van een tweede digitaal woord aan de rekenkundige organen, dat een. tweede van twee digitale woorden voorstelt, welke bij elkaar moeten worden opgeteld. 83 0 0 49 2 - 20 -

19. Inrichting volgens conclusie 18 met het kenmerk, dat de rechtse-ehkelvoudige-cij ferverschuivings inrichting is voorzièn van organen voor het uitvoeren van een rechtse, enkelvoudige-cijferverschuiving of geen cij ferverschuiving.. 5 20.. Inrichting volgens'.conclusie 18 met het kenmerk, dat de linkse, . enkelvoudige-cijferverschuivingsinrichting is voorzien van organen voor het uitvoer en van. een linkse, enkelvoudige-c ij ferver schuiving of geen . cijferverschuiving.

21. Inrichting volgens conclusie 18 met het kenmerk, dat de meer- 10,..-voudige-cijferverschuivingsinrichting is voorzien van organen om cijfers . van een digitaal woord over een aantal plaatsen naar links en· naar ^rechts te verschuiven.

22. Inrichting :volgens conclusie ΐ8 met het kenmerk, dat de meervou-. dige-cijferverschuivingsinrichting de centreer- of de normalisatiefunc- 15 tie, doch niet heide, tijdens de optelling met drijvende komma.vervult. • 23. Inrichting volgens-conclusie 18 met het kenmerk, dat. de rekenkundige organen de optelfunctie uitvoeren hij twee digitale mantissa-.woorden tijdens de optelling met drijvende komma. 2b. Inricht ing. volgens conclusie l8'.met het kenmerk, dat de rekenkun- 20. dige organen.eeh.rekenkundige-logische.eenheid omvatten. •25. ï' , Inrichting volgens conclusie 18 met het kenmerk, dat de rekenkundige organen voorts zijn.voorzien van organen voor het bepalen van het teken van. een digitaal woord, dat het gevolg is van de optelling met drijvende· komma. • 25.. 26. Inrichting volgens conclusie 18 met het kenmerk, dat de meervou-. dige- cij f oever schuivingsinrichting een tr ommelver schuivings inf i cht ing omvat« . 27· Inrichting volgens conclusie 18 gekenmerkt door microprogramma-besturingsorganen..voor het opwekken van. stuursignalen. 30 - 28. ' Inrichting volgens. conclusie 27 met het kenmerk, dat de micro- · programmahesturingsorganen gelijktijdig parallelle hanen tot stand brengen, welke .de .meervoudige-cijferverschuivingsinrichting en de rekenkundige'organen, omvatten, waarbij de hesturingsorganen.voor opzameling het uitgangssignaal uit slechts.een.van deze hanen kiezen, zoals bepaald 35 .door statusomstandigheden' van de inrichting.

29. Inrichting gekenmerkt door.schuiforganen voor het uitvoeren van een optelling met. drijvende komma, inclusief, centreer- en normalisatie- 8300 49 2 -21- functies, waarbij een digitaal woord de schuif organen slechts éénmaal passeert voor het vervullen van elk van deze functies, waarbij de schuif-organen zijn voorzien van een rechtse, enkelvoudige-bitverschuivings-inrichting, rekenkundige organen, die met de uitgang van de rechtse 5 verschuivings inrichting zijn gekoppeld voor het uitvoeren van de optelling met drijvende komma, voorzien van organen voor het uitvoeren van een optelfunctie, waarbij de schuif organen verder zijn voorzien van een linkse, enkelvoudige-bitverschuivingsinrichting, die met de uitgang van de . rekenkundige organen is gekoppeld, welke rekenkundige organen door 10 een digitaal woord slechts worden doorlopen voor het uitvoeren van een rekenkundige functie en niet uitsluitend opdat het digitale woordnjgoegang ' verkrijgt tot de schuif organen, waarbij de schuif organen, verder zijn voorzien van een meervoudige-bitverschuivingsinrichting, die mét de rechtse versehuivingsinriehting en parallel aan de rekenkundige organen is ge-15 koppeld, welke meervoudige-bitverschuivingsinrichting door het digitale *. woord niet meer dan éénmaal tijdens het uitvoeren van de optelling met drijvende komma wordt doorlopen, organen voor het toevoeren van een eerste, digitaal woord aan de rekenkundige organen, welk woord één van twee digitale woorden voorstelt, welke bij elkaar moeten worden opgeteld, en 20 organen om aan.de rekenkundige organen een tweede digitaal woord toe te voeren, dat een tweede van twee digitale woorden voorstelt, welke bij elkaar moeten, worden opgeteld.

30. Inrichting volgens .‘conclusie 29 met het kenmerk, dat de rechtse, enkelvoudige-bitversehuivingsinriehting is voorzien van organen voor het 25 uitvoeren van een rechtse, enkelvoudige-bitverschuiving of geen bitver-schuiving. 31. - ' Inrichting volgens conclusie 29 met het kenmerk, dat de linkse, . enkelvoudige-bitverschuivingsinrichting is voorzien van organen voor het uitvoeren van.een linkse, enkelvoudige-bitverschuiving of geen bitver-30 ..schuiving.

32. Inrichting volgens conclusie 29 met het kenmerk, dat de meervou-dige-bitverschuivingsinrichting is voorzien van organen om bits van het digitale woord over een aantal plaatsen naar links of naar rechts te verschuiven.

33. Inrichting volgens conclusie 29 met het kenmerk, dat de meervou-dige-bitverschuivingsinrichting de centreer- of de normalisatiefunctie vervultdoch niet beide tijdens het optellen met drijvende komma . 8300492 ------------- · - 22 -

34. I. ..·Inrichting volgens conclusie 29 met het kenmerk, dat de rekenkundige organen de optelfunctie uitvoeren hij twee digitale mantissa-woorden tijdas het optellen met drijvende komma.

35· Inrichting volgens conclusie 29 met het kenmerk, dat de reken-5 kundige organen een rekenkundige-logische eenheid omvatten.

36. Inrichting volgens conclusie 29 met het kenmerk, dat de rekenkundige organen voorts zijn voorzien van organen voor het bepalen van het teken van.het digitale voord, dat. een gevolg is van de optelling met drijvende komma.

37. Inrichting volgens conclusie 29 met het kenmerk, dat de meervou-dige-bitverschuivingsinrichting een trommelverschuivingsinrichting omvat. 3ö. Inrichting volgens conclusie 29 gekenmerkt door microprogrammabe-sturingsorganen voor het opwekken van stuursignalen. 1-5 39· Inrichting volgens conclusie 38 met het kenmerk, dat de micro-programmabesturingsorganen. gelijktijdig parallelle banen tot stand brengen, die de meervoudige-bitverschuivingsinrichting en de rekenkundige orgagen omvatten, waarbij de besturingsorganen voor opzameling het uitgangssignaal uit slechts êên van deze banen kiezen, zoals bepaald 20 . door statusomstandigheden van de inrichting.

40. Digitale .rekeninrichting gekenmerkt door geheugenorganen voor het opzamelèn van digitale woorden, inclusief informatie en instructies, rekenkundige organen voor.het uitvoeren van rekenkundige en logische functies, .welke rekenkundige organen zijn voorzien van een rekenkundige 25 hoofdeenheid en een .rekenkundige exponent eenheid, besturingsorganen voor het opwekken van signalen voor het vervullen van rekenhandelingen, in-gangs-uitgangsorganen voor het besturen, van het passeren van digitale woorden naar en uit de .rekeninriehting, lijnorganen om-de geheugenorganen, .de .rekenkundige organen en ingangs-uitgangsorganen onderling te 30 . ..verbinden, waarbij de .rekenkundige hoofdeenheid is voorzien van ver-schuivingsorganen.voor het uitvoeren, van. een optelling met drijvende komma, welke.centreer- en normalisatiefuncties omvat,, waarbij een digitaal, woord de verschuivingsorganen slechts.éénmaal doorloopt voor het vervullen van elk van deze functies, waarbij de schuif organen zijn voor-35 zien van enkelvoudige-cijf er schuif organen om cijfers binnen het digitale woord over' êen plaats tijdens de genoemde handeling te verschuiven, waarbij .de .schuif organen voorts zijn voorzien van meervoudige-cijf er schuif- 8300492 - 23 - organen, die met de enkelvoudige-eijferschuiforganen zijn gekoppeld om cijfers binnen bet digitale woord over een aantal plaatsen te verschuiven, waarbij de meervoudige-eijf er schuiforganen door het digitale woord niet meer dan eenmaal tijdens de optelling met drijvende komma worden 5 doorlopen, en de rekenkundige hoofdeenheid verder is voorzien van een rekenkundige-logische eenheid, die met de schuiforganen is gekoppeld voor het uitvoeren van een optelfunctie, waardoor het digitale woord de rekenkundige-logische.eenheid niet slechts voor het verkrijgen van toegang tot de schuiforganen behoeft te doorlopen.

10. Ui. Bekeninrichting volgens conclusie 40 met het kenmerk, dat de in-gangs-uitgangsorganen zijn voorzien van een ingangs-uitgangslijn voor het overdragen van digitale woorden naar en uit de rekeninrichting.

42. Bekeninrichting volgens conclusie 4θ met het kenmerk, dat de schuiforganen linkse en rechtse verschuivingen van cijfers binnen het 15 digitale woord tot stand brengen. 43. .Bekeninrichting volgens conclusie 40 met het kenmerk, dat de rekenkundige-logische eenheid.de optelfunctie vervult bij twee digitale mantissawoorden tijdens het optellen met drijvende komma.

44. Bekeninrichting volgens conclusie 4o met het kenmerk, dat de 20 meervoudige-ci jf erversehuivingsorganen. een trcmmelverschuivingsinrich-ting omvatten.

45. Eekeninrichting volgens conclusie 4o met het kenmerk, dat de be-sturingsorganen microprogrammabesturingsorganen voor het opwekken van de genoemde signalen omvatten.

46. Bekeninrichting volgens conclusie 45 met het kenmerk, dat de micro-programmabesturingsorganen gelijktijdig parallelle banen tot stand brengen, die de meervoudige-ci jf erversehuivingsorganen en de rekenkun-dige-iogische eenheid omvatten, waarbij de besturingsorganen voor op-zameling de uitgangssignalen uit slechts een van de genoemde banen kie-30 sen,zoals bepaald door statusomstandigheden van de inrichting.

47- Digitale rekeninrichting gekenmerkt door geheugenorganen voor het opslaan van digitale woorden, inclusief informatie en instructies, rekenkundige organen voor het uitvoeren van rekenkundige en logische functies, welke rekenkundige organen zijn voorzien van een rekenkundige 35 hoofdeenheid en een. rekenkundige exponente eenheid, besturingsorganen voor het opwekken van signalen voor het uitvoeren van rekenhandelingen, ingangs-uitgangsorganen voor het besturen van het passeren van digitale 8300492 - - 2k - woorden naar en' uit .de .rekeninrichting, lijnorganen voor het onderling verbinden, van de geheugenorganen, de rekenkundige organen en de ingangs-uitgangsorganen, waarbij de. rekenkundige hoofdeenheid is voorzien van .verschuivingsorganen voor het uitvoeren van . een optelling met 5 drijvende komma» die .centreer- en - normalisatiefuneties omvat, waarbij een digitaal woord de . schuif organen slechts eenmaal doorloopt voor het vervullen van elk van-de genoemde functies, waarbij.de schuiforganen zijn. voorzien van een.rechtse, enkelvoudige-cijferverschuivingsinrich-ting, waarbij de .rekenkundige hoofdeehheid verder is voorzien van een 10. rekenkundigef-logische ëexiheid, die met de uitgang van de rechtse ver-schuivingsinrichting is gekoppeld voor het uitvoeren van.een optelfunc-. tie, waarbij .de verschuivingsorganen .verder zijn voorzien van een linkse, enkelvoudige-cijferverschuivingsinrichting, die met de uitgang ' van de rekenkundige-logische eenheid is gekoppeld, waarbij de reken-15 kundige-flogische.eenheid.door een digitaal woord slechts wordt doorlopen ..voor 'het uitvoeren van .een rekenkundige functie en niet uitsluitend opdat het digitale woord.toegang verkrijgt tot de verschuivingsorganen, en de schuiforganen voorts zijn voorzien van een.meervoudige-cijfer-.verschuivingsinrichting,. die met de rechtse verschuivingsinrichting 20 parallel' aan de rekenkundige-logische eenheid is gekoppeld, welke meer-voudige-cijferverschuivingsinrichting door het digitale woord niet meer dan eenmaal tijdens het uitvoeren van.de optelling met drijvende komma wordt doorlopen, 1+8. Rekeninrichting .volgens conclusie 1+7 met .het kenmerk, dat de 25 ingangs-uitgangsorganen'zijn. voorzien .van een ingangs-uit gangs lijn voor het overdragen-van digitale .woorden naar en uit de -rekeninrichting. 1+9, ‘ . Rekeninrichting volgens conclusie 1+T met het kenmerk, dat de rechtse, enkelvoudige-cijferverschuivingsinrichting is voorzien van organen. voor. het uitvoeren van een rechtse, enkelvoudige-cijferverschuiving 30 of geen cijferverschuiving. 50.. ' Rekeninrichting volgens conclusie 1+T met het kenmerk, dat de linkse, enkelvoudige-ci jferverschuivingsinrichting is voorzien van organen voor. het’uitvoeren van een linkse, enkelvoudige-cijferverschuiving of geen cijferverschuiving. 35 -51, Rekeninrichting volgens.conclusie 1+T met het kenmerk, dat de meervoudige-cijferverschuivingsinrichting is voorzien van organen om cijfers van een digitaal woord over.een aantal plaatsen naar links of 83 00 49 2.......................................................................... - 25 - naar rechts te verschuiven.

52. Rékeninriehting volgens conclusie kj met het kenmerk, dat de meervoudige-cijferverschuivingsinrichting de centreer- of normalisatie-funetie, doch niet heide, tijdens het optellen met drijvende komma, 5 uitvoert. 53* .Rekeninrichting.volgens conclusie 1-7 met het kenmerk, dat de rekenkundige-logische eenheid de optelfunctie vervult hij twee digitale mantissawoorden tijdens het optellen met drijvende komma. 5¼. ' .Rekeninrichting volgens conclusie h-T met het kenmerk, dat de 10 rekenkundige organen voorts zijn voorzien van organen voor het bepalen . van .het teken van 'een digitaal woord, dat een gevolg is van de optelling met drijvende komma.

55· Rekeninrichting volgens conclusie kj met het kenmerk, dat de meervoudige-cijferverschuivingsinrichting een trommelverschuivings-15 inrichting cmvat.

56. Rekeninrichting volgens conclusie h-T met het kenmerk, dat de be-sturingsorganen microprogrammabesturingsorganen voor het -opwekken van de genoemde signalen omvatten.

57- Rekeninrichting volgens conclusie 56 met het kenmerk, dat de. 20 microprogrammabesturingsorganen.gelijktijdig parallelle banen tot stand brengen, die de meervoudige-eijferverschuivingsinrichting en de rekenkundige organen omvatten, waarbij de besturingsorganen voor opzameling het uitgangssignaal uit slechts êên van deze banen kiezen, zoals bepaald door statuscmstandigheden van de inrichting.

58. Werkwijze voor het optellen met drijvende komma gekenmerkt door het uitvoeren van centreer- en normalisatiefuncties met schuif organen, waarin een digitaal woord de schuiforganen slechts eenmaal doorloopt voor het vervullen van elk van deze functies, het verschuiven van cijfers binnen het digitale woord over êên plaats onder gebruik van enkelvou-30 dige-cijf erverschuivingsorganen, het verschuiven van cijfers binnen het digitale woord over een aantal plaatsen onder gebruik van meervoudige-cijferverschuivingsorganen, die met.de enkelvoudige-cijferverschuivings-organen zijn gekoppeld, waarbij.de meervoudige-cijferverschuivingsorga-nen door het digitale woord niet meer dan.éénmaal tijdens het optellen 35 met drijvende komma worden doorlopen, en het uitvoeren van een optelfunctie onder gebruik van rekenkundige organen, die met de schuiforganen zijn gekoppeld, waardoor.het digitale woord de rekenkundige organen 83 0 0 49 2 - 26 - niet uitsluitend. vqor .het '.verkrijgen van tqegang.tot.de schuif organen behoeft te.passerèn. . 59· Werkwijze.volgens conclusie' 58 net het kenmerk» dat het verschuiven van cijfers een linkse èn rechtse verschuiving hinnen het di-5 gitale woord omvat. ' 60.. .Werkwijze .volgens .conclusie 58 met ..het kenmerk, dat het uitvoeren van een optelfunetie. het optellen van twee digitale mantissavoorden omvat. - 61. .Werkwijze volgens conclusie 58 met het kenmerk, dat het ver-10 .schuiven van cijfers in een digitaal woord.over een aantal plaatsen plaats: vindt door middel van een trommelverschuivingsinrichting.

62. Werkwijze.volgens conclusie 58 met het kenmerk, dat stuursignalen . onder' gebruik van microprogrammabesturingsorganen worden opgewekt. 63* .Werkwijze.volgens conclusie 62 met het kenmerk, dat bij het op— 15 wekken van stuursignalen, onder gébruik van.de microprogrammabesturings-organen gelijktijdig parallelle banen.tot stand worden gébracht, die de meervoudige-cijferverschuivingsorganen in een parallelle baan en de rekenkundige organen in een andere parallelle baan omvatten, waarbij de besturingsorganen.voor'opzameling het uitgangssignaal uit slechts 20 ..êên.van deze banen' kiezèn, zoals .bepaald.door statusomstandigheden van . de inrichting. 6k. ' .Werkwijze voor het uitvoeren van een optelling met drijvende komma bij twee'digitale mantissavoorden met het kenmerk, dat . een cen-treerfunctie wordt uitgevóerd.door een digitaal woord slechts eenmaal 25 doorschuiforganen te voeren., teneinde de genoemde functie te vervullen, welke schuif organen zijn..voorzien van enkelvoudige-cijferver-schuivingsqrganen en meervoudige-cijferorganén, waarbij de meervoudige-. cijf erverschuivingsorganen door het digitale woord niet meer dan eenmaal tijdens het‘optellen..worden doorlopen, het uitvoeren van een op-30 telfunctie door.de.twee digitale mantissavoorden door rekenkundige organen te. voer en, die met .de enkelvoudige-cijf erver schuivingsorganen en de meervoudige-eijferverschuivingsqrganen. zijn gekoppeld, waardoor . .een digitaal.woord.de rekenkundige organen niet uitsluitend voor het verkrijgen.van toegang.tot.de schuiforganen.behoeft te passeren, het 35 uitvoeren, van. een eerste normalisatiefunctie door het digitale, woord slechts... eenmaal, door de schuiforganen te voeren om deze functie te vervullen',. waarbij de .schuiforganen zijn voorzien van de enkelvoudige-cijf erver s chuiving s organen en meervoudige-ci jf erver schuivingsorganen, 8300492 - 27 - waarbij de meervoudige-ci jf erver schuivingsorganen door het digitale woord niet meer dan eenmaal tijdens het optellen worden doorlopen, het uitvoeren van een afrondingsfunetie door het digitale woord, dat een gevolg is van de eerste normalisatiefunctie, door de rekenkundige or-5 ganen te voeren, en het uitvoeren van een tweede normalisatiefunctie door het digitale woord, dat een gevolg is van de afrondingsfunetie, slechts éénmaal door de schuif organen te voeren teneinde de genoemde functie te vervullen, waarbij de schuif organen de enkelvoudige-cijferver schuivingsorganen en de meervoudige-cij f erverschuivingsorganen om-10 vatten, waarbij de meervoudige-ci jferver schuivingsorganen door het digitale woord niet meer dan eenmaal tijdens het optellen worden doorlopen. -65. Werkwijze volgens conclusie met het kenmerk, dat bij het verschuiven van cijfers in een digitaal woord linkse en rechtse verschui-15- vingen optredèn.

66. Werkwijze volgens conclusie 6k met het kenmerk, dat voor het .verschuiven van cijf er s. gebruik wordt gemaakt van de meervoudige-ci jf erver schuivingsorganen, die verder. een trommelverschuivingsinrichting omvatten. 20 6j Werkwijze.volgens conclusie 6b met .het kenmerk, dat de stappen, .welke schuif organen, vereisen, worden uit gevoerd met ehkelvoudige-cijferverschuivingsorganen, die. een geen-cijf erverschuivingsmodus omvatten.

68. Werkwijze volgens.conclusie 6b met het kenmerk, dat stuursigna-25 len onder gebruik van microprogrammabesturingsorganen worden opgewekt.

69. Werkwijze volgens.conclusie 68 met het kenmerk, dat bij het opwekken van stuursignalen onder, gebruik van de microprogrammabesturings-qrganen gelijktijdig parallelle banen tot stand worden gebracht, die de meervoudige-cijferverschuivingsorganen in een parallelle baan en de re- 30 kenkundige organen in een andere parallelle baan omvatten, waarbij de besturingsorganen voor opzameling het uitgangssignaal uit slechts één van deze banen kiezen,. zoals bepaald door statusomstandigheden van de inrichting. 8300492