NL8300429A - Afneembaar deksel van kunststof, in het bijzonder voor het sluiten van vaten van dunne metalen plaat. - Google Patents

Description

4.

* -1- VO 4550

Afneembaar deksel van kunststof, in het bijzonder voor het sluiten van vaten van dunne metalen plaat.

De uitvinding heeft betrekking op een afneembaar deksel van kunststof, in het bijzonder voor het sluiten van vaten van dunne metalen plaat, bijv. cylindrische, ovaal-kegelvormige en soortgelijke emmers, in de vorm van een omslagdeksel met aan de rand van de bodem 5 aansluitende binnen- en buitenkragen met het profiel van een omgekeerde U, waarbij de radiale afstand tussen de binnen- en buitenkragen zodanig is uitgevoerd, dat het bij voorkeur van een omkraling e.d. voorziene vrije rompeinde van het vat in de sluittoestand van het deksel in vorm aansluitend wordt omvat.

10 Voor de optimale praktische toepassing van vaten spelen de eigenschappen en de betrouwbaarheid van de afsluitelementen een belangrijke rol voor de geschiktheid van de vaten voor verpakking, opslag en transport.

Zo moet het in het algemeen als afsluitelement dienende dek- 15 sel behalve de op zichzelf bestaande hoofdvoorwaarde van een optimale dichtheid: -betrekkelijk gemakkelijk kunnen worden gesloten, alsmede in samenhang daarmee eveneens een zo klein mogelijke axiale kracht bij het aanbrengen nodig hebben, 20 -een zo gecentreerd mogelijk op elkaar plaatsen van gesloten gelijke houders mogelijk maken, zowel voor wat betreft de constructie als voor wat betreft de axiale belasting, en bovendien het op elkaar stapelen waarborgen van een aantal van gesloten vaten voorziene laad-borden, 25 -een belastbaarheid door vulgoedstoten van de zijde van het inwendige van de vaten bij het transport en ook bij een lange statische belasting weerstaan, -bij het transport praktisch geen loskrikken toelaten, -een gemakkelijk openen en weer sluiten mogelijk maken, zonder 30 dat daarbij een deksel- en/of rompbeschadiging ontstaat, zonder dat de toepassing nodig is van hulpgereedschappen en zonder dat de sluitdicht-heid wordt beïnvloed en -onderling stapelbaar zijn, zodat ook een automatisch aanbrengen van deksels bij de vuiler mogelijk is.

35 8300429 A » -2-

In het algemeen worden tot nu toe metalen plaatvaten, zoals bijv. cylindrische of ovaal-kegelvormige emmers, gesloten met metalen plaatdeksels. De ervaring heeft aangetoond, dat metalen plaatdeksels blijkbaar het best in staat zijn te vddoen aan de voorgaande eisen.

5 In ieder geval bestaan er in de praktijk nauwelijks in grotere aantallen stuks vaten van de vermelde soort, die bijv. zijn gesloten met kunst-stofdeksels, die voor wat betreft het constructieve grondontwerp zijn ontleend aan het gebied van kunststofemmers, waar dergelijke deksels in een grote verscheidenheid van uitvoeringsvormen worden gebruikt.

10 Uitvoeringen van kunststofdeksels, die kenmerken volgens de aanhef hebben, zijn op zichzelf bekend, (bijv. het.Duitse "Offenlegungs-schrift" 2.806.339, en de Duitse "Gebrauchsmusters" ,7.919.123 en 7.912.777).

Het is de opgave van de uitvinding het houderdeksel volgens 15 de aanhef zodanig verder uit te voeren, dat de toepassingsmogelijkheid daarvan in samenhang met vaten van dunne metalen plaat, bijv. van de in de aanhef aangeduide soort, verder kan worden verbeterd en zonder bezwaar tot een grotere toepassingsomvang kan worden uitgebreid, waarbij de hiervoor aangehaalde eisen in een nog beter kader worden vervuld.

20 Deze opgave wordt volgens de uitvinding opgelost doordat de vlakke dekselbodem radiaal naar buiten via een naar boven gericht trap-gedeelte overgaat in de binnenkraag, die bestaat uit een onder een rechte hoek naar beneden gericht ringgedeelte en een radiaal naar binnen hellend eindgedeelte, waarbij boven het trapgedeelte een divergerend 25 wandgedeelte aansluit op de binnenkraag, van welk wandgedeelte de helling overeenkomt met die van de buitenwand van het eindgedeelte van de binnenkraag.

Dit op deze wijze gekenmerkte deksel vervult niet alleen de hiervoor opgesomde eisen in een betrouwbare vorm, maar heeft boven-30 dien het verdere bijzondere voordeel, dat bij het-op elkaar plaatsen van gesloten gelijke houders, de bodemval van de bovenop geplaatste houder gecentreerd staat op het vlakke deel van het trapgedeelte van het deksel van de betreffende daaronder zich bevindende houder, waarbij de door het gewicht (vat en vulgoed) verschafte axiale belasting wordt 35 .opgenomen door het trapgedeelte en althans deelcomponenten van de daar door ontstane drukkracht worden overgebracht naar de binnenkraag, die in samenhang daarmee het ringgedeelte sterker, in hetbijzonder kracht- 8300429 *r -3- οverdragend, tot aanligging brengt tegen de binnenwand van het bovenste einde van de houderromp. Hierdoor ontstaat samen met een vergrote dichtheid, een vergrote krachtsluiting van het deksel in, de sluitstand.

Volgens een verder kenmerk is het ringgedeelte van de binnen-5 kraag cylindrisch, en loopt het eindgedeelte naar het einde toe, waarbij het vrije einde zelf boogvormig hellend is. Door deze constructie wordt het randgebied van het deksel gestabiliseerd, en gelijktijdig de centrering van het deksel in de emmeropening, alsmede de centrering bij het onderling stapelen van soortgelijke deksels, verbeterd.

10 In samenhang daarmee is het bijzonder voordelig, dat het eindgedeelte van de binnenkraag in hoofdzaak begint in. het. gebied van het door de binnenzijde van de dekselbodem omspannen vlak. Zodoende ontstaat een optimale lengte van het eindgedeelte en daarmee verbonden de vereiste veerkracht daarvan.

15 In samenhang daarmee is het kenmerk, dat het vrije einde van het eindgedeelte met in hoofdzaak de hoogte van het trapgedeelte uitsteekt buiten het door de binnenzijde van de dekselbodem gevormde vlak, bijzonder gunstig.

Volgens een kenmerk heeft de op een op zichzelf bekende wijze 20 aan de binnenzijde van een kraal voorziene buitenkraag een lengte, die met de hoogte van het trapgedeelte kleiner is dan de lengte van de binnenkraag.

Voor het beter stapelen van het deksel kan het eindgedeelte van de kraag volgens een verder kenmerk, radiaal naar buiten zijn omge-25 bogen.

De houder zelf kan tenslotte voor wat betreft het weerstands-gedrag daarvan tegen verwringing, volgens een verder kenmerk worden verbeterd, doordat het trapgedeelte aan de binnenzijde is voorzien van op zichzelf bekende ribbelijven.

30 De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de teke ning, waarin: figuur 1 een doorsnede is van een gedeelte van het deksel, figuur 2 een doorsnede is van het bovenste deel van een metalen plaatvat met het daarop geplaatste deksel, 35 figuur 3 een aantal onderling gestapelde deksels toont, en figuur 4 een aan figuur 2 gelijke voorstelling van het vat is ______ 8300429 ^ ΐ * * -4- met een daarop geplaatst gelijk metalen vat.

Met het verwijzingscijfer. 1 is in de figuren. 2 en 4 het bovenste deel aangeduid van een romp van een. vat van dunne metalen plaat. Hierbij kan het bijv. gaan om verpakkingshouders van verschillen-5 de gedaanten, bijv. cylindrische, ovaal-kegelvormige en soortgelijke emmers, die in hoofdzaak een nominale inhoud hebben tussen 10 en 20 1. Zoals verder blijkt uit figuur 2, is het vrije einde van de romp voorzien van een omkraling 2. Deze kan in afhankelijkheid van de soort houder in dwarsdoorsnede rond, lang-ovaal e.d. zijn.

10 Het deksel, dat in het algemeen is aangeduid met het verwij zingscijfer 3 en de vorm heeft van een omslagdeksel, is het duidelijkst te ontlenen aan figuur 1. Het heeft een dekselbodem 4, die radiaal naar buiten via een naar boven gericht trapgedeelte 5 overgaat in een binnen-kraag 6, die samen met een buitenkraag 11 in profiel een omgekeerde 15 ü vormt. De radiale afstand alsmede de vorm tussen de binnenkraag 6 en de buitenkraag 11 zijn zodanig, dat het bij voorkeur van een omkraling 2 e.d. voorziene open rompeinde van het vat in de sluittoestand van het deksel 3 in vorm en/of kracht-aansluitend wordt omvat.

De binnenkraag 6 heeft een onder een rechte hoek ten opzichte 20 van het trapgedeelte 5 naar beneden gericht ringgedeelte 7, dat cylin-drisch is uitgevoerd en overgaat in een eindgedeelte 8, dat toeloopt naar het vrije einde en radiaal naar binnen hellend is. Het vrije einde is hierbij aanvullend gekromd hellend.

Boven het trapgedeelte 5 sluit op de binnenkraag 6 een diver-25 gerend wandgedeelte 9 aan, waarvan de helling overeenkomt met die van de buitenwand van het eindgedeelte 8 van de binnenkraag 6. De hoekstanden van het wandgedeelte 9 enerzijds en van het eindgedeelte 8 voor de boogvormige kromming van het vrije einde naar binnen, komen in mathematische zin overeen met "verwisselende hoeken". De twee vlakken korresponderen 30 met elkaar, zoals is te ontlenen aan figuur 3, doordat zij bij het stapelen van gelijke deksels onderling centrerend samenwerken.

Met betrekking tot de grootteverhoudingen van de afzonderlijke onderdelen van het deksel in samenhang met de werking is gebleken, dat het eindgedeelte 8 van de binnenkraag 6 in hoofdzaak moet beginnen in 35 het gebied van het door de binnenzijde 10 van de dekselbodem 4 omspannen vlak (zie figuur 1). Verder moet het vrije einde van het eindgedeel- 8300429 * m <r -5- te 8 van de binnenkraag 6 met in hoofdzaak de hoogte van het trapge-deelte 5 buiten het door de binnenzijde 10 van de dekselbodem 4 gevormde vlak uitsteken. Deze twee eisen voor wat betreft de grootte maken de werking van het eindgedeelte 8 optimaal.

5 Zoals verder uit de figuren, maar in het bijzonder ui.t fi guur 1, blijkt, heeft de buitenkraag 11 aan de binnenzijde op een op zichzelf bekende wijze een 12, die, zoals blijkt uit figuur 2 of 4, in de sluittoestand van het deksel 3 onder de omkraling 2 snapt en zodoende in belangrijke mate deelneemt aan de sluitwerking, die, 10 zoals reeds eerder vermeld, gezamenlijk wordt bepaald door de radiale afstand, alsmede de vorm tussen de binnenkraag 6 en de buitenkraag 11, waarbij het van een omkraling 2 voorziene open einde van de roup 1 van het vat in de sluittoestand van het deksel in vorm en/of kracht-aansluitend wordt omvat. Hierbij heeft een bepaalde instelling van het 15 kunststofmateriaal van het deksel 3 met betrekking tot de veerkracht daarvan, een gunstige uitwerking.

Bij de in de tekening afgebeelde uitvoeringsvorm van het deksel, is een eindgedeelte van de buitenkraag 11 radiaal naar buiten omgebogen. Dit constructiekenmerk heeft het voordeel, dat bij een mecha-20 nisch afnemen van op elkaar gestapelde gelijke deksels in het raam van het automatisch daarmee sluiten van vaten, een betere afneemmogelijk-heid is gegeven.

Voor het verbeteren van de verwringingsstifheid van het deksel op zich, kan het trapgedeelte 5 aan de binnenzijde zijn voorzien 25 van op zichzelf bekende ribbelijven 14.

üit figuur 2, die de sluitstand van het deksel 3 op een metalen vat in de vorm van een uitvoeringsvoorbeeld toont, wordt in samenhang met de onderhavige kenmerken, duidelijk, dat hier praktisch ideale voorwaarden zijn verschaft voor een goede sluiting van een meta-30 len houder, waarbij door de uitvoering van de binnenkraag 6 en de buitenkraag 11 in samenwerking met het aangepaste kunststofmateriaal, een optimale vorm- en krachtsluiting wordt verschaft, hetgeen een voorwaarde is voor een betrouwbare zit van het deksel 3 op de houder. Hier komt in dit geval bij, dat de lengte van de binnenkraag 6 en de zodoende betrek-35 kelijk groot-vlakkige aanligging tegen de binnenwand van de houderromp, een ideale afdichtmogelijkheid geeft. Bij belasting door een of meer op elkaar geplaatste, van vulgoed voorziene houders van een zelfde soort, 8300429 -6- «I * wordt de sluit- en afdichtwerking niet alleen niet beïnvloed, maar hoogstens versterkt, omdat de axiale belasting zich via de binnenkraag 6 omzet in belangrijke deelcomponenten met radiale druk. De op elkaar geplaatste gevulde houders, rusten elk met de bodemkraalrand op het hori-5 zontale vlak van het trapgedeelte 5, waarbij het divergerende wandge-deelte 9 centrerend werkt in de zin van het vastzetten van de stapel.

Voor het vergemakkelijken van het van de gevulde houder afnemen van het deksel 3 resp. de totale hantering daarvanr kan de buitenste rand van het deksel 3 bijv. in het gebied van de buitenkraag 11 10 op geschikte plaatsen een op zichzelf bekende, iets naar buiten uitstekende veerlijst hebben (in de tekening afgebeeld).

8300429

Claims (6)

1. 2. Deksel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het ringgedeelte (7) van de binnenkraag (6) cylindrisch is, waarbij het eindgedeelte (8) toeloopt naar het vrije einde, dat boogvormig hellend 20 is.
2. 3. Deksel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het eindgedeelte (8) van de binnenkraag (6) in hoofdzaak begint in het gebied van het door de binnenzijde (IQ) van de dekselbodem. (4) omspannen vlak.
3. 4. Deksel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het 25 vrije einde van het eindgedeelte (8) van de binnenkraag (6) met in hoofdzaak de hoogte van het trapgedeelte (5) buiten het door de binnenzijde (10) van de dekselbodem (4) gevormde vlak.
4. 5. Deksel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aan de binnenzijde van een kraal (12) voorziene buiten- 30 kraag (11) een lengte heeft, die met de hoogte van het trapgedeelte (5) kleiner is dan die van de binnenkraag (6).
5. 6. Deksel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het eindgedeelte (13) van de buitenkraag (11) radiaal naar buiten is omgebogen.
6. 7. Deksel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het trap gedeelte (5) aan de binnenzijde is voorzien van ribbelijven (14). 8300429 ---II ^