NL8201681A - Afsluitdeksel voor het onder vacuuem afsluiten van een houder (vacuuem snap cap). - Google Patents

Description

<< P » VO 3316

Afsluitdeksel voor het onder vacuüm afsluiten van een houder (vacuüm snap cap).

De uitvinding heeft betrekking op een afsluitdeksel voor het onder vacuüm afsluiten van een houder, welk deksel bestaat uit een cirkelvormige sluitplaat met omgezette rand, een daarin aangebrachte afdichtcompound en een sluitring van kunststof met L-vormige doorsnede, 5 waarvan de radiaal naar binnen gerichte rand een aanslag vormt voor de cirkelvormige sluitplaat en het nagenoeg cilindervormige schort de omgezette rand van de cirkelvormige sluitplaat omgeeft, waarbij aan de binnenzijde van het schort radiaal naar binnen gerichte uitsteeksels zijn aangebracht, welke kunnen grijpen onder de verdikte rand van een 10 af te sluiten houder, terwijl de sluitring tevens van een garantie-constructie is voorzien.

Een afsluitdeksel van dit type is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 74.07362. Bij dit bekende afsluitdeksel wordt de garan-tieconstructie gevormd door een aan de onderzijde van het schort aan-15 gebrachte, afscheurbare garantiering, welke is voorzien van een radiaal buiten het deksel uitstekende treklip, waarmee het deksel zonder behulp van enig gereedschap kan worden geopend. De afscheurbare garantiering vormt een ongewenste verlenging van het schort van de sluitring, terwijl de radiaal uitstekende treklip de automatische toevoer van sluitringen 20 via een sluitringhopper bemoeilijkt, omdat de aldus uitgevoerde sluitringen in de hopper regelmatig vastlopen. Na het afscheuren van de sluitring kan dit afsluitdeksel weliswaar opnieuw worden gebruikt voor het hersluiten van houders, welke slechts van één verdikte rand zijn voorzien, zij zijn niet geschikt voor het hersluiten van potten, 25 dat wil zeggen houders voorzien van een dubbele verdikkingsrand, zoals deze doorgaans voor het onder vacuüm bewaren van levensmiddelen worden toegepast. Bij dergelijke houders c.q. potten dient de onderrand van het schort afdichtend aan te liggen tegen de tweede verdikte rand van de houder, en zulks is bij het bekende deksel niet het geval.

30 De uitvinding beoogt een afsluitdeksel van het bovengenoemde type te verschaffen, dat kan worden gebruikt voor het hersluiten van houders met een dubbel uitgevoerde verdikte rand, waarbij de bezwaren van de bovenomschreven garantieconstructie zijn vermeden.

8201681' ' -2-

De uitvinding verschaft daartoe een afsluitdeksel, waarbij de garantieconstructie bestaat uit een kantelbare scheurlip, aangebracht binnen de standaardhoogte van het schort van de sluitring, .welke scheurlip·door middel van twee in asrichting van het .

5 schort verlopende scheurlijnen met het schort is verbonden.

Om bij het hersluiten van het afsluitdeksel een afsluiting van de houder te verkrijgen die "insect infection proef" is, wordt de sluitring ter plaatse van de scheurlip dubbelwandig uitgevoerd, waarbij de buitenste wand door de scheurlip zelf wordt gevormd en de bin-10 nenste wand een continue voortzetting van de onderrand van het schort vormt.

Teneinde het openen van het afsluitdeksel op andere wijze dan via de scheurlip te bemoeilijken, is de onderrand van het schort bij voorkeur binnenwaarts afgeschuind. Op deze wijze heeft men behalve 15 bij de scheurlip geen goede greep op het deksel. Om ter plaatse van de scheurlip wel een goede greep op het afsluitdeksel te hebben, steekt de scheurlip in radiale richting enigermate buiten de omtreksrand van het schort uit en is de scheurlip aan de onderzijde voorzien van een nagelrand. Teneinde het kantelen van de scheurlip te vergemakkelijken, 20 is de wanddikte van het schort ter plaatse van die scheurlip dunner uitgevoerd dan de rest van het schort.

Teneinde de kans op vacuümlekken in de onder vacuüm afgesloten houders te verkleinen, is de radiaal naar binnen gerichte rand van de sluitring bij voorkeur getrapt uitgevoerd, waarbij het meest naar 25 binnen gelegen randgedeelte in axiale richting is verschoven naar het middenvlak door het schort en evenwijdig aan het vlak door de bovenrand van het schort. Op.deze wijze wordt een mechanische buffer gevormd voor het opvangen van stoten, die mogelijk tot vacuümlekken zouden kunnen leiden.

30 Het afsluitdeksel volgens de uitvinding wordt aan de hand van de tekening nader toegelicht. Hierin toont: fig. 1 een bovenaanzicht van de sluitring; fig. 2 een vooraanzicht van de sluitring; fig. 3 een doorsnede volgens de lijn III-III in fig. 1; 35 fig. 4 een onderaanzicht van de sluitring; 8201681----------- v - -\ < * -3- ' fig. 5 een detail van de sluitring op vergrote schaal; fig. 6 een deel van een potrand met daarop een deel van een afsluitdeksel volgens de uitvinding ter plaatse van de scheurlip; fig. 7 een doorsnede overeenkomstig fig. 6 op een plaats 5 buiten de scheurlip.

De sluitring 1 (zie fig. 1-5) heeft een L-vormige doorsnede, waarbij het ene been wordt gevormd door het schort 4, in hoofdzaak cilindrisch van vorm en het andere been door de radiaal naar binnen wijzende rand 3, die een aanslag vormt voor een doorgaans uit metaal 10 vervaardigde sluitplaat 18 (zie fig. 6-7). In de wand van het schort 4 is een scheurlip 2 aangebracht, die door middel van scheurlijnen is verbonden met de wand van het schort 4. De scheurlijnen 6 strekken zich slechts over een deel van de hoogte h van de sluitring uit.

Boven de scheurlip 2 is de wanddikte 7 van het schort 4 dunner uitge-15 voerd, zodat de scheurlip 2 kan kantelen, zoals in het hierna volgende nader wordt toegelicht. De‘onderrand 5 van het schort 4 is naar binnen toe afgeschuind om op deze wijze de greep op het deksel naast de scheurlip 2 te verkleinen.

Aan de binnenzijde van de schortwand zijn radiaal naar binnen 20 gerichte uitsteeksels 8 aangebracht, regelmatig verdeeld over de schort-omtrek. Deze uitsteeksels 8 zijn in doorsnede driehoekig en kunnen grijpen onder een buitenwaarts verdikte rand van een af te sluiten houder.

In fig. 5 is de constructie van de sluitring 1 ter plaatse van 25 de scheurlip 2 op vergrote schaal weergegeven. Het bovenvlak 23 van de sluitring 1 is getrapt uitgevoerd, waarbij het aandrukvlak 24 van de rand 3 naar het middenvlak door het schort 4 is verschoven. Op deze wijze wordt een kamer 9 gevormd, die dient als mechanische buffer voor het opvangen van stoten op de rand, waardoor de kans op vacuümlekken 30 aanzienlijk is verminderd. De wanddikte 7 ter plaatse van de scheurlip 2 is dunner uitgevoerd dan de normale wanddikte van het schort, waarbij het dikteverschil met het verwijzingscijfer 10 is aangegeven. De bovenzijde van de scheurlip 2 vertoont een afgeschuind vlak 14, zodat bij het uitoefenen van een kracht F op de scheur-35 lip 2, deze scheurlip om de kantellijn 11 kan kantelen, totdat het afgeschuinde vlak 14 komt aan te liggen tegen het verdunde wandgedeelte 7.

s 820 1 68 1 --------------: -4-

Bij het kantelen van de scheurlip 2 worden de scheurlijnen 6, waarmee de scheurlip 2 met het schort 4 is verbonden verbroken, waardoor controleerbaar is of de doqr middel van een afsluitdeksel volgens de uitvinding afgesloten houder inderdaad gesloten, is gebleven. Aan de onder-5 zijde van de scheurlip 2 is een als nagelrand uitgevoerde uitsparing . 13 aangebracht, teneinde een betere grip op de scheurlip 2 te verkrijgen. Ter plaatse van de scheurlip. 2 is de wand van het schort 4 dubbelwandig uitgevoerd. De binnenwand 12 vormt in axiale richting een- continue voortzetting van de verdunde wand 7 en in omtreksrichting een continue 10 voortzetting van de wand van het schort 4. Bij het kantelen van de scheurlip 2 om de kantellijn 11 wordt op de binnenwand 12 geen enkele kracht uitgeoefend, zodat deze zijn oorspronkelijke vorm behoudt.

In de figuren 6-7 is het afsluitdeksel volgens de uitvinding weergegeven, aangebracht op een af te sluiten houder van het pottype, 15 bestaande uit een. glaswand 15 met twee verdikte randen, aangegeven met de verwijzingscijfers 16 respectievelijk 17. Het afsluitdeksel bestaat uit een doorgaans uit metaal vervaardigde plaat 18, die ter versterking geprofileerd is uitgevoerd. De sluitplaat 18 is voorzien van een omgezette rand 19, waarbij aan de binnenzijde van de sluitplaat 18 20 een afdichtingscompound 20 is aangebracht, waarmee een vacudmdichte op de bovenrand 16 van de glaswand 15 kan worden verkregen. De afsluitplaat 18 wordt op de potwand 15 gedrukt door middel van de sluitring 1, waarbij de radiaal naar binnen gerichte rand 3 komt aan te liggen op de afsluitplaat 18, terwijl de naar binnen gerichte uitsteeksels 8 25 grijpen onder de bovenste verdikte rand 16 van de glaswand 15. De bovenrand van. de sluitring 1 is getrapt uitgevoerd onder vorming van een bufferruimte 9.

Teneinde de tussenruimte 22 tussen de twee verdikte randen 16 respectievelijk 17 "insect infection proof" te doen zijn, moet de af-30 geschuinde onderrand 5 bij 20 afdichtend aanliggen- tegen de buitenwand van de verdikte rand 17.

Ook na het verbreken van de garantieconstructie, dat wil zeggen na het kantelen van de scheurlip 2 moet de ruimte 22 afgesloten blijven en dit kan worden verkregen door de dubbelwandige uitvoering 35 van het schort 4 van de sluitring, 2oals in fig. 7 is weergegeven.

8201681 -5- 0 *· · *

De binnenwand 12 ligt aan tegen de buitenwand van de verdikte rand 17, zodat ook na het kantelen van de scheurlip 2 ter plaatse van de rand 21 een afdichting van de ruimte 22 wordt verkregen.

82 0 1 6 8 1 ” ' ~ \

Claims (6)

1. Afsluitdeksel voor het onder vacuüm afsluiten van een houder/ welk deksel bestaat uit een cirkelvormige sluitplaat met omgezette rand, een daarin aangebrachte afdichtcompound en een sluitring van kunststof, met L-vormige doorsnede, waarvan de radiaal naar binnen 5 gerichte rand een aanslag vormt voor de cirkelvormige sluitplaat en het nagenoeg cilindervormige schort de omgezette rand van de cirkelvormige sluitplaat omgeeft, waarbij aan de binnenzijde van het schort radiaal naar binnen gerichte uitsteeksels zijn aangebracht, welke kunnen grijpen onder de verdikte rand van een af te sluiten houder, 10 terwijl de sluitring tevens van een garantieconstructie is voorzien, met het kenmerk, dat de garantie-constructie bestaat uit een kantelbare scheurlip (2) aangebracht binnen de standaardhoogte (h) van het schort (4) van de sluitring (1), welke scheurlip (2) door middel van twee in asrichting van het-schort (4) verlopende scheurlijnen (6) 15 met het schort (4) is verbonden.

2. Afsluitdeksel volgens conclusie 1, dat de sluitring (1) ter plaatse van de scheurlip (2) dubbelwandig is uitgevoerd, waarbij de buitenste wand door de scheurlip (2) wordt gevormd en de binnenste wand (12) een continue voortzetting van de onderrand (5) van het 20 schort (4) vormt.

3. Afsluitdeksel volgens conclusies 1-2, met het kenmerk, dat de onderrand (5) van het schort (4) buiten de scheurlip binnenwaarts is afgeschuind.

4. Afsluitdeksel volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de 25 scheurlip (2) in radiale richting enigermate buiten de omtrekswand van het schort (4) uitsteekt en aan de onderzijde is voorzien van een nagelrand (13).

5. Afsluitdeksel volgens conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de wanddikte (7) van het schort (4) ter plaatse van de scheurlip (2) 30 dunner is uitgevoerd.

6. Afsluitdeksel volgens één der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de radiaal naar binnen gerichte rand (3) van de sluitring (1) getrapt is uitgevoerd, waarbij het meest naar binnen gelegen rand-gedeelte (3) in axiale richting is verschoven naar het middenvlak -3Τ0ΊΤ8Τ " " ........ t \ Ψ ^ Γ % -7- door het schort (4) en evenwijdig aan het vlak (23) door de bovenrand van het schort. 8201681"“