NL8300404A - Machine voor het oogsten van bonen e.d. - Google Patents

Machine voor het oogsten van bonen e.d. Download PDF

Info

Publication number
NL8300404A
NL8300404A NL8300404A NL8300404A NL8300404A NL 8300404 A NL8300404 A NL 8300404A NL 8300404 A NL8300404 A NL 8300404A NL 8300404 A NL8300404 A NL 8300404A NL 8300404 A NL8300404 A NL 8300404A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
conveyor
fan
machine
machine according
beans
Prior art date
Application number
NL8300404A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Fmc Food Machinery Europe Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Fmc Food Machinery Europe Nv filed Critical Fmc Food Machinery Europe Nv
Publication of NL8300404A publication Critical patent/NL8300404A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D45/00Harvesting of standing crops
    • A01D45/22Harvesting of standing crops of beans

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Harvesting Machines For Specific Crops (AREA)

Description

r.
V...........- *.
* * _ ι _ *' * . -- — • .. . _ I . . I I I. - III I ........ 1 1 ' III 1<—
Machine voor het oogsten van bonen e«d.
De uitvinding heeft betrekking op een machine voor het oogsten van bonen e.d., voorzien van een plukhaspel, 5 van een daarachter opgestelde eerste transporteur voor het : i vanaf de plukhaspel naar achter transporteren van bonen en i steelfragmenten e.d. naar een aangrenzende tweede transpor- t teur, en van een met de zuigzijde op het omkaste afvoereinde i ! van de eerste transporteur aangesloten ventilator, zoals i . i i 10 beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage 6611641. \ | . Tenemde het geoogste produkt, te weten in | dit geval de bonen, zonder waarneembare vertraging te kunnen afvoeren naar een vrachtwagen of ander voertuig ongeacht | de hoogte daarvan, is deze bekende machine voor het opnemen i ; 15 van de bonen aan het achterste einde voorzien van een door it | middel van een stangenstelsel en een hydraulisch bedienings- i orgaan ophefbaar en kantelbaar gemonteerde houder.
j Teneinde de houder niet te hoog te moeten op- l j heffen of te ver naar buiten te moeten kantelen en zodoende v ; 20 het zwaartepunt zo dicht mogelijk bij de hartlijn van de machine te houden voor het verbeteren van de stabiliteit, verdient het de voorkeur, dat een van de in hoofdzaak ver- li ' ! tikale zijden van de houder een transportband omvat voor | het versnellen van het lossen van de irihoud van de opgeheven ! 25 en gekantelde houder.
| · Het verdient de voorkeur, dat de plukhaspel t | φ dwars staat op de lengterichting van de machine en evenals ι de eerste en de tweede transporteur in hoofdzaak even breed ! is als het spoor van een trekker voor de machine.
30 Voor het vereenvoudigen van het transport ; van de machine over de weg verdient het. de voorkeur, dat j de eerste en tweede transporteurs samen met de plukhaspel ; een ten opzichte van de rest van de machine draaibare eenheid |___ vormen, waarbij een hydraulische kringloop is voorzien voor 8300404 * * — 2 — * het opheffen daarvan.
Voor het verbeteren van de scheiding vaii bonen van steelfragmenten e.d. verdiept het de voorkeur, dat een derde transporteur aansluit op de tweede voor het verder naar i 5 achter transporteren van bonen en nog achtergebleven steel- fragmenten e.d. naar een daarop aansluitende vierde transporteur voor het naar de houder transporteren van bonen, waarbij de zuigzijde van een ventilator is aangesloten op de omkaste overgang van de derde naar de vierde transporteur. 10 Voor het beter benutten van het vermogen van de ventilator, waarvan de zuigzijde is aangesloten op de omkaste overgang van de eerste naar de tweede transporteur, verdient het de voorkeur, dat de ruimte in de omkasting boven de eerste transporteur is afgesloten van de zuigzijde van 15 de ventilator door middel van een aan de omkasting aange- brachte buigzame flap, die zich uitstrekt tot het bovenste - part van de eerste transporteur.
Andere voordelige uitvoeringen voor het verschaffen van de afsluiting van de ruimte in de omkasting I 20 boven de eerste transporteur van de zuigzijde van de venti- j lator bestaan uit een aantal aan de eerste transporteur aan- gebrachte, opstaande en tot de omkasting bij het afvoereinde van de eerste transporteur zich uitstrekkende schoepen, of uit een draaibare borstel met een cilindrische omtrek, of 25· uit een band zonder einde, die deel uitmaakt van de omkasting | bij het afvoereinde van de eerste transporteur in samenwerking j met meenemers van de eerste transporteur.
I De uitvinding wordt nader toegelicht aan de I hand van de tekening,. waarin: j 30 Fig. 1A een zijaanzieht is van de bonenoogst- machine samens tel, fig. IC een bovenaanzicht is van de machine volgens fig. 1A, de fig. 2A - H andere mogelijke — 35 8300404 * « - 3 - constructies tonen van. een. detail-van", een schoonmaakfase van de machine volgens fig. 1A, fig. 3A een zijaanzicht is van 5 een opslaghouder van de machine, waarbij de houder met streepstip-.· pellijnen in een gekant'elde· en omhqog gehrachte stand is weer- _ gegeven, l fig, 3B een zijaanzicht is van een jq van de schoonmaakfase van de inrich ting, fig, 4 een zijaanzicht is van een andere uitvoeringsvorm van de opslaghouder, en fig. 5 een schema toont van een hydraulisch stelsel voor het regelen van de hoogte en het be-dienen van de hefcylinders van een opneeminrichting.
De bonenoogstmachine omvat een voorste opneeminrichting 10, die het gewas levert aan een eerste, t 20 naar achter zich uitstrekkende transporteur 12, die direct j i achter de inrichting 10 is aangebracht, verder een eerste gewas- j scheidings- of schoonmaakfase of -gedeelte 14, dat achter de i eerste transporteur is aangebracht en een groep blazers of ven- ! ί tilatoren 16 bevat, waarmee 90 % van het gewas wordt gescheiden 25 van bladeren en andere afvalmaterialen. Bonen, die gedeeltelijk zijn schoongemaakt in de eerste schoonmaakfase vallen op een twee-| de dwarstransporteur 9,.Achter het gewasscheidingsgedeelte 14, is een derde, naar achter zich uitstrekkende transporteur 18 aangebracht, die voert naar een tveede gewasscheidings- of schoon- j 30 maakfase of- gedeelte 20, dat althans een ventilator of blazer 22 bevat of een ander zuigorgaan, en voor het verwijderen van het gewas samenwerkt met een schuin geplaatste, naar achter zich ! . uitstrekkende, vierde transporteur 24, die leidt naar de inlaat i j— van een houder 26. De transporteur 24 is voorzien van een aan een i. —-- - ---------------- ------------- ------------- -* 8300404 4 < \ .-4- ^ v . · · ί · ., , vaste constructie daarvan gemonteerde.ventilator, die deel uit- j maakt van.een derde en laatste'schoonmaakfase of -gedeelte 28, | i
De houder 26 is bijvoorkeur gemonteerd aan. een'overhang end ge— i raamte 29 teneinde althans gedeeltelijk het gewicht uit te balan-5 ceren van.de’opneeminrichting 10 en bijbehorende onderdelen, die aan de voorkant van de trekker.30 moeten worden gemonteerd. j .De oogstmachine is uitgevoerd, zoals reeds gesteld, om te worden gemonteerd. aan een trekker, ; hetgeen de investeringskosten verlaagt, een grotere soepelheid i jq bij het gebruik verschaft, en het voordeel heeft, dat de kracht- bron onderdelen omvat, voor de gebruiker die gewoonlijk gemakke-* .
j lijk ter plaatse beschikbaar zijn. De plaats van de ogen van de ) } i bestuurder van de trekker is bij benadering aangeduid door het j .verwijzingscijfer 32.
j5 De opneeminrichting 10 omvat een plukhaspel 11, voorzien van een aantal in hoofdzaak radiaal zich .
i uitstrekkende tanden 13, waarvan er duidelijkheidshalve slechts een in de tekening is weergegeven.
De haspel 11 is draaibaar gemon- j 20 teer.d aan een geste 1 (niet weergegeven), dat zich in hoofdzaak ; in lengterichting aan weerszijden van de trekker uitstrekt. Het ‘
^ . I
aandrijfmiddel kan kettingen omvatten, die worden aangedreven ; i door een hydraulische motor (niet weergegeven). De tanden 13 van , de plukhaspel 11 hebben buitengedeelten, die iets schuin staan . i 25 ten opzichte van de radiaal zich uitstrekkende binnengedeelten.
Deze maatregel helpt bij het optillen van de bonenplanten tijdens het plukken. Een kasteindgedeelte 17 van plaatmetaal is verschuif-baar gemonteerd in een eindgedeelte 19 van een hoofdkast 21 (zie f iguur 1A), en volgt dicht de omtrek van de buitenpunten van 30 de plukhaspeltanden 13. Dit kastgedeelte 17 is verstelbaar, zodat : wanneer grote bonenplant-hoogteverschillen worden ontmoet, gewas— verlies in dat gehied wordt voorkomen. Het bovenste gedeelte van de kas.t 21 komt geleidelijk verder op afstand van de omtrek van de tanden 13, en strekt zich in een schuine richting in hoofdzaak _35 naar achter uit naar een_dwarsrug 23_,_vanwaar_het schuin naar 8300404 * -♦ 4 ·, - 5 - t « , beneden en naar achter loopt naar een rand bij een achtereinde ! van de schuinstaande eerste transporteur 12 van.de oogstmachine.; t
De eerste transporteur 12 strekt . zich uit onder een hoek van ongeveer 20° met de horizontaal vanaf • 3 een plaats· dich bij de haspel 11 bij ongeveer de negen-uur-plaats i daarvan, waarbij de transporteur beweegbaar is gemonteerd over • t twee rollen met een gebruikelijk ontwerp. De band van de transporteur 12 draagt op onderling gelijke afstanden van 10 mm aan- ' gebrachte dwarsmeenemers (niet weergegeven). De eerste transpor-jq teur kan met een ketting worden aangedreven vanaf dezelfde j hydraulische motor als gebruikt voor bet aandrijven van de haspel 10. Ook kunnen twee hydraulische motoren zijn aangebracht, een aan elke zijde van de machine, die beide aandrijfbaar zijn gekop-peld met de haspel en de eerste transporteur. De eerder vermelde ' J5 rand bij het bovenste einde van de eerste transporteur 12 is ver-bonden met een naar boven schuinstaand gedeelte 211 van de kast, welk gedeelte weer is verbonden met een ander naar boven schuin staand gedeelte 21*, waarbij de kast gedeeltelijk een draaibare ; » schoepenklep opneemt of een ander draaibaar, van sehoepen voor-. 1 . ' i 20 zien deel 25, dat vier of mogelijk zes buigzame sehoepen omvat "'s. * ’ (die hiema gedetailleerd zullen worden beschreven). De sehoepen raken bijna het schuine gedeelte 21* van de kast, waarbij de baan van de punten van de sehoepen ook dicht bij het bovenste einde i komt van de eerste transporteur 12 op een plaats, waar deze 25 om de bovenste rol van de eerste transporteur beweegt. Het draai-- bare schoependeel 25 wordt zodanig gedraaid, dat de punten van , de buigzame sehoepen in dezelfde richting bewegen als en met . een omtrekssnelheid gelijk aan de snelheid van het bovenste part 'van de transporteur 12. De diameter van het deel 25 is ongeveer 30 tweemaal die van de naburiga transportbandrol. Deze constructie bevordert de doeltreffendheid van het reinigen door te voorkomen, dat afgedwaalde luchtstromingen de door een ventilator in de eerste schoonmaakfaae of -gedeelte opgewekte stromingen verstoren.
i . L_ De verhouding van de diameter van het draaibare schoependeel 25 8300404 i s - 6 -
•L
tot de diameter van de.bovenste bandrol 97 kan liggen tussen 1 : 1 en 2 : 1,
Andere uitvoeringsvormen van het klepdeel zijn weergegeven inde fig. 2A — H. | 5 Het draaibare scboependeel 25 met buigzame flappen of schoepen dient voor bet tot een minimum beperken van de doorgang van lucht tussen het bovenste einde van de transporteur 12 en het kastgedeelte 21*, omdat anders een aanzienlijke luchtstroming door de ventilatoren. zou worden aan-jO ' gezogen uit bet gebied boven de transporteur 12. Omdat deze lucht- · stroming niet door het te reinigen gewas gaat, zou de luchtstroming geen bladeren en afval uit de bonen verwijderen. Verder zou , * | deze luchtstroming een doelmatige luchtstroming belemmeren door een doorgang 33, die zi'ch uistrekt tussen het onderste part van | ! J5 de transporteur 12 en de transporteur 9, zodat een zeer slechte doelmatigheid van bet reinigen in deze eerste fase worden bereikt.
De tweede dwarstransporteur 9 · j ligt direkt achter en onder het bovenste einde van de eerste j transporteur 12 en Begrenst de onderkant van de eerste luchtschei-20 dings— of reinigingsdoorgang 33, die zich over de gehele breedte · v van de oogstmachine uitstrekt, en althans in hoofdzaak overeen-' | komt met de Breedte van de plukhaspel 11. De luchtstroming 29 (aangeduid door een onderbroken pijl) door de doorgang 33 gaat naar de groep 16 van vijf ventilatoren 31, aangedreven door hy- 25 draulische mptoren via een V-riem-overbrenging (niet weergegeven). r Zoals duidelijk is uit fig. 1A, is het onderste einde van de door gang 33 zeer breed, waardoor dus hoge luchtsnelheden worden voorkomen, die onder droge en stoffige omstandigheden, die soms worden aangetroffen tijdens oogsttijd losse grond in de doorgang 30 zouden kunnen zuigen. ;
De- dwars transporteur 9 strekt zich uit over bet grootste gedeelte van de breedte van de eerste reinigingsdoorgang, waarhij de bewegingsrichting zodanig is, dat het _ bovenste part een mengsel van gewas en afvol lost op een onderste 8300404 t » * ‘ -7-.
v.
► · eindgedeelte van de.derde transporteur 18, die zich langs een j zijde van de trekker uitstrekt, dat wil zeggen zijdelings van de lengtehartlijn van de oogstmachine. | !
Benedenstrooms van de groep ven- 5 .. tilatoren 16 bevindt zich . een afvoerdoorgang 35, die eindigt in j een verspreidingsgedeelte 37, dat dient voor het verlagen van de snelheid van de lucht en van de afgevoerde bladeren en ander .
afval teneinde onder droge omstandigheden het blazen van stof ' * i t tot een minimum te beperken. De groep ventilatoren 16 is samen IQ met de afvoerdoorgang 35 gemonteerd aan een draaiverbinding 34 (zie fig. 1A) of ventilatordraaipunt aan het geraamte van de j opneeminrichting, welk punt samenvalt met het einde van het dek- i sel 21, waarbij twee hydraulische cylinders 39 de reinigingsfase als. geheel in de omhoog gebrachte stand houden (zie fig. 3B) . i 15 Als zodanig kan deze s choonmaak- fase door cilinders 39 naar beneden worden gedrukt voor het j verschaffen van een maximum uitzicht voor de machinebestuurder j (zie fig. I A) wanneer de opneeminrichting als geheel naar boven ' ^ I is; bewogen voor het transport over de weg. Deze hydraulische | ^ . # i 2o regeling is samengevoegd met een hydraulisch vereffeningsstelsel i van de opneeminrichting, zoals hierna onder verwijzing naar j fig. 5 zal worden heschreven. . j
Het verschafte uitzicht is althans . even goed wanneer de opneeminrichting zich in de werkstand be- * 25 vindt op het veld. j , De derde transporteur 18 strekt 1 zich naar achter uit onder de kleme hoek met de horizontaal van bijvoorbeeld 15 tot 20°, en is eveneens de eerste transporteur voorzien van dwarss taven of -meenemers (niet weergegeven).
I 30 . Het achtereinde van deze derde | transporteur 18 kan het gewas en overgebleven vuil en bladeren ; i lossen op een onderate eindgedeelte van de vierde transporteur | of evelator 24. De naburige einden van deze transporteurs 18 en i 24 zijn op een onderlinge afstand geplaatst teneinde de doorgang 8300404 - 8 -
V
v '· » mogelijk te maken·van.een in hoofdzaak vertikale-luchtstroming, aangeduid door de onderbroken pijlen 40, .welke stroming naar bo-ven wordt gezogen door de ventilator.of blazer 22, die draaibaar is om een horizontale hartlijn dwars op.de lengterichting van de . 5 oogstmachine. Zoals duidelijk zal zijn door de in fig. 1A weer-gegeven pijlen 40, staat de baan van de bonen of het andere nut-tige gewas ongeveer loodrecht op da richting van de luchtstroming, waardoor dus zo veel mogelijk wordt verzekerd, dat de bladeren en ander afval vrijwel volledig worden gescheiden van de bonen.
fc i jq De ventilator 22 van de tweede schoonmaakfase of -gedeelte kan j lucht en afval aan dezelfde zijde van de trekker afvoeren in het t : reeds- geoogste gebied als de elevator 24-rwaarbij echter als ge-volg van de lage snelheid van de afvoerlucht zelfs onder droge 1 omstandigheden weinig·verstoring zal optreden van de grond. j J5 De vierde naar achter zich uit- strekkende transporteur of elevator 24 heeft geschikte meene-mers met een hoogte van 75 tot 100 mm (niet weergegeven) , die j verzekeren, dat de boonpeulen op bevredigende wijze omhoog worden gebracht naar het bovenste einde van de transporteur, waar zij : i 20 · worden gelost op de dwarshoudertransporteur 56, zoals aangeduid door de streepstippellijn-pij len, De houdertransporteur 56 lost ’ in de houder 26.
Bij het loseinde van de elevator 24 hevindt zich een ventilator 47, draaibaar om een schuine ; ! 25 hartlijn, zie fig. IA, aan het elevatorgestel. Een gedeelte goot 48 regelt de luchtstroming door het gewas en de baan van het gewas tot op de houdertransporteur 56, die de bonen in de houder gooit. De ventilator 47 en een eerste gedeelte van de goot 48 bewegen niet wanneer de houder voor het legen wordt ge-30 kanteld. De tweede helft van de goot en de houdertransporteur 56 is gemonteerd aan de houder, en zal derhalve met de houder.
i bewegen tijdena het leegstorten. Evenals bij de voorlaatste reinigingsfas.e zuigt de ventilator 47 eerst onder een rechte hoek · en dan in de tegengestelde richting, zoals aangeduid door de 83 0 0 40 4
V
- 9 - getrokken pijlen 44 een luchtmassa door.het gewas, dat door deze luchtstroom heen beweegt. Achtergebleven.vuil, stof of zand wordt tijdens deze fase van de.werking verwijderd, zoals aangeduid door de onderbroken pijlen 46, en gelost op het j 2 geoogste geBied. Deze laatste reinigingsfase kan worden wegge- ; laten, indien het reinigen op het Bevredigende wijze is bereikt | - door de eerdere fasen. | .De tweede helft van de goot 48
is gemaakt van gedeelten, die in lengterichting schuin staan, J
. . . . 1 '· jq zoals is te zien in fig. 1A, en m dwars rich ting, zoals is te j zien in fig. 1C. Deze gootgedeelten verschaffen een uitspreiding van de Bonen op de Brede houdertransporteur 56, zodat de houder , in lengterichting gelijkmatig zal worden gevuld zoals door . streepstippellijnen aangeduid in de fig. 1A en 1C,
* Een olievoorraadhouder (niet j weergegeven) voor het hydraulische stelsel is zijdelings van de j houder 26 gemonteerd aan een gestel, en brengt dus de excentrische Belaating van de opneeminrichting en de transporteurs 18 en 24, i die zich langs de trefcker uitstrekken, in evenwicht. I
^ 20 Twee andere headerstelsels kunnen worden gehruikt, De eerste is een eenvoudige, "kantel-schuif” j houder, zoals weergegeven in de fig. IB en 3A. De houder 26 j wordt zodanig gekanteld, dat de rechter wand een schuine stand 1 • inneemt van ongeveer 45° teneinde een volledig verwijderen moge— i 25 lijk te maken van al het gewas tot in een verrijdbare opneembak, zoals een vrachtauto (niet weergegeven).. | ' Teneinde gevaarlijk en moeilijk i manouevreren te voorkomen teneinde deze opvangbak dicht genoeg hi j de machine te brengen voor het zonder verliezen opnemen van 30 het gewas, zal de houder eerst naar huiten worden gezwaaid, zoals is te zien in fig* 3A. De houder 26 is hiertoe bij 27 draai- i haar hevestigd aan een draaigestel 49, dat weer bij 49A draai— I ' haar is gemonteerd aan het houderdraaggestel. ; j— Wanneer de hydraulische bedienings— t____________, 8 3 0 0 40 4 - 10 - s. t organen 52 een kracht uitoefenen tegen de.houder 26, zal deze om .
. ί
27 naar buiten zwaaien totdat de pennen 49B van de staven 49C
' j door de sleuven 49D in bet draaigestel' zijn bewogen an een verde-re zijdelingse beweging begrenzen van de totale constructie. De 5 bedieningsorganen 52 doen door het verder uitoefenen van kracht ; j op de houder, deze volledig draai- en om het draaipunt 27 tot in de los&tand 26B (streepstippellijnen).
Wanneer de bedieningsorganen 52 ; j worden ingetrokken, zal de houder 26 eerst weer naar beneden ko- , ί JO men, en dan om het draaipunt 27 worden teruggetrokken tot in de | uitgangsstand. j
Een tweede, alteraatief houder- j stelsel is weergegeven in fig. 4. Het grootste gedeelte van de ; houder 126 is gemaakt van gebruikelijk plaatmetaal, belalve | j5 een zijwand J28, die wordt gevormd door het bovenste part van een ! transporteur 130, die is versterkt om het totale gewicht te | dragen van het gewas, dat zich in de houder bevindt. Een eerste j i „ gedeelte van de slag van de hydraulische bedieningsorganen 152 * '**' '" · - i heft de houder op en draait deze om het draaipunt 127, dat op ” 20 een afstand D onder een bovenste rol-ligt van de houderwandtrans- porteur 130. De houder wordt opgetild wanneer de bedieningsorga- nen hun slagen voortzetten totdat de houderwandtransporteur 130 een schuine stand beeft van ongeveer 5° ten opzichte een de horizontaal (streepstippellijnen in fig. 4).
25 ', Het lossen wordt geholpen door het aandrijven van de houderwandtransporteur 130 door een j hydraulische motor (niet weergegeven) , zodat de gehele gewasmassa geleidelijk en bestuurd uit de houder wordt afgevoerd en gelost
in een verrijdbare opvangbak langs de oogstmachine. De afstand D
30 verschaft een veilige overhanging, waarbij een soortgelijke be- ^ grenzing is aangebracht voor de houder volgens fig. 3A. j
De plukhaspel 10, de transporteurs _ 12,9 en IS zijn alien gemonteerd aan een geraamte, dat bij .62 .
{ 1----draaibaar is aan een vast gestel (geen van beide is weergegeven).
83 0 0 40 4 - Π - ν I : : ; Ί
Een of twee hydraulische bedieningsorganen (niet weergegeven) ; i zijn direkt werkzaam tussen het vaste gestel en het draaibare | geraamte voor.het omhoog bewegenvan het draaibare geraamte j wanneer de oogstmachine niet werkzaam is..De groep ventilatoren 5 16 en hijbehorende goot is afzonderlijk draaibaar teneinde deze elementen naar beneden in te trekken en dus het belemmeren van .- het uitzicht van de bestuurder te voorkomen. De afwezigheid van • i veren in de verbinding tussen de gestellen verzekert, dat het j i draaibare geraamte niet zal opveren bij het werken op het veld.
r JO Onder verwijzing naar de mogelijke ί andere uitvoeringsvormen van de constructie, die de stroming | van lucht begrenst over de uitlaat van de eerste transporteur, .
- zoals weergegeven in fig. 2A, is de draaibare schoepenklep 25 j vervangen door een klepmiddel in de vorm van een eveneens in - j
dwarsrichting zich uitstrekkend deel 70, dat vier langwerpige J
borstels omvat. In het algemeen zal een dergelijke constructie j minder Bevredigend zijn dan de voorkeursconstructie, omdat de | weliswaar buigzame Borstels, tenzij zij zeer dicht en derhalve. j kostbaar zijn, de neiging hebben daarin een aanzienlijke lucht- i 2Q stroming door te laten.
-s Bij de constructie volgens fig. 2B, zijn de schoepen vervangen door rubberen flappen 72, die elk. zijn gemonteerd aan een dwarsstaaf 74, vastgezet aan een ' j as 76 van de klep. De werkihg van deze constructie is in hoofd- ; i 25 zaak dezelfde als die van de hiervoor gedetailleerd beschreven j ' voorkeursconstructie. j
Bij de in fig. 2C weergegeven i . uitvoeringsvorm, is de draaibare schoepenklep 25 vervangen door een onder veer belasting staande enkelvoudige flap 80, welke , j 30 veerbelasting echter licht moet zijn teneinde beschadiging te . voorkomen aan het gewas, waarbij het moeilijk is een goed compromis te hereiken, waarbij de veerbelasting voldoende licht is om j I deze beschadiging te yoorkomen, maar voldoende sterk om te voor- | komen dat de flap door de zuigwerking, veroorzaakt door de groep i l { 35 ventilatoren 16, wordt bewogen. | j - 8300404 * « — 12 — #
-----------=------ ·, I
. I
..00kkan.de flap 80 mechanisch
in gekozen standen. worden gegrendeld. Dit kan echter gevaarlijk zijn voor verstoppingen van het ene gewas.tegen deze vaste flap, omdat .de doorgang klein moet worden gehouden voor het verminderen 5 van de zuiging van nutteloze lucht. I
Fig.' 2D toont een hulpstand 82,' waarvan het onderste part 84 schuin staat en op afstand van . het bovenste eindgedeelte 86 van de eerste transportband 12.
Deze hulpband heeft het voordeel, dat gewasbeschadiging en . jq verstopping tot een mimimum worden beperkt, waarbij echter tenzij de band op een'of andere wijze een veermontering bezit, er een t* gevaar van gewasbeschadiging en blokkering bestaat in het geval van een. groot aantal bonen, dat tracht gelijktijdig het loseinde van de transporter 12 te verlaten.
J5 Fig. 2E toont een wijziging van de constructie volgens fig. 2D, doordat de band is voorzien van dwarslatten 88. Deze hebben een soortgelijke werking als de rub-.beren flappen van de uitvoeringsvorm volgens fig. 2B. :
Bij de in fig. 2F weergegeven uit- 20 voeringsvorm wordt de luchtstroming begrensd door een rubberen flap 90, die hangt aan een plaatdeel 92, dat zelf is vastgezet . aan -een onderoppervlak van de binbaikant van de kast 21. Hoewel dit in werking over het algemeen bevredigend is, bestaat er een gevaar, dat het voortbewegen van de bonen en bladeren kan worden ' .'25 vertraagd indien de flap te veel invloed daarop uitoefent of dat, indien de flap voldoende buigzaam is, deze zal worden uitgebogen • door de uitgeoefende zuigkracht. Op te merken is, dat deze flap 90 op af stand is geplaatst van het einde van de eerste transpor- • teur, hetgeen het voordeel heeft, dat eenluchtdek bij de rubbe-30 ren flap een verlaagde snelheid zal hebben op het moment, dat deze luchtlek het amals.te punt bereikt tussen de kast en de rol . van de eerste transporteur.
Bij .de in fig. 2G weergegeven uit- I— . voeringsvorm is,.de hand van de eerste transporteur 12 zelf voor- » 8300404 “13 — zien van latten 94, die stijf zijn en de.neiging hebben een lucht-stroom te voorkomen.tussen de transporteur en de bovenste vaste j kast door als gevolg van de Beschermende werking, die de latten uitoefenen. ! ' j | | j ' Bij de laatste in fig. 2H weerge- I geven uitvoeringsvorm, omvat bet klepmiddel een in doorsnede zes- I hoekige as 95, aan elk vlak waarvan een buigzame rubberen flap 96 I is vastgezet. De bovenste rol 97 van de transporteur 12 moet een • grotere diameter hebben dan de onderste rol, waarbij het middel- j jq punt van de as 95 naar achter is verplaatst ten opzichte van de .
| hartlijn van de bovenste rol 97 van de band 12. Met dit klepmid- ! del heeft de Band 12 Bij voorkeur geen latten of meenemers, waar- \ bij dan echter bet werkzame oppervlak ruw moet zijn. Deze mogelijk- i j beid vermindert turbulentie Bij de klep, waarbij een bovenmatige | ί I turbulentie in de vertikale doorgang, die de luchtstroming 29 j draagt, kan warden verminderd door een gebogen luchtgeleiding 29r, | die zich- langs een zijde van een rand van de dwarstransporteur 9 ! uitstrekt. 1 t ! | Zoals reeds aangeduid, is bet van cv ! 20 Belang dat de plukhaspel te alien tijde tijdens de werking de ! · vereiste boogte aanhoudt, omdat anders de plukhaspel de neiging ! zalrbebben vuil en stenen alsmede gewas op te nemen indien de j j · haspel te laag ligt, of waardevol gewas mist indien de haspel te • hoog ligt. Een vereffeningsstelsel, zoals beschreven in de sameir- I 25 hangende Britse octrooiaanvrage 25.310/75, kan zijn opgenomen in de bonenoogstmachine, waarbij een glijplank of skie van een der-’ gelijk stelsel in fig. 1A is aangeduid Bij 60. Ook kunnen waar- ! neemrollen of -wielen worden gebruikt. Een vuilschraper zal zijn | gemonteerd voor bet verwijderen van vuil van elke rol of elk ? 20 wiel. Evenals bij de skie-constructie, zijn de wielen in hoogte | . verstelbaar.
j
Zoals hiervoor vermeld is de plaat- singsregeling van de eerate reinigingsfase over de volledige __ breedte samengevoegd met het vereffeningsstelsel van de opneem·** -----inrichting (zie fig. 51. ... __________________ ....... _ 8300404 . > — 14 _ ί
Wanneer.een 6/3 klep 100 van de . vereffeningskringloop zich in de stand ^2^ hevindt, verschaft . e£n ononderbroken oliestroming uit de.leiding 102' een nauwkeurig vereffenen van de opneeminrichting door middel van de cilinders ^ 103, (slechts een weergegeven), waarbijeen kleine hoeveelheid van het gewicht van de opneeminrichting op de grondwaamemende j glijplanken 60 (fig. 1A) of de wielen wordt gelaten, zoals gere- | geld door een instelbare ontlastklep 104. De bedieningsorganen j 39 voor de reinigingsventilatorcons true tie worden dan ingetrokken \ j jq en van het stelsel afgesloten.
Door middel van de 6/3 klep 100, kan de opneeminrichting worden opgetild wanneer de klep in de stand "O'* wordt geplaatst, omdat dan de instelbare ontlastklep 104 is afgesloten, en slechts een hoger ingestelde ontlastklep 108 voldoende druk verschaft voor het optillen van de volledige opneeminrichting. In deze stand blijven dus de ventilatorbedie-ningsorganen 39 ingetrokken.
Wanneer de machine gedurende een lange tijd over de weg moet rijden, wordt de opneeminrichting v 20 mechanisch vergrendeld, en de 6/3 klep 100 geschakeld in de * f j stand ,T1", zodat: de olie onbelemmerd terugkeert naar de oliehou- ! der. Voor een beter uitzicht voor de bestuurder, wordt een onder veerhediening staande 3/2 klep 110 geschakeld in de “l" stand, waardoor de ventilatorbedieningsorganen 39 worden verbonden met 25 de oliehouder (niet weergegeven) via een smoorklep 112, die ^ i Ϊ . dient voor het regelen van de snelheid van de neerwaartse bewe- . t ·; ging van de reinigingsventilatorconstructie onder het eigen ge- j wicht. Wanneer de opneeminrichting voor de werking weer naar
| . beneden wordt bewogen, waarbij de klep 100 zich in de stand H2M
• 3o bevindt, wordt de olie direkt geleid naar de ventilatorbedienings-j organen 39, zodat de reinigingseonstructie zich altijd in de j werkstand zal bevinden. De 3/2 klep 110 is derhalve aangebracht j ! als. een door veerspanniiig bedienbare klep, die de oorspronkelijke ! ' "0" stand herstelt (loskoppelen van de oliehouder), wanneer de ; 35 hefboom wordt losgelaten.
83 0 0 40 4 , , —15 — ♦ . . .De wijze van werken van de f .beschreven bonenoogs machine is alsvolgt. j • i -.De draaibare plukhaspel II draait, f gezien in fig. IA, linksom waarbij Bonenplanten door.de tanden 5 13 uit de grond worden getrokken en inde kast 21 gegooid op het | naar boven en achter Bewegende Bovenste part van de eerste trans- | porteur 12, Onder de kast 21 ligt de onderste rol van de band 12 | dichtbij de omtrek van de tanden 13 van de haspel en op minder | dan de helft van de hoogte van de haspel, waardoor verliezen wor- I jq den voorkomen, De draaisnelheid van de haspel is zodanig, dat het · | · plantenmateriaal banen volgt tot op het bovenste part van de transporteur 12, De band 12 heeft een breedte, die althans gelijk is aan de Breedte van de haspel, die zelf althans even breed is als de dragende trekker, zodat het plantenmateriaal bij de eerste J5 reinigings—of -gedeelte 14 niet wordt geconcentreerd. !
Bij de eerste reinigingsfase dient de ventilatorgroep 16 voor het naar beneden zuigen van een luchtstroming, zoals aangeduid door de onderbroken pijlen 29, i welke lucht tussen de bovenste rol 97 van de transporteur 12 en 20 de draagconstructie van de dwarstransporteur 9 wordt doorgezogen.
<·.
De draaibare klep 25 (in een van de uitvoeringsvonnen), voorzien van huigzame flappen (of soortgelijke organen) maakt de door-gang mogelijk van plantenmateriaal tot in de eerste reinigingsfase zonder aanzienlijke hoeveelheden lucht vanuit de kast 21 te 25 zuigen. Indien te veel ldcht uit de kast 21 zou worden gezogen, * ,, zou de scheiding nadelig worden beinvloed. Door het aanbrengen . van de groep ventilatoren 16 en de overeenkomstig brede kast, wordt de dunne verspreiding van het plantenmateriaal, verschaft door de band 12, in het reinigingsgedeelte gehandhaafd waarbij 30 bladeren, stelen en vuil door de groep ventilatoren naar boven ' worden gezogen, en de relatief zwaardere en minder aerodynamische i gevoelige bonen op de dwarstransporteur 9 vallen. De vorm van de I doorgang 29 voor het begrenzen van de luchtstroming is zodanig, i dat wervelingen worden opgewekt ongeveer ter hoogte van de draai- 35____ klep 25 of iets boven die hoogte, zodat de bladeren en het lichtere 8300404 > - .
’ * · — 16 — materiaal worden opgenomen in de luchtstroming, waarbij de .
zwaardere bonen op de transporteur vallen. .Eenbovenmatige turbulentie wordt echter voorkomen door de luchtgeleiding 29*.
' Enige werveling is gewenst, omdat het in bepaalde omstandigheden ^ mogelijk is, dat· een boon, in .het'bijzonder indien deze rust op een blad en dwars op de luchtstroming ligt, naar boven zal worden gedragen. Indien deze boon echter door een werveling gaat, zal het werkzame oppervlaktegebied in aanzienlijke mate worden verminderd wanneer de boon op een lijn beweegt met de algemene jq richting van de luchtstroming, zodat de boon zal vallen, zoals nodig is om verliezen te voorkomen. Als gevolg van het grotere dwarsdoorsnedegehied van deze doorgang (hetgeen zich uitstrekt over de volledige hreedte van de oogstmachine) , worden de lucht-snelheden laag gehouden, waarbij de afvoer door de goot 35 en de 15 verspreider 37 zodanig is, dat zelfs onder droge omstandigheden • geen stofmoeilijkheden worden opgewekt. Het verwijderde materiaal wordt direkt teruggehracht op het veld, wanwaar de bonen daarvoor zijn verwijderd. j . ' i
De bonen en overgebleven vuil, 20 bladeren en stenen, opgenomen op de transporteur 9, worden gelost op de in lengterichting zich uitstrekkende derde transporteur 18.
De tweede reinigingsfase of -ge-deelte 22 is aangebracht bij het benedenstroomse einde van de transporteur 18 en het bovenstroomse einde van de elevatortrans-25 porteur 24. De ventilator 22 verschaft in de bijbehorende goot j een naar boven gerichte luchtstroming, zodat vuil, bladeren en | andere voorwerpen naar boven worden gezogen, waarbij de bonen i worden opgenomen op de meenemers van de transporteur 24. Bij deze tweede reinigingsfase is de massastroming van de lucht aanzienlijk 3Q minder dan bij de eerste reinigingsfase, waarbij het echter dui-delijk zal zijn, dat de hoeveelheid te verwijderen materiaal ook aanzienlijk kleiner is. Evenala bij de.eerste reinigingsfase wordt het materiaal direkt afgevoerd op de grond, waarvan zo juist de ! oogst is- verwijderd.
8300404 « _ 17 „ t --;-— ]
Zoala uit de plaats van de ogen ' » 32 van de trekkerbestuurder duidelijk.is,.heeft deze een goed uitzicht over'het materiaal, wanneer dit over detransporteur J8 wordt getransporteerd, waarbij omdat in de juiste werkomstan— 5 digheden een zeer. aanzienlijk gedeelte van het vuil wordt ver- • » | wijderd, hij gemakkelijk met het oog kan nagaan of een foute I ..- werkxng plaatsvindt hij de eerste reinigingsfase. ! } ? { De evelatortransporteur 24 lost > | op de transporteur 56, die weer lost in de houder 26, waarbij het ? , | |Q afvoergebied tussen de transporteurs 24 en 56 ook een derde t i | reinigingsfase kan vormen. Indien de derde fase is opgenomen, i I verschaft de ventilator 47 een naar boven gerichte luchtstroming, die dient voor het verwijderen van overgebleven vuil en bladeren, stelen enz., die zijdelings ten opzichte van de houder naar bene- 15 den worden afgevoerd op de grond, die zo juist is geoogst. i j - Wanneer de houder 26 een volledige i ! vulling bonen heeft opgenomen, wordt de houder opgetild en ge- | * kanteld door middel van de hydraulische bedieningsorganen 52 j teneinde de Bonen te lossen in een vrachtwagen of aanhanger, j 20 die naast de oogstmachine is gebracht, Dit lossen wordt in aan- "X · * · I zienlxjke mate bevorderd door de uxtvoeringsvornt van de houder I met een beweegbare wand. Zoals uit de voorgaande beschrijving | duxdelijk zal zijn, geeft de montering van de oogstmachine aan op een gebruikelijke trekker geen aanleiding tot grote moeilijk- | 25 -heden met betrekking tot de stabiliteit van de trekker, omdat het ! gewicht van de opneeminrichting 10 aan de voorkant van de trekker • j - 30 in hoofdzaak wordt vereffend door de overhangende houder 26 en j andere onderdelen aan de achterkant van de trekker. ! f.. Zoals reeds gesteld, verzekert het •. 30 vereffeningsstelsel, dat de haspel 11 ongeacht golvingen in alle verkomstandigheden op in hoofdzaak dezelfde hoogte vanaf de grond j zal worden gehouden. ! j j Door het aanbrengen van de hydrau- : lische bedieningsorganen 52, die de houder voor het lossen omhoog ; 35 bewegen kan het voertuig, dat de bonen opneemt, een willekeurige 8300404 i --- ---——-------------------------1 — 18 — geschikte hoogte .hebhen, zodat.dus. een'bijzondere laag ladende
aanhahger niet.nodig is.· . I
. ·. !
. I
*. t ! ' ! I i I · ; {
. I
i . · . i : . i t ί
• I
i . { ί . j I . · ί ! » ‘ ! • i - " - i ί - . . » I ;·
ί . , *Y
ί ’ , ‘ » | · . ! t ...
! « ί * ; ♦ ! · \ ...
ί ι r ' .
8 3 0 0 4 0 4

Claims (11)

1. Machine voor het oogsten van honen e.d., voorzien van een plukhaspel, van een daarachter opgestelde i i | j eerste transporteur voor het vanaf de plukhaspel naar achter ! I transporteren van bonen en steelfragmenten e.d. naar een -f j 5 aangrenzende tweede transporteur, en van een met de zuigzijde t . ! ; op het omkaste afvoereinde van de eerste transporteur aan- ! I I i gesloten ventilator, met het kenmerk, dat voor het opnemen 1 j , i van de bonen aan het achterste emde van de machine een ! j I j houder (26; 126) door middel van een s’tangenstelsel (49A, I 10 49B, 49C) en een hydraulisch bedieningsorgaan (52; 152)’ ophef- > j i baar en kantelbaar is gemonteerd. j
2. Machine volgens conclusie 1, met het kenmerk, ; dat een (128) van de in hoofdzaak vertikale zijden van de | houder (126) een transportband (130) omvat voor het versnellen j 15 van het lossen van de inhoud van de opgeheven en gekantelde | I S houder. i ·
3. Machine volgens conclusie 1 of 2, ! I ! | met het kenmerk, dat de plukhaspel (11) dwars staat op de 1 lengterichting van de machine en evenals de eerste (12) en 1 20 de tweede transporteur (9) in hoofdzaak even breed is als J t j het spoor van een trekker voor de machine. S
4. Machine volgens conclusie 3, met het kenmerk, . dat de eerste (12) en tweede transporteur (9) samen met de j plukhaspel (11) een ten opzichte van de rest van de machine r 25 draaibare eenheid vormen.
5. Machine volgens conclusie 4, met het kenmerk, ; dat een hydraulische kringloop is voorzien voor het opheffen | van de eenheid (11, 12, 9).
! . 6. Machine volgens een der voorgaande con-30 clusies, met het kenmerk, dat een derde transporteur (18) aansluit op de tweede (9) voor het verder naar achter trans-porteren van bonen en nog achtergebleven steelfragmenten e.d. 8300404 * — 20 — ----------1 naar een daarop aansluitende vierde transporteur (24) voor het naar de houder (26; 126) transporteren van. bonen, waar- : bij de zuigzijde van een ventilator (22) is aangesloten op de omkaste overgang van de derde naar-de vierde transporteur.
7. Machine volgens een der voorgaande con- clusies, met het kenmerk, dat de ruimte in de omkasting (211; 21) boven de eerste transporteur (12) is afgesloten van de zuigzijde van de ventilator (16) door middel van een aan de omkasting aangebrachte buigzame flap (80; 90), 10 die zich uitstrekt tot het bovenste part van de eerste transporteur.
8. Machine volgens een der conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de ruimte in de omkasting (21T) boven de eerste transporteur (12) is afgesloten van de zuig-15 zijde van de ventilator (16) door middel van een aantal aan de eerste transporteur aangebrachte, opstaande en tot de omkasting bij het afvoereinde van de eerste transporteur zich uitstrekkende schoepen (94).
9. Machine volgens een der conclusies 1-6, I 20 met het kenmerk, dat de ruimte in de omkasting (21') boven i j de eerste transporteur (12) is afgesloten van de zuigzijde ! j van de ventilator (16) door middel van een draaibare borstel i j (70) met een cilindrische omtrek. i ' • .
10. Machine volgens een der conclusies 1-6, j 25 met het kenmerk, dat de ruimte in de omkasting (21*) boven i ; de eerste transporteur (12) is afgesloten van de zuigzijde van de ventilator (16) door middel van een band zonder einde (84), die deel uitmaakt van de omkasting bij het afvoereinde » t ; van de eerste transporteur, in samenwerkxng met meenemers 30 (89) van de eerste transporteur. I
11, Machine in hoofdzaak zoals in de be- j schrijving beschreven en in de tekening weergegeven, t 35 ( _ -- .... ......... 8300404 -
NL8300404A 1975-07-04 1983-02-03 Machine voor het oogsten van bonen e.d. NL8300404A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
GB28169/75A GB1547990A (en) 1975-07-04 1975-07-04 Harvesters
GB2816975 1975-07-04

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8300404A true NL8300404A (nl) 1983-06-01

Family

ID=10271383

Family Applications (2)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7605448A NL7605448A (nl) 1975-07-04 1976-05-21 Oogstmachine.
NL8300404A NL8300404A (nl) 1975-07-04 1983-02-03 Machine voor het oogsten van bonen e.d.

Family Applications Before (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7605448A NL7605448A (nl) 1975-07-04 1976-05-21 Oogstmachine.

Country Status (10)

Country Link
US (1) US4178743A (nl)
BE (1) BE843571A (nl)
BG (1) BG31941A3 (nl)
CA (1) CA1061216A (nl)
DE (1) DE2623273A1 (nl)
ES (1) ES449507A1 (nl)
FR (1) FR2332696A1 (nl)
GB (1) GB1547990A (nl)
IT (1) IT1058230B (nl)
NL (2) NL7605448A (nl)

Families Citing this family (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1555321A (en) * 1975-06-13 1979-11-07 Fmc Food Machinery Europe Nv Pea harvesters
FR2446056A1 (fr) * 1978-12-06 1980-08-08 Conserve Cie Gle Appareillage permettant d'effectuer la recolte des epinards ou de produits agricoles analogues
DE3240423C2 (de) * 1982-11-02 1985-04-04 Friedrich 4000 Düsseldorf Tauscher Zieh- und Fördereinrichtung für auf Halmen oder Büscheln wachsende Feldfrüchte, vorwiegend Hülsenfrüchte
FR2578382B1 (fr) * 1985-03-06 1987-05-29 Inst Techn Cereales Fourrage Recolteuse pour parcelles experimentales
CA2612046A1 (en) * 2007-11-22 2009-05-22 Rem Manufacturing Ltd. Dust management system for a harvester
US7811161B1 (en) * 2009-05-18 2010-10-12 Cnh America Llc Corn cob collection device with stowable conveyor system having positive de-husking capability
EP2493793B1 (en) * 2009-09-29 2016-04-20 CNH Industrial Belgium nv Biomass feed system using an air blanket for improved distribution within a corn cob collection device
FR3084238B1 (fr) * 2018-07-27 2021-02-26 Terre De Lin Machine de recolte de lin avec aspirateur integre
CN112166799A (zh) * 2020-11-05 2021-01-05 湖北双兴智能装备有限公司 一种蚕豆联合收割机
CN117337688B (zh) * 2023-11-02 2024-05-17 湖州丰源农业装备制造有限公司 一种大豆收割脱粒一体机及其控制方法

Family Cites Families (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US517980A (en) * 1894-04-10 Combined elevator
US913377A (en) * 1907-10-03 1909-02-23 Charles J H Grant Valve for grain-separators.
US1454071A (en) * 1921-03-26 1923-05-08 Owens Charles Grain harvester
US2257552A (en) * 1939-03-29 1941-09-30 George W Hammack Apparatus and method for cleaning and separating leaf tobacco
US3034646A (en) * 1959-08-27 1962-05-15 American Mach & Foundry Tobacco classifying apparatus
DE1152340B (de) * 1960-10-31 1963-08-01 Hauni Werke Koerber & Co Kg Vorrichtung zum Sichten von Tabak
SU140626A1 (ru) * 1961-01-05 1961-11-30 В.В. Попов Устройство дл разделени и очистки зерновых смесей
US3165874A (en) * 1963-01-07 1965-01-19 Emmett H Osteen Blower for combines
DE1913815A1 (de) * 1969-03-19 1970-10-01 Koedel & Boehm Gmbh Druckwindreinigung fuer Maehdreschmaschinen
US3593051A (en) * 1970-01-29 1971-07-13 Akbar S Electric motor
US3962072A (en) * 1973-07-20 1976-06-08 Ramacher Manufacturing Company Air separator apparatus
DE2341363C3 (de) * 1973-08-16 1979-05-31 Kali-Chemie Ag, 3000 Hannover Verfahren zur Herstellung eines Katalysators zur Zersetzung von Hydrazin und seinen Derivaten

Also Published As

Publication number Publication date
BG31941A3 (en) 1982-04-15
GB1547990A (en) 1979-07-04
ES449507A1 (es) 1977-08-01
FR2332696B1 (nl) 1980-05-30
CA1061216A (en) 1979-08-28
DE2623273A1 (de) 1977-01-27
BE843571A (fr) 1976-10-18
US4178743A (en) 1979-12-18
FR2332696A1 (fr) 1977-06-24
IT1058230B (it) 1982-04-10
NL7605448A (nl) 1977-01-06

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4753296A (en) Vegetable harvester
US4482019A (en) Earth surface cleaning machine
CA2981083C (en) Stripper-harvester; harvesting device
CA2610523A1 (en) Apparatus for moving grain from a pile or a bag
US4229932A (en) Harvesters
NL8300404A (nl) Machine voor het oogsten van bonen e.d.
US4287707A (en) Harvesters
US3387442A (en) Nut harvesting machine
US8216035B2 (en) Cleaning system for a crop flow
US5930987A (en) Harvesting apparatus
US3777327A (en) Litter pick-up machine
WO2015003232A1 (pt) Aperfeiçoamento em recolhedora e processadora de grâos
US4520617A (en) Cotton harvester
US3306018A (en) Harvester for pod type crops
US6990794B2 (en) Conveyor means for a fruit harvester
US7275359B2 (en) Cleaning arrangement for a fruit harvesting machine
US4345655A (en) Rock picker with storage conveyors
US2717076A (en) Potato harvesting machine
US10257980B1 (en) Nut row harvester
JP2006296332A (ja) 野菜収穫機
JPH10313634A (ja) 農産物収穫機における収穫物搬送装置
EP3132669B1 (en) Device and method for separating plant products of admixtures
US2753676A (en) Pick-up and feed for harvester
FR3055179B1 (fr) Chargeuse de tubercules
CA1060750A (en) Bean harvest assembly

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
A85 Still pending on 85-01-01
BB A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed