NL8300209A - Inrichting voor het transporteren en scheiden van gevouwen drukproducten. - Google Patents

Description

— X — ** *·^ k

Inrichting voor het transporteren en scheiden van gevouwen drukproducten.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het transporteren en scheiden van gevouwen drukproducten, die door een rotatiemachine op een transportband in een schubbenstroom worden toegevoerd, waarbij steeds twee drukproducten in el-5 kaar gevouwen maar zijdelings ten opzichte van elkaar zijn verplaatst en waarbij de inrichting als grijporganen rollen heeft, die zijn aangebracht aan een in rails geleid eindloos transportorgaan, waarbij iedere rol verend tegen ten minste een aangrenzende rol ligt en de drukproducten aan hun rand 10 tussen de rollen worden vastgegrepen en getransporteerd.

Uit het CH-PS Nr. 322 276 is een inrichting voor het transporteren van gevouwen kranten bekend, waardoor de schub-vormig op elkaar liggende, gevouwen kranten aan êén zijde

'"V

aan deniet bedrukte rand door klemrollen kunnen worden vast-15 gegrepen, golf vormig afgebogen en getransporteerd. De klemrollen zijn aan een eindloze ketting bevestigd, die in geleidings-rails is geleid, die horzizontaal en vertikaal in willekeurige richtingen kunnen lopen. Deze transportinrichting bereikt een hoge transportcapaciteit en heeft in de praktijk goed 20 voldaan.

Sedert einige tijd is het bij bepaalde drukproducten gebruikelijk bij rotatiemachines in het vouwapparaat telkens twee drukproducten in elkaar te vouwen, waarbij de beide drukproducten zijdelings ten opzichte van elkaar over onge-25 veer 25 tot 30 mm zijn verplaatst, zodat de rand van het binnenste uit het buitenste drukproduct steekt.

Uit het DE-PS 2 417 614 is een eindloze transportinrichting met twee rijen rondlopende beugelgrijpinrichtingen bekend.

30 De op dwarsstangen gedwongen verschuifbaar geleide grij pers pakken de drukproducten aan de rand vast en leiden deze nauwkeurig dwars op de transportrichting uiteen. De schubbenstroom beweegt tijdens het scheiden in een horizontaal vlak.

In het bijzonder bij dikke producten en hoge transportsnel-35 heden werkt deze inrichting niet optimaal.

Aan de uitvinding ligt het probleem ten grondslag een inrichting van de in de aanhef genoemde soort zodanig uit te 8300209 - ' - 2 -» voeren, dat de drukproducten niet slechts worden getransporteerd maar de verplaatste in elkaar gevouwen drukproducten gelijktijdig ook automatisch uit elkaar worden getrokken .

Deze inrichting moet ook bij dikke drukproducten en hoge trans-5 portsnelheden optimaal werken.

Dit probleem wordt bij de inrichting volgens de uit-‘ vinding opgelost, doordat zijdelings aan beide zijden van de schubbenstroom telkens een transportorgaan zonder einde met rollen is aangebracht, waarbij de geleidingsrails van de 10 beide transportorganen in een horizontaal gebied kort na het vastgrijpen van de drukproducten door de rollen in de langs-richting over een vooraf bepaalde hoek zodanig zijn gedraaid, dat de beide transportorganen na een omkering over ongeveer 90° in een horizontaal gebied V-vormig uiteenlopen en de in 15 elkaar gevouwen drukproducten uiteen trekken.

Doordat telkens de vrije randen van twee in elkaar.gevouwen drukproducten door de rollen worden vastgegrepen en uit elkaar geleid, kunnen de drukproducten tijdens het transport gescheiden en in twee afzonderlijke schubbenstromen ver-20 der worden getransporteerd.

Bij voorkeur loopt het transportorgaan zonder einde, waarvan de rollen de rand van het buitenste van de in elkaar gevouwen drukproducten vast grijpen ongeveer 1 tot 10% sneller rolt dan het andere transportorgaan. Op deze wijze kun-25 nen de ineen gevouwen drukproducten optimaal uiteen getrokken worden.

Bij voorkeur is de afstand tussen de beide transportorganen instelbaar. Daardoor kan de inrichting worden aangepast aan de grootte van de drukproducten.

30 De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van voorbeeld een inrichting volgens de uitvinding is weergegeven.

In de tekening toont: fig. 1 schematisch een bovenaanzicht van de inrichting 35 voor het transporteren en scheiden van gevouwen drukproducten? fig. 2 een zijaanzicht van de inrichting volgens fig. 1? fig. 3 een aanzicht van de inrichting volgens fig.*1 van de ingangszijde af gezien; 40 fig. 4 een aanzicht van een deel van ëën. van de beide 8300209 - 3 - * eindloze transportorganen in de zone van het overnemen van de drukproduc ten en fig. 5 een dwarsdoorsnede volgens de lijn V-V in fig. 2.

In de fig. 1-3 is het aanneemstation 1 van de inrichting 5 met een gedeelte van de eindloze transportorganen 2a,2b schematisch weergegeven. De opbouw van de op zichzelf reeds bekende transportorganen zonder einde kan worden ontleend aan de fig. 4 en 5. De transportorganen 2a respektievelijk 2b omvatten een ketting zonder einde met stroken 3, op de assen 10 4 waarvan rollen 5 zijn aangebracht. De ketting loopt in een in dwarsdoorsnede U-vormige geleidingsrail 6, langs de binnenwanden waarvande rollen 5 worden geleid. Ieder uit de geleidingsrail stekend asdeel 4a draagt een tweearmige hefboom 7, aan de uiteinden waarvan twee naar buiten stekende 15 pinnen 8,9 zijn bevestigd. Iedere pin 8 draagt een kleine ge-leidingsrol 10. Aan iedere tweearmige hefboom 7 zijn verder twee naar de binnenzijde gerichte klemrollen 11 aangebracht, waarvan het loopvlak bestaat uit een elastisch meegevend materiaal, bij voorbeeld een elastische schuimstof. Iedere pin -20 8 is met de pin 9 van de aangrenzende hefboom 7 door een voorgespannen trekveer 12 verbonden. Door deze veren 12 worden de tweearmige hefbomen 7 zodanig verzwenkt, dat zoals aan het rechter einde van fig. 4 weergegeven telkens een klem-rol 11 in de tussenruimte van twee aangrenzende klemrollen 25 11 komt te liggen. Wanneer drukmateriaal tussen de klemrollen aanwezig is, wordt dit tussen de rollen 11 vastgeklemd en getransporteerd .

Op de aanneemplaats voor de te transporteren drukpro-ducten en op de afgeefplaats daarvan worden de klemrollen 11 30 van elkaar afgelicht, zoals dit in het middendeel van fig. 4 is weergegeven. Te dien einde lopen de geleidingsrollen 10 op in de fig. 1 en 5 aangeduide geleidingsrails 13, zodat al de hefbomen 7 tegen het trekken van de veren 12 in worden verzwenkt en de klemrollen 11 op een afstand van elkaar staan. 35 In het aanneemstation 1 lopen de beide transportorganen 2a,2b telkens om een omkeerwiel 14, waarvan elk door een afzonderlijke motor 15 wordt aangedreven.

De op een transportband binnenkomende gevouwen druk-producten 16, die een schubbenstroom vormen, worden bij voor-40 beeld door het vouwapparaat van een rotatiemachine zodanig 8300209 . Γ - 4 - % gevouwen toegevoerd, dat steeds twee drukproducten in elkaar gevouwen maar zijdelings over een afstand A verplaatst zijn. Het binnenste van de beide drukproducten steekt daarom met een rand 16a uit het bovenste drukproduct terwijl op de tegen-5 over liggende zijde een rand 16b aanwezig is, die slechts door het buitenste drukproduct wordt gevormd.·De geleidingsrails 6 van binnenkomende parten van de transportorganen 2a, 2b hebben binnen het inloopstation 1 een naar binnen hellend gebied 6', waardoor wordt bereikt, dat de onderste en bovenste 10 klemrollen 11, die in dit gebied van elkaar op een afstand staan, boven respektievelijk onder de randen 16a en 16b kunnen grijpen. Aan het einde 13a van de geleidingsrails 13 worden de randen 16a en 16b dan door de klemrollen 11 vastgegrepen en vastgeklemd.

15 Na het gebied 6.'. lopen de geleidingsrails 6 in het gebied 6" horizontaal en worden aansluitend in een 90°-boog vertikaal omgekeerd. In het horizontale gebied 6" zijn de geleidingsrails iets naar buiten gedraaid, zodat zij in het vertikale gebied, zoals dit in fig. 3 zichtbaar is, over een hoek α van onge-20 veer 5-10° naar buiten hellend lopen. Daardoor worden de in elkaar gevouwen drukproducten 16 uit elkaar getrokken. Zij lopen dan in twee evenwijdige banen naar een niet weergegeven afgeefplaats. De beide transportorganen 2a,2b worden dan naar het aanneemstation 1 van de inrichting teruggeleid.

25 Het is doelmatig gebleken het transportorgaan 2b, dat het buitenste van de beide in elkaar gevouwen drukproducten transporteert, ongeveer 1-10% sneller aan te drijven dan het transportorgaan 2a. Op deze wijze kunnen de in elkaar gevouwen drukproducten optimaal uit elkaar worden getrokken.

30 De beide transportorganen 2a,2b met ban- aandrijfmotoren zijn*bij voorkeur volledig van elkaar onafhankelijk uitgevoerd. Zij kunnen daardoor ten opzichte, van elkaar worden verplaatst, waardoor de afstand van de transportorganen 2a,2b instelbaar is en een aanpassing aan verschillend grote drukproducten 35 mogelijk maakt.

-Conclusies- 8300209

Claims (3)

1. Inrichting voor het transporteren en scheiden van gevouwen drukproducten, die van een rotatiemachine op een transportband in een schubbenstroom worden toegevoerd, waarbij steeds twee drukproducten in elkaar gevouwen maar zijde-5 lings ten opzichte van elkaar^erplaatst zijn, en waarbij de inrichting als grijporganen aan een in rails geleid eindloos transportorgaan aangebrachte rollen heeft, waarvan iedere rol yerend tegen ten minste een aangrenzende rol ligt en de drukproducten aan hun rand tussen de rollen vast gegrepen en 10 getransporteerd worden, met het kenmerk, dat zijdelings aan de beide zijden van de schubbenstroom telkens een transportorgaan zonder einde (2a,2b) met rollen 11 is aangebracht, waarbij de geleidingsrails (6) van de beide transportorganen (2a,2b) in een horizontaal gebied (6") 15 kort na het vast grijpen van de drukproducten (16) door de rollen (11) in de langsrichting over een vooraf bepaalde hoek zodanig zijn verdraaid, dat de beide transportorganen (2a,2b) na een omkering over ongeveer 90° in een vertikaal gebied V-vormig uiteenlopen en de in elkaar gevouwen druk-20 producten (16) uiteen trekken.

2. Inrichting volgens conclusie l,met het kenmerk, dat het transportorgaan (2b) zonder einde, waarvan de rollen (11) de rand (16b) van het buitenste van de in elkaar gevouwen drukproducten (16) vastgrijpen, on-^5 geveer 1-10% sneller draait dan het andere transportorgaan (2a) .

3. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de afstand tussen de beide transportorganen (2a,2b) instelbaar is. 8300209